IEF 22400
29 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Postkantoor

 
IEF 22399
28 november 2024
Uitspraak

Gebruik van WordPress-merk zonder toestemming schendt merkrechten, beslag deels opgeheven

 
IEF 22396
28 november 2024
Uitspraak

Geen merkinbreuk door gebruik handelsnaam Vackracht

 
IEF 19387

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Inbreuk op modelrecht plantenpot

Rechtbank Den Haag 21 aug 2020, IEF 19387; ECLI:NL:RBDHA:2020:8435 (Gartneriet Lundager tegen Ovata), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-modelrecht-plantenpot

Vzr. Rechtbank Den Haag 21 augustus 2020, IEF 19387; ECLI:NL:RBDHA:2020:8435 (Gartneriet Lundager tegen Ovata) Kort geding. Modellenrecht. Gartneriet brengt in 2017 de Lundager Pot op de markt. Dit model wordt op 18 januari 2018 geregistreerd als Gemeenschapsmodel. Gartneriet stelt dat Ovata met de Porto Pot inbreuk maakt op haar modelrecht dan wel auteursrecht op de Lundager Pot en vordert staking van het inbreukmakend handelen door Ovata. Ovata verweert zich door middel van een nietigheidsverweer. Het Lundager Model zou nietig zijn, omdat het eigen karakter ontbreekt. Vergeleken met het meest nabije vormgevingserfgoed wekt het Lundager Model bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk. Daarnaast geeft het Lundager Model niet enkel uiting aan een vigerende stijl of trend, want uit het vormgevingserfgoed kan niet worden afgeleid dat een dergelijke stijl reeds bestond. Derhalve is het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat het Lundager Model geldig is. Wat betreft de door Gartneriet gestelde inbreuk is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de Porto Pot inbreuk maakt op het Lundager Model. De afstand tussen het vormgevingserfgoed en het Lundager model is groter dan de afstand tussen de Porto Pot en het Lundager Model. Daarnaast wekt de Porto Pot bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk dan het Lundager Model. Het stakingsbevel wordt toegewezen voor de gehele Europese Unie.

IEF 19381

Vervolg op "Help de Hoge Raad met de handelsnaam!"

Naar aanleiding van de oproep Help de Hoge Raad met de handelsnaam! [IEF 19217]  heeft zich voor het eerst in Nederland een rechtswetenschappelijk forum gevormd bestaande uit IE-studenten die de rechtsvragen in de zaak Dairy Partners [IEF 18744] hebben onderzocht en beantwoord. De bevindingen van de studenten zijn op 1 juli 2020 als schriftelijke opmerkingen in de prejudiciële procedure ingediend door cassatieadvocaat M.E. Bruning (tevens docent aan de Universiteit Leiden) bij de griffie van de Hoge Raad.
 
De geselecteerde inzendingen zijn van:
 
Richard Trouborst (UL)
Pieter de Kanter (UL)
Ole Cohen (UL)
Demi Rietveld (UvA)
Meyke Rietveld (UvA)
Thomas den Herder (VU)
Noa Naaman (UL en King's College)
Jan Buit (RUG)
Emma Stok (UL)
 
De leden van de selectiecommissie danken de studenten voor hun inzet en complimenteren hen met het uitstekende werk. Het parket en daarna de civiele kamer zijn nu aan zet!

IEF 19380

Uitspraak ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells.

Hof vernietigt vonnis rechtbank: octrooi en ABC wel geldig

Hof Den Haag 18 aug 2020, IEF 19380; ECLI:NL:GHDHA:2020:1621 (NPS tegen Accord), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-vernietigt-vonnis-rechtbank-octrooi-en-abc-wel-geldig

Hof Den Haag 18 augustus 2020, IEF 19380, LS&R 1852; ECLI:NL:GHDHA:2020:1621 (NPS tegen Accord) Octrooirecht. Aanvullende beschermingscertificaten. Hierbij gaat het arrest in het hoger beroep tussen NPS en Accord. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en wijst de nietigheidsvorderingen van Accord alsnog af. De stelling van Accord dat conclusie 1 van EP 761 niet inventief is, wordt verworpen. De conclusie ziet immers op een farmaceutische samenstelling van cinacalcet en het gebruik van cinacalcet als geneesmiddel voor de behandeling van diverse aandoeningen, ontlenen hun inventiviteit reeds aan de inventiviteit van cinacalcet. Het hof bevestigt daarmee de geldigheid van NPS' octrooi en het aanvullende beschermingscertificaat.

