Octrooirecht  

IEF 18177

Octrooi Biogen vernietigd in bodemprocedure, vorderingen afgewezen door afstemmingsregel

Gerechtshoven 7 nov 2018, IEF 18177; ECLI:NL:GHDHA:2018:4034 (Biogen c.s. tegen Celltrion c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-biogen-vernietigd-in-bodemprocedure-vorderingen-afgewezen-door-afstemmingsregel

Hof Den Haag 11 september 2018, IEF 18177; LS&R 1687 ECLI:NL:GHDHA:2018:4034 (Biogen c.s. tegen Celltrion c.s.) Octrooirecht. Biogen brengt een geneesmiddel op de markt voor de behandeling van patiënten met CLL, bekend onder de naam Rituximab. Zij is houdster van Europees octrooi EP 2 055 313. Celltrion heeft een biosimilar van rituximab ontwikkeld: Truxima. Omdat het tussenarrest van 7 november 2017 rond dezelfde periode als het vonnis in de bodemprocedure werd uitgesproken, achtte het hof het opportuun vanwege de door de HR geformuleerde "afstemmingsregel" haar uitspraak in onderhavig kort geding procedure aan te houden. Een belangenafweging stond niet aan aanhouding in de weg. De door Biogen gestelde prijserosie was reeds ingezet nu Celltrion met haar biosimilar Truxima al enige tijd op de markt was. Mocht Celltrion c.s. een verbod opgelegd worden, terwijl in de bodemprocedure het octrooi zou worden vernietigd, dan zal zij haar marktpositie niet zo gemakkelijk kunnen terugwinnen omdat bij biosimilars (die immers niet identiek zijn) bij gebreke van noodzaak liever niet van medicatie wordt gewisseld. Aldus is haar schade structureler van aard en minder gemakkelijk te berekenen. In de bodemprocedure is het octrooi door de rechtbank vernietigd. Aangezien Biogen alleen EP 313 ten grondslag heeft gelegd aan haar verbodsvorderingen in de onderhavige procedure en is uit gegaan van de ongeldigheid daarvan, dienen de vorderingen van Biogen te worden afgewezen. 

IEF 18173

Uitspraak ingezonden door Gaëlle Béquet, Daan de Lange en Jan Pot, Brinkhof Advocaten.

Vorderingen afgewezen, conclusie octrooi koffiecapsules Douwe Egberts nietig door gebrek aan inventiviteit

Rechtbanken 28 dec 2018, IEF 18173; ECLI:NL:RBDHA:2018:15453 (Koninklijke Douwe Egberts tegen Belmoca), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-conclusie-octrooi-koffiecapsules-douwe-egberts-nietig-door-gebrek-aan-inventiv

Vzr. Rechtbank Den Haag 28 december 2018, IEF 18173; ECLI:NL:RBDHA:2018:15453 (Koninklijke Douwe Egberts tegen Belmoca) Octrooirecht. Partijen maken aluminium koffiecapsules die in de apparaten van Nespresso passen. KDE stelt dat Belmoca indirect inbreuk maakt op conclusies van octrooi EP 2 996 521 met haar Belmio-capsule. Uit het testrapport van TRiOS blijkt namelijk dat de Belmio-capsule voor wat betreft afdichting in alle drie de Nespresso koffiemachines hetzelfde werkt en dat de capsule onder de beschermingsomvang valt van de voornoemde conclusies. WO 2013/136209 behoorde op de prioriteitsdatum van EP 521 tot de fictieve stand van de techniek. Dat wat Belmoca doet komt overeen met de in het octrooi beschreven tweede uitvoeringsvorm waarbij de ringvormige trog/rand van de capsule door de ‘enclosing member’ slechts wordt ingedrukt en zo plastisch vervormt (‘to buckle and deform/crumple’). Als voor een ogenblik zou worden aangenomen dat ‘buckle/deform/crumple’ gelijkgesteld zou kunnen worden aan "dieptrekken", dan is conclusie 1 van EP 521 naar voorlopig oordeel nietig wegens gebrek aan nieuwheid over WO 209, althans in het licht van WO 209 en de algemene vakkennis van de gemiddelde vakman niet inventief is en Belmoca een niet-inventieve variant van WO 209 toepast. Vorderingen afgewezen.

