DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 6578

Vrijdag portretrechtdag

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 7 augustus 2008, KG ZA 08-1389 SR/EB, Kemna tegen AVRO(met dank aan Fabiënne Meershoek, De Brauw Blackstone Westbroek)

Kort geding over uitzending Opsporing Verzocht.

K. is in 2006 door de rechtbank te Leeuwarden veroordeeld tot 18 jaar cel vanwege de zeer geweldadige roofmoord. In de aflevering “Het verloren leven van K” werd aandacht besteed aan de moord, de persoon van Reggy en zijn levensloop. De voorzieningenrechter oordeelt dat het recht van de AVRO op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van K.

"Het belichten van de geschiedenis van een individu om in breder verband een maatschappelijk probleem aan te kaarten levert niet zonder meer een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van dat individu op."  Het is niet ongeoorloofd gegevens over de betrokkene in het verhaal te betrekken waaruit zijn afkomst en levensomstandigheden blijken. Dit "zijn gegevens die nu eenmaal aan de orde komen wanneer zijn leven wordt beschreven. Zonder deze gegevens is het verhaal van de adoptiemoeder ook niet begrijpelijk. Bovendien zijn de gegevens niet zo specifiek dat zij door derden buiten Haulerwijk tot K. te herleiden zijn." De geboortedatum en de initialen zijn wel specifiek, maar daarover oordeelt de voorzieningenrechter dat ze zeer kort in beeld zijn en dat deze gegevens voor een willekeurige derde onvoldoende aanknopingspunten geven om de identiteit van Kemna te achterhalen. Over de portretten zegt de voorzieningenrechter dat deze zodanig onherkenbaar (zullen) zijn gemaakt dat het geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (meer) oplevert.

Met betrekking tot de volgens K. onjuiste beweringen van de adoptiemoeder overweegt de voorzieningenrechter het volgende. "De AVRO heeft voldoende afstand  genomen en kan daarom niet verantwoordelijk worden gesteld voor hetgeen de adoptiemoeder verklaart".
Ook kon de titel van het programma gehandhaafd blijven. "Uit de context blijkt volgens de voorzieningenrechter dat de titel niet zozeer is bedoeld om K. in een kwaad daglicht te stellen, maar dat daarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat het leven van personen die bij een dergelijk misdrijf betrokken zijn geweest, daardoor wordt getekend. Van een ernstige aantijging is geen sprake." Van belang is hierbij nog dat aan het slot van programma wordt vermeld dat K. zijn leven niet als verloren beschouwt.

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Rotterdam, 30 juli 2008, LJN: BD9665, Eiser tegen Gedaagde (portretrecht fysiotherapeut).

Portretrecht; publicatie foto wekt associatie met bepaald product; redelijk belang geportretteerde; portretrecht is geen IE-recht, vergoeding proceskosten o.g.v. art. 1019h Rv afgewezen. 

"5.4  Vervolgens is aan de orde de vraag of [eiseres] een redelijk belang heeft zich te verzetten tegen publicatie van haar foto in de folder. Te dien aanzien overweegt de rechtbank als volgt. Als onvoldoende gemotiveerd betwist staat vast dat [eiseres] thans werkzaam is als onafhankelijk adviseur en dat haar clientèle met name bestaat uit fysiotherapeuten. Daarbij komt het voor dat zij fysiotherapeuten adviseert omtrent aan te schaffen apparatuur. Gelet hierop heeft zij er belang bij om niet geassocieerd te worden met een bepaalde producent van die apparatuur. Dat door de litigieuze folder een verband wordt gelegd tussen [eiseres] en [gedaagde-1] als producent is evident, nu het logo met naam van [gedaagde-1] prominent op de voorzijde van de folder onder de foto van [eiseres] is vermeld. Door het aangeschreven publiek, de fysiotherapeuten, zal dit worden opgevat als een ondersteuning van de producten van [gedaagde-1]. Deze associatie wordt niet weggenomen door het feit dat de folder ter promotie van de AED is uitgegeven door [gedaagde-2] in het kader van de ideële doelstelling de eerste hulp aan personen die getroffen worden door een hartstilstand te verbeteren. De conclusie moet dan ook zijn dat door de in de folder opgewekte associatie met [gedaagde-1] inbreuk wordt gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] in die zin dat haar reputatie als onafhankelijk adviseur wordt aangetast, zodat zij een redelijk belang heeft zich tegen publicatie van haar foto op de folder te verzetten. Dat zij geen verzilverbare populariteit geniet is daarbij - anders dan [gedaag[gedaagden] kennelijk meent - niet relevant.

