DOSSIERS
Alle dossiers

Woord- en of beeldmerk  

IEF 22134

Uitspraak ingezonden door Hidde Koenraad en Diederik Stols, Boekx Advocaten

260 BMW’s zonder toestemming van BMW in de EER in handel gebracht

Rechtbank Den Haag 15 jul 2024, IEF 22134; C/09/664550 / KG ZA 24-335 (Peinemann c.s. tegen BMW), https://ie-forum.nl/artikelen/260-bmw-s-zonder-toestemming-van-bmw-in-de-eer-in-handel-gebracht

Vzr. Rb. Den Haag 15 juli 2024, IEF 22134; C/09/664550 / KG ZA 24-335 (Peinemann c.s. tegen BMW). Kort geding. Peinemann Mobilift Groep (hierna: Peinemann c.s.) houdt zich bezig met de verhuur van industriële voertuigen. BMW is een wereldwijd bekende autofabrikant met diverse geregistreerde merken en modellen. Deze omvatten onder andere het Uniewoordmerk 'BMW' en meerdere beeldmerken en woordmerken voor voertuigen en bijbehorende onderdelen. Na de brand op het vrachtschip Fremantle Highway in juli 2023, waarbij duizenden auto's, inclusief 260 BMW's, beschadigd raakten, verkocht Pan German Motors deze BMW's aan Womy. Ondanks waarschuwingen van BMW over mogelijke veiligheidsrisico's en lopende onderzoeken, was Peinemann c.s. van plan de voertuigen op de Europese markt te verkopen. Dit leidde tot conservatoir beslag door BMW op de voertuigen in december 2023, terwijl Peinemann c.s. doorging met de verkoopvoorbereidingen.

IEF 22119

Britse merkhouder behoudt belang bij EU-oppositieprocedure

HvJ EU 20 jun 2024, IEF 22119; ECLI:EU:C:2024:528 (EUIPO tegen Indo European Foods Ltd), https://ie-forum.nl/artikelen/britse-merkhouder-behoudt-belang-bij-eu-oppositieprocedure

HvJ EU 20 juni 2024, IEF 22119; ECLI:EU:C:2024:528 (EUIPO tegen Indo European Foods Ltd). Indo European Foods Ltd (hierna: Indo) stelt de niet-geregistreerde merkhoudster te zijn van het woordmerk ´BASMATI´, met betrekking tot rijstproducten. Op 13 oktober 2017 heeft zij een bezwaarschrift ingediend tegen een vlak daarvoor bij het EUIPO geregistreerd Uniemerk (zoals afgebeeld). De oppositie loopt stuk. Ook het door Indo ingestelde hoger beroep bij de Board of Appeal van het EUIPO faalt. Indo gaat daartegen in beroep bij het Gerecht. Tijdens de procedure bij het Gerecht verliep de overgangsperiode van de Brexit, waardoor de Britse rechten waarop Indo zich beriep, ophielden effect te hebben in de EU. Het EUIPO voerde bij het Gerecht aan dat Indo's beroep ontoelaatbaar was geworden wegens verlies van legitiem belang, maar het Gerecht ging daar niet in mee. Het EUIPO gaat in beroep bij het Hof.

IEF 22113

Gerecht verwerpt vordering Société du Tour de France, geen verwarringsgevaar of oneerlijk voordeel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 jun 2024, IEF 22113; ECLI:EU:T:2024:377 (Société du Tour de France tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-verwerpt-vordering-societe-du-tour-de-france-geen-verwarringsgevaar-of-oneerlijk-voordeel

Gerecht EU 12 juni 2024, IEF 22113, IEFbe 3752; ECLI:EU:T:2024:377 (Société du Tour de France tegen EUIPO). Société du Tour de France verzoekt bij het Gerecht om nietigverklaring van de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO van 11 juli 2022. In 2017 diende FitX Beteiligungs GmbH een aanvraag in voor een beeldmerk voor Tour de X, hierboven afgebeeld. Société du Tour de France diende hiertegen oppositie in, op basis van de oudere merken van TOUR DE FRANCE, waaronder Het Franse woordmerk dat al in 1986 ingediend werd, en EU woordmerken en figuratieve merken (eveneens hierboven afgebeeld). Société du Tour de France beroept zich voor het Gerecht op inbreuk op art. 8 lid 1 onder b en art. 8 lid 5 van verordening nr. 207/2009. Er zou volgens Société du Tour de France sprake zijn van verwarringsgevaar tussen de merken en een risico op oneerlijk voordeel getrokken uit het gebruik van het FitX Beteiligungs-merk. Daarnaast betoogt Société du Tour de France ook dat de Kamer van Beroep onvoldoende rekening heeft gehouden met hun argumenten en bewijzen. 

