DOSSIERS
Alle dossiers

Herkomstaanduidingen  

IEF 4134

Eerst even voor jezelf lezen

1- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-105/05, Assembled Investments (Proprietary) tegen OHIM /   Waterford Wedgwood (nog geen Nederlandse versie beschikbaar)

Oppositiezaak. Gemeenschapsmerkaanvrage beeldmerk WATERFORD STELLENBOSCH, oppositie op grond van communautaire woordmerk WATERFORD. “Having regard to all of the foregoing, it must be held that articles of glassware and wine are not similar goods. Consequently, there can be no likelihood of confusion between the conflicting marks.”

Lees het arrest hier.

2- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-339/05, MacLean-Fogg  tegen OHIM (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Weigering om het woordmerk LOKTHREAD in te schrijven als Gemeenschapsmerk voor waren van klasse 6. “It also follows that the mere fact that the neologism contains a spelling mistake in one of its components cannot support the inference that the neologism is unusual given that the relevant public will immediately recognise that misspelling, both phonetically and visually, and will therefore replace the misspelled word ‘lok’ with the word ‘lock’.”

 Lees het arrest hier.

3- GvEA EG, 12 juni 2007, zaak T-190/05, Sherwin-Williams tegen OHIM.

Weigering om het woordmerk TWIST & POUR  in te schrijven als Gemeenschapsmerk voor waren van klasse 21. “In dit verband behoeft slechts te worden opgemerkt dat het Hof reeds heeft geoordeeld dat een woordmerk dat kenmerken van waren of diensten beschrijft, daardoor noodzakelijkerwijs elk onderscheidend vermogen mist, en dat het niet relevant is dat de kenmerken van de waren of diensten die kunnen worden beschreven, commercieel essentieel dan wel bijkomstig zijn.”

 Lees het arrest hier.

4- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-57/04, T-71/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch.

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond internationale beeldmerk BUDWEISER BUDVAR en van het recht op gebruik van de beschermde oorsprongsbenamingen BUDWEISER BIER, BUDWEISER BIER - BUDVAR en BUDWEISER BUDVAR  tegen Gemeenschapsmerkaanvraag voor beeldmerk dat termen ‚AB’, ‚genuine’, ‚budweiser’, ‚king of beers’ bevat.

De vraag die door Budvar voor het Gerecht aan de orde wordt gesteld, houdt verband met de laatste voorwaarde van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 40/94, te weten of in casu afdoende is aangetoond dat de ingeroepen benamingen van oorsprong krachtens het geldende Franse recht het recht verlenen om het gebruik van een later merk te verbieden.

“In casu dient te worden vastgesteld dat Budvar voor de instanties van het BHIM, en in het bijzonder voor de kamer van beroep, geen elementen heeft aangedragen ten bewijze dat door het gebruik van de betrokken geografische benaming specifiek voor de waren van de klassen 16, 21, 25 en 30 waarop het aangevraagde beeldmerk betrekking heeft, misbruik kon worden gemaakt van de bekendheid van de betrokken benamingen van oorsprong of die bekendheid kon worden afgezwakt, gesteld dat het bewijs van die bekendheid op het Franse grondgebied was geleverd. Hieraan dient te worden toegevoegd dat, aangezien het een zuiver hypothetische kwestie betreft, het aan Budvar stond om haar vordering zo nauwkeurig te omschrijven dat het BHIM op alle aspecten van haar aanspraken uitspraak kon doen.”

Lees het arrest hier.

5- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-60/04, T-61/04, T-62/04, T-63/04, T-64/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond van de beschermde oorsprongsbenaming BUD tegen de inschrijving als Gemeenschapsmerk van  het woordmerk BUD. “In the present case, the Court finds that Budvar did not produce before OHIM and, in particular, before the Board of Appeal, any evidence to show that the use of the geographical name in question, specifically for the products covered by the word trade mark applied for, was likely to misappropriate or weaken the reputation – assuming it had been established in France – of the appellation of origin concerned. Moreover, as a purely conjectural matter, it was for Budvar to formulate its application with sufficient precision to enable OHIM to provide a comprehensive ruling on Budvar’s assertions.”

