Merkenrecht  

IEF 17315

Gerecht EU: Kleurenmerkcombinatie Red Bull nietig nu het tal van verschillende combinaties toelaat

Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 nov 2017, IEF 17315; ECLI:EU:T:2017:852 (Red Bull c.s. tegen Optimum Mark c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-kleurenmerkcombinatie-red-bull-nietig-nu-het-tal-van-verschillende-combinaties-toelaat

Gerecht EU 30 november 2017, IEF 17315; IEFbe 2415; ECLI:EU:T:2017:852 (Red Bull c.s. tegen Optimum Mark c.s.). Merkenrecht. Kleurmerk. In 2002 diende Red Bull een Uniemerkaanvraag in voor de kleuren blauw en zilver met als beschrijving dat de verhouding van de kleuren 50-50 is. In 2010 diende Red Bull een tweede Uniemerkaanvraag in waarbij "de twee kleuren [..] in gelijke verhoudingen en nevengeschikt worden aangebracht” Optimum Mark heeft nietigverklaring van de twee ingeschreven merken verzocht. Dit is toegewezen door de nietigheidsafdeling en in stand gehouden in beroep bij het EUIPO. Het Gerecht oordeelt nu dat de grafische representatie zoals door Red Bull aangevoerd "tal van verschillende combinaties toeliet en dus geen systematische schikking was" en daarmee niet voldoende nauwkeurig kon worden geacht. Een beschrijving van de systematische schikking bij een kleurcombinatiemerk is echter alleen benodigd, wanneer de schikking niet in zoverre blijkt uit de aanvrage. Red Bull had ook geen gewettigd vertrouwen dat het merk geldig was op basis van de acceptatie door de onderzoeker en de EUIPO-praktijk. Het vereiste van rechtszekerheid heeft de overhand op enig gewettigd vertrouwen.

IEF 17305

Uitspraak ingezonden door Marcel de Zwaan, Corstiaan Kan en Midas Dujardin, Bremer & De Zwaan

Foodhall Mout wordt slechts gebruikt als handelsnaam en niet als onderscheidingsteken van haar diensten

Rechtbank Midden-Nederland 27 nov 2017, IEF 17305; (Proeflokaal Mout tegen Foodhall Mout), https://ie-forum.nl/artikelen/foodhall-mout-wordt-slechts-gebruikt-als-handelsnaam-en-niet-als-onderscheidingsteken-van-haar-diens

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 november 2017, IEF 17305 (Proeflokaal Mout tegen Foodhall Mout). Proeflokaal Mout is een eenmans-horecazaak in Groningen. Tevens is de eigenaar houdster van het Benelux woordmerk 'MOUT'. Foodhall Mout is een in Hilversum gevestigde Foodhall met verschillende horeca-gelegenheden. Foodhall Mout geeft aan dat zij de naam 'MOUT' enkel gebruikt ter aanduiding van haar onderneming (dus als handelsnaam) en niet als onderscheidingsteken van haar diensten. Proeflokaal Mout heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat het publiek de handelsnaam Foodhall Mout in feite opvat als gebruik van een onderscheidingsteken. Ook geen onrechtvaardigd voordeel uit of afbraak aan onderscheidend vermogen of reputatie van het woordmerk, nu voldoende aannemelijk dat de handelsnaam is bedacht en gebruikt voor het merkdepot. Andere onderneming heeft handelsnaam bedacht en eerst gebruikt, maar sprake van een geldige overdracht van de handelsnaam aan Foodhall Mout. Beroep op voor-voorgebruik kan Proeflokaal Mout niet baten, nu een niet ingeschreven merk geen beschermingsrecht geeft. Matiging van advocaatkosten aan de zijde van Foodhall Mout.

IEF 17304

Uitspraak ingezonden door Karin Ottelohe, ADVOCANT.

