Modellenrecht  

IEF 1450

Op coherente wijze

Herman Speyart, NTER nummer 11/12 december 2005: Tien jaar doorwerking van het EG-recht in het IE-recht van externe factor naar interne motor. Handige samenvatting van de opmars van het Gemeenschapsrecht in het nationale IE-recht.

"IE-beoefenaren zijn specialisten geworden in een deelgebied van het Gemeenschapsrecht. Soms schiet de focus op het Gemeenschapsrecht wat door, zoals bijvoorbeeld in het arrest van het Arnhemse Hof waarin in een geschil tussen particulieren de BTMW helemaal niet aan bod kwam, maar werd gedaan alsof de materie rechtstreeks door de modellenrichtlijn werd beheerst. Meestal gaat het echter gewoon goed. Het was daardoor, wat het IE-recht in Europa betreft, waarschijnlijk het meest spannende decennium sinds de invoering van het Unieverdrag van Parijs aan het begin van de vorige eeuw. Hoewel wij het grootste gedeelte van deze ontwikkeling achter de rug hebben, is zij nog niet helemaal voorbij. Er moet nog een Gemeenschapsoctrooi komen en het auteursrecht moet op coherente wijze in één richtlijn worden geregeld. Er blijft dus genoeg over om over te schrijven tijdens het tweede decennium van NTER!" Lees artikel hier.

IEF 1423

Geen aanleiding

Kamerstuk 30403, nr. 5, 2e Kamer. Goedkeuring van het op 25 februari 2005 te Den Haag tot stand gekomen Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), met Protocol (Trb 2005, 96); Verslag.

"Het onderzoek van het wetsvoorstel heeft de vaste commissie voor Economische Zaken geen aanleiding gegeven tot het stellen van vragen of het maken van opmerkingen."

IEF 830

Modellenrecht

The European Commission has presented two proposals to link the 'Community Design' system, which protects designs within the EU, with the international design registration system of the World Intellectual Property Organisation (WIPO). The proposals would allow companies, with a single application, to obtain protection of a design not only throughout the EU with the Community Design, but also in the countries which are members of the Geneva Act of the Hague Agreement concerning the international registration of industrial designs. The first proposal relates to the accession of the European Community (EC) to the Geneva Act. The second proposal contains the necessary provisions to give effect to that accession, in particular through an amendment of Council Regulation No 6/2002 on Community Designs. Lees hier meer.
IEF 1378

Kamerstukken: goedkeuring BVIE

Kamerstukken: Wetsvoorstel tot goedkeuring van het op 25 februari 2005 te Den Haag tot stand gekomen Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), met Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Benelux-Organisatie voor de intellectuele eigendom.

Zoals bekend vervangt dit verdrag het Benelux-verdrag inzake de warenmerken, het Benelux-verdrag inzake tekeningen of modellen en de bijbehorende Benelux-wetten. Verder is in het Verdrag een speciale procedure opgenomen die zal leiden tot vereenvoudigde omzetting van EG-regelgeving en goedgekeurde, internationale verdragen in de Benelux-regelgeving (vereenvoudigde omzettingsprocedure). Hiermee wordt beoogt EG-regelgeving en verdragen op het gebied van de intellectuele eigendom en een kortere tijdsspannen te kunnen implementeren.

Verdrag
Koninklijk Besluit

Memorie van Toelichting 
Nader Rapport RvS.

IEF 1357

Wie de schoen past (4)

Na het eerdere bericht (hier) dat Armani schoenen van Nederlands ontwerper Jan Jansen zou namaken, lijkt nu het Italiaanse modehuis Prada met een ontwerp van Jansen op de markt te komen. Jansen zou eenzelfde model schoen al in 1973 hebben ontworpen voor zijn eigen collectie.

