IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3768

Wegens de bezuinigingen

tbs.gif“Waar zijn de tabjes?” Gebruikers van de onlangs verschenen 8e druk van SDU wettenverzameling IE, onderdeel van de Persoonlijke Standaard Uitrusting van de gemiddelde IE-jurist, moeten het doen zonder de bij voorgaande drukken meegeleverde blauwe plaktabjes.

Tot ongenoegen, zo is gebleken. Boekhandelaren en bibliotheekmedewerkers krijgen bijna standaard de vragen “waar zijn die tabjes”, “Zitten die fiepjes er niet bij?” en “Krijg ik die stickers nog van je?” te verwerken.

De uitgave zelf, inhoudelijk van onveranderde kwaliteit, vermeldt het ontbreken niet. De klantenservice van de SDU laat desgevraagd weten dat er geen sprake is van een vergissing, de tabjes ontbreken dit jaar “wegens de bezuinigingen”. Het hoort dus zo.

“Penny wise pound foolish heet dat” aldus een verontwaardigde Amsterdamse advocaat, onder verwijzing naar de achterkant van het stickervel van vorig jaar: “Aan de voorzijde van dit vel vindt u de handige tabs voor uw SDU Wettenverzameling. Dit zijn praktische, zelf aan te brengen tabs waarmee u de belangrijkse wet- en regelgeving kunt markeren. Zo bespaart u kostbare tijd bij het zoeken.”

IEF 3767

Persoonlijke groei (2)

bpsb.gifTot een rechtszaak  is het niet gekomen in de vermeende plagiaatzaak Bea Pols -Sonja Bakker, maar bijgelegd of uitgedoofd is het geschil ook niet, blijkens de website van Bea Pols. Op Beasafslankmethode.nl wordt op de pagina ‘Wat heeft Sonja overgeschreven?’ bijgehouden, inderdaad, wat Sonja Bakker zou hebben overgeschreven:

“Nieuws per 22-03- 2007 : Er blijken veel meer recepten uit de Allerhande voor te komen in de boeken van Mw. Bakker. We zoeken het uit! Wordt vervolgd…”

“Nieuws per 14-03- 2007 : In het SBS6 programma:”Je echte leeftijd” van 14-03- jl ging Mw. Bakker met twee deelnemers een perzik-rozemarijntaart uit haar boek:”Bereik en behoud je ideale gewicht” maken. Klik hier voor het recept op de site van Mw. Bakker. Dit recept blijkt ook te staan op de website van Allerhande van Albert Heijn. Ook kwam ik daar een “ Kaneel-appelsoufflé ” tegen die Mw. Bakker op blz. 194 “Appelsoufflé” heet.’

Nieuws per 30-11-2006: Televisie-uitzending van Een Vandaag. Hoogleraar auteursrechten Jaap Spoor zegt: ”Mw. Bakker heeft wat uit te leggen.” Het filmpje is te zien op:www.eenvandaag.nl”

Lees hier meer. Eerder bericht: IEF 2627 (19 september 2006).

IEF 3766

Inbreuk op het portretrecht

De Telegraaf bericht dat O.C., een van de drie verdachten in de moordzaak-Endstra, wil dat justitie de verhoogde veiligheidsmaatregelen rond zijn persoon beëindigt.

Volgens advocaat Nico Meijering “neemt justitie de maatregelen zelf ook niet al te serieus. Dit blijkt uit het feit dat een persfotograaf C. haarscherp op de foto kon zetten, toen hij afgelopen dinsdag in een personenauto van de politie naar de 'bunker' in Amsterdam-Osdorp werd vervoerd voor een pro forma-zitting in zijn zaak. (…)  Het Openbaar Ministerie heeft volgens Meijering ook C.'s privacy geschonden, door hem op deze manier te vervoeren. C. wil schadevergoeding voor deze ‘inbreuk op het portretrecht’.”

Lees hier meer.

IEF 3765

In een hoogoplopend conflict

khns.gifDe Stentor bericht dat Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in een hoogoplopend conflict is verwikkeld met auteursrechtenorganisatie Sena. “De onenigheid draait om een aanzienlijk kortingsbedrag voor kroegbazen en restauranthouders dat KHN ten onrechte in eigen zak zou hebben gestoken. Sena, die voor muzikanten en producenten auteursrechten int, heeft het contract met de landelijke horecavereniging per direct opgezegd. ‘Er is een fors meningsverschil over de kortingsregeling", zegt woordvoerder Anne Sevinga. ‘Maar we zijn nog aan het praten. Ons definitieve standpunt is nog niet bepaald.’”

