IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3222

Het belang van voelen, ruiken en proeven

es.gifCollege van Beroep voor het bedrijfsleven, 15 december 2006, LJN: AZ5787. Hoger beroep van appelanten tegen  de uitspraak van 28 november 2005 van de rechtbank te Rotterdam, in het geding tussen appellanten en de Minister van VWS.

Tabakreclame op vakbeurs.

Appellanten hebben tijdens de horecavakbeurzen “European Fine Food Fair 2004” en “Beer & Beverage Box 2004”, alwaar zij ieder met een stand vertegenwoordigd waren, aan verschillende personen al dan niet verpakte sigaren hebben uitgereikt, zonder daarbij om een vergoeding te vragen. De vraag of appellanten met deze gedraging het in artikel 5, vierde lid (oud), Tabakswet neergelegde verbod hebben overtreden, beantwoordt het College bevestigend. Deze activiteiten van appellanten moeten als het aanprijzen van een tabaksproduct worden gekwalificeerd.

Het gratis uitreiken van sigaren is niet te beschouwen als een mededeling die uitsluitend voor de bedrijfstak van de handel in tabaksproducten bestemd is. De overweging van de rechtbank dat uit de letter en strekking van artikel 5, derde lid, aanhef en onder a, Tabakswet blijkt dat onder handelsreclame het schriftelijk verstrekken van productinformatie moet worden verstaan, is niet onjuist. Het uitreiken van sigaren op een – niet alleen voor tabakshandelaren toegankelijke – horecavakbeurs is in elk geval niet als een dergelijke mededeling binnen de branche te beschouwen.

Het beroep op de uitzondering op de verpakkingseis treft evenmin doel. Deze uitzondering geldt alleen voor tabaksspeciaalzaken. Een horecavakbeurs is geen tabaksspeciaalzaak. In tegenstelling tot hetgeen appellanten hebben gesteld, heeft de wetgever met het opnemen van deze uitzondering niet het belang van voelen, ruiken en proeven erkend. De wetgever heeft ingezien dat dit uiterst effectieve marketingmethoden zijn die in beginsel aan banden gelegd moeten worden

Lees de uitspraak hier.

IEF 3221

Vrede in onze tijd

- Persbericht InBev: “Philips en InBev kondigen vandaag aan dat zij met Heineken rondom de lopende procesvoering over de octrooien van het thuistapsysteem van Philips en InBev tot overeenstemming zijn gekomen.

De onderlinge geschillen zijn op een voor beide partijen acceptabele manier opgelost. Als gevolg hiervan zijn de lopende processen tussen de partijen per direct stop gezet. De voorwaarden van de overeenstemming zullen niet gecommuniceerd worden.

Lees hier iets meer.

- Rival Budweisers form an alliance. The two beer firms that have been fighting a century-long legal battle over the Budweiser brand name have formed an historic trade alliance. More usually battling it out in courts, American giant Anheuser-Busch will now distribute Czech firm Budejovicky Budvar's rival Budweiser in the US.

Lees hier mee.

IEF 3220

Onbeveiligd

De NVPI bericht op haar website dat “dat geen enkele platenmaatschappij op dit moment nog cd's uitbrengt die beveiligd zijn tegen het maken van digitale kopieën, nu ook de EMI Music Group is gestopt met het toepassen van kopieerbeveiligingen op nieuwe cd-releases. Het is nu duidelijk dat de kosten voor het gebruik van de technologie niet opwegen tegen de resultaten.

Lees hier meer.

IEF 3219

Ondertussen in Loppersum

lop2.gifEven niet opgelet, maar de auteursrechtelijke problemen in het Groningse Loppersum zijn zo te zien (bijna) opgelost en kunnen nog worden meegenomen in de diverse kronieken en overzichten van 2006.

Uit eerdere berichten bleek dat bij de uitbreiding van de Beatrixschool en de realisatie van een kinderopvang aan de Badweg de rond de openbare basisschool Prinses Beatrixschool geplaatste kunstwerken van het kunstenaarscollectief VOKO Lichen zonder medeweten van de kunstenaars door de gemeente waren verwijderd. De kunstenaars maakten hiertegen bezwaar op grond van de aan hen toekomende auteursrechten.

De kwestie is uitvoerig besproken tijdens diverse raadsvergaderingen. Roerig is een groot woord, hoewel er blijkens de notulen wel werd gevreesd voor het democratisch gehalte van de gemeente Loppersum en het Handboek Mediation van Professor Brenninkmeijer ook nog ter tafel kwam.

