Octrooirecht  

IEF 18108

Vorderingen toegewezen: Prorail moet octrooi Nonaf overnemen of licentie verwerven

Rechtbanken 7 nov 2018, IEF 18108; ECLI:NL:RBMNE:2018:5468 (Nonaf tegen Prorail), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-toegewezen-prorail-moet-octrooi-nonaf-overnemen-of-licentie-verwerven

Rechtbank Midden-Nederland 7 november 2018, IEF 18108; ECLI:NL:RBMNE:2018:5468 (Nonaf tegen Prorail) Octrooirecht. Contractrecht. Partijen hebben een overeenkomst gesloten, inhoudende indien bij een test blijkt dat een door Nonaf ontwikkeld technisch hulpmiddel ervoor zorgt dat op bruggen het voor treinen benodigde minimale elektromagnetische veld kan worden gecreëerd, Prorail het octrooi van Nonaf zal kopen of een licentie krijgt. Omdat het technisch haalbaar is om met het technische hulpmiddel het benodigde elektromagnetische veld te creëren, moet Prorail de overeenkomst nakomen. Vorderingen toegewezen.

IEF 18102

HR: geen staking van executie inzage documenten Organik rondom bedrijfsgeheimen Dow

Hoge Raad 28 sep 2018, IEF 18102; ECLI:NL:HR:2018:1775 (Organik/Dow), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-geen-staking-van-executie-inzage-documenten-organik-rondom-bedrijfsgeheimen-dow

Hoge Raad 28 september 2018, IEF 18102; ECLI:NL:HR:2018:1775 (Organik/Dow) Octrooirecht. Bedrijfsgeheimen. Zie eerder [IEF 17572] Het hof heeft de juiste maatstaf aangelegd bij zijn beslissing tot (gedeeltelijke) toewijzing van de inzagevordering van art. 843a Rv waarin aan de vordering van Dow het onrechtmatig verkrijgen en gebruiken van bedrijfsgeheimen ten grondslag is gelegd. Bovendien brengt het oordeel van het hof niet mee dat sprake is geweest van schending van art. 6 EVRM en de daaruit voortvloeiende rechten van hoor en wederhoor en een eerlijk proces. Voor het overige is het oordeel van het hof zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard, dat het in cassatie niet op juistheid kan worden onderzocht; het is ook niet onbegrijpelijk. Beroep verworpen. 

IEF 18079

Uitspraak ingezonden door Arvid van Oorschot, Berber van der Wansem en Tjerk Sigterman, Vondst Advocaten.

Vordering Tomra inzage bewijsbeslag Kiremko toegewezen gelet op doelstelling exhibitie

Rechtbanken 2 nov 2018, IEF 18079; ECLI:NL:RBMNE:2018:5609 (Tomra tegen Kiremko), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tomra-inzage-bewijsbeslag-kiremko-toegewezen-gelet-op-doelstelling-exhibitie

Rechtbank Midden-Nederland 2 november 2018, IEF 18079; ECLI:NL:RBMNE:2018:5609 (Tomra tegen Kiremko) Octrooirecht. Procesrecht. Tomra is producent van sorteer- schil en verwerkingsmachines. Zij is houdster van de Europese Octrooien EP 1 289 385 en EP 1 587 379. Kiremko is fabrikant van machines voor de aardappelverwerkende industrie. Een van de machines die zij vervaardigt is de Strata Invicta, die al dan niet kan beschikken over een stoomuitlaat afsluiter die zij Magma Valve noemt. Tomra heeft krachtens verlof van de voorzieningenrechter bewijsbeslag gelegd onder Kiremko op bescheiden betreffende de Strata Invicta en Magma Valve. Krachtens hetzelfde verlof is een gedetailleerde beschrijving gemaakt van de Strata Invicta en de Magma Valva op de voet van art. 1019d Rv. Tomra vordert toestemming van de rechtbank voor, en een bevel aan Kiremko tot medewerking aan, inzage en afschrift van de informatie die in bewijsbeslag is genomen en de gedetailleerde beschrijving. Ten grondslag ligt inbreuk op conclusies van haar octrooien. Gelet op de doelstelling van de exhibitie, het vergaren van bewijs voor een procedure en de daaraan verbonden voorwaarden, is het verzoek van Tomra om de (gedeeltelijke) toewijzing van de vordering uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, toewijsbaar.