Vrienden attendeerden Jansen op de kopie, waarna hij contact zocht met Prada, die twee onderhandelaars uit Milaan naar Amsterdam stuurde. Dit leidde tot een elegante schikking. “Voor de zomercollectie mogen ze de schoen gebruiken. Maar willen ze hem nog een seizoen langer verkopen, dan moet er een overeenkomst worden gesloten”, aldus Jansen. Wordt waarschijnlijk niet vervolgd dus.

IEF 1287

Common interest

Toespraak van Eurocommissaris voor de Interne Markt Charlie McCreevy voor de Legal Affairs Commissie van het Europees Parlement over 'Stocktaking on industrial and intellectual property'.

"What does business want? In my view it wants: clear substantive rules, ideally agreed at a pan-European, or even a global level; access to simple inexpensive procedures for obtaining IPR rights; and reliable, predictable and inexpensive remedies when disputes arise. How has Europe met this challenge?"

Niets dan lof over zowel het Gemeenschapsmerk als het Gemeenschapsmodel. Iets strenger is McCreevy ten aanzien van octrooien: "We owe it to industry, investors, researchers, to have an effective patent regime in the EU. Unless we can find agreement soon on the Community Patent, this is not going to happen."

"I do not see the circumstances arising in the next few months that will create the conditions for the one determined effort I envisage. Accordingly, I would like to use the next three months to launch and engage in a dialogue to determine what might usefully be done to provide Europe with a sound IPR framework. As well as continuing to strive for the Community Patent an issue to be considered is the existing framework of the European Patent Office, especially the litigation arrangements. I would like to hear what stakeholders think of this idea. I know that some of you have suggested a third way: the harmonisation of national patent rules. Of course, at this stage, all avenues should be explored. But before going up this avenue, we would need to be sure of the added value, so I intend also to seek views on this suggestion."

Tot slot nog een enkel woord over het actieplan modernisering van company law en corporate governance.
"The main underlying principles in the Action Plan have been enhancing transparency and empowering shareholders. These principles will remain valid for the second phase."The time has come to focus on the second phase of the Action Plan. A consultative document will soon be posted on the web and stakeholders and all interested parties will have a three-month deadline for reply. This consultation will seek the stakeholders’ views, on all measures scheduled for adoption in the medium to long term and whether they are still relevant. Stakeholders will also be invited to comment on modernisation and simplification of company law directives."
Lees hier de hele speech.

IEF 1244

Klompendans

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 22 november 2005, KG 05/1249. Evereenigde Speelgoedindustrieën Elcee-Haly tegen Klompenfabrik Bijhuis. Vonnis met veel plaatjes en een uitkomst die je op je klompen voelt aankomen.

Eiser Elcee-Haly is fabrikant van pluchen artikelen en brengt sinds 2003 de ‘Cloggy’ op de markt, een gele pluchen pantoffel in de vorm van een Oud-Hollandse boerenklomp voorzien van een boerenmotief uitgevoerd in de kleuren zwart en rood, waarvan het uiterlijk in 2003 als Benelux en Gemeenschapsmodel is geregistreerd. Nijhuis brengt sinds medio 2005 een gele pluchen pantoffel in de vorm van een Oud-Hollandse boerenklomp op de markt die grote gelijkenis vertoont met die van Elcee-Haly.

Elcee-Haly meent dat Nijhuis inbreuk maakt op de Elcee-Haly’s modelrechten. Bovendien zou er sprake zijn van slaafse nabootsing. Nijhuis is echter gaan graven in de modelregisters en heet een eerder gelijkend modeldepot gevonden ten name van de firma Intermedium B.V. Op basis hiervan acht de rechtbank de modellen van Elcee-Haly niet nieuw en worden alle op de modelrechten gebaseerde vorderingen afgewezen.

