DOSSIERS
Alle dossiers

Woord- en of beeldmerk  

IEF 22613

Navullen Antargaz-flessen: dwangsommen verbeurd, beslag blijft gehandhaafd

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 mrt 2025, IEF 22613; ECLI:NL:RBZWB:2025:1592 (De leverancier tegen Antargaz), https://ie-forum.nl/artikelen/navullen-antargaz-flessen-dwangsommen-verbeurd-beslag-blijft-gehandhaafd

Rb. Zeeland-West-Brabant 18 maart 2025, IEF 22613; ECLI:NL:RBZWB:2025:1592 (De leverancier tegen Antargaz). Antargaz, houder van het Uniemerk "ANTARGAZ", verwijt [de leverancier] het zonder toestemming navullen en verhandelen van gasflessen met het Antargaz-merk, hetgeen volgens Antargaz een inbreuk vormt op haar merkrechten. Dit leidde tot meerdere gerechtelijke procedures, waaronder een kort geding, een bodemprocedure, executiemaatregelen en een executiegeschil [zie IEF 22287]. De leverancier vordert in dit geding primair opheffing van de op 21 januari 2025 gelegde executoriale beslagen op zijn onroerende zaken en voertuigen, en veroordeling van Antargaz tot doorhaling van deze beslagen, op straffe van een dwangsom. Antargaz voert aan dat de leverancier zich niets aantrekt van eerdere veroordelingen en doorgaat met het illegaal navullen van haar gasflessen. Daarom vordert zij onder andere herbevestiging van het verbod op het navullen, verhandelen en in voorraad hebben van Antargaz-flessen met vervalste zegels, op straffe van een (hogere) dwangsom.

IEF 22609

Conclusie A-G in zaak tussen Bestseller c.s. en Only for Men c.s.

Hoge Raad 21 feb 2025, IEF 22609; ECLI:NL:PHR:2025:226 (Bestseller c.s. tegen OFM c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-zaak-tussen-bestseller-c-s-en-only-for-men-c-s

Parket bij de Hoge Raad 21 februari 2025, IEF 22609; ECLI:NL:PHR:2025:226 (Bestseller c.s. tegen OFM c.s.). Deze merkenzaak gaat over de vraag of OFM c.s. met verschillende Only for Men-tekens inbreuk maakt op de ONLY-merken van Bestseller c.s. (‘sub b’- en ‘sub c’-inbreuk). Volgens het hof is bij OFM c.s. geen sprake van ‘gebruik als merk’ van de gewraakte tekens, zijn het bovendien geen met de ONLY-merken overeenstemmende tekens en is er ook geen spake van verwarringsgevaar (nodig voor de b-grond) of ‘kielzog varen’ (nodig voor de c-grond), zodat geen sprake is van merkinbreuk door OFM c.s [zie IEF 21870]. Bestseller c.s. komt in cassatie op tegen het non-merkgebruik-oordeel, bestrijdt dat geen sprake is van overeenstemming, waarbij het hof onder meer de zogenoemde neutralisatieleer onjuist heeft toegepast volgens Bestseller c.s., terwijl ook wordt opgekomen tegen de oordelen over afwezigheid van verwarringsgevaar en kielzog varen. In feitelijke instanties hielden ook nog contractuele kwesties partijen verdeeld die voortkwamen uit een eerder tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst, maar die spelen in cassatie geen rol meer. A-G Van Peursem ziet in de cassatiepoging geen doel treffen.

IEF 22606

Gerecht bevestigt vervallenverklaring Uniemerk AMSTERDAM POPPERS wegens gebrek aan gebruik

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 mrt 2025, IEF 22606; ECLI:EU:T:2025:205 (Funline tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-vervallenverklaring-uniemerk-amsterdam-poppers-wegens-gebrek-aan-gebruik