IEF 18076

Aanbieding generiek geneesmiddel uit G-standaard rectificeren met een Taxe-brief en laten verwijderen

Rechtbank Den Haag 1 nov 2018, IEF 18076; ECLI:NL:RBDHA:2018:13017 (G.D. Searle tegen Sandoz), https://ie-forum.nl/artikelen/aanbieding-generiek-geneesmiddel-uit-g-standaard-rectificeren-met-een-taxe-brief-en-laten-verwijdere

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 november 2018, IEF 18076; LS&R 1661; ECLI:NL:RBDHA:2018:13017 (G.D. Searle tegen Sandoz) Aanvullend beschermingscertificaat. Provisioneel inbreukverbod en inbreukverbod met nevenvorderingen in de hoofdzaak gevorderd. Provisioneel verbod toegewezen. Launch at risk. Belangenafweging. Handhaving van status quo. Verbod om inbreuk te maken op ABC en bevel tot rectificatie in de G-standaard met een zogeheten Taxe-brief, en dit product per de eerstvolgende keer dat dit redelijkerwijze mogelijk is uit de gepubliceerde G-standaard prijslijst te (laten) verwijderen.

IEF 18071

Uitspraak ingezonden door Eelco Bergsma en Judith Krens, Taylor Wessing.

Afwijzing vordering VWS tot verlening inzage bescheiden Ventraco door eerdere inzage zelfde stukken

Gerechtshoven 23 okt 2018, IEF 18071; ECLI:NL:GHDHA:2018:2706 (VWS tegen Ventraco), https://ie-forum.nl/artikelen/afwijzing-vordering-vws-tot-verlening-inzage-bescheiden-ventraco-door-eerdere-inzage-zelfde-stukken

Hof Den Haag 23 oktober 2018, IEF 18071; ECLI:NL:GHDHA:2018:2706 (VWS tegen Ventraco) en ECLI:NL:GHDHA:2018:2707. Octrooirecht. Procesrecht. Zie eerder [IEF 16926]. De voorzieningenrechter heeft op verzoek van VWS verlof verleend voor het leggen van bewijsbeslag. In incident vordert VWS inzage in verscheidene stukken van Ventraco. Voor zover de inzage in het kort geding is toegewezen, moeten de vorderingen worden afgewezen in incident, omdat VWS onvoldoende belang heeft bij het dubbel toewijzen van haar vorderingen met betrekking tot hetzelfde bewijsmateraal.

IEF 18041

Octrooien printercartridges Samsung nietig door ontberen aan inventiviteit

Rechtbanken 17 okt 2018, IEF 18041; ECLI:NL:RBDHA:2018:12290 (Samsung printercartridges), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooien-printercartridges-samsung-nietig-door-ontberen-aan-inventiviteit

Rechtbank Den Haag 17 oktober 2018, IEF 18041; ECLI:NL:RBDHA:2018:12290 (Samsung printercartridges) Octrooirecht. Samsung is houdster van meerdere octrooien met betrekking tot printercartridges: EP 2 037 327, EP 2 256 559 en EP 2 325 701. Yorcom, Maxperian en Digital Revolution zijn ieder voor zich actief op de Nederlandse en Belgische markt voor printers en tonercartridges. Zij bieden cartridges aan die door derden zijn gefabriceerd, maar geschikt zijn voor gebruik in printers van Samsung. Samsung kan echter niet motiveren welke maatregelen in de volgconclusies van EP 327 inventief zijn. Omdat de andere octrooien afsplitsingen zijn en het evenwel om dezelfde (type) cartridge(s), dezelfde problematiek en dezelfde oplossingen gaat en Samsung niet kan onderbouwen wat deze octrooien meer of anders brengen dan EP 327, ontberen deze ook aan inventiviteit. De octrooien van Samsung zijn nietig. Vorderingen zijn afgewezen.

