Einde samenwerkingsovereenkomst betekent niet per se einde licentie op software
Vzr. Rechtbank Gelderland 9 oktober 2017, IEF 17246; IT&R 2399; ECLI:NL:RBGEL:2017:5705 (Lizard Apps tegen Haerst en Autodidact). Lizard Apps is een IT-bedrijf dat verschillende diensten aanbiedt. Autodidact houdt zich onder andere bezig met de ontwikkeling en levering van leermiddelen aan educatieve instellingen en binnen het technisch beroepsonderwijs. De oprichters van Haerst hebben het idee opgevat om een diagnostische camera binnen de psychiatriepraktijk te introduceren en ontwikkelen. Haerst heeft in 2014 Autodidact benaderd voor de ontwikkeling van de hardware van de camera en Lizard Apps voor de ontwikkeling van de software voor de camera, waarbij Haerst zelf als projectleider zou fungeren. Medio 2017 wordt door Haerst de samenwerking met Lizard Apps beëindigd. Lizard Apps vordert schadevergoeding en het staken van het gebruik van de software door haar geleverd. Het einde van de samenwerkingsovereenkomst brengt niet mee dat de licentieovereenkomst eveneens automatisch opgezegd wordt. De licentieovereenkomst heeft te gelden als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Haerst is nimmer overgegaan tot opzegging van de licentieovereenkomst, de aard van de overeenkomst staat er aan in de weg dat Lizard Apps een rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst kan doen. De camera functioneert enkel met de software van Lizard Apps en dus moet Haerst in de gegeven omstandigheden dan ook toegestaan worden om de software gedurende enige tijd te blijven gebruiken, zodat zij door een ander bedrijf vervangende software kan laten ontwikkelen. Haerst gebruikt de software ontwikkeld door Lizard Apps dus niet onrechtmatig en maakt daarmee geen inbreuk op de auteursrechten van laatstgenoemde.