Modellenrecht  

IEF 1195

De geest van de waarschuwing

Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 november 2005, rolnr. KG 05/1312 Canenco B.V. tegen Goliath B.V. en Jakks Pacific Inc.

Niet de letter, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing lijkt doorslaggevend in deze handleiding voor het waarschuwen van wederverkopers. Vonnis verplicht eisende partijen bij vermeende inbreuk tot terughoudendheid en gedegen inhoudelijke onderbouwing bij het doen van mededelingen aan de afnemers van de vermeendelijk inbreukmakende producten.

Jakks produceert het speelgoedproduct Fly Wheel, Goliath distribueert het exclusief in NL en Vlaanderen. Er komt een concurrerend product op de markt, de Rip Racer, geproduceerd/verkocht door Canenco. Op navraag van Goliath laat Jakks weten een inbreukprocedure tegen Canenco te zullen beginnen. Goliath neemt telefonisch contact op met haar afnemers en meldt dat producent Jakks een procedure tegen Canenco zal beginnen (wat op het moment van zitting inderdaad was gebeurd). De afnemers kiezen er vervolgens op eigen initiatief voor om de Rip Racers uit de winkel te halen. Na het aanhangig maken van het kort geding bevestigt Goliath de bovengenoemde punten schriftelijk aan de betrokken afnemers. Niet blijkt dat partijen betwisten dat dit inderdaad is wat er is voorgevallen.

De voorzieningenrechter mr. Hensen stelt vast dat Goliath en Jakks ("vanwege gezamenlijk optreden") jegens de afnemers gesteld zouden hebben dat er sprake zou zijn van inbreuk, maar dat er bij marginale toetsing geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of (ongeregistreerd)modellenrecht, en dat Goliath en Jakks daarom onrechtmatig gehandeld hebben. De mededeling van Goliath aan de afnemers dat producent Jakks een procedure tegen producent Canenco zal beginnen, wordt door de rechter opgevat als een mededeling "die erop was gericht de ontvangers van die waarschuwing of mededeling te doen geloven dat de Rip Racer inbreuk maakt op de Fly Wheel." De opgelegde rectificatie rectificeert dan ook niet de letter van de waarschuwing, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing. Lees het vonnis hier.

IEF 1138

Ondertussen in Krasnapolsky

Zelfs referenties aan oude lullen en rollators konden het verjaardagsfeestje van de IER niet verstoren. Prettige ambiance, uitstekend buffet, goede en onderhoudende sprekers, sociaal zeer aangenaam en om zes uur afgelopen. Kortom, alles wat je verwacht van een feestje van een twintigjarige.

Thema van de dag was de toekomst van het IE-recht. En hoewel alle sprekers daar wel iets interessants over wisten te vertellen, viel vooral Erik Nooteboom op met echte nieuwtjes uit betrouwbare bron. Erik Nooteboom is het hoofd van de afdeling Industriële Eigendom van het DG Interne Markt van de Europese Commissie en één van de vijftig most influential people in IP.

Volgens Nooteboom:

- leidt het succes van het Gemeenschapsmodel tot het verdwijnen van de nationale modellenbureaus.

- is merk- en modelregistratie een ‘money-printing machine’. In verhouding tot de gemaakte kosten zijn de inkomsten van het OHIM zo hoog dat de recente prijsverlaging zeker niet de laatste is. De taksen voor Gemeenschapsmerken en Gemeenschapsmodellen zullen naar verwachting fors omlaag gaan.

-zal de EU naar verwachting binnen 18 maanden toetreden tot de Overeenkomst van Den Haag, waardoor het hele internationale modellensysteem een enorme vlucht zal nemen.

-zal de (gerechtvaardigde) discussie over wereldwijde uitputting binnenkort weer opgerakeld worden, waarbij het zeer goed denkbaar is dat het huidige systeem van communautaire uitputting plaats zal moeten maken voor een systeem van wereldwijde uitputting.