Gerecht van de Europese Unie 5 maart 2025, IEF 22606, IEFbe 3891; ECLI:EU:T:2025:205 (Funline tegen EUIPO). Funline International Corp. heeft een beroep ingesteld tegen het besluit van de Vijfde Kamer van Beroep van het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 19 oktober 2023, waarbij haar Uniemerk AMSTERDAM POPPERS werd doorgehaald wegens gebrek aan daadwerkelijk gebruik. Het merk werd op 21 juni 2010 geregistreerd voor waren in klasse 1 (chemische producten) en klasse 3 (cosmetica, parfums en massageoliën) In augustus 2021 diende MS Trade s.r.o. een vordering tot vervallenverklaring in. In november 2022 oordeelde de Nietigheidsafdeling van EUIPO dat het bewijs uitsluitend betrekking had op poppers, een product dat valt onder klasse 5 (farmaceutische producten), en niet op de klassen waarvoor het merk was geregistreerd. Daarom werd het merk voor alle geregistreerde waren vervallen verklaard. Funline ging hiertegen in beroep bij de Kamer van Beroep, die het beroep verwierp en het besluit van de Nietigheidsafdeling bevestigde.

IEF 22574

Conclusie AG: hof paste geen onvoldoende strenge maatstaf toe bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo in Puma tegen Brooks

Hoge Raad 21 feb 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-hof-paste-geen-onvoldoende-strenge-maatstaf-toe-bij-de-toepassing-van-art-14-lid-1-sub-b-umvo-in-puma-tegen-brooks

Conclusie AG 21 februari 2025, IEF 22574; ECLI:NL:PHR:2025:261 (Puma tegen Brooks). Dit merkenrecht kortgeding gaat over de vraag of Brooks het teken ‘nitro’ beschrijvend gebruikt voor een kenmerk van haar hardloopschoenen, en zo ja, of dit gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel (art. 14 UMVo). Puma is licentiehoudster van het Uniemerk ‘NITRO’ voor (onder andere) schoenen. In maart 2021 heeft Puma de hardloopschoenenlijn NITRO op de markt gebracht waarvan de tussenzool van de schoen met stikstof (nitrogen) is geïnjecteerd voor een betere demping. Brooks gebruikt deze techniek sinds medio 2020 voor hardloopschoenen en aanvankelijk gebruikte zij bij de aanprijzing van deze schoenen termen als “nitrogen injected” en “infused with nitrogen”. Vanaf medio 2022 gebruikt zij tevens de afkorting ‘nitro’. Volgens Puma maakt Brooks hiermee inbreuk op haar NITRO-merk. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen merkinbreuk was [zie IEF 21034]. Ook naar het voorlopig oordeel van het hof gebruikt Brooks de term ‘nitro’ beschrijvend in de zin van art. 14 lid 1 sub b UMVo [zie IEF 21945]. In cassatie voert Puma aan dat het hof een onvoldoende strenge maatstaf heeft gebruikt bij de toepassing van art. 14 lid 1 sub b UMVo en bestrijdt het oordeel dat Brooks’ gebruik van het teken in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. P-G Van Peursem concludeert tot afwijzing van de klachten. 

IEF 22565

Opheffing conservatoir beslag: handelsnaamrecht Cycle Growth prevaleert boven Uniemerk Ridefuture

Rechtbank Gelderland 27 jan 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture), https://ie-forum.nl/artikelen/opheffing-conservatoir-beslag-handelsnaamrecht-cycle-growth-prevaleert-boven-uniemerk-ridefuture

Vzr. Rb. Gelderland 27 januari 2025, IEF 22565; ECLI:NL:RBGEL:2025:1126 (Cycle Growth tegen Ridefuture). Cycle Growth is een onderneming die elektrische bezorgfietsen verkoopt en least op de Nederlandse markt. Ridefuture maakt deel uit van de Rybit Group, een groep bedrijven die zich eveneens bezighoudt met de verkoop en lease van dit soort fietsen. Binnen deze groep valt ook de Taiwanese onderneming Moovo Mobility. E-bike Nederland, kortweg EBN, was tot medio 2024 actief in de verkoop en lease van bezorgfietsen onder de naam EBIKE4DELIVERY en gebruikte daarbij het logo wat hierboven is afgebeeld. Met het oog op een mogelijke samenwerking op de Europese markt sloot EBN een overeenkomst met Moovo, maar de onderhandelingen hierover liepen uiteindelijk stuk. In de tussentijd had Ridefuture het logo van EBIKE4DELIVERY als Uniebeeldmerk in zwart-wit laten registreren. Na het faillissement van EBN nam Cycle Growth alle activa en passiva over, waaronder fietsen met het EBIKE4DELIVERY-logo. Na de doorstart van het merk stelde Moovo dat het Uniewoordmerk geen onderdeel uitmaakte van de faillissementsboedel en dat het gebruik ervan moest worden gestaakt. Aan het eind van 2024 kreeg Ridefuture verlof van de voorzieningenrechter om beslag te leggen op verschillende digitale bescheiden en onderdelen van fietsen.