 Lees het arrest hier.

6- GvEA EG, 12 juni 2007, gevoegde zaken T-53/04, T-54/04, T-55/04, T-56/04, T-58/04, T-59/04, Budejovický Budvar tegen OHMI / Anheuser-Busch (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositiezaak. Beroep tegen afwijzing oppositie op grond van de beschermde oorsprongsbenamingen  BUDWEISER BIER, BUDWEISER BIER - BUDVAR en BUDWEISER BUDVAR tegen de inschrijving als Gemeenschapsmerk van  het woordmerk BUDWEISER.

“In the present case, the Court finds that Budvar did not produce before OHIM and, in particular, before the Board of Appeal, any evidence to show that the use of the geographical name in question, specifically for the products covered by the word trade mark applied for, was likely to misappropriate or weaken the reputation – assuming it had been established in France – of the appellations of origin concerned. Moreover, as a purely conjectural matter, it was for Budvar to formulate its application with sufficient precision to enable OHIM to give a comprehensive ruling on Budvar’s assertions”

 Lees het arrest hier.

IEF 3994

Staand comité

wiporoze.gifSamenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007:  

Industrial Designs:  This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.

Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations.

New Types of Marks: This exchange, which will continue at the forthcoming 18th session in respect of other types of marks, such as motion marks, position marks, hologram marks, slogans, smell, feel and taste marks, is expected to result in a set of practices for member states relating to the representation of those types of marks in trademark office procedures.

Trademark Opposition: Delegates worked on the grounds of opposition, and examined the experience of SCT members with regard to pre-registration or post-registration opposition. Other issues that were addressed in that context include third-party observations made in the course of opposition procedures, cooling off periods allowing for settlement negotiations, member states' experience with introducing new opposition systems and the effect the abolition of office examination as to prior rights can have on the number of oppositions filed.

Lees hier meer.

IEF 2790

Drink wat klaar is

gls.bmpNa het succes met  'Boerenkaas' (eerder bericht hier) wil Nederland ook 'Jenever' tot een beschermde  geografische herkomstaanduiding verheffen. O.a. De Volkskrant bericht dat Minister Cees Veerman (Landbouw) dinsdag bij collega's van andere EU-landen. naar voren heeft gebracht dat Jenever alleen gemaakt mag worden in Nederland, België en enkele aangrenzende gebieden.

“Geen enkele van zijn collega's maakte bezwaar tijdens de vergadering. Het Nederlands plan gaat dus hoogstwaarschijnlijk door. (…) Naast jenever moet het alleenrecht ook gelden voor likeuren en advocaat. De dranken zijn volgens Nederland typisch voor de Lage Landen. Buiten Nederland en België zou productie alleen mogen in de Franse departementen Nord en Pas de Calais, evenals de Duitse deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen en Nedersaksen.

Lees hier meer.

IEF 2814

Chiemsee

(geografische benaming, inburgering)

KMVS-IE NL06_Page_07_Image_0002.pngHvJ EG 4 mei 1999, zaken C-108/97 en C-109/97, Windsurfing Chiemsee/Huber; Chiemsee
Artikel 3 lid 1, sub c en lid 3 Merkenrichtlijn

Een geografische benaming kan geen merk zijn als deze in de toekomst als herkomstaanduiding kan worden gebruikt. Inburgering is mogelijk.

 

Windsurfing Chiemsee maakte op basis van zijn woordmerk Chiemsee (zie afbeelding) voor kleding bezwaar tegen het gebruik van de naam Chiemsee op kleding door Huber en Attenberger
in de omgeving van de Chiemsee, het grootste meer in Beieren.

NJ 2000/269, m.nt. DWFV
IER 1999/30, m.nt ChG
NTER 1999/7-8, m.nt. HMHS

De inschrijving van een geografische benaming als merk is ook verboden als de geografische benaming in de toekomst door de betrokken ondernemingen als aanduiding van de
plaats van herkomst van de betrokken categorie van waren kan worden gebruikt.