(…) 5.10 (…)  [eiseres] heeft volledige vergoeding van de proceskosten gevorderd op grond van artikel 1019h Rv. Daarvoor is in het onderhavige geding echter geen plaats. Het portretrecht is geen intellectueel eigendomsrecht, maar een beperking op het auteursrecht ter bescherming van de geportretteerde tegen onrechtmatige schending van zijn recht op privacy of andere met de publicatie van het portret geschonden belangen, derhalve een species van de gewone onrechtmatige daad. Het enkele feit dat het portretrecht in de Auteurswet is opgenomen kan daaraan niet afdoen en is dan ook onvoldoende om een vordering wegens inbreuk op het portretrecht te kwalificeren als een vordering die is gericht op handhaving van een intellectueel eigendomsrecht als bedoeld in artikel 1019 Rv of artikel 2 lid 1 van de Handhavingsrichtlijn (richtlijn 2004/48/EG). [gedaagde-1] zal worden veroordeeld in de proceskosten begroot op basis van het “normale” liquidatietarief.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Rotterdam, 30 juli 2008, LJN: BD9640, Eiseres tegen Uitgeverij (portret in erotisch maandblad voor zogeheten swingers). 

Portretrecht; herkenbaar in beeld op in swingerstijdschrift gepubliceerde foto's; toestemming; redelijk belang; gevorderde vergoeding proceskosten afgewezen: portretrecht is geen IE-recht. 

“5.5 Vaststaat dat eisers vrijwillig hebben deelgenomen aan de onderhavige foto-sessie ten behoeve van een reportage te publiceren in [X B.V.]. Voorts staat vast dat, kennelijk met het oog op de aard van de foto’s, in de uitnodiging was toegezegd dat desgewenst ( “auf wunsch und schriftlich notiert”) de gezichten onherkenbaar zouden worden gemaakt. Ter comparitie van partijen heeft [eiseres-3] verklaard dat eisers daarover ter plekke nog nadere vragen hebben gesteld aan zowel de exploitant van de club als aan de fotograaf. Aan beiden is toen duidelijk gemaakt dat eisers niet herkenbaar in beeld wilden en door beiden zou gezegd zijn dat de beste methode daartoe het ‘verpixelen’ van foto’s is. Volgens [eiseres-3] heeft hij vervolgens aan de fotograaf gevraagd of eisers nog iets moesten tekenen, waarop de fotograaf zou hebben geantwoord dat een schriftelijke verklaring niet nodig was, omdat hij de hele groep zou ‘verpixelen’. Zijdens eisers zijn ter zake nog schriftelijke verklaringen in het geding gebracht afkomstig van twee andere deelneemsters aan de foto-sessie en van [eiseres-2]. In deze verklaringen wordt bevestigd dat zowel de exploitant van de club als de fotograaf hen heeft verzekerd dat de gezichten onherkenbaar zouden worden gemaakt. Deze afspraak is zijdens [X B.V.] echter uitdrukkelijk betwist, onder verwijzing naar de onder 2.4 vermelde e-mail van de fotograaf. Volgens [X B.V.] heeft bij de bedoelde foto-sessie juist niemand bezwaar gemaakt tegen herkenbare afbeelding in [X B.V.]. [X B.V.] heeft daaromtrent uitdrukkelijk (tegen) bewijs aangeboden door middel van het horen van ter plekke eveneens aanwezige (andere) getuigen en de fotograaf.

5.6 Nu eisers zich op de rechtsgevolgen beroepen van hun stelling dat zou zijn afgesproken dat zij op de in [X B.V.] te publiceren foto’s onherkenbaar zouden worden gemaakt en dit gemotiveerd door [X B.V.] is betwist, rust op hen de bewijslast daarvan. Zij worden toegelaten tot het bewijs van de gestelde afspraak als hierna bepaald.

