Paul Geerts - Noot onder Proplamp tegen IKEA

P.G.F.A. Geerts, Noot onder Rechtbank Amsterdam 12 april 2017 (Proplamp/IKEA); IEF 17086; eerder gepubliceerd in IER 2017/40.
1. In de onderhavige vormgevingszaak heeft eiseres uitsluitend een op art. 6:162 BW gebaseerde slaafse-nabootsingsvordering ingesteld. Eiseres heeft bewust geen beroep gedaan op het auteursrecht omdat een eventuele proceskostenveroordeling op de voet van art. 1019h Rv te grote financiële gevolgen zou hebben (r.o. 3.2). In zijn AA-noot onder het United Video Properties/Telenet-arrest van het HvJ EU schrijft Visser over dit ‘veroordelingsrisico’ in IE-zaken het volgende:
“Het risico om als eisende partij in de volledige kosten van de wederpartij te worden veroordeeld is steeds aanwezig. Partijen die het risico niet aandurven of aankunnen zouden ervan afzien naar de rechter te stappen. Dat is nu juist niet de bedoeling van de Handhavingsrichtlijn. In de literatuur is er daarom op gewezen dat de Nederlandse omzetting vermoedelijk zijn doel voorbij is geschoten”. (1)