Een geografische benaming kan als merk worden ingeschreven, ‘indien zij na het gebruik dat ervan is gemaakt, geschikt is geworden om de waar waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, als afkomstig van een bepaalde onderneming te identificeren en dus om deze waar van die van andere ondernemingen te onderscheiden. In een dergelijk geval heeft de geografische benaming namelijk een nieuwe betekenis gekregen, die niet meer enkel beschrijvend is, hetgeen haar inschrijving
als merk rechtvaardigt.’ (Ov. 47).


‘Bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen van het merk waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, kan ook rekening worden gehouden met het marktaandeel van het merk, de intensiteit, de geografische spreiding en de duur van het gebruik van dit merk, de hoogte van de reclamekosten van de onderneming voor het merk, het percentage van de betrokken
kringen dat de waar op basis van het merk als afkomstig van een bepaalde onderneming identificeert, alsmede de verklaringen van de kamers van koophandel en industrie of
van andere beroepsverenigingen.’ (Ov. 51).

IEF 1863

Derden

Geographical indications registration opened for direct applications & objections from groups and individuals in third countries.  The European Commission has today made available on the internet a guide and forms to enable direct applications to register Geographical Indications by producer groups in third countries.

In addition, individuals and groups in third countries may lodge objections to proposed registrations directly to the Commission. Lees hier meer.

IEF 1455

PGI's en PDO's

"The European Commission has adopted two proposals to clarify and streamline rules for protected geographical indications (PGI), protected designations of origin (PDOs) and "traditional specialities guaranteed". The draft regulations will ensure full compatibility with the findings of a recent WTO panel.In order to improve make the registration process more efficient, the Commission is proposing to simplify procedures and clarify the role of Member States. The centrepiece of these proposals is the definition of a well-defined "single document" for applications containing all the necessary information for registration, information and inspection purposes and which will be published.

The proposals also seek to boost the image of the labels and the use of the EU logos with a view to increasing consumer recognition. In a panel ruling issued in 2004, the WTO upheld the integrity of the EU’s geographical indications system and rejected the majority of the claims made by the United States and Australia. These regulations will bring the scheme into conformity on the two areas that were criticised: firstly by formally deleting the requirement for "reciprocity and equivalence" from the regulations and secondly by allowing third country operators to submit applications and objections directly rather than through their governments. The deadline for implementing the ruling is set to expire in April 2006." Lees hier meer.

IEF 1435

Even wachten (4)

Vonnis in de eerder hier aangestipte New York Pizza-zaak. Advocaat Evert van Gelderen levert het middels het corporate weblog van De Gier & Stam Advocaten (Utrecht): vonnis en samenvatting hier.

“(…) Vooralsnog kan echter niet worden aangenomen dat het merk op die grond geldigheid mist. De combinatie van New York met Pizza is immers niet een geografische aanduiding van de plaats van herkomst. Aannemelijk is dat het Nederlandse publiek bij deze benaming niet zal denken aan New York als de plaats van herkomst van het product, maar aan de onderneming waar het product vandaan komt, namelijk de New York Pizza keten. Daarbij is van belang dat mag worden aangenomen, zoals onder meer naar voren komt uit de overgelegde publicaties van de Consumentenbond en uit het boek Coolbrands, dat “New York Pizza” een bekend merk is bij het Nederlandse publiek.”

“(..) Anders dan bijvoorbeeld de pizza Hawaii, die altijd als ingrediënt ananas bevat, staat de Pizza New York niet bekend als een pizza volgens een bepaald recept. De pizza met de naam New York van New York Pizza heeft ook geheel andere ingrediënten dan de New York Pizza van Dr. Oetker. De benaming “Pizza New York” of “New York Pizza” kan dan ook niet worden aangemerkt als een gebruikelijke (beschrijvende) aanduiding voor een bepaald soort pizza, met bepaalde ingrediënten. Dr. Oetker had dan ook voor een andere naam kunnen kiezen dan nu juist de merkenrechteljk beschermde naam “New York Pizza”. Ook de omstandigheid dat andere bedrijven pizza’s aanbieden met de naam New York maakt deze niet tot een algemene benaming, nog daargelaten dat niet duidelijk is hoe lang en sinds wanneer zij deze naam in gebruik hebben. De conclusie uit het voorgaande luidt voorshands dat “New York Pizza” een merk is in de zin van de Eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW), te weten een benaming die dient ter onderscheiding van waren (in dit geval pizza’s) van een onderneming.”