IEF 18166

Uitspraak en samenvatting ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum.

Opinie AG in zaak C‑443/1 over uitleg artikel 3(d) ABC-verordening

HvJ EU 13 dec 2018, IEF 18166; (Abraxis Bioscience LLC tegen Comptroller General of Patents), https://ie-forum.nl/artikelen/opinie-ag-in-zaak-c-443-1-over-uitleg-artikel-3-d-abc-verordening

Uitleg arrest Hof van Justitie van de Europese Unie C-130/11 (‘Neurim’) waarin het Hof de voorwaarde dat de vergunning voor het in de handel brengen van het product waarop de certificaataanvraag is gebaseerd de eerste is koppelt aan de beschermingsomvang van het octrooi. De Advocaat Generaal stelt voor om afstand te nemen van deze leer. Een letterlijke uitlegging van artikel 3(d), gelezen in samenhang met artikel 1(b) impliceert dat niet van belang of deze vergunning al dan niet de eerste vergunning binnen de beschermingsomvang van het basisoctrooi is. Hoewel bij de uitlegging van de bepalingen van deze verordening niet alleen mag worden uitgegaan van de bewoordingen ervan, maar ook de algemene opzet en de doelstellingen van de door deze verordening ingestelde regeling in de beschouwing moeten worden betrokken, is het Hof volgens vaste rechtspraak niet bevoegd om van een duidelijke en precieze tekst van een wetgevingshandeling van de Unie af te wijken. Dat geldt te meer wanneer, zoals in casu, het onderzoek van de doelstellingen en van de context van de betrokken bepaling en van de verordening waarin deze bepaling is neergelegd, steun biedt aan de letterlijke uitlegging. Subsidiair stelt de Advocaat Generaal voor om slechts de beschermingsomvang van het basisoctrooi bij de uitleg van artikel 3(d) te betrekken in het uitzonderlijke geval dat een product krachtens richtlijn 2001/82 al voor een therapeutische indicatie als diergeneesmiddel is toegestaan en vervolgens uit hoofde van richtlijn 2001/83 een vergunning voor een nieuwe therapeutische indicatie als geneesmiddel voor mensen wordt afgegeven. Lees hier de gehele opinie.

IEF 18151

Gerecht vernietigt ten dele besluit EC tot vaststelling bestaan beperkende overeenkomsten en misbruik machtspositie op markt perindopril

HvJ EU 12 dec 2018, IEF 18151; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Commissie), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-vernietigt-ten-dele-besluit-ec-tot-vaststelling-bestaan-beperkende-overeenkomsten-en-misbrui

HvJ EU 12 december 2018, IEF 18151; LS&R 1683; IEFbe 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Europese Commissie) Octrooirecht. Contractrecht. Via persbericht.De Servier-groep ontwikkelde perindopril, een geneesmiddel dat tot de klasse van angiotensine-converterende enzymremmers ('ACE') behoort, gebruikt in de cardiovasculaire geneeskunde en voornamelijk bedoeld voor de behandeling van hypertensie en hartfalen. Het perindopril samengestelde octrooi, ingediend bij het EPO in 1981, verliep in de loop van de jaren 2000 in verschillende EU-lidstaten. Het actieve farmaceutische bestanddeel van perindopril, dat wil zeggen de biologisch actieve chemische stof die de gewenste therapeutische effecten produceert, neemt de vorm aan van een zout, erbumine. Een nieuw octrooi met betrekking tot erbumine en zijn productieprocessen werd door Servier in 2001 bij het EPO ingediend en in 2004 verleend (het 947-octrooi). Naar aanleiding van geschillen waarbij de geldigheid van dat octrooi werd aangevochten, heeft Servier verschillende schikkingsovereenkomsten gesloten met een aantal generieke bedrijven, waarmee elk van deze ondernemingen moest afzien van toetreding tot de markt of het betwisten van dat octrooi. Het Gerecht vernietigt ten dele het besluit van de Europese Commissie tot vaststelling van het bestaan ​​van beperkende overeenkomsten en misbruik van een machtspositie op de markt voor perindopril. Het Gerecht bevestigt echter dat bepaalde overeenkomsten inzake octrooiering concurrentiebeperkend kunnen zijn. Lees verder. 

