DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige mededinging  

IEF 16992

Conclusie AG: selectieve distributiestelsels voor verkoop van luxe artikelen die tot doel hebben het 'luxe-imago' in stand te houden, vormen in beginsel een met artikel 101 lid 1 VWEU verenigbare mededingingsfactor

HvJ EU 26 jul 2017, IEF 16992; ECLI:EU:C:2017:603 ( Coty tegen Parfümerie Akzente ), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-selectieve-distributiestelsels-voor-verkoop-van-luxe-artikelen-die-tot-doel-hebben-het

Conclusie AG HvJ EU 26 juli 2017, IEF 16992; IEFbe 2281; C-230/16; ECLI:EU:C:2017:603 (Coty tegen Parfümerie Akzente) Zie eerder [IEF 16093]. Mededinging. Selectieve distributie. Contractbepaling op grond waarvan het detailhandelaren verboden is bij onlineverkoop een niet-erkende derde in te schakelen.

Conclusie AG:
1) Selectieve distributiestelsels voor de verkoop van luxe en prestigieuze artikelen die primair tot doel hebben het ‚luxe-imago’ van de artikelen in stand te houden, vormen een met artikel 101, lid 1, VWEU verenigbare mededingingsfactor, mits de distributeurs worden gekozen op basis van objectieve criteria van kwalitatieve aard die voor alle potentiële wederverkopers uniform worden vastgesteld en zonder discriminatie worden toegepast, de aard van het betrokken product, waaronder het prestigieuze imago, selectieve distributie ter waarborging van het behoud van de kwaliteit en het juiste gebruik van het product noodzakelijk maakt, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.

IEF 16832

Omgekatte, geoctrooieerde Beltclamps doorverkopen is inbreuk en concurrentie

Hof Arnhem-Leeuwarden 7 feb 2017, IEF 16832; ECLI:NL:GHARL:2017:911 (Appellant tegen Shaw en SMC tegen Shaw), https://ie-forum.nl/artikelen/omgekatte-geoctrooieerde-beltclamps-doorverkopen-is-inbreuk-en-concurrentie

Hof Arnhem-Leeuwarden 7 februari 2017, IEF 16832; ECLI:NL:GHARL:2017:911 (Appellant tegen Shaw en SMC tegen Shaw) Einde arbeidsrelatie. Octrooirechten. Shaw is verboden om tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst en gedurende een periode van achttien maanden nadien activiteiten te ontplooien die concurrerend zijn. Bestuurder van Nederlandse dochtervennootschap van Amerikaans concern richt samen met enkele andere werknemers van de vestiging een BV op. Shaw verkoopt de door SAG geoctrooieerde beltclamps die worden gebruikt bij het repareren van transportbanden met een vulkaniseerpers. Shaw Almex India heeft deze beltclamps ontdaan van zijn originele logo en voorzien van een SMC sticker. Door deze beltclamps vervolgens weer door te verkopen heeft SMC Shaw concurrentie aangedaan. Hof bekrachtigt vonnis waarvan beroep.

IEF 16560

Hogere voorziening tegen mededingingsrechtelijk besluit vanwege octrooischikkingen met Lundbeck

HvJ EU 25 nov 2016, IEF 16560; (Xellia c.s. tegen Europese Commissie), https://ie-forum.nl/artikelen/hogere-voorziening-tegen-mededingingsrechtelijk-besluit-vanwege-octrooischikkingen-met-lundbeck

Hogere voorziening HvJ EU 25 november 2016, IEF 16559; IEFbe 2077; C-611/16 P (Xellia c.s. tegen Europese Commissie) en vgl. C-586/16 P (Sun Pharmaceutical) Octrooirecht. Mededingingsrecht. Beperking markttoegang vanwege bestaande octooirechten. Tot staving van de hogere voorziening voeren rekwirantes negen gronden aan, gebaseerd op onjuiste rechtsopvattingen van het Gerecht. Het Gerecht heeft de verkeerde juridische maatstaf toegepast om te beoordelen of Alpharma een potentiële concurrent was in de context waarin haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien. Bij het ontbreken van bewijs dat Lundbecks octrooien zwak waren, moeten de octrooien worden vermoed geldig te zijn en moet toetreding tot de markt met een inbreukmakend product worden geacht onwettig zijn.

Hoewel het Gerecht erkent dat Alpharma pas vlak voor de schikking ontdekte dat Lundbecks octrooi zou worden verleend en dat haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien, heeft het verzuimd te beoordelen of de Commissie had bewezen dat toetreding tot de markt voor Alpharma een economisch haalbare strategie bleef in het licht van deze bijkomende belemmeringen voor toegang. In plaats daarvan steunde het Gerecht op bewijs dat niet in het litigieuze besluit was genoemd en heeft het ten onrechte de bewijslast naar rekwirantes verschoven, opdat zij de stelling van de Commissie weerleggen dat Alpharma een potentiële concurrent was.

IEF 16450

Uitspraak ingezonden door Kees Meijer, Castelijns Kaandorp Hoekstra.