“(…)Anders dan Dr. Oetker heeft betoogd, acht de voorzieningenrechter de aanduiding “Pizza New York” gelijk aan het merk “New York Pizza”, nu alle bestanddelen daarin (de drie woorden) gelijkluidend zijn en daaraan niets is toegevoegd. Het feit dat de woordvolgorde niet hetzelfde is doet daaraan niet af, nu dit verschil dermate onbeduidend is dat dit aan de aandacht van de gemiddelde consument kan ontsnappen. Dit betekent dat Dr. Oetker door het gebruik van de aanduiding “Pizza New York” voor pizza’s, in beginsel inbreuk maakt op het merk “New York Pizza”. De enkele omstandigheid dat op de pizzaverpakkingen van dr. Oetker tevens “Dr, Oetker” en “Big Americans” staat, zodat de consument kan weten wat de herkomst van het product is, ontneemt aan de nogal prominente vermelding van de term “Pizza New York” niet het inbreuk makende karakter.”

“(…) Niet in geschil is dat New York Pizza geen exclusieve (intellectuele eigendoms-) rechten heeft op de benamingen “BBQ Chicken” en “Hot Texas”, noch op de recepten voor de desbetreffende pizza’s. Dat Dr. Oetker niettemin onrechtmatig jegens New York Pizza zou handelen door pizza’s onder die of soortgelijke namen en met soortgelijke ingrediënten als die van New York Pizza op de markt te brengen, kan niet worden gevolgd. Het staat Dr. Oetker immers vrij om pizza’s met een bepaalde receptuur op de markt te brengen, ook als dat een nabootsing zou zijn van een reeds bestaande pizza. Ook kan niet worden aangenomen dat Dr. Oetker door namen te hanteren die enigszins lijken op de namen van pizza’s van New York Pizza, onrechtmatig profiteert van enlof parasiteert op de reputatie en naamsbekendheid van New York Pizza. De omstandigheid dat Dr. Oetker, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, inbreuk heeft gemaakt op het merk New York Pizza is onvoldoende om op dit punt tot een andere slotsom te komen, De vordering onder II van het petitum zoals vermeld in de dagvaarding zal daarom worden afgewezen.”:

“(…)New York Pizza heeft terecht aangevoerd dat zij met de mededelingen in het persbericht met name haar mening heeft weergegeven. Het oordeel van Dr. Oetker dat New York Pizza een lichtvaardige beschuldiging heeft geuit die juridisch kant noch wal raakt en daarom moet worden gerectificeerd, deelt de voorzieningenrechter niet. Alleen als sprake zou zijn van emstige beschuldigingen die geen steun vinden in de daaraan ten grondslag gelegde feiten, althans van onnodig grievende mededelingen aan het adres van Dr. Oetker, zou mogelijk aanleiding bestaan om de vrijheid van meningsuiting van New York Pizza aan te tasten en haar te gelasten tot het plaatsen van een rectificatie. Dat is hier echter niet aan de orde. Deze vordering van Dr, Oetker zal dan ook worden afgewezen.”

IEF 1402

Effe wachten (3)

Dr. Oetker is gisteren door de Amsterdamse voorzieningenrechter veroordeeld tot het terugroepen van haar "Pizza New York" (zie eerder bericht hier). Volgens de rechter heeft Dr. Oetker inbreuk gepleegd op merkrechten van New York Pizza, dat haar naam als merk geregistreerd heeft. Hoewel de ingrediënten niet hetzelfde zijn, had Dr. Oetker voor een andere benaming kunnen kiezen, aldus het vonnis.

De pizza's die Dr. Oetker moet terughalen, worden verkocht onder de naam Pizza New York. De onderneming mag volgens de rechter wel pizza's verkopen onder de merknamen BBQ Chicken en Hot Texas, namen die New York Pizza ook hanteert. Hierop heeft de pizzaketen geen exclusieve rechten. Ook met het kopiëren van ingrediënten of recepten heeft de rechtbank geen moeite. Vonnis nog niet gezien; wie het heeft kan het mailen. Lees hier meer.