(…) 5.12 Tenslotte overweegt de rechtbank reeds thans - voor zover relevant - dat voor toewijzing van de gevorderde vergoeding van de daadwerkelijk door eisers gemaakte kosten in het onderhavige geding geen plaats is. Naar het oordeel van de rechtbank kan het portretrecht niet worden gekwalificeerd als een intellectueel eigendomsrecht als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Handhavingsrichtlijn (richtlijn 2004/48/EG). Het portretrecht vormt een beperking op het auteursrecht ter bescherming van de privacy of andere met de publicatie van het portret geschonden belangen van de geportretteerde en is te beschouwen als een gepositiveerde zorgvuldigheidsnorm. Het portretrecht komt ook niet voor op de lijst van rechten die door de Commissie in haar mededeling betreffende artikel 2 van de richtlijn (2005/295/EG, PbEG 13 april 2005, L 94/37) zijn benoemd als rechten die in ieder geval onder de richtlijn vallen. Het enkele feit dat het portretrecht is opgenomen in de Auteurswet kan daaraan niet afdoen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6525

Aan de massagetafel

Rechtbank Rotterdam 30 juli 2008 HA ZA 08-82. Middelman tegen Enraf-Nonius B.V. en Stichting PulseXL (Met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten)

Portretrecht, omvang toestemming, redelijk belang, gebruik portret voor reclame, portretrecht is geen IE.

Middelman is als werknemer van Enraf geportretteerd als fysiotherapeut die een patiënt behandeld op een massagebank van Enraf. De foto is daarna met toestemming van Middelman door Enraf gebruikt voor commerciële uitingen.

Stichting Pulse XL is een stichting met een ideële doelstelling die zich onder meer bezighoudt met promotie en implementatie van de Automatische Externe Defibrilator om de eerste hulp bij personen met hartstilstand te verbeteren.

In 2007 heeft Enraf PulseXL toestemming verleend om de foto te gebruiken in een folder ter promotie van de AED onder fysiotherapeuten. De folder is onder 7000 fysiotherapeuten verspreid. Middelman heeft zich hiertegen verzet.

De rechter 'haviltext' de toestemming en vindt dat Enraf in “redelijkheid niet heeft mogen aannemen dat Middelman destijds impliciet toestemming heeft gegeven voor publicatie van haar foto in de folder.”

Nu er geen toestemming is verleend, komt de vraag aan de orde of Middelman een redelijk belang heeft zich te verzetten tegen de publicatie. Middelman is inmiddels adviseur en haar klanten bestaan voornamelijk uit fysiotherapeuten. Zij heeft er een belang bij om niet geassocieerd te worden met een bepaalde producent van apparatuur. De folder toont duidelijk en prominent het logo van Enraf op de voorpagina van de folder. De associatie wordt niet weggenomen door het feit dat de folder ter promotie van de AED is uitgegeven door PulseXL in het kader van de ideële doelstelling. De opgewekte associatie maakt inbreuk op de eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer. Er is dus sprake van inbreuk op haar portretrecht.

PulseXL mocht erop vertrouwen dat Middelman aan Enraf toestemming had verleend, omdat deze eerder door Enraf zelf was gebruikt voor reclame-materiaal.

De rechtbank vindt € 2.500,- een schappelijk bedrag voor de schade en stelt nog vast dat 1019h Rv niet van toepassing is op portretrecht. Geen toewijzing van volledige proceskosten dus, maar ‘slechts’ het liquidatietarief.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 6517

Alle stukken

Rechtbank Amsterdam 23 juli 2008, HA ZA 08-1477. M. tegen The Advanced Travel Partners Nederland B.V. (Met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich)

Artikel 843a incident in portretrechtzaak.

In een artikel 843a-procedure gaat het om concrete, specifiek aan te duiden stukken die zien op de gestelde rechtsbetrekking. M. vordert in het incident echter afschrift van alle door ATP gesloten overeenkomsten en/of alle door ATP met derden gevoerde correspondentie met betrekking tot het vervaardigen en openbaar maken van televisiecommercials, 'audioboardings', billboards en alle overige uitingen, met uitzondering van de website www.vliegticketszoeken.nl, waarin of waarop gebruik is gemaakt van het portret van M., zonder te omschrijven op welke specifiek bepaalde bescheiden zij daarbij het oog heeft. Aldus is niet aan de door artikel 843a gestelde voorwaarden voldaan. De vordering wordt afgewezen. M. wordt in de proceskosten veroordeeld.

Lees het vonnis hier.