- zitten de meeste rechters van het GvEA en het HvJ niet echt te wachten op al die oninteressante OHIM zaken. Omdat de werkdruk door deze zaken en door administratiefrechtelijke zaken ook nog eens te groot dreigde te worden, is men binnen de EU serieus bezig geweest met het oprichten van een op het Verdrag van Nice gebaseerd gespecialiseerd panel dat zich uitsluitend met merkenrechtelijke aangelegenheden zou gaan bezighouden. Maar omdat het aantal rechters bij het HvJ /GvEA door de uitbreiding van de EU in een keer fors toenam en ook de administratiefrechtelijke zaken een eigen panel toegewezen kregen, bleek de werkdruk zodanig te zijn afgenomen dat het plan voor het gespecialiseerde merkenpanel weer is afgeblazen. Arme rechters.

IEF 1038

Filet americain

Rechtbank 's-Gravenhage, 12 oktober 2005, KG 05/1116. SFA Packaging B.V. en J.F. Luiten Vleeswaren B.V. tegen The Filet Company B.V.

Let, na het lezen van deze leuke zaak, bij de volgende boodschappenronde eens extra op de bakjes met filet americain en kalfsfilet.

Eiser SFA houdt zich bezig met de in- en verkoop van kunststofverpakkingen. Luiten is producent van verse vleeswaren en gebruikt voor een aantal van zijn producten de zogenoemde Twin-cup, een rechthoekig kunststof tweevaks bakje. Gedaagde TFC verhandelt vleeswaren en aanverwante producten en levert aan de C1000 winkels vleeswaren in rechthoekige kunststof enkel- en dubbelvaks bakjes. De ‘duobakjes’ van TFC maken volgens eisers inbreuk op hun model- en auteursrechten.

De rechtbank trekt alle verschillende elementen van het bakje uit elkaar en oordeelt dat TFC met haar duo-bakje geen inbreuk maakt op het modelrecht van de Twin-cup van SFA. De vorm en de oriëntatie van de kenmerkende inkeping zijn noodzakelijk in verband met de technische eisen van deugdelijkheid en bruikbaarheid. En om de bakjes te stapelen.

Van het uiterlijk van de Twin-cup kunnen daarom alleen de stylingelementen bijdragen aan de nieuwheid en het eigen karakter van het bakje. De overige elementen, waaronder ook de inkeping om een verdeling in twee compartimenten te bereiken, zijn niet nieuw of geven geen eigen karakter aan het model.

Er van uitgaande dat de Twin-cup modelbescherming toekomt is de rechtbank van oordeel dat de duo-bak geen inbreuk maakt, omdat in deze geen van de elementen van de Twin-cup die dat model nieuw en van eigen karakter maken wordt toegepast.

Aan eventueel inbreuk op auteursrecht wordt voorbij gegaan, aangezien niet is gesteld of gebleken dat het auteursrecht aan eiseressen toekomt of aan een van hen is overgedragen. Van slaafse nabootsing is geen sprake nu is gebleken dat met de duo-bak datgene wat de Twin-cup onderscheidend vermogen geeft niet is overgenomen. Ten slotte zijn er onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan volgen dat het gebruik van de duo-bak overigens onrechtmatig handelen jegens eiseressen oplevert.

Lees hier het vonnis (met plaatjes).

IEF 997

richtlijn gebruiksmodel sneuvelt

De Europese Commissie heeft besloten een aantal wetsvoorstellen in te trekken naar aanleiding van een inventarisatie van wetsvoorstellen in het kader van het project  "Vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving". Een van de ingetrokken wetsvoorstellen betreft 1997/0356/COD "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot onderlinge aanpassing van het recht inzake gebruiksmodellen" (Volgens de tekst van het voorstel is een gebruiksmodel overigens vergelijkbaar met het Nederlandse zesjarige octrooi).

Van de 183 wetsvoorstellen die bij het Europees Parlement en de Raad lagen, is besloten 68 daarvan in te trekken. Redenen voor intrekking kunnen gelegen zijn in strijd van het wetsvoorstel met de doelstellingen van het nieuwe partnerschap voor groei en werkgelegenheid (Lissabon), het niet voldoen aan de normen voor betere regelgeving, het achterhaald zijn van een wetsvoorstel of de omstandigehid dat een wetsvoorstel is blijven steken in het wetgevingsproces. Ingetrokken voorstel hier of hier.

