Eindvonnis in zaak Puma tegen Sporttrading over proceskosten
Rb Den Haag 11 september 2024, IEF 22268; ECLI:NL:RBDHA:2024:14398 (Puma tegen Sporttrading). Deze zaak betreft een geschil tussen Puma en Sporttrading. Puma, een wereldwijd merk in sportartikelen, heeft verschillende merken, waaronder de bovenstaande Puma-merken, die het gebruikt op producten zoals boxershorts. Stichd, een dochteronderneming van Puma, heeft een licentie om boxershorts onder de Puma-merken te produceren en te distribueren. In de zomer van 2021 ontdekte Puma dat het Noorse bedrijf Europris boxershorts met Puma-tekens verkocht. Europris verklaarde vervolgens dat ze de boxershorts van Sporttrading had gekocht. Volgens Puma gaat het om namaakproducten. In het tussenvonnis van 15 november 2023 [zie IEF 21908] heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake is van uitputting, waardoor Sporttrading inbreuk maakt op de merkenrechten van Puma. Hierna is Puma in de gelegenheid gesteld om een proceskostenoverzicht in het geding te brengen. Sporttrading is het niet eens met alle gevorderde verschotten.