IEF 18149

Uitspraak ingezonden door Otto Swens en Nadine Reijnders, Vondst Advocaten

Hof bekrachtigt: genoemde grenswaarden conclusies Boehringer zijn arbitraire keuzes

Gerechtshoven 11 dec 2018, IEF 18149; ECLI:NL:GHDHA:2018:4018 (Boehringer tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-genoemde-grenswaarden-conclusies-boehringer-zijn-arbitraire-keuzes

Hof Den Haag 11 december 2018, IEF 18149; LS&R 1682; ECLI:NL:GHDHA:2018:4018 (Boehringer tegen Teva) Octrooirecht. Zie eerder [IEF 16236]. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de in de conclusies 6 t/m 8 genoemde grenswaarden niet anders kunnen worden gezien dan als arbitraire keuzes, waarin geen op uitvinderwerkzaamheid gebaseerde bijdrage aan de stand van de techniek kan worden onderkend. De gemiddelde vakman zou, uitgaande van Casaburi en kennis nemend van Ogura, zonder inventieve denkarbeid tot de oplossing van het voorliggende probleem. Ogura wijst hem in de richting van HPMC als alternief voor gelatine als capsulemateriaal. Er zijn geen omstandigheden die zodanig afbreuk doen aan zijn redelijke verwachting van succes dat hij daarvan zou afzien. Dat betekent dat gewijzigde conclusies 6 t/m 8 inventiviteit ontberen. Tegen het oordeel van de rechtbank dat ook de conclusies 9 t/m 13 niet geldig zijn wegens gebrek aan inventiviteit heeft Boehringer geen grief gericht. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.

IEF 18143

Geen inbreuk door Bakels op octrooien die zien op verwerking Teff-meel, inventiviteit ontbeert

Rechtbanken 21 nov 2018, IEF 18143; ECLI:NL:RBDHA:2018:13960 (Ancientgrain tegen Bakels), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-door-bakels-op-octrooien-die-zien-op-verwerking-teff-meel-inventiviteit-ontbeert

Rechtbank Den Haag 21 november 2018, IEF 18143; ECLI:NL:RBDHA:2018:13960 (Ancientgrain tegen Bakels) Octrooirecht. Ancientgrain is door rechtsopvolging houdster van de Nederlandse octrooien NL 1023977 en NL 1023978. De octrooien zien kort gezegd op meel(mengels) van teff, daarvan vervaardigde deegvarianten en voedselproducten en daarmee verband houdende werkwijzen. Ancientgrain heeft geconstateerd dat Bakels op haar website onder meer teff-broodmeel(mix) te koop aanbood dat naar haar zeggen onder de beschermingsomvang van de octrooien valt. Bakels voert aan dat zij geen inbreuk kan maken op de octrooien omdat deze nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid, althans inventiviteit, ten opzichte van het Teff-Bericht, zoals ook blijkt uit de adviezen van OCNL. De verschilkenmerken verlenen inderdaad geen inventiviteit en de combinatie ervan is voor de hand liggend. Nu alle volgconclusies daarvan direct of indirect afhankelijk zijn, en Ancientgrain onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat die conclusies los van conclusie 1 niet inventief zijn, treft de volgconclusies hetzelfde lot. Verweer slaagt, vorderingen afgewezen. 

IEF 18122

Uitspraak ingezonden door Theo Blomme en Willem Hoyng, Hoyng Rokh Monegier.

Nietigheidsargumenten Sandoz falen, geldigheid octrooien AstraZeneca alsnog bevestigd

Gerechtshoven 27 nov 2018, IEF 18122; ECLI:NL:GHDHA:2018:3954 (AstraZeneca tegen Sandoz ), https://ie-forum.nl/artikelen/nietigheidsargumenten-sandoz-falen-geldigheid-octrooien-astrazeneca-alsnog-bevestigd

Hof Den Haag 27 november 2018, IEF 18122; LS&R 16674 ECLI:NL:GHDHA:2018:3954 (AstraZeneca tegen Sandoz) Octrooirecht. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank [IEF 17615] vernietigd en daarmee de geldigheid van de octrooien van AstraZeneca bevestigd. De nietigheidsargumenten van Sandoz, waaronder het "van scratch" argument, falen. Het eerder door de voorzieningenrechter opgelegde inbreukverbod [IEF 16152] die door het hof bekrachtigd was [IEF 17231], is in ere hersteld. 