Uiteindelijk is het Voorstel Kunstobjecten VOKO Lichen Pomonaweg Loppersum met 9 tegen 6 stemmen aangenomen. Met de kunstenaars is afgesproken dat de kunstobjecten, indien mogelijk, weer herplaatst gaan worden. De herplaatsing van de kunstobjecten is in twee fasen opgesplitst. In fase wordt een schetsontwerp gemaakt voor het herplaatsen van kunstobjecten, een  bijeenkomst georganiseerd met de buurtbewoners en het schoolbestuur van de openbare basisschool “Prinses Beatrix”, een verslag gemaakt van de bijeenkomst, een begroting gemaakt voor de reparatie, herplaatsing en onderhoud van de kunstobjecten en een planning gemaakt voor de daadwerkelijke herplaatsing.

De resultaten van deze eerste fase zal uw raad als uitgangspunt nemen ten aanzien van het daadwerkelijk herplaatsen van de kunstobjecten. Dat is de tweede fase. De kosten van fase 1 (maximaal € 4.000,00) worden gedekt uit de opbrengst van de verkoop van gronden aan de Berea-kerk in Loppersum.

Lees het voorstel hier. De notulen van de beslissende raadsvergadering hier. Persbericht van de gemeente, met afbeeldingen, hier. Eerdere berichten hier en hier.

IEF 3218

Gevestigd in Leiderdorp

Rechtbank ‘s-Gravenhage 8 januari 2007, KG ZA 06-1389. HollandCar B.V. tegen RW Beheer B.V.
Handelsnaamgeschil. Niet van belang is dat uit geen van de producties blijkt dat de handelsnaam ook in contacten met klanten of op haar websites is gebruikt. Dat de naam alleen in het buitenland wordt gebruikt, sluit (uiteindelijke) verwarring niet uit.

HollandCar is opgericht in 2002 en houdt zich (onder meer) bezig met import en export van en bemiddeling en handel in auto’s. In het handelsregister zijn haar statutaire naam en de handelsnamen Associated Dealers of Europe en Eurocars4U ingeschreven. De onderneming is feitelijk gevestigd in Leiderdorp. RW Beheer is opgericht op 1 februari 2006 en houdt zich ook bezig met import en export van auto’s. Zij oefent deze activiteiten uit onder de naam HollandCars. Ook RW Beheer is feitelijk gevestigd in Leiderdorp.

HollandCar vordert met beroep op haar oudere handelsnaam op grond van artikel 5 Hnw RW Beheer te verbieden de handelsnaam HollandCar te gebruiken. Alle verweren van RW Beheer worden door de Haagse Voorzieningenrechter afgewezen.


Saillant detail is dat de bestuurder van RW Beheer tot 21 februari 2006 nog aandeelhouder was in HollandCar.


Op de eerste plaats stelt RW Beheer dat HollandCar de handelsnaam HollandCar niet zou gebruiken, althans niet voor 1 februari 2006. De Voorzieningenrechter oordeelt echter dat HollandCar wel degelijk de handelsnaam, gelijk aan haar statutaire naam, ter aanduiding van haar onderneming heeft gebruik. De Voorzieningenrechter acht niet doorslaggevend dat uit geen van de producties blijkt dat HollandCar ook in contacten met klanten of op haar websites die handelsnaam heeft gebruik. Uit het arrest HR 26 februari 1943, NJ 1943, 259 volgt dat het handelsnaamrecht reeds ontstaat door het, door (thans) artikel 2:186 lid 1 BW voorgeschreven, gebruik van de statutaire naam, ook al wordt daarnaast een andere handelsnaam gebruikt.


Het tweede verweer dat de handelsnaam van HollandCar ieder onderscheidend vermogen mist, wordt eveneens verworpen. Voorshands oordeelt de rechter dat de handelsnaam niet uitsluitend beschrijvend is.


