Mededeling is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 3 februari 2021, IEF 19762; ECLI:NL:RBROT:2021:913 (X tegen Engie Services West Industrie) Eiser is als zpp'er werkzaam in de olie- en gasindustrie. In 2017 is een overeenkomst van opdracht gesloten tussen eiser en Star OGP Projects. Eiser is op grond van deze overeenkomst tewerkgesteld voor klanten van Engie. Engie heeft eiser ingezet op projecten die zij in opdracht van Shell uitvoerde. Eiser inspecteerde de kwaliteit van de door Engie in opdracht van Shell uitgevoerde werkzaamheden. Toen is er discussie ontstaan tussen eiser en Engie over de aantallen uren die eiser had opgegeven. Engie heeft daarom haar inleningsovereenkomst met Star beëindigd, waardoor de terbeschikkingstelling van eiser ook is geëindigd. Bij mail van 4 augustus 2017 heeft Shell een medewerker van recruitmentbureau Progressive hierover ingelicht. Eiser vordert een verklaring voor recht dat Engie onrechtmatig heeft gehandeld, met veroordeling van Engie tot vergoeding van de door hem geleden schade. Geoordeeld wordt dat Engie gegronde reden had om te twijfelen over de juistheid van de gedeclareerde uren. De mededeling van Engie aan Shell is dan ook niet onrechtmatig. Wel wordt eiser in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat Engie eiser heeft beschuldigd van fraude. Verdere beslissing wordt daarom nog aangehouden.