IEF 6366

Eerst even voor jezelf lezen

GvEA, 1 juli 2008, zaak T-328/05, Apple Computer, Inc tegen OHIM / TKS-Teknosoft SA(Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag Gemeenschapswoormerk QUARTZ (Apple). Oppositie o.g.v. eerder gemeenschapsbeeldmerk QUARTZ. Oppositie toegewezen.

“59. Accordingly, the fact that the relevant public is composed of persons whose level of attention may be considered high is not sufficient, given the fact that the signs at issue are almost identical and the similarity between the goods in question, to exclude the possibility that that public might believe that the goods and services concerned come from the same undertaking or, as the case may be, from economically-linked undertakings.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Amsterdam , 16 januari 2008, LJN: BD5729, A. tegen Omroepvereniging VARA.

Stilfoto van videoclip rapper (‘op de foto is A te zien met twee schaars geklede dames’. Bij artikel over de stelling dat rapclips aanzetten tot groepsverkrachting. Portretrecht, onrechtmatige perspublicatie. Nalatigheid, VARA, immateriele schadevergoeding.

“5.1.  Voorop dient te worden gesteld dat partijen van mening verschillen over het antwoord op de vraag of A ten aanzien van de gebruikte ‘stil’ uit de videoclip bescherming toekomt als bedoeld in artikel 21 Auteurswet. Volgens Vara berust het auteursrecht op de video niet bij A maar bij de stuntschool, volgens A berust het auteursrecht bij hem.

5.2.  Vast staat dat het portret van A (in de vorm van de ‘stil’ uit zijn videoclip) is gebruikt door Vara zonder toestemming van A te hebben gevraagd. Of dit een schending van het portretrecht van A in de zin van artikel 21 Auteurswet betekent, kan in het midden blijven nu zowel op grond van artikel 21 Auteurswet als op grond van een onrechtmatige daad (schending van de persoonlijke levenssfeer van A in het bijzonder schending van zijn eer en goede naam) de rechtbank toe zal komen aan dezelfde belangenafweging waarbij het belang van A bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het recht op vrijheid van meningsuiting van Vara. Zoals de Hoge Raad bij arrest van 21 januari 1994 reeds heeft overwogen (HR 21 januari 1994, NJ 1994, 473), kent artikel 21 Auteurswet de geportretteerde een bescherming toe met name tegen inbreuken op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, maar dit recht heeft niet een absoluut gewicht dat in beginsel groter is dan het recht op vrijheid van meningsuiting.

Er bestaat geen deugdelijke reden om, ingeval het buiten toestemming van de geportretteerde publiceren van diens portret de vrijheid van meningsuiting in conflict brengt met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, ter beoordeling van de vraag aan welke beide vrijheden in het gegeven geval voorrang toekomt, anders te werk te gaan dan wanneer zodanig conflict zijn grond vindt in een andersoortige publicatie, zoals die van mededelingen. Ingeval in het kader van een perspublicatie een portret zonder toestemming van de geportretteerde openbaar wordt gemaakt, onder zodanige omstandigheden dat deze openbaarmaking een inbreuk vormt op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens hem onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval ertoe strekt na te gaan welke van beide fundamentele rechten in dit geval zwaarder weegt. “

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 23 april 2008, LJN: BD5728, Nestlé Nederland B.V. tegen Nutricia Nederland B.V. 

Misleidende reclame, claimsverordening.

“4.25.  De rechtbank zal ten aanzien van de claims die zij misleidend of op grond van de Claimsverordening verboden acht de vorderingen tot het staken van het gebruik van die claims en de vorderingen tot rectificatie op na te noemen wijze toewijzen. Nu dit tot gevolg zal hebben dat er geen nieuwe producten en promotiemateriaal met de verboden claims in omloop komen en het publiek wordt geïnformeerd over het oordeel van de rechtbank ten aanzien van die claims, hebben partijen in dit geval geen belang bij de over en weer gevorderde terugname en vernietiging van reeds in de handel zijnde producten en promotiemateriaal met de verboden claims. Dat deel van de vorderingen zal dan ook worden afgewezen. Voorts zullen de gevorderde dwangsommen op na te noemen wijze worden gemaximeerd.”

