Gedaagde kan zich niet verschuilen achter (uitlatingen van) derden als deze ernstige beschuldigingen bevatten
Gerecht in EA van Aruba 2 mei 2018, IEF 17710 ; ECLI:NL:OGEAA:2018:256 (manager afvalinzameling tegen VOF) Rectificatie, vrijheid van meningsuiting minder zwaar dan het recht bescherming van eer en goede naam. Het gewraakte artikel betreft de publicatie van een verklaring van een grote groep werknemers van Serlimar, waarin zij verneemde misstanden bij Serlimar aan de kaak stellen en ten aanzien van die misstanden opheldering vragen aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. De uitlatingen suggereren onder meer dat eiser, die thans een hoge managersfunctie bij Serlimar vervult, in het verleden via een derde persoon een contract is aangegaan met Serlimar voor het wassen van trucks voor een vergoeding van zevenduizend florin per maand.
Voor zover gedaagde heeft bedoeld om te betogen dat zij alleen de mening van de werknemers van Serlimar heeft gepubliceerd, slaagt dit verweer niet. Gedaagde heeft een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot haar publicaties en kan zich niet verschuilen achter (uitlatingen van) derden, als deze ernstige beschuldigingen bevatten die niet op feitelijk juiste informatie zijn gebaseerd en schade kunnen toebrengen aan iemands reputatie. In de publicatie is onvoldoende afstand genomen van de uitlatingen van de werknemers en tijdens de mondelinge behandeling ook blijk van heeft gegeven achter de uitlatingen te staan. De uitlatingen hadden op hun feitelijke juistheid moeten worden onderzocht. Rectificatie wordt bevolen.