IEF 22112

Vordering tot afgifte ter vernietiging van namaak-Belvedere toegewezen

Rechtbank Den Haag 20 jun 2024, IEF 22112; ECLI:NL:RBDHA:2024:9645 (Polmos tegen Global Beverages), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-afgifte-ter-vernietiging-van-namaak-belvedere-toegewezen

Rb. Den Haag 20 juni 2024, IEF 22112; ECLI:NL:RBDHA:2024:9645 (Polmos tegen Global Beverages). POLMOS ZYRARDÓW SP. ZO. O. (hierna: Polmos) is merkhoudster van het wodkamerk Belvedere. In die hoedanigheid heeft zij beslag gelegd conservatoir op circa 30.000 flessen, die het Belvedere merk zonder haar toestemming zouden weergeven. De flessen staan onder het toezicht van een expeditie- en opslagbedrijf in Nederland. Van de flessen blijken er 7.200 toe te behoren aan Global Beverage: een distributeur in Italië van onder meer dranken. De flessen zouden zijn nagemaakt, aldus Polmos.

IEF 22107

Gedeeltelijke nietigverklaring van het besluit van de Kamer van Beroep over het BIG MAC-merk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 5 jun 2024, IEF 22107; ECLI:EU:T:2024:360 (Supermac’s tegen McDonald’s), https://ie-forum.nl/artikelen/gedeeltelijke-nietigverklaring-van-het-besluit-van-de-kamer-van-beroep-over-het-big-mac-merk

Gerecht EU 5 juni 2024, IEF 22107, IEFbe 3749; ECLI:EU:T:2024:360 (Supermac’s tegen McDonald’s). Supermac’s heeft op 11 april 2017 een verzoek tot vervallenverklaring ingediend bij EUIPO voor het handelsmerk BIG MAC. Het verzoek tot vervallenverklaring was gebaseerd op artikel 51(1)(a) van Verordening nr. 207/2009, vanwege gebrek aan normaal gebruik.  De afdeling verklaarde in 2019 het handelsmerk vervallen met betrekking tot alle aangevochten goederen en diensten. Hiertegen ging McDonald’s, eigenaar van het BIG MAC-merk, in beroep. De Kamer van Beroep vernietigde de beslissing van de Nietigverklaringsafdeling voor bepaalde goederen en diensten, maar handhaafde deze voor andere. Supermac heeft bij het Gerecht beroep ingesteld tegen deze beslissing, met uitzondering van de vaststelling van normaal gebruik van het BIC MAC-merk voor ‘vleessandwiches’ (klasse 30). Het Gerecht heeft het beroep gedeeltelijk toegewezen en de beslissing van de Kamer van Beroep vernietigd met betrekking tot ‘kipsandwiches’ in de klassen 29 en 30, en ‘voedingsmiddelen met gevogelte’ in de klasse de 29 en de diensten in klasse 42. 

IEF 22106

Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx.

Meenemen namaakkledingstukken leidt toch tot inbreuk op merkrechten Off-White

Hof Den Haag 14 mei 2024, IEF 22106; (Off-White tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/meenemen-namaakkledingstukken-leidt-toch-tot-inbreuk-op-merkrechten-off-white

Hof Den Haag 14 mei 2024, IEF 22106; C/09/643901 / HA ZA 23-210 (Off-White tegen geïntimeerde). De zaak betreft de invoer van namaak kledingstukken door geïntimeerde van het kledingmerk Off-White in de Europese Unie. Off-White verwijt geïntimeerde dat hij hiermee inbreuk heeft gemaakt op haar Uniemerkrechten. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Off-White afgewezen, aangezien er niet vast is komen te staan dat er sprake was van (dreigend) gebruik in het economisch verkeer in de zin van art. 9 lid 2 UMVo [zie IEF 21886]. Tegen dit oordeel gaat Off-White in hoger beroep. Zij vordert primair een verklaring voor het recht dat geïntimeerde inbreuk heeft gemaakt op de merkenrechten van Off-White.

IEF 22090

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Yiyi Song, De Brauw Blackstone Westbroek

De zelfstandige term ‘ultra’ heeft geen onderscheidend vermogen

HvJ EU 12 jun 2024, IEF 22090; ECLI:EU:T:2024:375 (Amstel Brouwerij tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/de-zelfstandige-term-ultra-heeft-geen-onderscheidend-vermogen

Het Gerecht 12 juni 2024, IEF 22090; ECLI:EU:T:2024:375 (Amstel Brouwerij tegen EUIPO). Op 17 oktober 2002 heeft interveniënte, Anheuser-Busch LLC, een aanvraag tot inschrijving van het hierboven afgebeelde beeldmerk als Uniemerk voor bieren van klasse 32. In 2020 heeft Amstel Brouwerij B.V. (hierna: Amstel) een verzoek tot nietigverklaring van dit merk ingediend, wat door het EUIPO in zijn geheel is afgewezen. Amstel had volgens het EUIPO onvoldoende aangetoond dat het litigieuze merk elk onderscheidend vermogen miste. De kamer van beroep oordeelde dat er een duidelijk verschil was tussen de betekenis van het element ‘ultra’ wanneer dit op zichzelf gebruikt wordt, ten opzichte van wanneer deze combinatie wordt gebruikt met een andere aanduiding. Amstel heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Zij voert twee middelen aan: het eerste is ontleend aan schending van artikel 7 lid 1 onder b van verordening nr. 40/94, het tweede is ontleend aan schending van de algemene beginselen van bescherming van legitieme verwachtingen en rechtszekerheid.   In dit verband stelt Amstel dat het litigieuze merk een lovend merk is dat niet in staat is de commerciële herkomst van de litigieuze waren aan te duiden. Dit blijkt volgens Amstel ook uit de vaststellingen van de nietigheidsafdeling. Verzoekster is van mening dat de kamer van beroep in de punten 62 tot en met 68 van de bestreden beslissing ook ten onrechte heeft geoordeeld dat ‘ultra’ alleen onderscheidend vermogen mist wanneer het als voorvoegsel en in combinatie met andere zelfstandige naamwoorden wordt gebruikt. Het EUIPO betwist deze argumenten.

