Reclamerecht  

IEF 592

te zijner tijd

"De gezamenlijke vergunninghouders hebben mij thans de door hen opgestelde gedrags- en reclamecode kansspelen doen toekomen. De vergunninghouders zijn voornemens het toezicht op de naleving van de gedrags- en reclamecode, nadat deze door mij is goedgekeurd, te laten geschieden door de Reclame Code Commissie. Ter voorbereiding van de gedrags- en reclamecode hebben de vergunninghouders een onderzoek laten uitvoeren door Ernst & Young Accountants, waaruit blijkt dat de totale wervings- en reclamekosten van de gezamenlijke vergunninghouders in de periode 2003-2004 ten opzichte van 2002 met gemiddeld 9% zijn afgenomen.

De komende weken zal ik bezien of de gedrags- en reclamecode in lijn is met het restrictieve kansspelbeleid. Indien nodig zal ik de vergunninghouders verzoeken de code aan te passen. Ik zal u de vastgestelde code te zijner tijd toezenden."

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2005

 

1. Gedrags- en reclamecode kansspelen
Bij brief van 23 juni 2004 heb ik, mede naar aanleiding van door leden van de Tweede Kamer geuite zorgen over reclame-uitingen met betrekking tot kansspelen, de landelijke vergunninghouders voor kansspelen en de VAN Speelautomaten brancheorganisatie gevraagd hun reclameaanbod te beperken en een gedrags- en reclamecode te ontwikkelen waarin invulling wordt gegeven aan een evenwichtig beleid voor wervings- en reclameactiviteiten.

De gezamenlijke vergunninghouders hebben mij thans de door hen opgestelde gedrags- en reclamecode kansspelen doen toekomen. De vergunninghouders zijn voornemens het toezicht op de naleving van de gedrags- en reclamecode, nadat deze door mij is goedgekeurd, te laten geschieden door de Reclame Code Commissie. Ter voorbereiding van de gedrags- en reclamecode hebben de vergunninghouders een onderzoek laten uitvoeren door Ernst & Young Accountants, waaruit blijkt dat de totale wervings- en reclamekosten van de gezamenlijke vergunninghouders in de periode 2003-2004 ten opzichte van 2002 met gemiddeld 9% zijn afgenomen.

De komende weken zal ik bezien of de gedrags- en reclamecode in lijn is met het restrictieve kansspelbeleid. Indien nodig zal ik de vergunninghouders verzoeken de code aan te passen. Ik zal u de vastgestelde code te zijner tijd toezenden.


2.  Sponsorovereenkomst Eredivisie
Bij brief van 3 juni 2004 (24036/24557, nr. 301) heb ik uw Kamer bericht dat Holland Casino haar sponsorcontract met Eredivisie C.V. per medio 2005 zou beëindigen. Begin dit jaar deden geruchten de ronde dat de Sponsor Loterij voornemens zou zijn het sponsorcontract met de Eredivisie over te nemen.
Inderdaad heeft de Sponsor Loterij mij begin dit jaar ingelicht over haar plannen met betrekking tot sponsoring van de Eredivisie. Aangezien de aan mij voorgelegde concept-overeenkomst op verschillende punten strijdig bleek te zijn met het door mij gevoerde restrictieve kansspelbeleid, heb ik de Sponsor Loterij laten weten dat ik daar niet mee kon instemmen.

Na overleg te hebben gevoerd met ambtenaren van mijn ministerie, heeft de Sponsor Loterij gezocht naar een andere invulling van de door haar gewenste samenwerking met de Eredivisie. Daarbij stond voorop dat die invulling gericht zou zijn op de doelstelling om steun te verlenen aan de ‘integratie van verschillende culturen in de Nederlandse samenleving door middel van steun aan voetbalclubs en verenigingen’. Vanuit mijn ministerie zijn daaraan onder andere de volgende voorwaarden gesteld: geen activiteiten die een mogelijk risico vormen voor het restrictieve kansspelbeleid, bescherming van minderjarigen, geen betrokkenheid van minderjarigen bij wervingsactiviteiten, geen naamsverbinding of zichtbare kentekenen van de loterij in de presentatie van de Eredivisie, geen gebruikmaking van bestanden met persoonsgegevens van de voetbalclubs, in aantal en omvang beperkte reclame-uitingen langs het veld, op televisie en dergelijke.