Lees het vonnis hier

Rechtbank Middelburg, 11 juni 2008, LJN: BD5811, Gevoegde zaken Unitron Systems B.V. tegen Endotwinn B.V./ Unitron Systems B.V. c.s  tegen  Gedaagde c.s

Feitelijk ingewikkelde zaak over wortelkanaalmachine. Piepklein IE-componentje wordt niet nader uitgewerkt. “3.6 (…) Dat de overige gedaagden (als bestuurders) onrechtmatig zouden hebben gehandeld heeft Unitron c.s. niet onderbouwd. Deze gedaagden betwisten “het kunstmatig verschuiven van de intellectuele eigendomsrechten” in de zomer van 2005 naar MDCL;”

Lees het vonnis hier.

IEF 6357

Witheet

Gerechtshof Amsterdam, 26 juni 2008, LJN: BD5538, Media Plus V.O.F. Connie Breukhoven-Witteman.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft het vonnis van de voorzieningenrechter inzake de vorderingen van een bekende televisiepersoonlijkheid tegen ZIJonline bekrachtigd. Het op de website geplaatste artikel waarin de betrokkene van prostitutie wordt beticht is onrechtmatig .

 “4.7  Op grond van dit alles concludeert het hof dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat Media Plus cs onrechtmatig hebben gehandeld jegens Breukhoven en dat hij hun terecht heeft bevolen de publicatie van de website te verwijderen, een rectificatie te publiceren en Google en Yahoo opdracht te geven tot verwijdering van de publicatie uit hun zoekmachines. Naar het oordeel van het hof zijn de opgelegde dwangsom, het daarbij vastgestelde maximum alsmede de opgelegde duur van de plaatsing van de rectificatie passend. Daarbij heeft het hof alle omstandigheden, waaronder de aard, de ernst en de duur van in ieder geval drie uren van de inbreuk (drie uur volgens de memorie van grieven onder 33, zes uur volgens de pleitnota van Media Plus cs in eerste aanleg onder 20) en de snelle verspreiding van informatie op het internet in aanmerking genomen.

In het licht van al die omstandigheden acht het hof het ook voldoende aannemelijk dat Breukhoven in een bodemprocedure voor geleden schade wegens onrechtmatige daad – ongeacht een eventuele schending van het portretrecht [zie ook vonnis rb, LJN BA5286 ] – een bedrag van € 10.000,- toegewezen zal krijgen, zodat dit bedrag terecht in dit kort geding is toegewezen. Dat een zelfde bedrag tegen Witheet is toegewezen doet hieraan niet af. Dat betrof nu eenmaal een andere publicatie, die op eigen merites is beoordeeld in het geding voor zover dat tussen Breukhoven en Witheet werd gevoerd.”

Lees het arrest hier.

IEF 6305

Portretverschoning & een fysieke confrontatie met de EO

Twee media- en portretrechtzaken, beide met dank aan Bertil van Kaam (Van Kaam advocaten).

TO.gifRechtbank Amsterdam, 11 juni 2008, HA ZA 07-2438, Eiser tegen TROS

TROS-Opgelicht-zaak met stukje portretrecht. Eiser ziet zich door uitzending aangetast in zijn eer en goede naam. De TROS betwist dit niet, maar stelt dat dat, gezien de omstandigheden van het geval, niet onrechtmatig was. De Rechtbank komt tot dezelfde conclusie, nu de door de TROS geuite beschuldigingen voldoende steun vinden in het bewijsmateriaal.

Over het beroep van eiser op het portretrecht of ‘portretverschoning’ stelt de recht:

“4.8. (…) [eiser] de voordeur wijd open heeft gezwaaid en de verslaggever en diens cameraman direct uitgenodigd heeft om binnen te komen. [eiser] oogde niet overdonderd of in de war. (…) [eiser] heeft de verslaggever en diens cameraman verder nog een kopje koffie aangeboden (…) Vervolgens heeft de [eiser] op een rustige wijze zijn kant van het verhaal uit de doeken kunnen doen. (…) Dat de [eiser] achteraf spijt heeft gekregen van zijn medewerking en vervolgens bezwaar heeft gemaakt tegen uitzending van het interview met een beroep op zijn portretrecht, maakt het voorgaande niet anders. Het portretrecht is slechts één van de aspecten die meegewogen dienen te worden bij de afweging van de onder 4.2. genoemde belangen. In dit kader is geen sprake van overschrijding van de grens van wat tegenwoordig in de journalistiek aanvaardbaar moet worden geacht.”