Woordelement complex merk Tegeloutlet behoort tot publiek domein en is louter beschrijvend

Belgische gerechten 17 nov 2017, IEF 17304; (V. Hansen tegen Basic Import), https://ie-forum.nl/artikelen/woordelement-complex-merk-tegeloutlet-behoort-tot-publiek-domein-en-is-louter-beschrijvend

Vz. Rechtbank van Koophandel (afd.) Antwerpen 17 november 2017, IEF 17304; IEFbe 2411 (V. Hansen tegen Basic Import) Eiser is houder van 'complex' beeldmerk TEGELOUTLET en stelt dat het gebruik van het teken als domeinnaam een inbreuk maakt op haar merk, handelsnaam en op de eerlijke marktpraktijken. Het merk is een 'complex merk' met verschillende elementen waarvan sommige (het woord Tegeloutlet) tot het publiek domein behoren en andere niet (het tegelmannetje). De eerdere weigering van het BBIE tot registratie van het woordmerk Tegeloutlet bevestigt dat het teken louter beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Ook beroep op handelsnaamrecht en oneerlijke marktpraktijken treft geen doel.

 

IEF 17303

Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal het de herkomst van 'DOMI' het publiek ontgaan

Rechtbank Midden-Nederland 15 nov 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 https://ie-forum.nl/artikelen/gelet-op-de-beperkte-kennis-van-het-latijn-in-nederland-zal-het-de-herkomst-van-domi-het-publiek-ont

Rechtbank Midden-Nederland 15 november 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 (Domicilie Ede tegen Domica) Merkenrecht. Geen inbreuk DOMICA op DOMICILIE. Eiseres is een makelaarskantoor en heeft DOMCILIE als merk gedeponeerd. Gedaagde is een landelijke franchise voor o.a. verhuur van onroerende zaken. Rechtspraak.nl: Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal de Latijnse herkomst van het onderdeel "domi" van beide merken (dat “thuis” betekent) het publiek ontgaan. Volgens gedaagde betekent “domica” huis of tempel, maar dat heeft de rechtbank na onderzoek niet kunnen vaststellen; het enige dat hierover gevonden kon worden is een verbuiging van het Latijnse woord “domicum” dat “koepelvormig” betekent of een mogelijke verbuiging van het Griekse woord “δομικός” dat “bouwkundig” betekent. Dat het relevante publiek deze betekenissen kent acht de rechtbank uitgesloten. Het woord “domica” zal dan ook als een fantasiewoord worden beschouwd. Dat brengt mee dat de woorden “domicilie” en “domica” door het relevante publiek anders zullen worden begrepen.

IEF 17288

Noorse klachtencommissie bevestigt dat Vigelands werken niet als merk kunnen worden geregistreerd

Overig 13 nov 2017, IEF 17288; (Oslo Municipality - Vigeland), https://ie-forum.nl/artikelen/noorse-klachtencommissie-bevestigt-dat-vigelands-werken-niet-als-merk-kunnen-worden-geregistreerd

Noorse KFIR 13 november 2017, IEF 17288; IEFbe 2408; cases: 16/00148, 16/00149, 16/00150, 16/00151, 16/00153 and 16/00154 (Oslo Municipality - Vigeland) Tijdens de voorbereiding van de zaak heeft de Kamer van Beroep de zaak voorgelegd aan het EFTA-Hof [IEF 16706] voor een advies. De klachtencommissie concludeerde dat de merkregistratie moest worden geweigerd op basis van artikel 15, eerste alinea, letter a, van de merkenwet, deels omdat het merken zijn die die kunstwerken vertegenwoordigen met een zeer speciale culturele waarde voor de Noorse samenleving, en deels omdat de beperking van de auteursrechtperiode op grond van de auteursrechtwetgeving de basis moet zijn op fundamentele, sociale overwegingen.

IEF 17285

Beslissing ingezonden door Mirjam Mollema, De Merkplaats.