Thans heeft de Sponsor Loterij mij bericht met inachtneming van de gestelde voorwaarden op hoofdlijnen met de Eredivisie C.V. overeenstemming te hebben bereikt. Deze overeenstemming houdt onder andere het volgende in:
- De Sponsor Loterij wordt maatschappelijk partner van de Eredivisie. De financiële bijdrage is gelijk aan de individuele bijdragen van de vijf overige sub sponsoren.
- Er is geen sprake van directe naamskoppeling tussen de Sponsor Loterij en de Eredivisie.
- De duur van het contract bedraagt één jaar, met een optie voor nog twee jaar.
- Eventuele commercials op televisie stellen het goede doel centraal; daarvoor zijn zes goede doelen geselecteerd.

Voorts heeft de Sponsor Loterij mij meegedeeld dat de N.V. Nationale Goede Doelen Loterijen N.V. recent maatregelen heeft doorgevoerd om tegemoet te komen aan de door mij gewenste vermindering van sportgerelateerde sponsoractiviteiten. Zo hebben de Nationale Postcode Loterij en de BankGiro Loterij de sponsorcontracten met respectievelijk de schaatsploeg (na afloop van aanstaande Olympische winterspelen) en de wielerploeg (met ingang van het huidige wielerseizoen) opgezegd. Deze contracten waren gebaseerd op directe naamskoppeling.

Ik heb de Sponsor Loterij bericht, onder voorbehoud van mijn instemming met de definitieve overeenkomst, voorlopig voor de duur van één jaar in te stemmen met het door de Sponsor Loterij beoogde maatschappelijk partnerschap met de Eredivisie C.V. Een eventuele verlenging van de overeenkomst zal beoordeeld worden aan de hand van de nog vast te stellen gedrags- en reclamecode kansspelen.


De Minister van Justitie,


J.P.H. Donner

IEF 557

CGR breekt verschillende records

Persbericht CGR: Bij de controle op de naleving van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame zijn in 2004 verschillende records gebroken. Ten opzichte van voorgaande jaren heeft de Codecommissie meer klachten en adviesaanvragen behandeld, in totaal 30 klachten en 45 adviesaanvragen, naast het op grote schaal beoordelen van de interne procedures van farmaceutische bedrijven met betrekking tot niet-WMO-plichtig onderzoek. Daarnaast is het aantal vragen over geneesmiddelenreclame van artsen en apothekers fors toegenomen.

Het zojuist verschenen jaarverslag 2004 van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) bevat verder belangrijke informatie over onder andere de aangescherpte regels op het gebied van gunstbetoon, het aanbieden van geschenken en vergoeden van reizen naar het buitenland door de farmaceutische industrie aan artsen. Lees jaarverslag hier. Lees persbericht hier.

IEF 553

Look-a-likes (4): het vonnis

Vonnis in de zaak Gouden Gids/iLocal (eerdere berichten hier)  is inmiddels gepubliceerd: Vzngr. Rechtbank Breda, 24-06-2005, LJN: AT8316 146762 / KG Z A 05-310. 

"Door gebruik te maken van een advertentie die zozeer gelijkend is aan de omslag van Gouden Gids lift Yellow Bear mee op de bekendheid en de goodwill van Gouden Gids, hetgeen in strijd is met art. 6:194a lid 2 sub g BW. Door aan te haken bij de bekendheid van de recente reclamecampagne van Gouden Gids en tegelijkertijd in de advertentie het publiek op te roepen de Gouden Gids de rug toe te keren, wordt de goede naam en reputatie van Gouden Gids geschaad. Door zich daarbij denigrerend en afbrekend over de dienst-verlening van Gouden Gids uit te laten tracht Yellow Bear met deze advertentie op oneerlijke wijze te profiteren van de bekendheid van Gouden Gids en haar reclame-campagne ten detrimente van Gouden Gids. Ook aan het vereiste van art. 6:194a lid 2 sub e BW voldoet de vergelijkende reclame derhalve niet.

De advertentie voor iLocal.nl voldoet evenmin aan artikel 6: 194a lid 2 sub d BW, omdat sprake is van verwarring met de diensten van Gouden Gids. Het overgrote gedeelte van het publiek zal vluchtig kennis nemen van de advertentie voor iLocal.nl en onmiddellijk veronderstellen met Gouden Gids van doen te hebben, omdat iLocal.nl alle kenmerken van de advertenties van Gouden Gids heeft gebruikt. Dit geldt in ieder geval voor die reclame-uiting waarin de toelichting ontbreekt, te weten de folder die onder Makro-klanten is verspreid. Bovendien neemt de toelichting van iLocal.nl, zoals in de advertentie geplaatst in De Telegraaf, een ondergeschikte plaats in. Lees vonnis.