IEF 18036

Prejudicieel gestelde vragen over afgiftevoorwaarde art. 3a) ABC-verordening

HvJ EU 17 okt 2018, IEF 18036; (Afgiftevoorwaarde ABC-verordening), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-afgiftevoorwaarde-art-3a-abc-verordening

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 17 oktober 2017, IEF 18036; IEFBE 2766; LS&R 1653; C-650/17 (Afgiftevoorwaarde ABC-verordening) Octrooirecht. Via Minbuza. Verzoekster is houdster van een Europees octrooi, dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi betreft een procedure voor de verlaging van de bloedglucosespiegel bij zoogdieren door het toedienen van zogenoemde DPPIV- remmers. De onder deze categorie van werkzame stoffen vallende werkzame stof sitagliptine werd na de datum van de aanvraag van het basisoctrooi door een licentiehoudster ontwikkeld die hiervoor een octrooi heeft verkregen op grond waarvan een aanvullend beschermingscertificaat aan haar werd afgegeven. Verzoekster verzocht bij het Duits octrooi- en merkenbureau op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product “sitagliptine in alle vormen die vallen onder de bescherming door het basisoctrooi”, subsidiair voor “sitagliptine, in het bijzonder sitagliptinefosfaat-monohydraat.” Ten aanzien van de vereiste vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel baseerde zij zich hierbij op de toelatingen van het geneesmiddel Januvia van door het EMA. Bij besluit werd de aanvraag afgewezen, aangezien niet zou zijn voldaan aan de afgiftevoorwaarde overeenkomstig artikel 3a) van de ABC-verordening. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van artikel 3a) van de ABC-verordening.

IEF 18016

Ono Pharmaceutical voert onterecht aan dat Nederlandse rechter bevoegd is in octrooiprocedure

Gerechtshoven 9 okt 2018, IEF 18016; ECLI:NL:GHDHA:2018:2606 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer), https://ie-forum.nl/artikelen/ono-pharmaceutical-voert-onterecht-aan-dat-nederlandse-rechter-bevoegd-is-in-octrooiprocedure

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18016 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer) Octrooirecht. Procesrecht. Ono, Japanse onderneming die zich toelegt op ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, heeft in 2003 een Europese octrooiaanvrage gedaan bij het EOB, die in 2010 is gepubliceerd als EP 2 206 517 A1. Pfizer heeft bij het Verwaltungsgericht München een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt strekkende tot het verkrijgen van mede-eigendom. Zij schrijft dat zij de zaak aanbrengt bij de onbevoegde bestuursrechter en verzoekt de zaak door te zenden naar het Landgericht München. Ook heeft zij het EOB verzocht de verleningsprocedure van EP 517 te schorsen. De Legal Division van het EOB heeft Ono c.s. meegedeeld dat de verleningsprocedure is geschorst. Ono c.s. stelt dat Pfizer onrechtmatig jegens haar handelt door in Duitsland een opeisingsactie te voeren als gevolg waarvan het octrooi niet door EOB wordt verleend, terwijl Pfizer weet dat de actie geen kans van slagen heeft. De schade is dat Ono c.s. geen octrooi verkrijgt en deze niet kan handhaven. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter heeft zich echter onbevoegd verklaard en het hof gaat daar in mee.  Ono c.s. vordert ook opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB. Hiermee vraagt zij in feite aan de Nederlandse rechter om op de stoel van het EOB te zitten. Dit vormt een ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en de daarin besloten liggende toedeling van bevoegdheden. De Nederlandse rechter is daardoor niet bevoegd. 

