Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.777 artikelen gevonden
IEF 20484

Artikel ingezonden door Richard Trouborst, Charlotte Vrendenbarg en Dirk Visser, Visser, Schaap & Kreijger.

Trouborst, Vrendenbarg en Visser: Deepfakes

In deze bijdrage uit het NJB worden enkele juridische aspecten van deepfakes besproken, oftewel niet van echt te onderscheiden nep (-beelden en/of -geluiden).

Gekeken wordt naar de positie van de makers van deepfakes, de makers van materiaal dat in deepfakes wordt verwerkt en gedeepfakete personen en hun nabestaanden. De nadruk ligt hierbij op de aard en de omvang van de rechten en de belangen van die betrokkenen, niet op de juridische en praktische handhavings(on)mogelijkheden.

IEF 20482

Artikel ingezonden door Willem Hoyng, HOYNG ROKH MONEGIER.

Willem Hoyng: German French UPC Supremacy?

Under the heading Juve Patent Survey 2021 Juve uses the title “UPC favourites: French and German judges dominate”. Juve suggests that its findings are based on Juve’s own worldwide survey of 1300 “patent experts”.

We do not know (other than the indication “heads of patent departments in selected technology companies across Europe as well as lawyers and patent attorneys with patents experience”) who these 1300 patent experts are; how many of these so-called experts have litigated patent cases; and how many of them have litigated several cases in front of the judges they nominate and/or have studied in depth the decisions of these judges.

Lees verder op EPLAW.org >>

IEF 20480

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vordering tot doorhaling woordmerk UBO toegewezen

BBIE 13 jan 2022, IEF 20480; https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-doorhaling-woordmerk-ubo-toegewezen

BOIP 13 januari 2022, IEF 20480, IEFbe 3361; N3000217 (Kamer van Koophandel tegen UBO) Doorhalingsbeslissing. Op 27 maart 2020 diende de verzoeker (Kamer van Koophandel) een vordering tot doorhaling van Benelux inschrijving 13933760 van het woordmerk UBO in. De verzoeker stelt dat er onder andere sprake is van de nietigheidsgronden uit artikel 2.2.bis, lid 1 sub b en c BVIE. Inhoudelijk betekent dit dat het bestreden merk elk onderscheidend vermogen mist en dat het merk beschrijvend is. Verzoeker stelt dat de aanduiding UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’ en dat deze term wordt gebruikt om de belanghebbende van een onderneming of rechtspersoon aan te duiden. Uit de stellingen van partijen blijkt voorts dat het woord UBO kan dienen om een kenmerk aan te duiden van de diensten waarvoor het merk is geregistreerd. Dit leidt tot de conclusie dat de in artikel 2.2bis, lid 1, sub b en c BVIE bedoelde absolute nietigheidsgronden van toepassing zijn. Het Bureau besluit dat de vordering tot doorhaling wordt toegewezen en dat de Benelux merkinschrijving 1393760 wordt doorgehaald voor alle diensten.

IEF 20478

NJV publicatieprijs

De NJV reikt tweejaarlijks de NJV-Publicatieprijs uit voor het beste wetenschappelijke artikel dat in kalenderjaar 2020 of 2021 is verschenen en dat een zeer belangwekkende bijdrage aan de theorievorming van het (Nederlandse) recht in brede zin heeft geleverd. Het gaat om een artikel dat is verschenen in een tijdschrift of bundel. Zelfstandige publicaties, dissertaties, monografieën en preadviezen zijn uitgesloten van deelname. Deze prijs bestaat uit een beeld en een bedrag van € 1.500,-. De prijzen worden uitgereikt tijdens het NJV jaarcongres op vrijdag 10 juni 2022 te Utrecht.

Lees verder op njv.nl.

 

IEF 20476

Prejudiciële vragen over alternatieve modellen

HvJ EU 21 dec 2021, IEF 20476; (Papierfabriek Doetinchem), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-alternatieve-modellen

Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) 21 december 2021, IEF 20476, IEFbe 3359; C-684/21 (Papierfabriek Doetinchem) via MinBuza. Verzoekster is houder van het recht op een gemeenschapsmodel dat is ingeschreven en gepubliceerd (litigieus model) met betrekking tot een packing device. Verweerster verkocht een concurrerend product dat door verzoekster wordt beschouwd als een inbreuk op het litigieuze model. Verweerster is van mening dat het litigieuze model nietig is omdat alle kenmerken van het model uitsluitend worden bepaald door de technische functie van het voortbrengsel. Zij heeft een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoeksters gemeenschapsmodel ingesteld. De rechter in eerste aanleg heeft haar vordering in reconventie afgewezen. Hij was van oordeel dat de kenmerken van het litigieuze model gezien het bestaan van een groot aantal ontwerpalternatieven niet uitsluitend worden bepaald door de technische functie ervan. In het hiertegen ingestelde hoger beroep heeft de verwijzende rechter de reconventionele vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model toegewezen.