IEF 18119

Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Vondst Advocaten.

Otto Swens onder UK SC Pregabaline

Overig , IEF 18119; https://ie-forum.nl/artikelen/otto-swens-onder-uk-sc-pregabaline

Otto Swens onder UK SC Pregabaline 14 november 2018 (Pregabaline) Zie eerder [IEF 16315]. In juli 2017 deed de gezaghebbende Engelse Supreme Court (“UKSC”) in de pemetrexed-zaak een belangrijke uitspraak over de beschermingsomvang van octrooien. De uitspraak zorgde voor de nodige ophef: voor het eerst werd in het Verenigd Koninkrijk een equivalentiedoctrine geïntroduceerd. Hoewel het UKSC niet vaak een uitspraak doet op het gebied van het octrooirecht, ligt er nu, een kleine anderhalf jaar later, alweer een belangwekkende octrooiuitspraak, in de pregabaline-zaak. De pregabaline-zaak is één van de meest interessante octrooizaken die momenteel in Europa loopt en naar de uitspraak van de UKSC is reikhalzend uitgekeken. Centraal in de zaak staat de vraag naar inbreuk op zogenaamde Swiss-Type tweede medische indicatieconclusies, momenteel een hot item in het octrooirecht, waarover diverse nationale rechters in Europa zich recentelijk hebben gebogen, waaronder de Nederlandse Hoge Raad. Ook in de literatuur en op congressen is hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed. De Engelse pregabaline-zaak is echter extra interessant, omdat daarin ook een discussie speelt over het fenomeen ‘plausibiliteit’, wat ook een actueel onderwerp is in zaken voor de Nederlandse rechter en in de Nederlandse literatuur.

IEF 18118

Jurisprudentielunch Octrooirecht - 12 december

De octrooibescherming van een medicijn dat bestaat uit meerdere werkzame stoffen, moet worden beoordeeld vanuit een oogpunt van de vakman naar de stand van de techniek op de datum van indiening of de prioriteitsdatum van dat octrooi. Dit is één van de zaken die behandeld wordt op Jurisprudentielunch Octrooirecht op 12 december a.s., met daarbij een uitgebreide behandeling van relevante en recente rechtspraak. 

In deze kwestie volgt het EU-Hof de opvatting van de Nederlandse regering in een Britse zaak over een middel ter bestrijding van HIV. Door deze uitleg zal het middel waarschijnlijk eerder rechtenvrij geproduceerd kunnen worden. Wat betekent dit voor uw praktijk? En welke andere kwesties zijn relevant? Kijk hier voor een shortlist van de zaken op 12 december die Willem Hoyng en Bart van den Broek op 12 december behandelen.

IEF 18113

Octrooi elektronische kaartlezer CDVI vatbaar voor vernietiging: in eerdere octrooien zelfde probleem verholpen

Rechtbanken 21 nov 2018, IEF 18113; ECLI:NL:RBDHA:2018:13746 (CDVI tegen Impro c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-elektronische-kaartlezer-cdvi-vatbaar-voor-vernietiging-in-eerdere-octrooien-zelfde-probleem

Rechtbank Den Haag 21 november 2018, IEF 18113; ECLI:NL:RBDHA:2018:13746 (CDVI tegen Impro c.s.) Octrooirecht. CDVI levert wereldwijd toegangssystemen en elektronische sloten, Zij is houdster van Europees octrooi EP 1 245 006 B1, een elektronische kaartlezer. CDVI stelt dat Impro c.s. inbreuk maakt in Nederland op conclusie 1 van het octrooi, door het produceren, importeren, verkopen en/of te koop aanbieden van de Impro Producten. Impro c.s. betoogt dat EP 006 nietig is: het is niet inventief. In eerdere octrooien wordt hetzelfde probleem verholpen, waardoor dit tot de algemene vakkennis van de vakman behoort. Octrooi vatbaar voor vernietiging. Vorderingen afgewezen.