In een persbericht “distantieert KHN zich volledig van de aantijgingen door SENA over de verdeling van gelden onder leden ‘Het is pertinent onjuist wanneer SENA beweert dat bedragen niet op de juiste plek terecht zouden zijn gekomen. Koninklijk Horeca Nederland bevoordeelt juist haar leden met deze regeling. Onze leden betalen via ons veel minder aan SENA, dan ze anders aan SENA rechtstreeks zouden moeten betalen.’

(…) De opstelling van SENA stelt KHN directeur Jeu Claes teleur omdat deze auteursrechtenorganisatie nu juist op de goede weg was met de in 2004 overeengekomen lumpsum-regeling. In deze regeling is vastgelegd dat Koninklijk Horeca Nederland jaarlijks een lumpsum-bedrag betaalt aan SENA, waarmee de afdracht van SENA-muziekrechten voor deelnemende leden in 1 keer wordt afgekocht.

(…) “De lumpsum-regeling die Koninklijk Horeca Nederland voor haar leden met SENA heeft afgesproken, blijft onverminderd van kracht", zegt Claes. "Het klopt dat SENA formeel heeft opgezegd, maar aangezien SENA hiervoor niet de juiste opzeggingstermijn in acht heeft genomen, geldt de overeenkomst nog gewoon in 2007."

Lees het artikel in de Stentor hier. Lees het persbericht hier.

IEF 3764

Verdachte filmtitels

Het AD bericht dat de Rotterdamse politierechter meer informatie wil over de auteursrechten op Bollywood-films en Indiaase muziek. Strafzaken tegen 17 hindoestaanse videotheken en belwinkels uit Rotterdam zijn  om die reden uitgesteld tot op zijn vroegst augustus. Bij de winkels werden verdachte filmtitels aangetroffen, waarvan wordt vermoed dat ze illegaal zijn gekopieerd.

“De rechter wil een Brits bureau dat zegt de rechten van de film- en muziekindustrie te hebben, nader horen. Daarnaast moeten de verklaringen van FIOD-medewerkers duidelijk maken of de middenstanders illegaal geld verdienen met het doorgeven van de films en muziekstukken op cd, cd-rom en dvd.”

Lees hier meer.

IEF 3763

EU Presidency / BDI Conference

Speech McCreevy 29 maart 2007, Berlijn

"A Europe of Innovation. Fit for the Future? Octrooirecht: When I took over as Commissioner, I promised to make one attempt on the Community patent dossier. That time has now come. I have proposed to the college of Commissioners that the Commission should adopt a Communication on possible ways forward to improve the patent system in Europe. That Communication is due to be adopted early next week.

Lees hier verder.

IEF 3749

Voor in het weekend

jwbl.gifHoge Raad, 30 maart 2007, rolnr. R05/169, conclusie A-G Verkade, Diageo Brands B.V. tegen Esperamos N.V. c.s. (met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann)

Nieuw Verkade album. Uitvoerige conclusie in een Antilliaanse merken-, whisky uitputtingszaak. Zonder meer lezenswaardig, al was het maar vanuit merkenrechtshistorisch perspectief.

“Bij de flessen whisky waarover deze procedure gaat is zonder toestemming van de merkhouder ingegrepen in de van de merken Johnnie Walker en Black Label voorziene producten, namelijk door telkens het identificatienummer op de fles weg te laseren”

Lees de  conclusie hier.

IEF 3748

De tijd is gekomen

Octrooirecht: Speech McCreevy 29 maart 2007, Berlijn. EU Presidency / BDI Conference  "A Europe of Innovation. Fit for the Future?

When I took over as Commissioner, I promised to make one attempt on the Community patent dossier. That time has now come. I have proposed to the college of Commissioners that the Commission should adopt a Communication on possible ways forward to improve the patent system in Europe. That Communication is due to be adopted early next week.

The Communication will make some suggestions on how the EU might move out of the current deadlock and increasingly polarised positions, into a more constructive phase of negotiations.