IEF 18015

Geen bevoegdheid Nederlandse rechter octrooiprocedure "Salahieh octrooifamilie"

Hof Den Haag 9 okt 2018, IEF 18015; ECLI:NL:GHDHA:2018:2607 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-bevoegdheid-nederlandse-rechter-octrooiprocedure-salahieh-octrooifamilie

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18015 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Procesrecht. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen, de ‘Salahieh octrooifamilie'. Boston Scientific heeft in toevoeging van de octrooifamilie EP 2 985 006 A1 aangevraagd. Geïntimeerde heeft het EOB verzocht de verleningsprocedure te schorsen, plus een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt bij het Verwaltungsgericht München, waarbij zij de mede-eigendom claimt. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst. Boston Scientific voert aan dat Lifesciences Corporation onrechtmatig jegens haar handelt door het bij het EOB indienen van een verzoek tot schorsing in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt zij schade: ze krijgt niet het Europese octrooi. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter onbevoegd op grond van hetzelfde artikel. Het hof gaat daar in mee. De vordering van Boston Scientific is ook gericht om de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB op te heffen. Nu het gaat om een verdragsrechtelijk systeem van bevoegdheidstoedeling, waarbij de aan de orde zijnde bevoegdheid bij verdrag is toegekend bij de door dat verdrag in het leven geroepen supranationale organisatie, ligt onbevoegdverklaring immers het meest voor de hand (en niet niet-ontvankelijkverklaring).

IEF 18014

Landgericht Düsseldorf: ABC nietig wegens strijd met 3 c) ABC-Verordening

Duitse Gerechten 1 okt 2018, IEF 18014; (MSD tegen Ratiopharm), https://ie-forum.nl/artikelen/landgericht-d-sseldorf-abc-nietig-wegens-strijd-met-3-c-abc-verordening

Landgericht Düsseldorf 1 oktober 2018, 4bO39/18; IEF 18014; IEFbe 2760; LS&R 1647 (MSD tegen Ratiopharm) (EN/DE) ABC-recht. MSD heeft een Duits ABC verkregen voor de combinatie ezetimibe en simvastatine. Eerder verkreeg MSD een ABC voor ezetimibe alleen, welk ABC inmiddels verlopen is. Beide ABCs steunen op hetzelfde basisoctrooi, EP0720599, dat een nieuwe groep azetidinonverbindingen met cholesterolverlagende werking beschermt (waaronder de stof ezetimibe). MSD verkrijgt in Duitsland op basis van haar combinatie-ABC ex parte verboden tegen meerdere generieke partijen. In inter partes kort geding procedures oordeelt het Landgericht Düsseldorf dat de geldigheid van het ABC voor de combinatie twijfelachtig is, omdat het ziet op hetzelfde resultaat van de uitvinderswerkzaamheid als waar het eerder verleende ABC voor ezetimibe op ziet. Met verwijzing naar de arresten Actavis/Sanofi (C-443/12; IEF 13336) en Actavis/Boehringer (C-577/13; IEF 14750) van het HvJ EU, oordeelt het Landgericht dat artikel 3 c) van de ABC-Verordening eraan in de weg staat dat de houder van een basisoctrooi een nieuw ABC kan verkrijgen telkens als hij een geneesmiddel in de handel brengt dat bevat, ten eerste, de als zodanig door zijn basisoctrooi beschermde werkzame stof, die de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van dit octrooi vormt, en, ten tweede, een andere, als zodanig door dit octrooi niet beschermde werkzame stof. Het Landgericht acht het voor de beoordeling van de geldigheid van het ABC van belang dat het combinatiegeneesmiddel slechts een additief effect vertoont t.o.v. ezetimibe alleen en dat het basisoctrooi ook geen andere onverwachte, voordelige effecten openbaart met betrekking tot dit combinatiegeneesmiddel. Dit wijst erop dat de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van het basisoctrooi betrekking heeft op ezetimibe, niet op het combinatiegeneesmiddel. Het Landgericht oordeelt dat, hoewel het combinatieproduct kan worden geacht te zijn beschermd door het basisoctrooi, het ABC in strijd met artikel 3 c) ABC-Verordening is verleend. Dit betekent dat gerede twijfel bestaat over de geldigheid van het ABC. Om die reden heft het Landgericht de opgelegde verboden op. Op 11 juni jl. oordeelde de voorzitter van de rechtbank Den Haag reeds dat het Nederlandse ABC voor de combinatie ezetimibe en simvastatine op voorhand nietig te achten was (C/09/552040 / KG ZA 18-405; IEF 17763).