IEF 965

onleesbare, zwartgeblakerde eenheden

Rechtbank 's-Gravenhage 26 september 2005, KG 05/1021, Quint Fun Racers - United Bicycles. Voor wie binnenkort voor mr. Du Pon mag pleiten: lees je stukken nog eens goed door.

Zaak begint met de feiten. Quint is fabrikant van driewielers en heeft een licentie verleend aan Toyvision. United Bicycles (UB) sluit met Quint een overeenkomst, die moest voorzien in het geval Toyvision failliet zou gaan. Quint probeert deze overeenkomst tot twee keer toe op te zeggen. Quint vordert United Bicycles te verbieden de Triker, een driewieler, of enig ander soortgelijke driewieler, dat voor de geïnformeerde gebruiker geen andere indruk wekt dan de Triker, na te maken en te verhandelen. Ter terechtzitting vermeerdert Quint haar eis, te weten dat het gevorderde tevens geldt voor de Rocker, Zigzag en Viper (ook driewielers). Dit alles met een beroep op het aan Quint toekomend modellenrecht. In reconventie vordert United Bicycles dat Quint pas Trikers mag fabriceren of verkopen, nadat UB de in de overeenkomst genoemde 100.000 Trikers heeft gefabriceerd en verkocht.

Maar dan volgt het oordeel. Rechtsoverweging 9: "Gelet op de omschrijving in het petitum van de dagvaarding beroept United Bicycles (bedoeld is Quint, red.) zich ter onderbouwing van haar vordering op haar toekomende modelrechten. Ter zitting heeft haar raadsman ook nog (even) de Auteurswet genoemd, doch zulks niet uitgewerkt, terwijl het petitum al evenmin de rechtsfiguur van het auteursrecht is toegesneden (het enkele gebruik van de term "kopie" in dat petitum is daartoe onvoldoende. Voorzover Quint heeft bedoeld alsnog enig auteursrecht aan haar vordering ten grondslag te leggen, wordt daaraan dan ook voorbij gegaan."

10. In de dagvaarding wordt geen enkel modelrecht nader beschreven (bijvoorbeeld naar soort, datum van deponering en inschrijvingsnummer). Het enige dat omtrent de ingeroepen modelrechten in de dagvaarding valt te lezen is opgenomen onder punt 3, en dit luidt als volgt: Quint heeft voorts vele modellendepots verricht voor het model van de TRIKER en zijn andere driewielers. Kopieën van deze modellendepots worden overgelegd als productie 3. 

11. De door Quint bedoelde productie 3, zoals aan de voorzieningenrechter overgelegd, betreft een kleine 100 pagina’s, ongenummerd en zonder index of tabs. Voorzover in die 100 pagina’s tekst voorkomt, lijkt het inderdaad te gaan om modeldepots (zij het dat de voorzieningenrechter niet in staat is vast te stellen of dat ook het geval is voor wat betreft diverse onvertaalde teksten in Japanse, Chinese en Russische lettertekens). Een Gemeenschapsmodeldepot voor de Triker, waarvan in het vervolg van de dagvaarding ter onderbouwing van de bevoegdheid van deze rechtbank nog sprake is, werd overigens in het geheel niet aangetroffen. 

12. Wat betreft de afbeeldingen die in bedoelde 100 pagina’s zijn opgenomen moet worden vastgesteld dat het hier voor het overgrote deel gaat om onleesbare, zwartgeblakerde eenheden. Als voorbeeld worden hieronder afbeeldingen weergegeven van het Benelux-depot van 29 januari 2001 ten aanzien van de Triker, zoals (de raadsman van) Quint heeft gemeend die aan de voorzieningenrechter te kunnen presenteren.

13. De conclusie uit het voorgaande is dat Quint haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd en wel op de volgende (ieder voor zich reeds concludente) gronden:  Quint is in gebreke gebleven om in de dagvaarding aan te geven op welke specifieke modeldepots zij haar vordering grondt Quint is in gebreke gebleven duidelijke afbeeldingen over te leggen van de modeldepots waarop zij haar vordering grondt. 