IEF 19379

Uitspraak ingezonden door Jan Pot, Brinkhof.

Conclusie A-G in de zaak Infineon/NXP

10 jul 2020, IEF 19379; ECLI:NL:PHR:2020:696 (Infineon tegen NXP), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-de-zaak-infineon-nxp

HR Conclusie A-G 10 juli 2020, IEF 19379; ECLI:NL:PHR:2020:696 (Infineon tegen NXP) Cassatieberoep tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 30 april 2019 [IEF 184310]. Deze merkenzaak betreft een geschil tussen twee chipfabrikanten. NXP is eigenaar van de ‘zogeheten Mifare-technologie’, die wordt gebruikt in chipkaarten en kaartlezers voor het openbaar vervoer. De Nederlandse ov-chipkaart is daarvan een voorbeeld. Met deze technologie is NXP wereldwijd marktleider op het gebied van electronic ticketing. NXP is tevens houdster van diverse Mifare-merken, waaronder twee woordmerken ‘MIFARE’. Infineon brengt kaartchips op de markt, in concurrentie met NXP. Infineon vermeldt bij de productspecificaties van een deel van haar kaartchips dat deze ‘Mifare compatible’ zijn. Volgens NXP vormt een dergelijke uiting een inbreuk op haar merkrechten en een vorm van ongeoorloofde vergelijkende reclame.

IEF 19378

Depot te kwader trouw niet aangenomen

Hof Amsterdam 12 nov 2019, IEF 19378; ECLI:NL:GHAMS:2019:4060 (X tegen Y c.s. ), https://ie-forum.nl/artikelen/depot-te-kwader-trouw-niet-aangenomen

Hof Amsterdam 12 november 2019, IEF 19378; ECLI:NL:GHAMS:2019:4060 (X tegen Y c.s.) Auteursrecht. Merkenrecht. Het geschil tussen X en Y c.s. ziet met name op de vraag wie van hen het recht toekomt om onder de naam [woordmerk 1] en [woordmerk 3] of daarvan afgeleide tekens sieraden, tassen en accessoires op de markt te brengen. X vordert verklaringen voor recht dat een aantal van de merken van Y c.s. nietig is dan wel wegens non-usus dient te worden doorgehaald. Daarnaast vordert X verboden voor Y c.s. om verdere inbreuk te maken op de IE-rechten van X. Y c.s. stelt daarentegen dat niet X, maar Y c.s. rechthebbende is op de IE-rechten. X grieft dat Y c.s. bepaalde merkregistraties te kwader trouw heeft gedeponeerd, maar het hof gaat hier - net als de rechtbank - niet in mee. Ook de grief van X dat Y c.s. met de handhaving van de merken misbruik van recht maakt, faalt. De grief van X dat Y inbreuk maakt op de auteursrechten op haar foto’s slaagt wel. Wat betreft het logo (woordmerk 3) is het hof van oordeel dat X geen auteursrecht toekomt, want er valt geen persoonlijke creatieve keuze te ontwaren. De grieven die opkomen tegen het oordeel van de rechtbank dat X onrechtmatig zou handelen door het op de markt brengen van een sieradenlijn onder het door Y bedoelde teken en logo, slagen. De normaal oplettende consument zal als totaalindruk van dit teken niet overhouden dat wordt verwezen naar de naam [woordmerk 3], zodat geen sprake kan zijn van verwarring met de merken van Y c.s. X mag derhalve het bedoelde logo gebruiken voor zijn sieradenlijn.