IEF 20474

Vernietiging beslissing Uniewoordmerk SO COUTURE

HvJ EU 21 jan 2021, IEF 20474; (L’Oréal tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/vernietiging-beslissing-uniewoordmerk-so-couture

HvJ EU Kamer van beroep 21 januari 2021, IEF 20474, IEFbe 3357; T-30/21 (L’Oréal tegen EUIPO) Verzoekschrift. L’Oréal is de verzoekende partij en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de verwerende partij. L’Oréal heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan bij EUIPO voor het Uniewoordmerk SO COUTURE. Dit verzoek is door de vijfde kamer van beroep van het EUIPO op 3 november 2020 in zaak R 158/2016-5 afgewezen. L'Oréal verzoekt nu dat deze beslissing op grond van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad bij de globale beoordeling en de beoordeling van het verwarringsgevaar wordt vernietigd. De Kamer van beroep oordeelt dat de bestreden beslissing moet worden vernietigd.

IEF 20473

HvJ EU Conclusie A-G over parallelimport van geneesmiddelen

HvJ EU 13 jan 2022, IEF 20473; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-over-parallelimport-van-geneesmiddelen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20473, LS&R 2014, IEFbe 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen) Deze conclusie betreft drie rechtszaken waarin verschillende geschillen spelen betreffende parallelimport van geneesmiddelen. Het Landgericht Hamburg heeft de behandeling van deze rechtszaken geschorst en het Hof meerdere prejudiciële vragen gesteld. Onder andere de vragen of artikel 47 bis van richtlijn [2001/83] zo moet worden uitgelegd dat ten aanzien van parallel ingevoerde producten kan worden aangenomen dat de maatregelen ter zake van de verwijdering en het aanbrengen van de veiligheidskenmerken overeenkomstig artikel 54, onder o), van richtlijn [2001/83], hetgeen door de parallelimporteur wordt uitgevoerd door middel van ofwel heretikettering ofwel ompakking, gelijkwaardig zijn wanneer beide maatregelen voor het overige voldoen aan de voorwaarden van richtlijn [2001/83] en van gedelegeerde verordening [2016/161] en even geschikt zijn om de authenticiteit en de identiteit van het geneesmiddel te controleren en om te bewijzen dat met het geneesmiddel is geknoeid?

IEF 20472

HvJ EU Conclusie A-G inzake rechtsverwerking wegens gedogen

HvJ EU 13 jan 2022, IEF 20472; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-inzake-rechtsverwerking-wegens-gedogen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20472, IEFbe 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH) Heitec is houdster van het op 4 juli 2005 als Uniemerk ingeschreven woordmerk HEITEC. Verweerster in het hoofdgeding is op 16 april 2003 in het handelsregister ingeschreven onder de handelsnaam HEITECH Promotion GmbH, waaronder zij haar activiteiten verricht (hierna: Heitech). Op 22 april 2009 is Heitech schriftelijk in gebreke gesteld door Heitec wegens het gebruik van de handelsnaam en het merk met het woordelement HEITECH. Heitec heeft voor de rechter primaire vorderingen ingesteld wegens inbreuk op de haar door haar handelsnaam HEITEC verleende rechten, en subsidiair vorderingen wegens inbreuk op haar Uniemerk HEITEC. Het Bundesgerichtshof heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof vier prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn [2008/95] alsmede in de zin van artikel 54, leden 1 en 2, en artikel 111, lid 2, van verordening [nr. 207/2009]. De A-G concludeert o.a. dat alleen een einde kan worden gemaakt aan de termijn van rechtsverwerking wegens gedogen als de houder van oudere rechten laat blijken een einde te maken aan het gedogen door beroep in te stellen binnen een termijn van vijf jaar vanaf het ogenblik waarop hij kennis heeft gekregen van het gebruik van het jongere merk.

IEF 20471

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Burger" is een geldig Uniemerk

EUIPO - OHIM 22 dec 2021, IEF 20471; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://ie-forum.nl/artikelen/euipo-impossible-burger-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20471, IEFbe 3354 ; R 973/2021-5 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2018 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Burger. Op 28 februari 2019 is het merk ingeschreven. Op 18 maart 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk merk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.