IEF 552

Experiment met online gokken

Het kabinet heeft Holland Casino toegestaan een proef te doen met online gokken om zo inzicht te verkrijgen in de effecten van online kansspelen. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden: spelers moeten zich registreren, zijn gebonden aan een maximale inzet en ook hun speelgedrag wordt in de gaten gehouden. (Persbericht Min. van Justitie)

IEF 551

Koekhappen valt slecht bij Masai

Het Rotterdams Dagblad bericht dat de Masai-gemeenschap in Oost-Afrika woedend is op de Nederlandse koekfabrikant Peijnenburg. Vooraanstaande Masai waren afgelopen week in Den Haag voor een congres en zagen de tv-reclame waarin Masai-krijgers koekhappenen en eisen nu excuses en roepen op tot een boycot van Peijnenburgkoek. De aanwezigheid van Masai krijgers in de commercial is overigens geen toeval, maar een verwijzing naar de rituele Masai 'sprong dans' waarbij jonge krijgers hun behendigheid en kracht demonstreren door vanuit staande positie omhoog te springen. Het is niet waarschijnlijk dat de oud-Hollandse traditie van koekhappen een zelfde achtergrond heeft.

IEF 543

Look-a-likes (3)

Vonnis van de Vzngr. Rb Breda nog niet gezien, maar wat Sylvia Millecam niet lukte, lukt Katja Schuurman wel. Zibb.nl bericht dat zoekmachine iLocal zijn reclamecampagne met een parodie op concurrent Gouden Gids moet rectificeren (zie eerdere berichten). Het door iLocal afgebeelde model lijkt teveel op Katja Schuurman en zou daarmee inbreuk maken op haar portretrecht.

Directeur Bernd Klaasse Bos van iLocal is teleurgesteld, maar ziet ook mogelijkheden. ILocal moet op alle plaatsen waar het geadverteerd heeft een rectificatie plaatsen op een-achtste van de pagina. 'Maar de rechter heeft erbij gezegd dat we ons logo ook in die rectificatie mogen gebruiken. We denken er nu over bijvoorbeeld een hele pagina in De Telegraaf te plaatsen in onze eigen huisstijl, met in een hoekje de rectificatie.

 

IEF 536

Langs rijkswegen

Het antwoord van minister Peijs (VenW) op kamervragen van SGPer Van der Staaij ("Klopt het bericht, dat u zich inzet voor de realisatie van een zeer grote en hoge reclamemast met erotische boodschappen langs de A4 ter hoogte van Alkemade?") geeft een aardig inzicht in het reclamebeleid voor de rijkswegen. Minister zet zich uiteraard niet voor in voor zo'n mast en legt het even uit.

"Mijn beleid blijft gericht op terughoudendheid ten aanzien van reclame-uitingen langs rijkswegen om afleiding van de rijtaak zoveel mogelijk te voorkomen. Dit beleid dat is neergelegd in de Richtlijnen Bewegwijzering, komt erop neer dat RWS op haar eigen grondgebied in principe geen reclame toestaat (met een kleine uitzondering voor de wegrestaurants en benzinestations) terwijl RWS via de daartoe geëigende juridische procedure van inspraak en bezwaar en beroep optreedt tegen reclame buiten haar eigen grondgebied dat gericht is op de weg en die in haar ogen verkeersonveilig is.

Centraal staat de verkeersveiligheid. Uit de geanalyseerde ongevallencijfers van de afgelopen jaren blijkt ter plaatse van Roelofarendsveen geen enkele relatie met de aanwezige reclameborden aantoonbaar. Dat wordt ook niet verwacht bij de verplaatsing van de reclameborden. In de, reeds jaren terug, ingezette verwerving van de A4 gaat het om een verplaatsing van reeds aanwezige reclameborden en om opgebouwde rechten van een exploitant.

De uitingen op de reclameborden worden beoordeeld door de Reclame Code Commissie. Ik heb geen reden om aan te nemen dat de huidige reclameborden meer of minder afleiden dan andere reclameborden."

