Kunstwerken moeten terug naar kunstenaar
Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 15 september 2021, IEF 20320; ECLI:NLRBMNE:2021:4360 (kunstenaar tegen kunsthandelaar) Eiser is kunstenaar en gedaagde is kunsthandelaar. Gedaagde organiseerde een expositie in 2018 waarvoor eiser schilderijen, unieke objecten en het concept van twee installaties heeft geleverd. Gedaagde zou deze werken tentoonstellen en trachten te verkopen. Tijdens de expositie zijn geen werken van eiser verkocht. Eiser vordert dat gedaagde wordt veroordeeld om objecten en kunstwerken af te geven aan eiser. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat de overeenkomst tussen partijen is te kwalificeren als een agentuurovereenkomst. Gedaagde vordert eiser tot betaling van € 63.343,62 betreffende verzendkosten (en aanverwante kosten) en schade geleden door tegenwerking van eiser betreffende verkoop van de werken in 2019. De rechtbank oordeelt dat de tussen partij gesloten overeenkomst een agentuurovereenkomst is. Dit betekent dat eiser eigenaar is van de werken en deze aan eiser dienen te worden afgegeven. Gedaagde komt een retentierecht toe betreffende verzendkosten, handelingskosten en verpakkingsmateriaal bedragend € 1411,75.