EUIPO: Portretmerk van model Maartje Verhoef is geldig

EUIPO - OHIM 16 nov 2017, IEF 17285; (Maartje Verhoef-portretmerk), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-portretmerk-van-model-maartje-verhoef-is-geldig

EUIPO Board of Appeal 16 november 2017, IEF 17285; IEFbe 2407; R-2063/2016-4 (Maartje Verhoef-portretmerk) Merkenrecht. Portretmerk. Maartje Verhoef heeft haar portret als beeldmerk ingeschreven. Het bureau weigert het merk omdat het gedeeltelijk beschrijvend is. Er kan juist wel van uitgegaan worden dat het doelpubliek het fotografische teken van de jonge vrouw als identificatiemiddel van de herkomst van de waren en diensten zal opvatten. De foto van het gezicht van een persoon, in de vorm van een pasfoto, is een unieke weergave van deze persoon, met diens specifieke uiterlijke kenmerken. Er is geen absolute weigeringsgrond. De bestreden weigeringsbeslissing wordt opgeheven, het merk wordt aldus ingeschreven.

IEF 17283

Label op de coin pocket van een jeans heeft beperkt onderscheidend vermogen

Rechtbank Den Haag 16 nov 2017, IEF 17283; ECLI:NL:RBDHA:2017:13293 (Diesel tegen Calvin Klein), https://ie-forum.nl/artikelen/label-op-de-coin-pocket-van-een-jeans-heeft-beperkt-onderscheidend-vermogen

Rechtbank Den Haag 16 november 2017, IEF 17283; ECLI:NL:RBDHA:2017:13293 (Diesel tegen Calvin Klein). Auteursrecht. Merkenrecht. Diesel maakt onder andere jeans volgens het 5-pocketmodel. Het vijfde zakje, ook wel de coin pocket genoemd, heeft bij Diesel een label in een diagonale richting, waarvoor een Benelux beeldmerk heeft. Verschillende andere fabrikanten, waaronder Calvin Klein (CK), hebben broeken op de markt (gebracht) met een coin pocket met daarop een label. De coin pocket is echter een gebruikelijke plaats voor een decoratie of merkteken. Het onderscheidend vermogen is aldus beperkt en is bij Diesel met name gelegen in de diagonale richting van het label. In het label van CK mist de diagonale richting, dus onvoldoende overeenstemming met het merk van Diesel. Ook auteursrechtelijk gezien zijn de totaalindrukken voldoende verschillend.

IEF 17270

HvJEU: "normaal gebruik" merk als enkel beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt

HvJ EU 11 okt 2017, IEF 17270; ECLI:EU:C:2017:750 (Cactus), https://ie-forum.nl/artikelen/hvjeu-normaal-gebruik-merk-als-enkel-beeldelement-van-een-samengesteld-merk-is-gebruikt

HvJ EU 11 oktober 2017, IEF 17270; IEFbe 2402; ECLI:EU:C:2017:750 (Cactus). Merkenrecht. In 2009 is een Uniemerkaanvraag ingediend voor een beeldmerk met daarin de woorden CACTUS OF PEACE / CACTUS DE LA PAZ. Tegen deze aanvrage is oppositie ingesteld op basis van eerdere woord-/beeldmerken waarin eveneens het woord CACTUS opgenomen is. De oppositie werd gehonoreerd voor de klassen 31 en 44. Na beroep bij het EUIPO en een beslissing van het Gerecht wordt nu om een hogere voorziening bij het Hof van Justitie gevraagd. Ten eerste is het betoog van het EUIPO dat de arresten IP Translator [IEF 11454] en Praktiker Bau- und Heimwerkermärkte [IEF 10516] onjuist zijn gelezen door het Gerecht niet juist. Een merk dat is ingeschreven vóór deze uitspraken, zoals het woordmerk Cactus (ingeschreven op 18 oktober 2002) en het beeldmerk Cactus (ingeschreven op 6 april 2001), kan niet worden aangetast door deze arresten, voor zover deze slechts zien op nieuwe aanvragen tot inschrijving van Uniemerken. Ten tweede is aan de voorwaarde van „normaal gebruik” van de verordening voldaan als enkel het beeldelement van een samengesteld merk is gebruikt, voor zover het onderscheidend vermogen van dat merk zoals ingeschreven niet wordt gewijzigd. Het Gerecht kan niet worden verweten dat het niet is nagegaan in hoeverre het weggelaten deel, namelijk het woordelement „Cactus”, onderscheidend vermogen had en van belang was in de perceptie van het teken in zijn geheel, terwijl het Gerecht het teken zoals gebruikt in zijn gereduceerde vorm correct heeft vergeleken met het teken zoals het is ingeschreven. Het Gerecht mocht zich beperken tot een onderzoek van de gelijkwaardigheid van de betrokken tekens op visueel en conceptueel vlak.

