IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 20091

Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.

Finally a green light for the start of the UPC

Finally a green light for the start of the UPC – an analysis of the ruling by the Bundesverfassungsgericht and the remaining preparatory work.

On 23 June 2021 the German Constitutional Court (Bundesverfassungsgericht) issued an order rejecting the requests for a preliminary injunction against ratification of the Unified Patent Court (UPC) Agreement . The order was published on 9 July 2021 [IEF 20078] and immediately drew a lot of attention, because this removed the most important obstacle for the start of the UPC. In fact, the UPC will now almost certainly open for business by the end of 2022, or the beginning of 2023 at the latest.
I will first discuss the judgment of the German Constitutional Court and then briefly the next steps towards the start of the UPC.
Lees verder >>

IEF 20087

Gerecht EU: 'Bio' in merknamen heeft nagenoeg zelfde betekenis

Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 jun 2021, IEF 20087; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-bio-in-merknamen-heeft-nagenoeg-zelfde-betekenis

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20087, IEFbe 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène) Biovène heeft in 2016 de gelijknamige merknaam bij het EUIPO ingeschreven. Eugène Perma is houder van de merknaam Biorene en is van mening dat Biovène inbreuk maakt op haar merknaam. Beide ondernemingen zijn actief in de cosmeticasector. EUIPO heeft vanwege verwarringsgevaar de inschrijving van Biovène afgewezen. Het Gerecht gaat na of er sprake is van vergelijkbare producten en vergelijkbare beeldmerken. Volgens het Gerecht betreft het inderdaad vergelijkbare producten, omdat beide zijn bedoeld voor lichamelijke verzorging en hygiëne. Daarnaast is er geen sprake van producten die voor de gemiddelde consument goed te onderscheiden zijn, onder andere vanwege het feit dat ‘Bio’ in deze context nagenoeg dezelfde betekenis heeft.

IEF 20088

Uitspraak ingezonden door Yasar Celebi en Rogier de Vrey, CMS, en Allard Ringnalda en Sven Klos, KLOS c.s.

Speelgoedhandelaar maakt inbreuk op Rubiks kubus

Hof Arnhem-Leeuwarden 13 jul 2021, IEF 20088; ECLI:NL:GHARL:2021:6712 (Beckx tegen Rubik), https://ie-forum.nl/artikelen/speelgoedhandelaar-maakt-inbreuk-op-rubiks-kubus

Hof Arnhem-Leeuwarden 13 juli 2021, IEF 20088; ECLI:NL:GHARL:2021:6712 (Beckx tegen Rubik) Rubik heeft in 1974 de beroemde Rubiks kubus ontworpen. Rubik heeft in 1975 in Hongarije een octrooi verkregen voor de kubus. Centraal in hoger beroep staat de vraag of de door Rubik ontworpen kubus, zonder en met de specifieke kleurvlakken auteursrechtelijk beschermd is en zo ja, of speelgoedhandelaar Beckx c.s. met de verhandeling van de Magic Cube en de Keychain Magic Cube in Nederland inbreuk maken op deze auteursrechten van Rubik. Het hof is het eens met de rechtbank dat de kubus een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en dat de kubussen van Beckx dezelfde totaalindruk wekken. Zodoende maakt Beckx volgens het hof inbreuk op het auteursrecht van Rubik.

IEF 20086

Strafrechtelijke aanpak intimidatie door delen persoonsgegevens

Het delen van privégegevens om iemand te intimideren moet strafrechtelijk kunnen worden aangepakt. Doxing, waaronder het verspreiden van identificerende persoonsgegevens om iemand angst aan te jagen, heeft mede door de opkomst van internet en social media een vlucht genomen. Daarom heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid een wetsvoorstel in consultatie gebracht om deze vorm van intimidatie strafrechtelijk aan te kunnen pakken.