Over de mogelijkheid om de uitzending op de website van de TROS nogmaals te kunnen bekijken oordeelt de rechtbank tenslotte dat dat thans niet onrechtmatig is, maar dat het, i.v.m. resocialisatie,  niet uitgesloten is dat de vermelding van eiser als oplichter op de website alsmede het bieden van de mogelijkheid om de uitzending (nogmaals) te zien, in de toekomst wel onrechtmatig zal worden geacht.

Lees het vonnis hier.

eo.gifRechtbank Amsterdam, 29 april 2008, LJN: BD0880, Plastisch chirurg tegen Vereniging Tot Bevordering Van De Evangelieverkondiging Via Radio En Televisie ‘De Evangelische Omroep’.

Kort geding tussen een en de EO naar aanleiding van de uitzendingen van EO-Netwerk van 15 en 17 april 2008. In die uitzendingen is de plastisch chirurg geïnterviewd en is hij er van beschuldigd dat hij de cameraploeg van EO-Netwerk zou hebben aangevallen; ook zou hij een patiënte hebben opgelicht. Deze beschuldigingen zijn onrechtmatig geoordeeld (“De EO heeft een fysieke confrontatie niet geschuwd”). De door de chirurg gevorderde rectificatie en immateriële schadevergoeding worden toegewezen. 

In de uitspraak wijst de voorzieningenrecht het precieze moment aan waarop eiser een redelijk belang krijgt om zich te verzetten tegen de ‘openbaarmaking van zijn portretrecht’.

“4.5.  De gang van zaken na het interview. Onverwachts geconfronteerd met de beschuldiging van oplichting en met voor hem onbekend bewijsmateriaal, had [eiser] het volste recht het onderhoud te beëindigen. Dat deed hij dan ook. Dat de EO-medewerkers het niet meteen opgaven en bleven filmen en vragen stellen kan misschien nog als journalistieke vasthoudendheid worden aangemerkt, maar toen [eiser] wegliep en de deur achter zich dicht trok, hield het op. De EO had met de confrontatie moeten stoppen en de kliniek moeten verlaten. Het verdere optreden van de EO-medewerkers, waarbij [eiser] als opgejaagd wild op de huid werd gezeten, telkens deuren werden geopend die hij achter zich dicht had gedaan en geen gevolg werd gegeven aan herhaalde verzoeken om de kliniek te verlaten, is in alle opzichten onrechtmatig. Voorzover [eiser] zich ook op zijn portretrecht beroept had hij vanaf dat moment een redelijk belang om zich te verzetten tegen openbaarmaking daarvan.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6302

Eerst even voor jezelf lezen

holhoog.gifRechtbank Amsterdam, 19 juni 2008, LJN: BD4785, eiseres tegen Hollandse Hoogte B.V. (met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx)

“Eiseres is zonder haar toestemming gefotografeerd en gedaagde heeft deze foto zonder toestemming van eiseres op haar website (databank met foto's) geplaatst. Het beroep van eiseres op portretrecht slaagt niet. Er is sprake van een portret dat is geopenbaard. Het gaat om een onschuldige foto die niet in een diskwalificerende context is geplaatst. Eiseres is bovendien geen bekende Nederlander, model of sporter die haar portret commercieel kan exploiteren. Onder deze omstandigheden wordt geoordeeld dat het recht op privacy van eiseres niet zodanig is geschonden dat het recht op openbaarmaking van de foto door gedaagde daarvoor moet wijken. Eiseres heeft dan ook geen redelijk belang zich tegen de openbaarmaking te verzetten. “

Lees het vonnis hier.

IEF 6257

Hoge Raad

Hoge Raad, 13 juni 2008, LJN: BB8949, KPN Telecom B.V. (thans geheten KPN B.V.),
Pretium Telecom B.V.,

Geschil over misleidende reclame; in kort geding opgelegd verbod tot openbaarmaking door telecomaanbieder van garantie als laagste kostengarantie. Beroep verworpen, de klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Met conclusie van Verkade, o.a. ruime aandacht voor de reikwijdte van vonnisfrasen als  'mededelingen of suggesties van gelijke aard of strekking, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, openbaar te (doen) maken'.

Lees het arrest hier. Zie ook: IEF 5156.

