IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 20044

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel en Marleen Hoenink, Fruytier

Piazza onterecht als 'merkenpiraat' bestempeld

Rechtbank Rotterdam 23 jun 2021, IEF 20044; ECLI:NL:RBROT:2021:6206 (Piazza tegen Premium Bodywear), https://ie-forum.nl/artikelen/piazza-onterecht-als-merkenpiraat-bestempeld

Vzr. Rechtbank Rotterdam 23 juni 2021, IEF 20044; KG ZA 21-303 (Piazza tegen Premium Bodywear)  Piazza is in 2013 een zakelijke niet-exclusieve in/verkooprelatie met Bodywear overeengekomen. De directeur van Premium Bodywear (mede-gedaagde) is houder van de uniemerken Olaf-Benz en Manstore. Gedaagden sommeerden tot staking en overdracht van de domeinnamen Olafbenzshop.com en Manstoreshop.com sinds augustus 2020 wegens merk/handelsnaaminbreuk. Piazza stelt dat Bodywear op de hoogte was van de verkoop van hun ondergoed via de websites. Piazza vorderde staking van de leveringsboycot, vanwege het gebrek aan een opzeggingstermijn en vorderde schadevergoeding. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat uit de gang van zaken tussen beide partijen inderdaad blijkt dat Bodywear enige tijd geen bezwaar had tegen deze wijze van verkoop. Zodoende is er volgens de voorzieningenrechter onterecht het predicaat 'merkenpiraat' op Piazza geplakt. Daarentegen oordeelt de rechtbank dat het leveringsboycot vooralsnog gehandhaafd mag blijven en dat het gebruik van de aanduidingen Olaf Benz en Manstore moeten worden gestaakt. Voor het overige wordt verwezen naar de bodemprocedure. 

IEF 20043

Verwarringsgevaar bij handelsnamen broers

Rechtbank Limburg 15 jun 2021, IEF 20043; ECLI:NL:RBLIM:2021:4798 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-bij-handelsnamen-broers

Vzr. Rechtbank Limburg 15 juni 2021, IEF 20043; ECLI:NL:RBLIM:2021:4798 (Eiser tegen gedaagde)  De partijen in dit kort geding zijn broers. De ene broer drijft een onderneming in de zakelijke vastgoedbranche, de andere broer is met name actief in de particuliere vastgoedsector. De eiser in conventie stelt dat het gebruik van de handelsnamen door gedaagde in conventie verwarrend is en dus in strijd met de Handelsnaamwet. De betreffende handelsnamen zijn in deze zaak allemaal geanonimiseerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er inderdaad sprake is van verwarring in de zin van de Handelsnaamwet, omdat beide ondernemingen in dezelfde regio vergelijkbare activiteiten ontplooien en eiser in conventie meerdere malen verzoeken en stukken heeft ontvangen, die eigenlijk gericht waren aan de onderneming van gedaagde in conventie. 

IEF 20041

Kitcar maakt inbreuk op Ferrari-merk

Rechtbank Den Haag 2 jun 2021, IEF 20041; ECLI:NL:RBDHA:2021:6352 (Ferrari tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/kitcar-maakt-inbreuk-op-ferrari-merk

Rechtbank Den Haag 2 juni 2021, IEF 20041; ECLI:NL:RBDHA:2021:6352 (Ferrari tegen gedaagde) Ferrari is een Italiaanse producent en ontwerper van sportauto’s en houder van diverse merkregistraties. Gedaagde houdt zich onder de naam Kitcar Collection bezig met het verzamelen en verkopen van zogenaamde kitcars. Kitcars zijn zelfbouwvoertuigen, waarbij eigen creaties worden gebouwd op een chassis met remmen en motoren van over het algemeen middenklasse auto’s. Ferrari stelt dat gedaagde met het te koop aanbieden van een kitcar inbreuk maakt op haar Ferrari-merken en vormgeving. Geoordeeld wordt dat er sprake is van merkinbreuk. De kitcar wordt aangeboden onder gebruikmaking van Ferrari-tekens. Auteursrechtinbreuk ontbreekt omdat de totaalindrukken verschillen. Ook wordt geen slaafse nabootsing aangenomen. De vordering tot vernietiging van het voertuig is niet proportioneel ten opzichte van het redelijk alternatief, het verwijderen van de inbreukmakende tekens, en wordt afgewezen.