14. De vordering van Quint zal reeds op deze gronden worden afgewezen. Ten overvloede wordt overwogen dat de beslissing omtrent die vordering niet anders zou luiden, indien Quint haar vordering wel behoorlijk had onderbouwd op het gebied van de depots." 

In reconventie stelt de rechtbank dat de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst tussen partijen geen doel treft. De overeenkomst beoogde, aldus de rechtbank, veilig te stellen (i) dat de productie van driewielers door zou gaan, (ii) dat UB de verloren gegane investeringen zou kunnen terugverdienen en dat (iii) Quint licentievergoedingen zou ontvangen voor de te produceren driewielers. De overeenkomst betreft dus geen 'gewone' licentieovereenkomst. De rechtbank komt tot de slotsom dat "de vordering van UB die er toe strekt Quint te doen medewerken aan de uitvoering van de overeenkomst door zelf geen onder die overeenkomst vallende producten te vervaardigen, toewijsbaar is. De in de overeenkomst aan UB verschafte licentie is immers nadrukkelijk exclusief van aard. 

Lees hier het vonnis.

IEF 907

tegenwind voor landwind

Kan het IE-recht nog iets betekenen voor de verkeersveiligheid? Dat China het mekka is van namaakproducten is algemeen bekend. En ook dat auto's niet gevrijwaard te zijn van namaak. General Motors stelt dat de Chinese terreinnauto Jiangling Landwind (links) te dicht in de buurt komt van haar Opel Frontera (rechts), maar of er sprake is van inbreuk moet nog blijken. Pijnlijk is in ieder geval dat de vermeende Chinese variant levensgevaarlijk blijkt te zijn: nog nooit heeft een auto in crashtest zo slecht gescoord als deze SUV. De ANWB pleit voor een verbod op grond van de verkeersveiligheid, maar stelt niets te kunnen beginnen tegen particuliere importeurs. Wellicht dat het auteurs- of modellenrecht ook nog wat levens kan redden. Lees hier en hier en hier meer.

IEF 885

een zekere mevrouw Jade Lee

Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 september 2005, rolnr. KG 05/982. Enlight Europe tegen Avantronic Europe. Zaak begint met een internationaal modeldepot, maar eindigt na enige corrigerende woorden van de rechtbank met een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel.

Enlight is houdster van internationaal modeldepot (met gelding voor onder meer Nederland) met betrekking tot een negental “Computer Housings”. Op een ICT-vakbeurs in Hannover stuit zij op gelijkende computerkast tentoongesteld door Avantronic, 'vertegenwoordigd door een zekere mevrouw Jade Lee.'

"Enlight vordert dat Avantronic zal worden veroordeeld om met onmiddellijke ingang iedere inbreuk in de Europese gemeenschap op het model EN-4107 van Enlight, internationaal geregistreerd onder DM/065543 te staken en gestaakt te houden.

Naar uit de toelichting ter terechtzitting is gebleken bedoelt Enlight hiermee om te vorderen dat Avantronic zal worden veroordeeld om iedere inbreuk te staken en gestaakt te houden: (i) in Nederland op het internationaal geregistreerde model van Enlight; (ii) in de Europese gemeenschap op het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel van

Enlight heeft gemeend in deze procedure te kunnen volstaan met het overleggen van een niet-authentiek afschrift van het modeldepot waarop zij zich beroept, welk afschrift -kennelijk als gevolg van het diverse malen kopiëren dan wel faxen- zodanig slecht leesbaar is, dat de daarbij behorende afbeeldingen aanmerkelijk vervaagd zijn. Dat brengt met zich dat zij haar vordering, voor zover betrekking hebbend op dit depot, onvoldoende heeft onderbouwd zodat die vordering zal worden afgewezen.

Hoewel Enlight ook voor wat betreft het model waarop zij zich ter onderbouwing van deze grondslag beroept bepaald minder duidelijke afbeeldingen heeft overgelegd, kan die vordering worden behandeld, mede omdat Enlight een exemplaar van de computerkast waar het om gaat ter zitting heeft laten zien1 (Voetnoot bij het vonnis: Voor alle duidelijkheid: het voor het eerst tonen van een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel ter zitting zonder dat tevoren deugdelijke afbeeldingen daarvan (in kleur) aan de rechter zijn overgelegd kan in het algemeen niet gelden als een afdoende onderbouwing van de vordering.) en de wederpartij er blijk van heeft gegeven bij de voorbereiding van dit kort geding voldoende van het uiterlijk van die kast op de hoogte te zijn geweest."