IEF 1233

Breed, breder, breedst (2)

Gerechtshof Amsterdam, 4 augustus 2005, LJN:AU6405, UPC tegen Bbned. Hoger beroep in kort geding Brederland tegen Brederband.

Vandaag gepubliceerd arrest, in navolging van dit eerdere bericht. UPC voert primair aan dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat zij de aanduiding BREDERBAND niet als merk gebruikt maar als aanduiding van een eigenschap van de door haar geleverde dienst. Breedband is, aldus UPC, een soortnaam voor internet via DSL en niet gebruikt als teken om de herkomst van de aangeboden diensten te onderscheiden. Het Hof denkt hier anders over.

"BREDERBAND is een fantasiewoord dat in de vergrotende trap verwijst naar het bestaande woord breedband. Dat de term BREDERBAND echter ook in de visie van UPC zelf geen soortnaam is die enkel het kenmerk van het sneller zijn van deze internetdienst beschrijft, valt af te leiden uit de geprononceerde wijze waarop UPC dit woord in haar reclamecampagne gebruikt: tegen een oranje achtergrond volgt na de in wit uitgevoerde woorden "Chello introduceert" het in hetzelfde lettertype in opvallend blauw uitgevoerde woord "brederband©", waarbij het toegevoegde copyright-teken lijkt te benadrukken dat UPC aanspraak maakt op exclusief gebruik van dit woord.

Daarmee is niet verenigbaar dat UPC het woord BREDERBAND louter als soortnaam zou gebruiken. [...] Onder deze omstandigheden acht het hof voorshands niet aannemelijk dat de gemiddelde consument zal menen dat het gebruikte fantasiewoord BREDERBAND niet als herkomstaanduiding maar louter als productbeschrijving wordt gebruikt."

UPC komt verder op tegen de door de voorzieningenrechter aanwezig geachte begripsmatige en auditieve overeenstemming tussen het merk BREDERLAND en het teken BREDERBAND. UPC wijst op een verschil in uitspraak tussen, respectievelijk, de zachte letter L en de harde letter B. Het hof acht dit verschil, zo al aanwezig, niet zodanig groot dat dit noemenswaard afbreuk vermag te doen aan het overigens overeenstemmende klankbeeld, dat geaccentueerd wordt door het identieke woorddeel 'BREDER'. Zo er al enig begripsmatig verschil tussen merk en teken bestaat, acht het hof dit voorshands niet dermate zwaarwegend dat dit de visuele en auditieve overeenstemming kan ontkrachten.

Enige opening voor UPC: "Op zichzelf terecht stelt UPC bij grief 7 dat merken met een grote bekendheid een ruimere bescherming genieten. De vaststelling van de mate waarin Bbned het merk BREDERLAND (heeft) gebruikt, waarover partijen verdeeld zijn, vereist nader feitelijk onderzoek waarvoor dit kort geding geen ruimte biedt. Voorshands is onvoldoende gebleken dat het, aan de hand van bewijsstukken aannemelijk gemaakte, merkgebruik door Bbned in het economisch verkeer dusdanig gering zou zijn dat dit, gelet op de grote mate van overeenstemming tussen merk en teken en de overige omstandigheden van het geval, aan toewijzing van de op merkinbreuk gegronde vordering in de weg zou moeten staan. Grief 7 kan daarom evenmin slagen." Lees het arrest hier.

IEF 1147

Culinair erfgoed

Onder de titel 'Heeft Nederland geen culinair erfgoed?' wijdt Intermediair deze week een kort artikel aan beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen. Intermediair telde en constateerde dat er slechts 6 productnamen uit Nederland zijn die bescherming genieten onder Verordening 2081/92. Ter vergelijking: Italië heeft alleen al 31 kazen op de lijst staan (zie hier). Het artikel pleit dan ook voor aanmelding van Terschellinger Cranberrywijn, Amsterdamse Ossenworst en Friese Dûmkes. Lees hier een eerder bericht over PDO's, PGI, etc.