Hof Amsterdam 17 december 2019, IEF 18914, IT 2985, ECLI:NL:GHAMS:2019:4506 (Appelant tegen Springer) Uitgeefovereenkomst. Appellant is de auteur van een boek dat in 1981 is verschenen. Appelant heeft op 6 juni 2011 met Springer een ‘Publishing Agreement’ gesloten voor de tweede, herziene uitgave van het boek. Springer heeft het boek uitgegeven in geprinte en elektronische versies. De geprinte versies zijn onder te verdelen in hardcover, softcover en ‘MyCopy’ exemplaren, de elektronische versies in individuele e-books en e-books als onderdeel van een pakket van verschillende e-books (e-book packages). Appelant stelt onder andere dat de wijze waarop Springer de royalty’s voor de e-books als onderdeel van e-book packages heeft afgerekend, niet strookt met de tekst van de overeenkomst. De door Springer gehanteerde formule zou elk verband missen met de daadwerkelijke opbrengst per e-book package zodat in elk geval geen sprake is van een redelijk deel van die opbrengst. Dit is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Appelant wil inzage krijgen in de exploitatie van zijn boek door derden. Ook wil Springer verplichten om aan derden een rekening- en verantwoordingsplicht op te leggen. Deze grief faalt eveneens. Het voert te ver om deze verplichting uit de strekking van de overeenkomst af te leiden.