Conclusie A-G Van Peursem over merkenrechtelijke rechtsverwerking in zaak Lucovitaal/LEEF VITAAL
Parket bij de Hoge Raad 8 november 2024, IEF 22418; ECLI:NL:PHR:2024:1192 (P.K. tegen Vemedia). Deze zaak gaat over merkenrechtelijke rechtsverwerking, waarbij sprake moet zijn van bewust gedogen door de houder van een ouder merk ten aanzien van het gebruik van een ingeschreven jonger merk. P.K., merkhouder van ‘Lucovitaal’, verweet Vemedia inbreuk op haar merkenrecht vanwege het gebruik van het merk ‘LEEF VITAAL’, dat op naam stond van moederbedrijf Versailles. ‘LEEF VITAAL’ werd in 2007 ingeschreven. In 2009 sommeerde P.K. Vemedia om het gebruik van het merk te staken. Dit leidde echter niet tot een rechtszaak, maar P.K. liet de kwestie voor langere tijd rusten. Toen Vemedia in 2019 een nieuw product op de markt bracht, stelde P.K. dat dit wel inbreuk maakte op haar merkenrechten. In de daaropvolgende procedure voerde Vemedia aan dat sprake was van rechtsverwerking door P.K.'s stilzitten gedurende vijf jaar [zie IEF 20548]. Dit rechtsverwerkingsverweer slaagde, omdat P.K. vanaf 2009 bewust heeft gedoogd dat Vemedia het LEEF VITAAL-merk meer dan vijf jaar als merk op verpakkingen heeft gebruikt, terwijl het merkgebruik op de verpakkingen vanaf september 2019 niet wezenlijk is veranderd. Het hof bevestigde dit oordeel in hoger beroep [zie IEF 21675]. Procureur-Generaal Van Peursem onderbouwt in deze conclusie zijn oordeel dat het cassatieberoep van P.K. niet slaagt. Hij gaat hierbij in op twee specifieke onderdelen van het geschil.