IEF 22546

Fenix moet gebruik van tekens die overeenstemmen met het beeldmerk van IB.ECO staken in Nederland

Rechtbank Limburg 6 feb 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix), https://ie-forum.nl/artikelen/fenix-moet-gebruik-van-tekens-die-overeenstemmen-met-het-beeldmerk-van-ib-eco-staken-in-nederland

Rb. Limburg 6 februari 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix). IB.ECO, een handelaar in plantenvoedingsproducten, is eigenaar van verschillende merkregistraties voor het merk "APTUS", ingeschreven in 2015 bij het BOIP, EUIPO en IPI, voor producten in klassen 1, 31 en 35. Fenix, een voormalige afnemer van IB.ECO’s distributeur Ferna Trade GmbH, verkoopt nu plantenvoedingsproducten onder de naam "Artos" via een webshop. IB.ECO heeft Fenix per brief van 3 september 2024 gesommeerd om het gebruik van het Artos-teken te staken, de producten uit de handel te halen, vernietigen en verkoopfacturen over te leggen, omdat zij dit als inbreukmakend beschouwt. Fenix heeft niet gereageerd op deze sommatie. IB.ECO vordert dat Fenix onmiddellijk stopt met het gebruik van het Artos-teken en alle inbreukmakende producten vernietigt, onder dreiging van hoge dwangsommen, en eist ook een overzicht van verkoopfacturen en vergoeding van proceskosten. Fenix verzet zich tegen deze vorderingen. 

IEF 22545

Verwijderen van identificatienummers van drankflessen doet geen noemenswaardige afbreuk aan merken

Antilliaanse Gerechten 20 dec 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong), https://ie-forum.nl/artikelen/verwijderen-van-identificatienummers-van-drankflessen-doet-geen-noemenswaardige-afbreuk-aan-merken

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 20 november 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong). Hennessy, MHCS en Polmos (hierna: eiseressen) zijn allemaal betrokken bij de productie en distributie van alcoholhoudende dranken en hebben merkrechten op hun producten. Herrera en Zhung Kong (hierna: gedaagden) zijn distributeurs en verkopers van alcoholhoudende dranken op Bonaire. De gedaagden verkochten flessen drank van de merken van eiseressen zonder de originele identificatienummers. Deze nummers zijn essentieel voor de traceerbaarheid en authenticiteit van de producten. Eiseressen stelden dat dit de integriteit van hun producten aantastte en de merkrechten schond. De gedaagden voerden aan dat de flessen via parallelhandel waren verkregen. Gedaagden betoogden dat de flessen rechtmatig via parallelhandel waren verkregen en dat het verwijderen van de identificatienummers was toegestaan volgens de geldende rechtspraak. Eiseressen vorderden dat gedaagden onmiddellijk zouden stoppen met de verkoop van de gedecodeerde flessen.

IEF 22534

Rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd in zaak tussen Bacardi en Pesco

Rechtbank Den Haag 4 dec 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-den-haag-verklaart-zich-onbevoegd-in-zaak-tussen-bacardi-en-pesco

Rb. Den Haag 4 december 2024, IEF 22534; ECLI:NL:RBDHA:2024:23071 (Bacardi c.s. tegen Pesco). Bacardi c.s. zich bezig met de productie en verkoop van alcoholhoudende dranken en heeft merkrechten op de merken GREY GOOSE en PATRÓN. Pesco Supply B.V. (hierna: Pesco), een internationale groothandel, wordt beschuldigd van inbreuk op deze merkrechten en het schenden van eerdere onthoudingsverklaringen uit 2014 en 2015. Bacardi c.s. vordert onder andere een verklaring voor recht dat Pesco de onthoudingsverklaringen heeft overtreden, met bijbehorende boetes en schadevergoedingen. Pesco betwist de bevoegdheid van de rechtbank Den Haag op basis van een forumkeuzebeding dat geschillen aan de rechtbank Amsterdam toewijst. De rechtbank Den Haag verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar de rechtbank Amsterdam voor de vorderingen die betrekking hebben op de niet-nakoming van de onthoudingsverklaringen. Deze vorderingen worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam, conform het forumkeuzebeding dat partijen zijn overeengekomen.