The Communication will not perform a magic trick. I will not be pulling a rabbit out of a hat next week when it is adopted. But I will be putting forward some constructive suggestions on the way forward, especially on the jurisdiction issue, together with a checklist of the different areas of patent policy which the EU needs to address. The Communication will provide a framework for discussions in the Council and the European Parliament.

The approach we take in the Communication is, in my view, the only realistic one. While our focus is on litigation issues, the Community patent has not been left aside. I have said that the Community patent and improvements to the current litigation system for European patents should not be mutually exclusive. Indeed our aim should be to ensure that they converge. If we can find a solution to the litigation issue, it should also be possible to resolve the Community patent issue by finding a consensus on translation arrangements.

On the litigation issue, we do not go for one or the other option for a litigation system which are currently on the table, but try to take the best elements from the different options. We have set out the key principles to be reflected in any compromise and sketched the outline for the features of a jurisdiction which could handle existing European patents and future Community patents. A jurisdiction which would take the best elements of the EPLA draft but be integrated into the Community framework. Our proposal does not reflect the view of one or the other country, but takes account of all views. I believe a true Community approach can be forged if we all roll up our sleeves and work constructively.

The principles which could form the foundations of the jurisdictional structure are as follows:

First, the patent jurisdiction should ensure an appropriate degree of proximity to the users and comprise a limited number of first instance chambers, together with a fully centralised appeal court.

The chambers, which could make use of existing national structures, should form an integral part of the single jurisdictional system.

Second, the jurisdiction would cover existing European and future Community patents. It should have competence for infringement and validity actions, as well as for related claims such as damages.

Third, the appeal court and the first instance chambers should work under common rules of procedure based on best practices in the Member States.

Fourth, the patent jurisdiction should comprise both legally and technically qualified judges who should enjoy full judicial independence.

Finally, the patent jurisdiction must respect the European Court of Justice as the final arbiter in matters of EU law, including questions related to the validity of the future Community patent.

Beyond the Community patent project and jurisdictional arrangements, we will also look at supporting measures for improving the patent system. Above all, we need to ensure patent quality in Europe, as the number of patents grows. We also need to improve access for SMEs to the patent system. It is therefore necessary to adapt the patent system to the specific needs of SMEs. Apart from addressing cost and litigation issues, this requires specific support for SMEs such as awareness-raising campaigns and actions aimed at improving knowledge of patent issues amongst SMEs.

I strongly believe that an improved patent system is vital if Europe is to fulfil its potential for innovation. My intention is to try and create some more fertile ground for a debate in the Council and European Parliament. I have made no secret of the fact that I think that the patent dossier is a very tough nut to crack. I also said in December last year that I’m long enough in politics to know that it is only if there is a will, that there will be a way.

If short-sightedness and selfish vested interests continue to prevail, the European reform agenda will fail and the European economy will suffer. I therefore call upon all concerned to assume their responsibilities, rise to the challenge and strive to find pragmatic and workable compromises. The Commission is doing its job and putting constructive suggestions on the table. It will then be for the German Presidency to take up the challenge and move the dossier forward, which I know it intends to do. The Commission stands ready to assist the Presidency.

The way forward will require constructive dialogue and compromise. Without a readiness of all parties to really try and resolve this issue in the common interest, we simply will not make any progress. I am aware that all the available options raise specific legal issues which need to be resolved once concrete proposals are made. But if there is indeed a will, then there will be a way.

The Commission will work with the Council and Parliament to build consensus on the way forward. I look forward to a close co-operation with the German Presidency in the coming weeks and months in order to promote our patent approach. If broad consensus can be achieved, we will take the necessary steps for implementing the approach and the make necessary proposals.

Time is running out to make out innovation policy in Europe fit for the future. If we don't act now, the future will be upon us and it will be too late. I sincerely hope that all involved will rise to the challenge.


Lees de hele speech hier.

IEF 3747

Hitdefinitie

Rechtbank Rotterdam, 14 maart 2007, LJN: BA1537, Gevoegde zaken Vrije Radio Omroep Nederland B.V. (VRON)  tegen de Minister van Economische Zaken, agentschap Telecom, met als derde-partij SLAM!FM B.V.,voorheen genaamd ID&T Radio B.V. en SLAM!FM tegen  de Minister van Economische Zaken, agentschap Telecom, met als derde-partij:
VRON.

