Onduidelijk dat Tom Waits zelf niet optreedt
RCC 1 februari 2012, dossiernr. 2011/01205 (Tom Waits' rain dogs revisited)
Als randvermelding. Reclamerecht en misbruik naam artiest. Misbruik naam artiest. Klager, een groot fan van deze artiest, heeft twee kaartjes besteld voor het aangekondigde concert dat in het NRC met een advertentie is aangekondigd met de woorden: "Tom Waits' Rain Dogs Revisited met o.a." waarna een aantal meewerkende artiesten worden opgesomd. Tijdens het concert bleek dat Tom Waits zelf niet meedeed en het concert door andere artiesten gegeven werd. Klager acht de advertentie, waarin de naam van Tom Waits groot is weergegeven, misleidend. De commissie acht dat het onvoldoende duidelijk is dat Tom Waits zelf niet optreedt en doet een aanbeveling. [red. soortgelijke uiting zie RB 1312]
Commissie:
Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de advertentie onvoldoende duidelijk dat Tom Waits zelf tijdens het aangekondigde concert niet optreedt. Betwijfeld moet worden of het gebruik van de apostrof, die er op moet duiden dat het een concert is met werk van Tom Waits, maar niet door hemzelf gegeven, door de gemiddelde consument in die zin wordt begrepen. Bovendien sluit de aanduiding “Met o.a.” boven de opsomming van meewerkende artiesten niet uit dat het een concert van Tom Waits betreft waaraan ook andere artiesten hun medewerking verlenen.
Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie ten aanzien van de aard van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat op de website waarnaar in de uiting wordt verwezen meer informatie over het concert wordt gegeven, neemt het misleidende karakter van de uiting niet weg.

In de aangenomen motie wordt de regering verzocht “om het ACTA-verdrag niet te tekenen zolang niet onomstotelijk vastgesteld is dat het verdrag niet in strijd is met de grondrechten”. In een van de overwegingen is aangegeven dat volgens artikel 218, lid 11 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie iedere lidstaat het advies van het Europees Hof van Justitie kan inwinnen over de verenigbaarheid van een voorgenomen overeenkomst met de Europese verdragen. Tijdens het debat over de Staat van de Europese Unie van 9 februari jl. hebben minister-president Rutte en minister Rosenthal reeds aangegeven dat Nederland een ordentelijke procedure op dit gebied heeft, namelijk het vragen van advies aan de Raad van State.
Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Vandaag heeft het BBIE een serie oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard zijn om door te nemen. Twee opposities zijn eerder apart besproken, vanwege de toepassing van de ONEL/OMEL-leer zie IEF
(debatgemist+amendementen) houdende de wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten.
Gesignaleerd door en met samenvatting van
Uitspraak en afbeeldingen ingestuurd door Joep Weel, 
De Vereniging voor Media- en Communicatierecht (VMC) en de Vereniging voor Auteursrecht (VVA) organiseerde 22 februari een gezamenlijke studiemiddag over de Brein/Ziggo-XS4All-zaak en het Europese perspectief zoals dat gevormd wordt door onder meer de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in Scarlet/Sabam (en Sabam/Netlog).
Uitspraak ingezonden door Marc de Boer,