Door het laten geven van interviews handelde advocaat Buma/Stemra niet tuchtrechtelijk verwijtbaar
Vz. Raad van Discipline Amsterdam 23 januari 2018, IEF 17478; zaak 17-1009/A/A (Buma/Stemra tegen verweerder) Tuchtrecht. Klagers waren respectievelijk CEO en counsel lid van de directie van Buma/Stemra. Verweerder staat Buma/Stemra bij als advocaat. Volgens klagers heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de nieuwe CEO in zijn aanwezigheid interviews te laten geven, waarin hij stelt dat de directie van Buma/Stemra zou hebben gerommeld met administratie, zou hebben gefaudeerd en strafbare feiten zou hebben gepleegd. Voldoende aannemelijk is gebleken dat er onregelmatigheden waren in de administratie van Buma/Stemra en dat Buma/Stemra als cliënte van verweerder een redelijk belang had om een actieve strategie te voeren ten aanzien van de publiciteit daarover. Het is niet gebleken dat verweerder in contacten met de pers klagers heeft aangewezen als personen die verwijtbare handelingen hebben verricht. Aldus is niet gebleken dat verweerder bij het verstrekken van informatie aan de pers de gerechtvaardigde belangen van klagers niet in acht heeft genomen, dat verweerder feitelijke gegevens aan de media heeft verstrekt waarvan hij had behoren te weten dat die onjuist zijn of dat verweerder zich onnodig grievend over klagers heeft uitgelaten. Ook kan niet worden vastgesteld dat verweerder misverstanden heeft gecreëerd over de hoedanigheid waarin hij is opgetreden.