Frequentiegeschil over hitdefinitie, met heel klein beetje auteursrecht.  Aardig doordat het vonnis een beeld geeft van de mediabureaucratie en aangeeft dat je ook heel ambtelijk kunt omgaan met kunst. Het wachten is op een museumwet die bepaalt dat 27% van de kunst in een bepaald museum een pastoraal karakter moet hebben.

Economische zaken heeft  aan SLAM!FM een boete opgelegd omdat de radiozender zich niet aan het bij de frequentie horende format heeft gehouden: “Geconstateerd is dat op 3 en 4 februari 2005 respectievelijk 81,47% en 83,76% van de nettozendtijd muziek is uitgezonden, terwijl dit tenminste 95 procent diende te zijn. Voorts is op 3 en 4 februari 2005 geconstateerd dat onderscheidenlijk 18,3% en 21,8% van de nettozendtijd muziek werd uitgezonden die genoteerd staat of heeft gestaan op een van de gangbare hitlijsten, terwijl dit maximaal 7,5 procent diende te zijn.”

Waar het om gaat is of SLAM!FM niet teveel hitmuziek heeft uitgezonden. SLAM!FM stelt dat het gaat om radio-edits van hitmuziek die zelf geen hitmuziek zijn. Wat hitmuziek is en wat een andere versie is, is al gedefinieerd in een convenant tussen het CvdM en EZ:

“Hitmuziek (niet bijzondere muziek) in een andere versie of uitvoering. Indien een muziekstuk dat in de hitparade heeft gestaan in diverse uitvoeringen/versies wordt uitgebracht, welke geen hitnotering hebben of hebben gehad, tellen deze niet mee als hitmuziek bij de bepaling van de hoeveelheid hitmuziek die mag worden uitgezonden. Er is sprake van een andere versie indien het muziekstuk wezenlijk van karakter verschilt met de hitversie. Bovendien dient dit verschil met het oorspronkelijke muziekstuk voor de gemiddelde luisteraar duidelijk waarneembaar te zijn. Het verschil kan bijvoorbeeld bestaan uit een ander tempo of een andere uitvoerder en/of instrumentatie.”

Bijzondere muziek is “muziek die zich onderscheidt van de actuele populaire muziek kenmerkt zich door een sterke maatschappelijke/culturele betekenis van de muziek, die appelleert aan specifieke smaakvoorkeuren. De muziek is uitdrukking van een specifieke muziekcultuur en muziekgemeenschap binnen de popmuziek.” (Regeling AGV)

Economische zaken stelt dat alleen indien een andere versie (bijvoorbeeld een radio-edit of een remix) een hitnotering heeft of heeft gehad, een dergelijk muziekstuk aangemerkt kan worden als hitmuziek en dat (nu volgt het kleine beetje auteursrecht), nu SLAM!FM geen houder is van de auteursrechten op de originele muziekstukken waarvan de SLAM!FM radio-edits worden gemaakt, het daarvan ten gehore brengen op de radio niet als het uitbrengen van versies die geen hitnotering hebben (gehad) kan worden beschouwd.

Daar gaat de rechtbank verder niet op in en het auteursrecht komt niet meer ter sprake. Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat  Radio-edits wel moeten worden beschouwd als hitmuziek “Naar het oordeel van de rechtbank kunnen slechts wezenlijk andere uitgebrachte of uit te brengen uitvoeringen/versies van muziekstukken niet meetellen als in hitlijsten genoteerde muziek. Met een uitleg dat niet van in hitlijsten genoteerde muziek te onderscheiden uitvoeringen/versies niet als hitmuziek zouden worden aangemerkt, zou immers de clausulering van kavel A5 gefrustreerd worden.”

Lees het vonnis hier

IEF 3746

Bolroyalty

glady.gifRechtbank ’s-Gravenhage,  28 maart 2007, LJN: BA1817, Holland Bolroy Markt B.V. tegen Novacap Agricola B.V.

Kwekersrecht, merkenrecht. Geschil over door Novacap aan HBM verschuldigde royalty's die betrekking hebben op kwekers- en/of merkenrechtelijk beschermde cultivars van HBM. Alleen de vordering inzake door NovaCap verschuldigde royalties is voor een deel toewijsbaar. De vordering inzake de areaalopgave, de in een teeltjaar beplante oppervlakte, wordt niet toegewezen.