Slotsom is dat Dat "deze kast heeft te gelden als en model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt dan het Gemeenschapsmodel waar het thans om gaat. Avantronic heeft nog wel gewezen op een aantal verschillen tussen het model en de gewraakte kast (zoals: minder USB-poorten, geen gaatjes aan de zijkant, aanwezigheid van een logo) doch die verschillen doen geenszins af aan de conclusie dat van een afwijkende algemene indruk geen sprake is.

Avantronic heeft tenslotte nog als verweer gevoerd dat aan Enlight in dit geval geen beroep toe komt op het Gemeenschapsmodel, aangezien het aangevochten gebruik van dat model niet voortvloeit uit het namaken van het beschermde model, hetgeen ingevolge artikel 19 lid 2 van de Gemeenschapsmodellen-verordening voor het inroepen van bescherming is vereist.

Aan dat verweer gaat de voorzieningenrechter voorbij, nu het -gelet op de vastgestelde overeenstemmende algemene indruk van het Gemeenschapsmodel en de gewraakte computerkast- op de weg van Avantronic had gelegen nader te onderbouwen waarom van namaak geen sprake kan zijn, hetgeen Avantronic niet heeft gedaan. de door Enlight gestelde inbreuk staat voldoende vast,  zodat haar vordering die er toe strekt verdere inbreuk te voorkomen toewijsbaar is, zij het met matiging van de mede gevorderde dwangsom." Lees vonnis hier.

IEF 865

Chinese verweren

Rb. 's-Gravenhage 7 september 2005, Rolnr. 05/942, Rotork tegen Autork.

Vonnis in bevoegheidsincident. Autork voert aan, althans dat meent de Rechtbank uit de "geenszins duidelijke onderbouwing" op te maken, dat de Rechtbank onbevoegd zou zijn, aangezien het geschil tussen partijen over gemeenschapsmodellen- en merken in Shanghai reeds door verschillende gerechten behandeld zou worden. De Haagse rechter Du Pon maakt in een wederom zeer uitgesproken vonnis korte metten met zowel het primaire als secundaire bevoegdheidsverweer:

"Nog daargelaten dat het aanhangig zijn van andere procedures niet zonder meer grond is voor onbevoegdverklaring -enige wets- of verdragsbepaling waarop dat zou zijn gegrond is door Autork niet vermeld- had het op de weg van Autork gelegen meer informatie te verschaffen over de inhoud van die procedures, zeker gelet op de verrassende (maar mogelijk niet doordachte) implicatie van haar stellingen inhoudende dat een rechter in China zich thans zou bezighouden met de behandeling van inbreukvorderingen op gemeenschapsmodelen gemeenschapsmerkrechten. Aan dit primaire bevoegdheidsverweer gaat de rechtbank dan ook voorbij." Lees hier het vonnis

 

 

IEF 816

Favorieten

Uitstekende OHIM-link, uitermate geschikt om te rangschikken onder favorieten. Eindelijk is de database van geregistreerde Europese modellen op eenvoudige wijze te raadplegen. Geen gehannes meer met de ondoorzoekbare en trage online geplaatste pdf-bestanden. Een aanrader.

IEF 779

Nieuwe Modellen

De leukste IE tijdschriften zijn zonder twijfel de diverse modellenbladen (of, voor de Benelux, het Tekeningen- of Modellenblad, hoewel niemand het ooit over Tekeningen heeft en volgens de Modellenrichtlijn tekeningen ook gewoon modellen zijn, wat het onderscheid en het woordje 'of' op zijn minst overbodig en onduidelijk maakt).

Modellenbladen zijn de lifestyle-  en hobbyglossy's van het IE recht en eigenlijk is het jammer dat ze niet of nauwelijks meer in druk verkrijgbaar zijn. Electronisch is het bladeren toch minder bevredigend. Vorige week verschenenen: de nieuwste editie van het Gemeenschapsmodellenblad. Met veel aandacht voor waterkranen.