Ook het derde verweer van RW Beheer dat van verwarring helemaal geen sprake kan zijn, omdat RW Beheer uitsluitend in Engeland en Duitsland actief is en HollandCar daar alleen onder de handelsnaam Associated Dealers of Europe, slaagt niet. “Klanten in Engeland en Duitsland worden op de website van HollandCar wellicht aanvankelijk niet geconfronteerd met de handelsnaam HollandCar, maar omdat de handelsnaam gelijk is aan de statutaire naam ligt het voor de hand dat bij latere contacten – bijvoorbeeld na aankoop van een auto – zij alsnog met de naam bekend raken. Gegeven voorts dat de handelsnaam van RW beheer vrijwel gelijkluidend is, dat de ondernemingen zich met gelijke activiteiten bezighouden en feitelijk gevestigd zijn in dezelfde plaats, bestaat wel degelijk kans op verwarring in de zin van art. 5 Hnw. Die verwarring kan bovendien ontstaan bij bedrijven en instellingen waarmee HollandCar in Nederland te maken heeft.”


Lees het vonnis hier.

IEF 3217

Onaannemelijke quasi intellectuele eigendomsrechten

Voorzieningenrechter Rechtbank Haarlem, 5 januari 2007, KG ZA 06-621: Van Wylick/Boris B.V. Opheffings kort geding met IE-rechtelijke kleur. (Met dank aan Peter Paul Spanjaard, DLA Piper).

Geen sprake van enigerlei vorm van intellectuele rechten ter onderbouwing van stelling dat partij exclusieve rechten heeft op een voor partij gebouwde bindmachine. 

Boris, producent en drukker van promotie- en verkoopartikelen, geeft Machinebouwer Van Wylick in 2003 opdracht een machine te bouwen voor het plakken van omslagen op gevouwen binnenwerken, waarbij aan de hand van schetsen van Van Wylick, en vragen van Boris daarover, overleg is gevoerd over de aan de machine te stellen eisen. In 2004 heeft Van Wylick voor Boris een machine gemaakt en daarbij een geheimhoudingsovereenkomst gesloten.

In 2005 heeft Z-Card Limited, een concurrent van Boris, bij Van Wylick een bindmachine besteld en geleverd gekregen. Z-Card heeft in het voorjaar van 2006 een tweede machine bij van Wylick besteld, welke nagenoeg gelijk is aan de eerste bindmachine die Van Wylick voor Z-Card heeft geproduceerd.

Op 11 december 2006 heeft Boris conservatoir beslag doen leggen op een zogenaamde “Boris-binder”-machine.


Boris baseert haar vordering op de afspraak uit 2003 dat Van Wylick voor haar exclusief machines zou vervaardigen en dat de techniek niet aan derden zou worden verkocht of ter beschikking gesteld dan wel andere informatie betreffende de bedrijfsvoering en producten van Boris zou worden verstrekt aan derden zonder toestemming van Boris. Boris heeft tegen de bouw en levering van een “Boris-binder” aan Z-Card ook bezwaar gemaakt. De in 2006 voor Z-Card vervaardigde machine is in strijd met de afspraken, aangezien deze machine een kopie is van de door Boris ontworpen machine, althans gebruik maakt van de door Boris ontworpen en ontwikkelde (combinatie) van technieken. Het handelen in strijd met de overeenkomst leidt tot winstderving bij Boris.


Volgens Van Wylick ziet de overeenkomst slechts op geheimhouding van knowhow, methodes, ervaring, contacten en kansen voor beide partijen en is niets afgesproken over een concurrentiebeding of exclusiviteitsbeding, noch over overdracht, vastlegging van herkomst of zeggenschap over IE-rechten. Boris kan Van Wylick dus niet verbieden deze of vergelijkbare machines te ontwerpen, produceren en leveren. Ook zou Z-Card Van Wylick aansprakelijk kunnen stellen wegens het niet nakomen van zijn verplichtingen, aldus Van Wylick.


De voorzieningenrechter overweegt dat voor zover het beslag ertoe strekt te voorkomen dat Van Wylick in strijd met de overeenkomst een machine aan een derde zal leveren, dit wettelijke grondslag mist. “De wet kent niet de mogelijkheid van een levering blokkenend beslag buiten een beslag ter conservering van een leveringsaanspraak van de beslaglegger c.q. een beslag uit hoofde van een (absoluut) recht van intellectuele eigendom. Noch het een noch het ander is in casu gesteld.” (r.o. 4.4)


In r.o. 4.6 overweegt de voorzieningenrechter dat Boris onvoldoende aanknopingspunten heeft verschaft om aan te nemen dat sprake is van enigerlei vorm van intellectuele rechten van Boris op de “Boris-binder”. Met name heeft Boris tegenover betwisting door Van Wylick onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een door Boris uitgevonden procédé dat nieuw is. Van Wylick heeft met betrekking tot de door Boris overgelegde schetsen verklaard dat het daarin opgenomen procédé berust op concepten die door Van Wylick al medio jaren ’90 bij de bouw van een vergelijkbare machine zijn toegepast. Voorts acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat de door Boris aangedragen ideeën ook los van de input van Van Wylick een exploiteerbare werkwijze of vinding behelzen.