Ook de vordering op basis van slaafse nabootsing treft geen doel. Een klomp is een klomp, aldus de rechtbank: “In de eerste plaats is aan twijfel onderhevig of het gebruik van het aloude en alom bekende model van de Hollandse klomp voor -met name voor toeristen- hanteerbaarder schoeisel als een pantoffel al als voldoende origineel en onderscheidend heeft te gelden. Doch voorzover dat al het geval zou zijn, is Elcee niet degene die dat concept als eerste heeft bedacht en verhandeld. In verband met het vorenstaande kan het product van Elcee, voorzover het betreft een pluchen pantoffel in de vorm van een klomp, niet gelden als een product met voldoende onderscheidend vermogen dat een eigen positie op de markt inneemt, laat staan dat dit zou moeten leiden tot het -in feite- aan Elcee verschaffen van een monopolie op de verhandeling daarvan.”

Lees het gehele vonnis hier.

IEF 1195

De geest van de waarschuwing

Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 november 2005, rolnr. KG 05/1312 Canenco B.V. tegen Goliath B.V. en Jakks Pacific Inc.

Niet de letter, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing lijkt doorslaggevend in deze handleiding voor het waarschuwen van wederverkopers. Vonnis verplicht eisende partijen bij vermeende inbreuk tot terughoudendheid en gedegen inhoudelijke onderbouwing bij het doen van mededelingen aan de afnemers van de vermeendelijk inbreukmakende producten.

Jakks produceert het speelgoedproduct Fly Wheel, Goliath distribueert het exclusief in NL en Vlaanderen. Er komt een concurrerend product op de markt, de Rip Racer, geproduceerd/verkocht door Canenco. Op navraag van Goliath laat Jakks weten een inbreukprocedure tegen Canenco te zullen beginnen. Goliath neemt telefonisch contact op met haar afnemers en meldt dat producent Jakks een procedure tegen Canenco zal beginnen (wat op het moment van zitting inderdaad was gebeurd). De afnemers kiezen er vervolgens op eigen initiatief voor om de Rip Racers uit de winkel te halen. Na het aanhangig maken van het kort geding bevestigt Goliath de bovengenoemde punten schriftelijk aan de betrokken afnemers. Niet blijkt dat partijen betwisten dat dit inderdaad is wat er is voorgevallen.

De voorzieningenrechter mr. Hensen stelt vast dat Goliath en Jakks ("vanwege gezamenlijk optreden") jegens de afnemers gesteld zouden hebben dat er sprake zou zijn van inbreuk, maar dat er bij marginale toetsing geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of (ongeregistreerd)modellenrecht, en dat Goliath en Jakks daarom onrechtmatig gehandeld hebben. De mededeling van Goliath aan de afnemers dat producent Jakks een procedure tegen producent Canenco zal beginnen, wordt door de rechter opgevat als een mededeling "die erop was gericht de ontvangers van die waarschuwing of mededeling te doen geloven dat de Rip Racer inbreuk maakt op de Fly Wheel." De opgelegde rectificatie rectificeert dan ook niet de letter van de waarschuwing, maar de door de rechter aangenomen geest van de waarschuwing. Lees het vonnis hier.

IEF 1138

Ondertussen in Krasnapolsky

Zelfs referenties aan oude lullen en rollators konden het verjaardagsfeestje van de IER niet verstoren. Prettige ambiance, uitstekend buffet, goede en onderhoudende sprekers, sociaal zeer aangenaam en om zes uur afgelopen. Kortom, alles wat je verwacht van een feestje van een twintigjarige.

Thema van de dag was de toekomst van het IE-recht. En hoewel alle sprekers daar wel iets interessants over wisten te vertellen, viel vooral Erik Nooteboom op met echte nieuwtjes uit betrouwbare bron. Erik Nooteboom is het hoofd van de afdeling Industriële Eigendom van het DG Interne Markt van de Europese Commissie en één van de vijftig most influential people in IP.

Volgens Nooteboom:

- leidt het succes van het Gemeenschapsmodel tot het verdwijnen van de nationale modellenbureaus.