IEF 535

Evaluatie Drank- en Horecawet

"De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de Kamer verschillende malen heeft uitgesproken dat het alcoholgebruik onder jongeren moet worden teruggedrongen en dat reclame direct of indirect gericht op jongeren derhalve niet acceptabel is; overwegende, dat zelfregulering tot onvoldoende vermindering van alcoholreclame leidt die door jongeren gezien of gehoord wordt;verzoekt de regering om de Kamer voor eind 2005 inzicht te geven in de effecten van de afspraken met betrekking tot de zelfregulering, het aantal getoetste reclames, afgewezen reclames, de opgelegde boetes, de tijdstippen waarop reclames worden uitgezonden en gedane studies over gedragsbeïnvloeding door alcoholreclame op jongeren hierbij te betrekken, en gaat over tot de orde van de dag." Motie van de leden Timmer en Van der Staaij, Kamerstuk 29894,nr. 6 

IEF 532

gratis ideeën

FD van vandaag: Een creatief idee is geen cent meer waard. Artikel van Richard Smit over de ideeënhandel in de reclamewereld. "Wat ondenkbaar zou zijn voor architecten of accountants is voor reclamemakers heel gewoon. Ze geven - in de jacht op nieuwe opdrachten - hun ideeën gratis weg." Reclamebureaus die meedingen naar de opdracht dienen steeds vaker  de rechten op de ontwikkelde creatieve concepten en bijbehorende materialen over te dragen aan de opdrachtgever. Ook als ze de opdracht uiteindelijk niet krijgen.

Adverteerders zouden zo het risico op schadeclaims willen vermijden wanneer bureaus vergelijkbare concepten presenteren. Bovendien zijn ze bang dat afgekeurde ideeën aan anderen worden aangeboden. 'Alsof je in een winkel een mooi pak kiest en ze de andere pakken niet meer mogen verkopen.' Adverteerders kopen op deze manier niet meer de creatieve producten van een reclamebureau, maar het serviceapparaat.

Omdat het een internationale ontwikkeling is, kunnen Nederlandse reclamebureaus er  maar weinig aan doen. Brancheorganisatie  Vea waarschuwt aangesloten bureaus tegen bepaalde opdrachtgevers en komt binnenkort met een soort 'pitch checklist' om bedrijven te helpen bij een bureauselectie. Tijd voor een wet of een code? (of gewoon weer een heffing natuurlijk).

IEF 531

Politiek ontdekt RCC

Na kamervragen over 'De Hand Van God' en 'Dump Je Schatje' is het nu De Partij voor de Dieren die zich beklaagt over de RCC. "De PvdD  roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden."

Persbericht Pvdd. PvdD roept op tot discussie over werking Reclame Code Commissie nav uitspraak ProefdierVrij
17-06-2005

Amsterdam, 17 juni 2005 - De Partij voor de Dieren roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden.

 De Reclame Code Commissie lijkt die lijn met deze uitspraak te hebben verlaten en de Partij voor de Dieren acht dat een bedenkelijke ontwikkeling die grote gevolgen kan hebben voor de toekomst waar het gaat om het uitdragen van denkbeelden door organisaties die verandering nastreven van de gangbare praktijken op het gebied van bijvoorbeeld diergebruik.

Omdat de uitspraak van de RCC (waartegen overigens nog beroep open staat) vergaande consequenties kan hebben voor de mate waarin media bereid zijn boodschappen van de strekking zoals Proefdiervrij die uitdraagt uit te zenden,  is sprake van een belangrijk precedent.

Onlangs nog achtte de RCC zich in twee instanties niet bevoegd tot het doen van uitspraken over door de Nederlandse overheid uitgedragen denkbeelden, ten aanzien van de Europese grondwet, waarin de overheid met nadruk haar neutrale positie had verlaten, en tegenstanders van de grondwet uitmaakte voor mensen die “mythen en fabels” zouden vertellen. Merkwaardig genoeg lijkt ProefdierVrij met het uitdragen van haar denkbeelden met geheel andere maten gemeten te worden.

Omdat er voor het uitdragen van denkbeelden geen verplichte disclaimers bestaan (zoals bij bancaire en medische producten wel het geval is) is het een onredelijke eis om van ideële organisaties zoals Proefdiervrij te verlangen dat ze reclame zouden maken voor het strenge karakter van de eisen die aan dierproeven zouden worden gesteld, terwijl de organisatie nu juist ageert tegen het feit dat zulks niet of onvoldoende het geval is.

In het belang van de vrijheid van meningsuiting roept de PvdD daarom nu op tot inhoudelijke discussie over de werking van de Reclame Code Commissie en zal zich daartoe per brief tot de in de RCC participerende partijen wenden.