Enkel bij versterf
HvJ EU, 15 april 2010, zaak C-518/08, Fundación Gala-Salvador Dalí & Visual Entidad de Gestión de Artistas Plásticos (VEGAP) tegen Société des auteurs dans les arts graphiques et plastiques (ADAGP) c.s. (prejudiciële vragen Tribunal de grande instance de Paris (Frankrijk).
Auteursrecht. Volgrecht. Auteursrecht. Volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk. Rechthebbenden na het overlijden van de auteur. De Volgrecht-richtlijn verzet zich niet tegen een nationale regeling op grond waarvan de opbrengst van het volgrecht enkel toekomt aan de erfgenamen bij versterf van de kunstenaar, met uitsluiting van de testamentaire legatarissen.
Naar de huidige stand van het Franse recht is na het overlijden van de auteur van het werk de kring van rechthebbenden van het volgrecht beperkt tot de erfgenamen bij versterf van de auteur, met uitsluiting van alle testamentaire legatarissen. Salvador Dalí liet in 1989 al zijn intellectuele eigendomsrechten bij testament na aan de Spaanse staat. Indien hij intestaat was overleden, zouden die rechten echter zijn overgegaan op een aantal erfgenamen in de zijlijn. Vragen i.c..betreffen geschil tussen de Spaanse maatschappij die de rechten int namens de Spaanse staat en de Franse collectieve beheermaatschappij die rechten aan zijn erfgenamen in de zijlijn heeft uitgekeerd. Is de Franse beperking van de kring van rechthebbenden van het volgrecht tot de erfgenamen bij versterf verenigbaar met het gemeenschapsrecht? Ja, oordeelt het hof, mits alle omstandigheden van het geval et cetera:
Het Hof (Derde kamer) verklaart voor recht:
Artikel 6, lid 1, van richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale bepaling, zoals die aan de orde in het hoofdgeding, op grond waarvan het volgrecht enkel toekomt aan de erfgenamen bij versterf van de kunstenaar, met uitsluiting van de testamentaire legatarissen. De verwijzende rechterlijke instantie dient bij de toepassing van een nationale bepaling tot uitvoering van voornoemd artikel 6, lid 1, naar behoren rekening te houden met alle relevante regels die ertoe strekken, wetsconflicten op het gebied van de vererving van het volgrecht op te lossen.
Vzr. Rechtbank Amsterdam. 7 april 2010, KG ZA 10-699 MH/EB, X tegen RTL Group Beheer B.V. (met dank aan Eveline Rethmeier,
Rechtbank Amsterdam, 14 april 2010, HA ZA 06-3100, Cruijff c.s. tegen Tirion Uitgevers en Guus de Jong (met dank aan Kitty van Boven,
Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 april 2010, HA ZA 09-2833, Present Sieraden B.V. tegen (X) (met gelijktijdige dank aan Wim Maas,
Rechtbank Amsterdam, vonnis in incident van 31 maart 2010, HA ZA 09-4019, Converse Inc. c.s. tegen Metro Cash & Carry B.V c.s. (met dank aan Leonie Kroon,
100 jaar ROW, 30 jaar commercieel portretrecht, 85 jaar Overeenkomst van ’s-Gravenhage, 5 jaar Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en de festiviteiten voor 100 jaar AW zijn ook al in voorbereiding. Voor wie in de juiste stemming is valt er altijd wel iets te vieren. Zo was het op 10 april, afgelopen zaterdag, 300 jaar geleden dat het Statute of Queen Anne in werking trad, “considered to be the first fully-fledged copyright statute”. Mogelijk dus de de 300e verjaardag van het auteursrecht, maar in ieder geval een hele mooie tekst ("to their very great Detriment, and too often to the Ruin of them and their Families!"):
Vzr. Rechtbank Arnhem, 12 april 2010, KG ZA 10-191, Energy Circle B.V. tegen Essent N.V.