- is merk- en modelregistratie een ‘money-printing machine’. In verhouding tot de gemaakte kosten zijn de inkomsten van het OHIM zo hoog dat de recente prijsverlaging zeker niet de laatste is. De taksen voor Gemeenschapsmerken en Gemeenschapsmodellen zullen naar verwachting fors omlaag gaan.

-zal de EU naar verwachting binnen 18 maanden toetreden tot de Overeenkomst van Den Haag, waardoor het hele internationale modellensysteem een enorme vlucht zal nemen.

-zal de (gerechtvaardigde) discussie over wereldwijde uitputting binnenkort weer opgerakeld worden, waarbij het zeer goed denkbaar is dat het huidige systeem van communautaire uitputting plaats zal moeten maken voor een systeem van wereldwijde uitputting.

- zitten de meeste rechters van het GvEA en het HvJ niet echt te wachten op al die oninteressante OHIM zaken. Omdat de werkdruk door deze zaken en door administratiefrechtelijke zaken ook nog eens te groot dreigde te worden, is men binnen de EU serieus bezig geweest met het oprichten van een op het Verdrag van Nice gebaseerd gespecialiseerd panel dat zich uitsluitend met merkenrechtelijke aangelegenheden zou gaan bezighouden. Maar omdat het aantal rechters bij het HvJ /GvEA door de uitbreiding van de EU in een keer fors toenam en ook de administratiefrechtelijke zaken een eigen panel toegewezen kregen, bleek de werkdruk zodanig te zijn afgenomen dat het plan voor het gespecialiseerde merkenpanel weer is afgeblazen. Arme rechters.

IEF 1038

Filet americain

Rechtbank 's-Gravenhage, 12 oktober 2005, KG 05/1116. SFA Packaging B.V. en J.F. Luiten Vleeswaren B.V. tegen The Filet Company B.V.

Let, na het lezen van deze leuke zaak, bij de volgende boodschappenronde eens extra op de bakjes met filet americain en kalfsfilet.

Eiser SFA houdt zich bezig met de in- en verkoop van kunststofverpakkingen. Luiten is producent van verse vleeswaren en gebruikt voor een aantal van zijn producten de zogenoemde Twin-cup, een rechthoekig kunststof tweevaks bakje. Gedaagde TFC verhandelt vleeswaren en aanverwante producten en levert aan de C1000 winkels vleeswaren in rechthoekige kunststof enkel- en dubbelvaks bakjes. De ‘duobakjes’ van TFC maken volgens eisers inbreuk op hun model- en auteursrechten.

De rechtbank trekt alle verschillende elementen van het bakje uit elkaar en oordeelt dat TFC met haar duo-bakje geen inbreuk maakt op het modelrecht van de Twin-cup van SFA. De vorm en de oriëntatie van de kenmerkende inkeping zijn noodzakelijk in verband met de technische eisen van deugdelijkheid en bruikbaarheid. En om de bakjes te stapelen.

Van het uiterlijk van de Twin-cup kunnen daarom alleen de stylingelementen bijdragen aan de nieuwheid en het eigen karakter van het bakje. De overige elementen, waaronder ook de inkeping om een verdeling in twee compartimenten te bereiken, zijn niet nieuw of geven geen eigen karakter aan het model.

Er van uitgaande dat de Twin-cup modelbescherming toekomt is de rechtbank van oordeel dat de duo-bak geen inbreuk maakt, omdat in deze geen van de elementen van de Twin-cup die dat model nieuw en van eigen karakter maken wordt toegepast.

Aan eventueel inbreuk op auteursrecht wordt voorbij gegaan, aangezien niet is gesteld of gebleken dat het auteursrecht aan eiseressen toekomt of aan een van hen is overgedragen. Van slaafse nabootsing is geen sprake nu is gebleken dat met de duo-bak datgene wat de Twin-cup onderscheidend vermogen geeft niet is overgenomen. Ten slotte zijn er onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan volgen dat het gebruik van de duo-bak overigens onrechtmatig handelen jegens eiseressen oplevert.

Lees hier het vonnis (met plaatjes).