IEF 19373

NVJ: Auteurswet functioneert slecht

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) heeft afgelopen week een brief gestuurd aan de Raad voor de Rechtspraak, de Orde van Advocaten en de betrokken ministers van Justitie waarin zij hun zorgen uiten over de wijze waarop de rechterlijke macht de Auteurswet toepast. In de loop der tijd is de auteursrechtbescherming beperkter geworden door de manier waarop auteursrechtschendingen door de rechtspraak worden beoordeeld. Dit zorgt ervoor dat (foto)journalisten hun werk niet goed kunnen beschermen. Het probleem zit vooral in de vergoedingen die worden toegekend bij auteursrechtschendingen. Deze zijn vaak zo laag, dat (grote) bedrijven het risico - dat het stelen van een foto meebrengt - vaak nemen. Daarnaast is een rechtszaak beginnen vaak niet meer lonend omdat het om zulke kleine bedragen gaat. Grote techbedrijven als Youtube en Facebook spelen een grote rol in dit probleem, omdat zij vrijwel nooit financieel verantwoordelijk zijn bij dergelijke inbreuken. Lees hier de volledige brief.

IEF 19377

26 november 2020: Nationaal Mediarechtcongres

Save the date voor een nieuwe editie van het Nationaal Mediarechtcongres op donderdag 26 november. Onder meer over de reikwijdte en inhoud van de Digital Services Act en met ‘de Vrijheid van Meningsuiting in Europa; een vergelijkend warenonderzoek’.

Dagvoorzitters Remy Chavannes en Prof. Dr. Madeleine de Cock Buning zorgen voor een gevarieerd programma met actuele onderwerpen en vooraanstaande, boeiende sprekers. Binnenkort meer informatie op de website.

IEF 19375

Paul Maeyaert en Jeroen Muyldermans starten Brussels kantoor FENCER

After having been a Partner with the Belgian full service law firm Altius for almost two decades, Paul Maeyaert is proud to announce the launch of the new IP boutique law firm “FENCER” in Brussels, together with co-founder Jeroen Muyldermans. The name “FENCER” refers to the ‘fences’ that are built to protect clients’ creations and, if necessary, to assist them in enforcing their IP rights as a true fencer.

Paul and Jeroen are convinced that companies appreciate to work with teams that offer a combination of filing & prosecution services and a strong litigation practice, unique to the Belgian legal scene. FENCER focuses on the areas of law in which their lawyers have gained vast experience and expertise: IP, media & advertising and distribution.

IEF 19372

Nietigheid woordmerk door depot te kwader trouw

Rechtbank Den Haag 22 jul 2020, IEF 19372; ECLI:NL:RBDHA:2020:7643 (Fyffes tegen Chiquita c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/nietigheid-woordmerk-door-depot-te-kwader-trouw

Rechtbank Den Haag 22 juli 2020, IEF 19372; ECLI:NL:RBDHA:2020:7643 (Fyffes tegen Chiquita c.s.) Merkenrecht. Beide partijen zijn actief op de fruitmarkt. Fyffes is houdster van een Benelux-woordmerk HOYA en een Uniebeeldmerk. Chiquita maakt sinds 2016 gebruik van het teken HOLA BANANA! Fyffes vordert Chiquita te verbieden direct of indirect inbreuk te maken op de merkenrechten van Fyffes, in het bijzonder het teken ‘HOLA’ op of voor bananen. Chiquita maakt gebruik van overeenstemmende tekens voor gelijke waren, waardoor er verwarring zou ontstaan bij het publiek. Chiquita vordert een vervallenverklaring voor het HOYA-woordmerk en het ruitvormige beeldmerk van Fyffes en een nietigverklaring voor het HOYA BANANA-woordmerk, omdat het HOYA-woordmerk en het ruitvormige beeldmerk gedurende vijf jaar niet normaal zou zijn gebruikt in de Benelux respectievelijk de Europese Unie en Fyffes het HOYA BANANA-woordmerk te kwader trouw zou hebben gedeponeerd.