IEF 17264

Vragen aan HvJ EU: Is het relevant of een merk als beeld- of als kleurmerk wordt aangevraagd?

HvJ EU 28 sep 2017, IEF 17264; (Hartwall), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-het-relevant-of-een-merk-als-beeld-of-als-kleurmerk-wordt-aangevraagd

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 28 september 2017, IEF 17264; IEFbe 2400; C-578/17 (Hartwall) Merkenrecht. Via MinBuZa: Verzoeker (Oy Hartwall Ab) heeft op 20.09.2012 bij verweerder (nationaal octrooi- en registratiebureau) een aanvraag ingediend voor inschrijving van een teken als kleurmerk voor waren van klasse 32: minerale wateren. Verzoeker heeft naar aanleiding van een tussenbeslissing van verweerder toegelicht dat zij om inschrijving verzoekt van het aangevraagde merk als kleurmerk (niet als beeldmerk). Verweerder heeft de aanvraag (bij beslissing van 05.06.2013) afgewezen op grond dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist. Er zou geen uitsluitend recht op inschrijving van bepaalde kleuren kunnen worden verleend zonder gefundeerd bewijs dat de betrokken kleuren door langdurig en grootschalig gebruik onderscheidend vermogen hebben gekregen voor de betrokken waren. Het overlegde martktonderzoek van verzoeker zou niet hebben aangetoond dat de kleuren zelf bekend zijn, maar dat het beeldmerk bekend is. Verzoeker stelde beroep in tegen de beslissing van verweerder bij de handelsrechter, welke het beroep heeft verworpen bij bestreden beslissing. Omdat het aangevraagde kleurmerk niet voldoet aan de voor een merk geldende voorwaarden van §1(2) tweede alinea, van de merkenwet, die overeenkomt met artikel 2 van de merkenrichtlijn, behoeft volgens de handelsrechter in de onderhavige zaak niet te worden ingegaan op de in §13 van de merkenwet bedoelde vereisten betreffende het onderscheidend vermogen van een merk. Verzoeker heeft tegen de beslissing van de handelsrechter hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter (de hoogste bestuursrechter).

 

IEF 17260

Voorwaardelijke cel- en taakstraf voor inbreuk op wielermerken

Rechtbank Overijssel 30 okt 2017, IEF 17260; ECLI:NL:RBOVE:2017:4030 (Vervalste fietsonderdelen), https://ie-forum.nl/artikelen/voorwaardelijke-cel-en-taakstraf-voor-inbreuk-op-wielermerken

Rechtbank Overijssel 30 oktober 2017, IEF 17260; ECLI:NL:RBOVE:2017:4030 (Vervalste fietsonderdelen). Een man voert vervalste fietsonderdelen in met de bedoeling om deze te verkopen. Het gaat om producten van bekende wielermerken als FFWD Fast Forward, Pinarello, Most, Dura Ace en Easton. De kwaliteit van de gebruikte materialen was ver beneden de kwaliteit van de originele producten. Het betreffen aldus waren waarop een merk, waarop een ander recht heeft, is nagebootst. De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van de merkvervalsing wordt als ongeloofwaardig terzijde geschoven. Op basis van het bewijs wordt bewezen geacht dat verdachte wist dat hij met de door hem ingevoerde en voorhanden zijnde fietsonderdelen inbreuk maakte op merkenrechten.