IEF 20026

VMC studiemiddag op 25 juni

Digitale Services Act: wie bepaalt wat er gezegd en verhandeld mag worden? Deze vragen (en meer) worden behandeld tijdens de VMC online webinar op vrijdagmiddag 25 juni van 15.00 tot 17.00 uur.

In 2000 nam de Europese Unie de e-commerce richtlijn aan. Daarin staat onder welke voorwaarden internetaanbieders en aanbieders van hostingdiensten gevrijwaard van aansprakelijkheid zijn voor de informatie zij namens hun klanten doorgeven of hosten. Er zijn de afgelopen 20 jaar allerlei nieuwe platformdiensten ontstaan. Denk aan Bol.com, Amazon, Marktplaats, Werkspot, Uber en natuurlijk sociale media zoals Instagram, YouTube en TikTok.

IEF 20040

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, NPO. Op persoonlijke titel geschreven.

Dos Santos Gil: Poppetje gezien, kastje dicht!

Recent deed Dirk Visser een oproep aan zowel erfgoedinstellingen als aan commerciële filmproducenten voor het aangaan van een interessante wedloop [IEF 19982]. De inzet is het online kunnen zetten van out-of-commerce (hierna: o-o-c) filmwerken en televisieprogramma’s door bijvoorbeeld een audio-visueel archief. De erfgoedinstellingen worden door Visser aangespoord de o-o-c-werken in hun collecties met dat oogmerk aan te melden bij de (inmiddels ingerichte) “Out-of-Commerce Works Portal” in Alicante. Tegelijkertijd worden de commerciële producenten opgeroepen gebruik te maken van de opt out-mogelijkheid, als zij hun werken juist niet online willen zien verschijnen op de websites van de archieven.
Lees verder.

IEF 20039

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU over de aansprakelijkheid van (video)deelplatformen

HvJ EU 22 jun 2021, IEF 20039; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-aansprakelijkheid-van-video-deelplatformen

HvJ EU 22 juni 2021, IEF 20039, IT 3558; IEFbe 3237; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando)  Beantwoording van prejudiciële vragen. Het betreft hier twee gevoegde zaken. In 2008 zijn op YouTube een aantal werken van muziekproducent Frank Peterson zonder diens toestemming verschenen. In 2013 zijn een aantal werken van uitgeverij Elsevier op het platform van Cyando verschenen. De hoogste Duitse rechter heeft vervolgens een aantal prejudiciële vragen gesteld over de aansprakelijkheid van platformexploitanten met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde werken. Allereerst komt de vraag aan de orde of er sprake is van een 'mededeling aan het publiek' in de zin van richtlijn 2001/29. Hierover zegt het Hof dat dit alleen het geval is wanneer het platform er toe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content wordt gegeven, wetende dat het om beschermde werken gaat en deze content niet prompt verwijdert of de toegang ertoe niet prompt blokkeert. Om te worden uitgesloten van vrijstelling van aansprakelijkheid moet een platform volgens het Hof kennis hebben van de concrete, onwettige handelingen van gebruikers ten aanzien van de geüploade werken. Zie ook [IEF 18242]. 

IEF 20038

Andere werkwijze is geen inbreuk op octrooi

Rechtbank Den Haag 15 jun 2021, IEF 20038; ECLI:NL:RBDHA:2021:6085 (Belparts tegen Belimo), https://ie-forum.nl/artikelen/andere-werkwijze-is-geen-inbreuk-op-octrooi

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 juni 2021, IEF 20038; ECLI:NL:RBDHA:2021:6085 (Belparts tegen Belimo) Belparts is houder van een aantal octrooien voor een centraal verwarmings/koelingssysteem. Belimo ontwikkelt en verhandelt soortgelijke HVAC systemen. Belparts is van mening dat Belimo inbreuk maakt op haar octrooien. De voorzieningenrechter oordeelt, dat op sommige punten de uitwerking wellicht hetzelfde is, maar dat de werkwijze een andere is. Daarnaast heeft Belimo volgens de voorzieningenrechter terecht aangevoerd, dat er twijfel bestaat over de inventiviteit en over de vraag hoe een gemiddelde vakman naar de motor zou kijken. De rechtbank wijst naar voorlopig oordeel de vorderingen van Belparts af. 