IEF 22080

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker en Daan Breuking, Holla legal & tax.

Enexis wint oppositieprocedure tegen Enixi

EUIPO - OHIM 13 mei 2024, IEF 22080; B 3 194 690 (Enexis tegen Enixi), https://ie-forum.nl/artikelen/enexis-wint-oppositieprocedure-tegen-enixi

EUIPO 13 mei 2024, IEF 22080; B 3 194 690 (Enexis tegen Enixi). Op 25 april 2023 heeft Enexis oppositie ingediend tegen alle goederen en diensten van de aanvraag voor een handelsmerk van de Europese Unie van Enixi. Zij beroept zich op artikel 8, lid 1 sub b en lid 5 Uniemerkenverordening. De Oppositieafdeling van het EUIPO buigt zich over deze kwestie. De goederen en diensten zijn in verschillende mate identiek of vergelijkbaar, en de mate van aandacht van het publiek varieert van gemiddeld tot hoog. Het eerdere merk heeft een normale mate van onderscheidend vermogen. De merken zijn visueel en auditief gemiddeld vergelijkbaar. Hoewel de merken conceptueel verschillend zijn, heeft dit een beperkte impact op de vergelijking.

IEF 22073

Oefenboekjes maken inbreuk op IE-rechten van CITO

Gerechtshoven 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/oefenboekjes-maken-inbreuk-op-ie-rechten-van-cito

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.). Cito heeft ontdekt dat boekjes onder de naam CitoMateriaal werden verkocht met oefenopgaven bedoeld voor de voorbereiding op Cito-toetsen. Volgens Cito schenden Smartie c.s. daarmee haar merkrechten, handelsnaamrecht en auteursrechten, of handelen ze anderszins onrechtmatig jegens haar. Cito heeft daarom Smartie c.s. in een kort geding gedagvaard om deze schendingen te laten stoppen en heeft daarbij aanvullende eisen gesteld. De voorzieningenrechter heeft de eisen van Cito tegen Smartie grotendeels toegewezen voor wat betreft de merkinbreuk en handelsnaaminbreuk, maar afgewezen voor het auteursrecht (zie uitspraak). De eisen tegen de andere gedaagden zijn door de voorzieningenrechter afgewezen. Cito's hoger beroep beoogt dat de afgewezen eisen voor het auteursrecht en tegen de andere gedaagden alsnog worden toegewezen. Smartie c.s. streeft er in hoger beroep naar dat de toegewezen eisen tegen Smartie alsnog worden afgewezen. 

IEF 22062

Toevoegen van metalen kogellager aan LEGO-bouwstenen leidt tot aantasting van de merkfuncties

Rechtbank Den Haag 28 mei 2024, IEF 22062; ECLI:NL:RBDHA:2024:7992 (Lego Juris tegen [naam]), https://ie-forum.nl/artikelen/toevoegen-van-metalen-kogellager-aan-lego-bouwstenen-leidt-tot-aantasting-van-de-merkfuncties

Vzr. Rb. Den haag 28 mei 2024, IEF ; ECLI:NL:RBDHA:2024:7992 (Lego Juris tegen [naam]). Kort geding. Lego Juris is onderdeel van de LEGO-groep, bekend van de LEGO-bouwstenen en -poppetjes. Ze is houder van verschillende merkregistraties, waaronder het Unie(woord)merk LEGO en de in de afbeelding weergegeven Unie(vorm)merken voor de minifiguren. Samen worden deze aangeduid als de LEGO-merken. In deze zaak meent Lego Juris dat er inbreuk gemaakt wordt op de LEGO-merken, doordat [naam] via zijn website minifiguren en bouwstenen met het LEGO-woordmerk aanbiedt. Het punt dat partijen verdeeld houdt betreft de vraag of [naam] een succesvol beroep kan doen op artikel 15 lid 1 UMVo, oftewel of de uitputtingsregel opgaat en Lego Juris zich dus niet kan verzetten tegen deze online verhandeling van het speelgoed door [naam]. Lego Juris meent dat artikel 15 lid 2 UMVo niet van toepassing is. De reden hiervoor is dat er een metalen kogellager is toegevoegd aan de stenen, wat resulteert in niet alleen een wijziging van de waren maar ook een verslechtering van de toestand van de waren. [naam] betwist op zijn beurt dat er sprake is van een dusdanige wijziging of verslechtering dat er een gegronde reden bestaat voor Lego Juris om zich te verzetten tegen de verhandeling, nu er geen merkfunctie wordt aangetast.