HBM is kwekersrecht- en/of merkrechthoudster van tulpencultivars en handelt in teeltmateriaal, NovaCap maakte haar bedrijf van het verrichten van aan- en verkoop(termijn)transacties in partijen tulpenbollen (cultivars) van nieuwe rassen. De vorderingen uit deze termijntransacties vormden een beleggingsobject.

Novacap betwist enkele van de ingeroepen kwekers- en merkrechten. “Voorts - zo voert NovaCap aan - is HBM onduidelijk ten aanzien van de rechtsgevolgen die zij inroept: als een tulpenras kwekersrechtelijk is beschermd, mag men die tulp niet vermeerderen; is het ras (enkel) merkenrechtelijk beschermd, dan mag men die tulp wel vermeerderen, maar niet verhandelen, terwijl ook de vraag rijst of het merk niet beschrijvend is, zoals - in nader verband - bijvoorbeeld Bintje voor de betreffende aardappel.” (4.1)

De rechtbank volgt dit ontvankelijkheidsverweer niet “Het is echter ongegrond op grond van het volgende. Bedoelde lijst vermeldt 131 bolsoorten. Met betrekking tot alle niet door NovaCap genoemde soorten heeft zij kennelijk geen tekortkomingen of beperkingen ten aanzien van het kwekersrecht of het merkrecht kunnen ontdekken. Bij die stand van zaken kunnen de door NovaCap gesignaleerde bevindingen niet tot de conclusie leiden dat de basis van HBM's vorderingen zo gebrekkig of ondoorzichtig is dat die vorderingen niet voor een inhoudelijke beoordeling in aanmerking zouden komen. Ook ten aanzien van die vorderingen zelf - de door HBM ingeroepen rechten - is ongegrond de stelling van NovaCap dat deze rechten onvoldoende zouden zijn gespecificeerd, terwijl de rechtbank in de lijst met 131 namen van tulpencultivars geen enkele naam is tegengekomen die kan worden gezien als beschrijvend voor een bepaalde tulp of tulpenbol. (4.2)

Omdat maar een deel van de bollen verkocht is, is ook maar een deel van de vordering opeisbaar:

“Artikel 5.a. [algemene voorwaarden] houdt in dat de gerechtigde als "verkoper" gehouden is om een Bolroyalty te betalen aan kweker groot 3% van "de verkoopwaarde (=stuks x prijs) van de (lees: het) bij de transactie betrokken plantgoed en/of leverbare bollen". Door HBM is uitvoerig aangetoond dat NovaCap in de problemen is gekomen, doordat zij voor hoge prijzen bollen aankocht en er zeer moeizaam in slaagde deze weer door te verkopen. In HBM's rapportage wordt vermeld dat NovaCap op 15 juli 2003 al voor € 67,8 miljoen bollen had aangekocht en op die datum nog slechts voor € 6 miljoen had verkocht. Zoals ook door beide partijen wordt aangevoerd, zijn er - met name nadien - verkopen door SBC gefingeerd. De rechtbank houdt het ervoor dat dit met name is geschied ten aanzien van verkopen op naam van NovaCap. Zij schat dat NovaCap, die voorafgaand aan het faillissement van SBC voor ruim € 73 miljoen aan bollen had gekocht (r.o. 2.1.), daarvan in oktober/november 2003 daadwerkelijk voor ruim € 18 miljoen (25%) bollen had verkocht. Aldus komt de rechtbank in goede justitie tot de conclusie dat HBM's subsidiaire vordering b.1. inzake de royalties toewijsbaar is voor € 381.916,72 (25% van € 1.527.666,94).” (4.16)

“Zowel de primaire vordering als de subsidiaire  inzake de areaalopgave is strak gekoppeld aan een boetebedrag per verkochte cultivar. Hoewel op zich zelf wel vaststaat dat NovaCap de areaalopgave-verplichting gedurende drie seizoenen niet is nagekomen, staat - zo volgt uit het voorgaande - die strakke koppeling aan toewijzing van beide vorderingen in de weg: een boete per verkochte cultivar is hoe dan ook niet aan de orde en kan derhalve hoe dan ook niet worden toegewezen.” 4.22.

Lees het vonnis hier.