IEF 20035

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Wettelijk uitgesloten herroeping leidt tot niet-ontvankelijkheid

Hof Amsterdam 13 apr 2021, IEF 20035; (Eiser tegen Talpa), https://ie-forum.nl/artikelen/wettelijk-uitgesloten-herroeping-leidt-tot-niet-ontvankelijkheid

Hof Amsterdam 13 april 2021, IEF 20035; HA ZA 18-542 (Eiser tegen Talpa) In dit hoger beroep staat alleen de ontvankelijkheid ter discussie. Eiser heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank over een uitzending van 'Undercover in Nederland'. In deze uitzending werd gesteld dat eiser heeft nagelaten om te vermelden dat hij lijdt aan de erfelijke aandoening 'Syndroom van Asperger', alvorens hij zich als zaaddoner heeft aangediend. In eerste aanleg heeft de rechtbank bepaald, dat een zaak uit 2013 over hetzelfde geschil niet voor herroeping in aanmerking komt. Hier heeft eiser vervolgens beroep tegen ingesteld. Het hof oordeelt dat de wetgever middels artikel 388 lid 2 Rechtsvordering hoger beroep tegen een afwijzing tot herroeping heeft uitgesloten en verklaart eiser om deze reden niet-ontvankelijk. [IEF 18487].

IEF 20036

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Publicatie adresgegevens dient geen ander doel dan het schaden van geïntimeerde

Hof Den Haag 9 mrt 2021, IEF 20036; (X tegen Y), https://ie-forum.nl/artikelen/publicatie-adresgegevens-dient-geen-ander-doel-dan-het-schaden-van-ge-ntimeerde

Hof Den Haag 9 maart 2021, IEF 20036; ECLI:NL:GHDHA:2021:2479 (X tegen Y) Y heeft als programmamaker in 2011 een uitzending van 'Undercover in Nederland' over spermadonoren op internet gemaakt. X zou één van die spermadoneren zijn. X heeft vervolgens gedreigd om de adresgegevens van Y openbaar te maken en heeft dat ook op Twitter gedaan. Het gaat in deze zaak over de balans tussen de vrijheid van meningsuiting van X en het recht op privéleven van Y. De vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd en het hof stelt dan ook, dat X geen ander belang bij publicatie van adresgegevens heeft dan het sanctioneren van Y. Y wil namelijk niet met X in gesprek over de inhoud van de betreffende uitzending. Nu X geen belang heeft bij het publiceren van de adresgegevens van Y, prevaleert het recht van Y op eerbiediging van privéleven boven het recht van X. [IEF 20037]

IEF 20037

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Geen reden tot beperking in tijd van verbod op het publiceren van adresgegevens

Hof Den Haag 8 jun 2021, IEF 20037; (X tegen Y), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-reden-tot-beperking-in-tijd-van-verbod-op-het-publiceren-van-adresgegevens

Hof Den Haag 8 juni 2021, IEF 20037; ECLI:NL:GHDHA:2021:1329 (X tegen Y) In dit incidenteel hoger beroep is de beperking in duur van een verbod op publicatie van adresgegevens aan de orde. Verder vordert Y dat het verbod op publicatie van zijn (adres)gegevens wordt uitgebreid naar zijn partner en kinderen. Y heeft als programmamaker een item gemaakt over spermadonoren op het internet. X zou één van die spermadonoren zijn. X heeft vervolgens de naam en adres van Y en zijn huisgenoten (partner en kinderen) op Twitter geplaatst. Eerder heeft de voorzieningenrechter een verbod op publicatie beperkt tot 24 maanden en alleen ten aanzien van de gegevens van Y. Nu X ook gegevens van zijn huisgenoten openbaar heeft gemaakt, ziet het hof geen reden om het verbod nog langer te beperken en ze wijst dan ook de vorderingen van Y toe. [IEF 20036]