IEF 22530

Afwijzing van merkinschrijving "Biorepair" wegens beschrijvende aard

Gerecht EU (voorheen GvEA) 29 jan 2025, IEF 22530; ECLI:EU:T:2025:108 (Coswell SpA tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/afwijzing-van-merkinschrijving-biorepair-wegens-beschrijvende-aard

Gerecht van de Europese Unie 29 januari 2025, IEF 22530; IEFbe 3864; ECLI:EU:T:2025:108 (Coswell SpA tegen EUIPO). In deze zaak verzoekt Coswell SpA om de vernietiging van de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO, die de inschrijving van het merk Biorepair voor verschillende producten heeft geweigerd. De Kamer van Beroep heeft geoordeeld dat de merknaam beschrijvend is voor de betrokken producten, die voornamelijk betrekking hebben op mondverzorging en tandheelkundige producten, en dat het merk geen onderscheidend vermogen bezit. Coswell SpA stelt dat de Kamer van Beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het merk "biorepair" beschrijvend was. Zij stelt dat het merk suggestief is en niet direct beschrijvend. Bovendien wijst Coswell op de merkregistraties in andere landen, zoals Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Het Gerecht bevestigt de beslissing van de Kamer van Beroep en oordeelt dat de term "biorepair", samengesteld uit de woorden "bio" en "repair", door het Engelstalige publiek direct wordt begrepen als "biologische reparatie", wat beschrijvend is voor de producten die het merk beoogt. Het Gerecht stelt dat de Kamer van Beroep zowel de afzonderlijke woorden "bio" en "repair" als de betekenis van hun combinatie in zijn geheel heeft beoordeeld. Er wordt opgemerkt dat er geen mentale inspanning van het relevante publiek vereist is om de beschrijvende betekenis van het merk te begrijpen. Daarnaast benadrukt het Gerecht dat de merkregistraties in andere landen geen invloed hebben op de beoordeling van de inschrijfbaarheid van het merk binnen de Europese Unie. Het Gerecht wijst erop dat het systeem van merkregistraties van de EU autonoom is en onafhankelijk van andere nationale systemen werkt. Beslissingen in derde landen over de inschrijving van een merk hebben geen effect op de beoordeling van de inschrijfbaarheid in de Europese Unie.

IEF 22521

Gerecht bevestigt beslissing EUIPO: beeldmerk ‘Frosty’ stuit op oppositie vanwege verwarringsgevaar

Gerecht EU (voorheen GvEA) 29 jan 2025, IEF 22521; ECLI:EU:T:2025:113 (Appellant tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-bevestigt-beslissing-euipo-beeldmerk-frosty-stuit-op-oppositie-vanwege-verwarringsgevaar

Gerecht EU 29 januari 2025, IEF 22521, IEFbe 3860; ECLI:EU:T:2025:113 (Apellant tegen EUIPO). Appellant heeft bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van het beeldmerk dat links is afgebeeld ingediend. De klassen zijn milkshakes, (ijs)koffie en (ijs)thee. Opposant heeft verzet aangetekend tegen deze inschrijving op basis van het beeldmerk dat rechts is afgebeeld. Dit Spaanse beeldmerk is ingeschreven voor ‘granizado’, oftewel frisdranken, andere niet-alcoholische dranken, vruchtendranken, siropen en andere preparaten voor de bereiding van dranken. Het EUIPO heeft dit verzet gegrond verklaard en later het beroep van appellant verworpen. Het oordeelde dat er voldoende bewijs was geleverd van het effectieve gebruik van het andere merk voor soortgelijke waren, waardoor er sprake was van verwarringsgevaar. Appellant verzoekt nu het Gerecht om dit besluit nietig te verklaren. Ter ondersteuning van dit beroep voert appellant twee middelen aan: ze stelt dat het normale merk niet is aangetoond wat betreft de plaats, tijd omvang en aard, en daarnaast betoogt ze dat de Kamer van Beroep onterecht tot de conclusie gekomen dat er sprake is van verwarringsgevaar.