Het uiten van zorgen over prijsbeleid van Kleertjes.com is geen merkgebruik

Rechtbank Noord-Holland 8 dec 2016, IEF 16450; (Kleertjes.com tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/het-uiten-van-zorgen-over-prijsbeleid-van-kleertjes-com-is-geen-merkgebruik

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 8 december 2016, IEF 16450; IEFbe 2030 (Kleertjes.com tegen gedaagden) Mededinging. Merkenrecht. Reclame. Kleertjes is een online winkel voor baby-, kinderkleding en -schoenen en is houdster van twee woord/beeldmerken. Gedaagden hebben fysieke en online winkels en hebben via WinkeliersUnited, en vanwege concurrentiestrijd, leveranciers van haar én Kleertjes onder druk gezet om te ageren tegen het prijs/kortingenbeleid van Kleertjes. De grote groep winkeliers is vrij om zijn zorgen hierover te uiten. De enkele vermelding van een merk van een concurrent in een e-mail aan leveranciers is geen gebruik in het economisch verkeer. Het uiten van zorgen ten overstaan van leveranciers kan niet gelijk gesteld worden met het doen van misleidende of ongeoorloofde reclame. Ook Kleertjes zelf wijst leveranciers op kortingsacties van andere, grotere spelers in de markt. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 16433

Vragen aan HvJ EU: Is er slechts “nadeel berokkenend bij de mededinging” indien de benadeelde onderneming de capaciteit niet heeft of invloed op winstgevendheid

HvJ EU 13 jul 2016, IEF 16433; (MEO), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-er-slechts-nadeel-berokkenend-bij-de-mededinging-indien-de-benadeelde-ondernemi

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 13 juli 2016. IEF 16433; IEFbe 2018; C-525/16 (MEO) Auteursrecht. Mededingingsrecht. Verzoekster is aanbieder van elektronische communicatiediensten. Zij heeft in 2014 een klacht ingediend bij verweerster (de Portugese mededingingsAutoritieit ‘PMa’) tegen GDA, een organisatie zonder winstoogmerk voor collectief beheer van naburige rechten van artiesten (en de enige die in Portugal op dat gebied actief is) die zij misbruik van machtspositie verwijt. GDA biedt in het bijzonder diensten aan degenen die gebruik willen maken van werken van het repertoire van de aangesloten leden. Het gaat om ‘wholesale’diensten voor de collectieve exploitatie van naburige rechten waarbij GDA een monopoliepositie inneemt, en in deze zaak met name om de ‘retail’dienst voor abonnementen op televisiesignalen waar verzoekster aanbieder van is: zij heeft het grootste marktaandeel op het gebied van contracten met consumenten voor pakketten. Verzoekster verwijt GDA verschillende tarieven voor haar diensten op haar en haar directe concurrenten toe te passen.

IEF 16386

Uitspraak ingezonden door Martin Hemmer, AKD.

Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens

Hof Amsterdam 22 nov 2016, IEF 16386; ECLI:NL:GHAMS:2016:5061 (Pearson tegen Bär Software), https://ie-forum.nl/artikelen/derden-mogen-add-ons-maken-op-niet-beschermde-normtabellen-met-normgegevens

Hof Amsterdam 22 november 2016, IEF 16386 ; ECLI:NL:GHAMS:2016:5061 (Pearson tegen Bär Software) Geen databankenrecht. Geen onrechtmatige daad. Pearson geeft psychologische tests uit, waarop - volgens haar - databank- en auteursrechten rusten die door Bär c.s. worden geschonden. De rechtbank oordeelde dat de gegevens geen bescherming toekomen (IEF 12734). Het beroep op basis van databankrechtelijke bescherming van de normtabellen met normgegevens faalt. Ook vorderingen op basis van wanprestatie of onrechtmatige daad falen. Het is toegestaan voor derden, mits geen beschermde trekken van een product worden overgenomen, zogenoemde add-ons te ontwikkelen. Het hof wijst de vordering tot exhibitie van Pearson af en bekrachtigt de vonnissen in de hoofdzaak waarvan beroep.

IEF 16173

Fox Media mag KPN ongelijk behandelen ten opzichte van distributieplatforms die langere contractduur hebben

Rechtbank Midden-Nederland , IEF 16173; ECLI:NL:RBMNE:2016:4343 (KPN-Digitenne tegen Eredividie Media & Marketing), https://ie-forum.nl/artikelen/fox-media-mag-kpn-ongelijk-behandelen-ten-opzichte-van-distributieplatforms-die-langere-contractduur

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 29 juli 2016, IEF 16173; ECLI:NL:RBMNE:2016:4343 (KPN-Digitenne tegen Eredividie Media & Marketing)
Uitzendrechten. Mededingingsrecht. EMM exploiteert de uitzendrechten van de voetbalwedstrijden in de Nederlandse Eredivisie. Het contract tussen Fox Media en KPN, dat op 1 augustus a.s. afloopt, hoeft niet verlengd te worden op basis van de bestaande voorwaarden. Onder het huidige contract betaalt KPN Fox Media hiervoor een vergoeding op basis van het aantal eigen televisieabonnees die deze kanalen tegen bijbetaling afnemen. Fox Media wil bij een nieuw contract een minimumvergoeding die is gebaseerd op het totale aantal televisieabonnees. Maar biedt wel de mogelijkheid om Fox Sports-kanalen in het basispakket op te nemen tegen lagere kosten dan onder het huidige contract. KPN denkt door dit systeem meer te moeten betalen en vindt dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Ziggo heeft contracten die langer doorlopen, en hoeft dus nog niet over te stappen naar dit nieuwe systeem.