Hoge Raad, 13 juni 2008, LJN: BD0686, Eiser tegen Endemol Nederland B.V.

Arrest over de rafelranden van de IE, maar voornamelijk geestig leesvoer. IE, Geschil over misgelopen prijzengeld bij deelneming aan televisiequiz. (81 RO) ('Waar werden in 1912 de Olympische Spelen gehouden, waar vrouwen voor het eerst meededen?')

“2.6 Het Hof heeft, bij arrest van 21 september 2006, het bestreden vonnis bekrachtigd, daartoe onder meer overwegend: "3.4 De tweede grief strekt ten betoge dat de rechtbank in rechtsoverweging 1.h ten onrechte als vaststaand heeft aangenomen dat "Parijs 1900" het goede antwoord zou zijn geweest op de quizvraag. De grief faalt in die zin dat de rechtbank met de bestreden vaststelling kennelijk slechts tot uitdrukking heeft willen brengen dat het antwoord "Parijs 1900" goed zou zijn gerekend, welke vaststelling juist is. De rechtbank heeft geen eigen oordeel gegeven over de vraag welk antwoord op de quizvraag juist is. Voor zover de grief inhoudt dat de rechtbank dat laatste wel had moeten doen faalt de grief. Gelet op hetgeen hierboven onder 3.1.3 geciteerde deel van de door [eiser] ondertekende verklaring kan de burgerlijke rechter niet treden in de vraag of het antwoord "Parijs 1900" door Endemol terecht is aangemerkt als het (enig) juiste antwoord op de quizvraag. Dat laatste is mogelijk anders indien er geen twijfel mogelijk is over de onjuistheid van het antwoord "Parijs 1900". Dat is echter, ook volgens de stellingen van [eiser], niet het geval. De [lees:] tweede grief faalt daarom.”

Lees het arrest hier.

IEF 6136

Koninklijk leven

Rechtbank Amsterdam 20 februari 2008, HA ZA 07-2049, De Roy van Zuydewijn tegen  Vrije Radio Omroep Nederland B.V. (Radio 538).

Portretrecht. Auteursrecht en persoonlijke levenssfeer. Materiële en immateriële schade door gebruik portret De Roy in advertentie.

Gedaagde, in de hoedanigheid van Radio 538, organiseert ieder jaar een evenement op Koninginnedag. De promotiecampagne voor dit evenement bestond in 2007 o.a. uit een prijsvraag die werd aangekondigd in een advertentie op de  voorpagina van De Telegraaf. De advertentie besloeg ongeveer één tiende van de voorpagina en bestond uit een foto van De Roy die ongeschoren is en een vermoeide indruk maakt en min of meer verschrikt opkijkt naar de fotograaf. Onderaan de foto was met grote letters de tekst geplaatst: “Koninklijk leven” en direct daaronder: “voor even”.  Weer daaronder stond: “dat win je bij RADIO 538. Luister tussen 23 en 27 april.” 

De Roy eist  € 50.000,- vanwege schending van artikel 21 Auteurswet en € 20.000,- aan immateriële schadevergoeding. Radio 538 betwist niet onrechtmatig te hebben gehandeld jegens De Roy en het geding betreft daarom alleen de schadevergoeding.

“4.2. Hierbij dient als uitgangspunt te gelden dat onbetwist vast staat dat De Roy een verzilverbare populariteit geniet. Dat wil zeggen dat hij zijn populariteit commercieel kan exploiteren en dat hij derhalve voor een advertentie als de onderhavige een geldelijke beloning had kunnen bedingen. Nu Radio 538 de advertentie heeft geplaatst zonder instemming van De Roy, dient de rechtbank de redelijkerwijs door De Roy te ontvangen geldelijke beloning voor een advertentie als de onderhavige te schatten.”

De rechtbank passeert de schatting van De Roy zelf, die is gebaseerd (onbewezen) bedragen die hij voor andere commerciële advertenties zou hebben ontvangen.

