Veroordeling tot proceskosten Roxtec en OTM
Hof Amsterdam 12 november 2019, IEF 19086; ECLI:NL:GHAMS:2019:4064 (Roxtec tegen OTM) Appel van [IEF 17245]. Merkrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Roxtec houdt zich bezig met de productie en verhandeling van kabel- en pijpafdichtingsoplossingen. Haar producten zijn voorzien van een zogenoemd bulls-eye ontwerp en worden uitgevoerd in de contrasterende kleuren (fel) blauw en zwart. Haar vordering strekt met name tot bescherming van het uiterlijk/de vormgeving van haar producten, zij legt daaraan merkrecht, auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing ten grondslag. OTM is inmiddels overgestapt naar multicolour producten en zegt toe dat zij het oranje/zwart product niet in Nederland op de markt zal brengen "eenvoudigweg omdat zij (…) dit product niet meer fabriceert of verhandelt (zonder enige erkenning)”. Roxtec stelt dat OTM door deze toezegging in feite aan de hoofdvordering heeft voldaan en ziet aanleiding om de vordering met uitzondering van de gevorderde proceskostenveroordeling, tot nihil te verminderen. Zij maakt alleen aanspraak op de proceskosten in beide instanties, artikel 1019h BW. Roxtec wordt veroordeeld tot de kosten van het principaal appel, OTM moet de kosten van het incidenteel appel dragen.