De verschillen in contractduur brengen niet mee dat Fox Media dezelfde voorwaarden hoeft aan te bieden. Fox Media mag tot op zekere hoogte KPN ongelijk behandelen ten opzichte van distributieplatforms die zich voor langere duur aan Fox Media hadden verbonden. De enkele rekensom van KPN die laat zien dat ceteris paribus het nieuwe model haar meer kost, volstaat niet om mededingingsrechtelijk dit niet toe te staan.

IEF 16093

Prejudicieel gestelde vragen over mededingingsrechtelijke beoordeling selectievedistributiestelsels instandhouding 'luxe-imago'

HvJ EU 19 apr 2016, IEF 16093; (Coty tegen Parfümerie Akzente), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-mededingingsrechtelijke-beoordeling-selectievedistributiestelsels

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 19 april 2016, C-230/16; IEF 16093; IEFbe 1860 (Coty tegen Parfümerie Akzente)
Mededingingsrecht. Distributie. Luxe-imago merken. Gestelde vragen.

1) Kunnen selectievedistributiestelsels voor de verkoop van luxe en prestigieuze artikelen die primair tot doel hebben het “luxe-imago” van de artikelen in stand te houden, worden beschouwd als een mededingingsfactor die verenigbaar is met artikel 101, lid 1, VWEU?

IEF 16007

Klanten informeren op een neutrale, aanvaardbare wijze, zonder onterechte IE-inbreuksuggesties te doen

Rechtbank Noord-Holland 7 mrt 2016, IEF 16007; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus), https://ie-forum.nl/artikelen/klanten-informeren-op-een-neutrale-aanvaardbare-wijze-zonder-onterechte-ie-inbreuksuggesties-te-doen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 7 maart 2016, IEF 16007; IT 2084; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus)
Onrechtmatige uitlatingen. Verbod en rectificatie. Gedaagde wekt naar derden de suggestie dat eisers inbreuk maken op IE-rechten met betrekking tot software, terwijl conform vaststellingsovereenkomst wordt gehandeld. Na verstrijken van het concurrentiebeding is het Promptus uiteraard toegestaan om te trachten haar klanten voor zich te behouden. De sfeer die in de e-mail wordt neergezet is er eentje die de suggestie wekt van ongeoorloofde praktijken aan de zijde van Carta Online en van inbreuk op de IE-rechten van Promptus. Dit blijkt onder meer uit een zin als ‘Carta Online is nota bene een kopie van Promptus dat hij bij zijn vertrek heeft meegenomen!!’. Promptus weert zich, maar had aan haar klanten op een neutrale, in het maatschappelijk verkeer aanvaardbare, wijze kunnen uitleggen hoe de vork in de steel zit, zonder daarbij allerlei onterechte suggesties te wekken en eiseres in een kwaad daglicht te stellen. Zij dient zich te onthouden van negatieve berichtgeving over LEAD en een rectificatie te zenden.

 

IEF 15961

Prejudiciële vragen HvJ EU: Zijn partijen concurrenten als de licentienemer enkel via die licentieovereenkomst actief is op de relevante markt

HvJ EU 3 dec 2015, IEF 15961; (Hoffmann-La Roche), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-hvj-eu-zijn-partijen-concurrenten-als-de-licentienemer-enkel-via-die-licentieove

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 3 december 2015; IEF 15961; LS&R 1325 ; IEFbe 1805; C-179/16 (F. Hoffmann-La Roche)
Mededingingsrecht. Via MinBuza: De Italiaanse mededingingsautoriteit (AGCM, verweerster) heeft bij besluit van 27 februari 2014 vastgesteld dat de vier verzoeksters in deze zaak (Hoffmann-La Roche, La Roche, Novartis en Novartis Farma) een mededingingsbeperkend kartel in het leven hadden geroepen voor bepaalde geneesmiddelen (bewerkstelligen van een kunstmatige ‘differentiatie’). Verzoeksters krijgen een boete opgelegd. (...) Het geneesmiddel waar het hier om gaat is ontwikkeld door Genentech, dat onder controle staat van de Rochegroep. De geschiedenis daarvan wordt uiteengezet in de punten 4 – 10 van de verwijzingsbeschikking. Genentech verhandelt haar producten uitsluitend in de VS, en heeft licenties afgegeven, in eerste instantie aan zusterbedrijf Roche maar omdat Roche zich voornamelijk op oncologische geneesmiddelen concentreert (Avastin, tegen tumoren) heeft Genentech voor het andere product (Lucentis, een oftalmologisch middel tegen een oogkwaal) licentie gegeven aan Novartis voor het in de handel brengen in de rest van de wereld.