Aangezien ook de beweerdelijk door Boris gestelde schade onaannemelijk is, wordt het beslag op de machine van Van Wylick opgeheven.


Lees het vonnis hier.

IEF 3216

Aller tijden

dbk.gifDiverse media berichten dat oud-voetballer Dennis Bergkamp van het Nederlands filmbedrijf Dutch Filmworks eist dat het stopt met de verkoop van de dvd  'De mooiste doelpunten aller tijden'.

Bergkamp maakt bezwaar tegen het gebruik van een foto met zijn afbeelding op de hoes van de dvd. Vrijdag dient een kort geding bij de Rechtbank Den Haag. Bergkamp wordt in deze zaak bijgestaan door Harro Knijff.

Lees hier iets meer (Dvd.nl).

IEF 3215

Parfumarrest Lancôme/Kecofa

Geactualiseerde versie van een artikel, verschenen in: Auteurs en Media (Larcier, Brussel) 2006/4, 331 e.v.

Cohen Jehoram bespreekt nogmaals en nu een stuk feller en min of meer zonder aanziens des persoons het beroemde en beruchte parfumarrest Lancôme/Kecofa, de commentaren en de (gelovige) commentatoren.

Herman Cohen Jehoram (emeritus hoogleraar recht van de intellectuele eigendom aan de Universiteit van Amsterdam): De Nederlandse Hoge Raad erkent auteursrecht op een parfumgeur. De Vliegende Hollander - volle zeilen, geen anker. Lees hier verder.

IEF 3201

De nieuwe leer

hcj.JPGHerman Cohen Jehoram (emeritus hoogleraar recht van de intellectuele eigendom aan de Universiteit van Amsterdam): De Nederlandse Hoge Raad erkent auteursrecht op een parfumgeur. De Vliegende Hollander - volle zeilen, geen anker. (Geactualiseerde versie van een artikel, verschenen in: Auteurs en Media (Larcier, Brussel) 2006/4, 331 e.v.).

Cohen Jehoram bespreekt nogmaals en nu een stuk feller en min of meer zonder aanziens des persoons het beroemde en beruchte parfumarrest Lancôme/Kecofa, de commentaren en de (gelovige) commentatoren.

“Inderdaad het principe, het ondoordachte idee dat alle creaties die door menselijke zintuigen maar waargenomen kunnen worden in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming, geheel ongeacht de maatschappelijke consequenties hiervan. Dit laatste heeft de gelovigen echter niet gehinderd. Verkade wond er geen doekjes om in zijn Conclusie vóór het Parfumgeurarrest: ‘Alles nog eens overziende, meen ik dat bescherming van parfums in het auteursrechtelijke systeem te passen is (sic.) Daarmee lijkt de rechtspolitieke vraag naar de wenselijkheid van het beschermen van parfums via het auteursrecht eigenlijk “een gepasseerd station”.’  Dit is een perfect voorbeeld van wat in Duitsland heet ‘Begriffsjurisprudenz’, een doctrinaire juridische gevolgtrekking die ingaat tegen iedere maatschappelijke realiteit. Wanneer ik, zonder steun in de literatuur hiervoor te vinden, een simpele theorie mag opstellen, dan is het deze. Het object van intellectuele eigendomsrechten, en met name auteurs- en octrooirechten, dienen te appelleren aan het menselijk intellect en niet slechts aan zuiver fysiologische waarneming door reuk-, smaak- of tastzin van mens of dier.

(…) Toch verwacht ik dat de Europese Ministerraad met 26 tegen 1 stemmen en wellicht zelfs - als het Nederlandse Ministerie van Justitie intussen bij zinnen is gekomen - unaniem, het karikaturale auteursrecht op geuren en smaken zal afwijzen.”

Lees het volledige artikel hier.

IEF 3200

Port betaald (2)

Aardige aanvulling op het hieronder besproken Europochette-vonnis van de Rechtbank Roermond: een in 2004 door de Rechtbank Den Haag gewezen en rondgemaild Europochette-vonnis (dus met plaatjes), waarin geen inbreuk werd aangenomen. Lees dat vonnis (Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 oktober 2004, KG 04/1073) hier.