“4.4. De rechtbank is van oordeel dat De Roy voor het gebruik van zijn portret een beloning van EUR 20.000,= had kunnen bedingen. De rechtbank houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat de advertentie korte tijd op de website van Radio 538 heeft gestaan en dat deze eenmalig is geplaatst in het landelijk dagblad De Telegraaf, welke krant een grote oplage kent en zowel in het binnen- als buitenland wordt verkocht. Eveneens houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat de advertentie is geplaatst op de voorpagina van De Telegraaf en dat de omvang van de advertentie al met zich brengt dat de aandacht op de foto van De Roy wordt gevestigd. Voorts neemt de rechtbank hierbij de nadelige wijze waarop De Roy is geportretteerd in aanmerking, waarbij aannemelijk is dat De Roy indien het tot onderhandelen met Radio 538 was gekomen daarvoor een hoge vergoeding had kunnen bedingen. Voor zover Radio 538 heeft betoogd dat zij met een dergelijk hoog bedrag nooit zou hebben ingestemd, heeft te gelden dat dit voor haar rekening en risico komt, nu Radio 538 er voor heeft gekozen de advertentie te plaatsen zonder toestemming van De Roy hiervoor te vragen, en aldus zelf de onderhandelingsfase heeft overgeslagen.”

Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding acht de rechtbank het onvoldoende aannemelijk dat Radio 538 met de advertentie heeft beoogd De Roy nadeel toe te brengen zoals dat is bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub a BW. Wel aannemelijk acht de rechtbank het dat de advertentie een aantasting van van de persoonlijke levenssfeer van De Roy als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub b BW.

“4.5. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding geldt het volgende. Radio 538 voert ten onrechte aan dat De Roy naast de materiële schadevergoeding zoals hiervoor overwogen, geen immateriële schadevergoeding zou toekomen. De vergoeding van de materiële schade ziet op de omstandigheid dat Radio 538 het portret van De Roy zonder diens toestemming voor commerciële doeleinden heeft gebruikt, terwijl De Roy beschikt over een verzilverbare populariteit waardoor het onthouden van zijn toestemming ervoor heeft gezorgd dat De Roy inkomsten is misgelopen die hij anders had kunnen bedingen. Daarnaast heeft De Roy recht op immateriële schadevergoeding, nu de geplaatste advertentie inbreuk maakt op het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. De Roy heeft terecht aangevoerd dat de wijze waarop hij is afgebeeld in combinatie met de woorden “Koninklijk leven” en “voor even” suggestief is en zijn persoonlijke levenssfeer schaadt. Voor dit alles acht de rechtbank een vergoeding van EUR 4.000,= in overeenstemming met de wettelijke maatstaven.  

4.6. Voorts heeft met betrekking tot de gevorderde immateriële schadevergoeding te gelden dat voor zover De Roy heeft beoogd met zijn vordering schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) te vorderen, welk artikel bepaalt dat schadevergoeding verschuldigd is indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen, dit niet op gaat. De rechtbank acht onvoldoende aannemelijk dat Radio 538 met de advertentie heeft beoogd De Roy nadeel toe te brengen als bedoeld in voornoemd artikel. Wel acht de rechtbank aannemelijk dat de advertentie, zoals Radio 538 stelt, als grap bedoeld is en met een knipoog refereert aan het verbroken huwelijk van De Roy met Prinses Margarita, waarbij de rechtbank maar in het midden laat of de grap geslaagd is. Dit vormt echter een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van De Roy als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub b, BW.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6001

Eerst even voor jezelf lezen

edin.gifRechtbank Amsterdam, 17 april 2008, LJN: BC9778, Salah Edin tegen Geert Wilders:

Fitna-vonnis. Portretrecht. Rapper en fotograaf krijgen schadevergoeding wegens vergissing met foto in film Fitna. 

“4.2.  Volgens artikel 10 lid 1 van de Auteurswet moeten onder werken van letterkunde, wetenschap of kunst ook fotografische werken worden verstaan. De foto van [eiser 1] kan als werk in de zin van de Auteurswet worden aangemerkt. De foto, die is gemaakt voor de hoes van de CD van [eiser 1], is een oorspronkelijk voortbrengsel met een eigen karakter. De foto lijkt op die van Mohammed B., maar niet zodanig dat aan de foto van [eiser 1] het eigen karakter kan worden ontzegd. De gelijkenis is doelbewust en met reden door [eiser 1] opgezocht, waardoor de foto juist als vrucht van creatieve inspanning kan worden aangemerkt. Niet betwist is dat [eiser 2] de maker is van de foto. [eiser 2] is dus auteursrechthebbende en hij kan zich in dit geding op zijn auteursrechten beroepen.”

Lees het vonnis hier.