Lees het hele bericht van Rijksoverheid hier

IEF 20085

Gerecht EU: Wolf en Rolf conceptueel en fonetisch te verschillend

Gerecht EU (voorheen GvEA) 30 jun 2021, IEF 20085; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-wolf-en-rolf-conceptueel-en-fonetisch-te-verschillend

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20085, IEFbe 3250; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf)  Wolf is houder van de gelijknamige merknaam. Rolf is houder van het later ingeschreven beeldmerk. Beide partijen zijn in vergelijkbare sectoren actief. Wolf heeft bij het EUIPO bezwaar gemaakt tegen de inschrijving van het beeldmerk, maar dit is afgewezen. Wolf vordert nu bij het Gerecht vernietiging van die beslissing en voert daartoe aan dat er sprake is van verwarringsgevaar. Volgens Wolf lijken de merken teveel op elkaar. Ondanks het feit dat drie van de vier letters hetzelfde zijn en in dezelfde volgorde staan, is er volgens het Gerecht geen sprake van een fonetische en conceptuele gelijkenis. De twee beeldmerken zijn niet zodanig gelijk, dat het voor het relevante publiek leidt tot verwarring. Het Gerecht bevestigt de uitspraak van het EUIPO. 

IEF 20084

Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, senior adviseur Kunstenbond/Ntb en directeur VCTN.

Geld voor de makers? Het is soms moeilijk niet cynisch te worden

Twee columns over de culturele wereld leidden de afgelopen maanden tot enige politieke reuring. De open brief aan de Volkskrant van Muziekwereldcolumnist Maurits Fondse en de column van Henk Westbroek [IEF 19861] in het eerste Sena Performers Magazine van dit jaar. De Volkskrantbrief leidde tot een schriftelijke reactie van minister Van Engelshoven, de column tot Kamervragen en schriftelijke beantwoording door haar collega Slob.
Lees verder >

Deze bijdrage is verschenen in Muziekwereld, het blad van de Vakgroep Muziek Kunstenbond/Ntb vakbond voor musici.

IEF 20080

Nederlandse vertaling van merknamen heeft zelfde betekenis

Rechtbank Den Haag 8 jul 2021, IEF 20080; ECLI:NL:RBDHA:2021:7065 (Rodenmors tegen Byecar), https://ie-forum.nl/artikelen/nederlandse-vertaling-van-merknamen-heeft-zelfde-betekenis

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 juli 2021, IEF 20080; ECLI:NL:RBDHA:2021:7065 (Rodenmors tegen Byecar) Kort geding. Rodenmors is houdster van het Uniewoordmerk BYEBYE.CAR. Rodenmors houdt zich bezig met de bemiddeling bij de koop en verkoop van tweedehands auto's en exploiteert daartoe onder andere de website ikwilvanmijnautoaf.nl. Byecar is een eenmanszaak die zich in dezelfde branche bevindt. Rodenmors vordert staking van het gebruik van de merknaam Byecar, omdat er volgens Rodenmors sprake is van verwarringsgevaar. De voorzieningenrechter oordeelt dat merknamen inderdaad teveel op elkaar lijken, omdat de Nederlandse vertaling nagenoeg dezelfde betekenis met zich mee brengt. Ook zijn beide partijen actief in dezelfde sector. De vordering van Rodenmors wordt toegewezen.

IEF 20081

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam.

Uitzending over werkwijze grondhandelaar niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 7 jul 2021, IEF 20081; (Multirisk tegen AVROTROS), https://ie-forum.nl/artikelen/uitzending-over-werkwijze-grondhandelaar-niet-onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 7 juli 2021, IEF 20081, IT 3589; HL ZA20-225 (Multirisk tegen AVROTROS) Op 5 maart 2019 heeft AVROTROS in het programma Opgelicht?! aandacht besteed aan de website www.makelaaringrond.nl en de heer P. Volgens eisers is de uitzending onrechtmatig en zij vorderen onder meer een aanzienlijke schadevergoeding en rectificatie. De rechtbank wijst alle vorderingen af. Het belang van AVROTROS weegt in dit geval zwaarder dan het belang van eisers. Daarvoor is het volgende redengevend. De kern van de uitzending is dat aanzienlijk veel contractanten van eisers ontevreden zijn en vraagtekens plaatsen bij de werkwijze van eisers. Dit is een misstand die aan de kaak mag worden gesteld en in zijn algemeenheid ook voldoende steun vindt in de feiten. Dat er niets aan de hand zou zijn zoals door eisers gesteld is een miskenning van deze feiten. Dat de opzet en de inleiding objectiever had gekund en op twee punten niet zorgvuldig is, maakt in het licht van het voorgaande niet dat de uitzending in het geheel onrechtmatig is. Het beroep van eisers op de journalistieke maatstaven van de Leidraad voor de Raad voor de Journalistiek maakt dit oordeel niet anders nu dit geen rechtens aan te leggen criterium is waaraan de rechter moet toetsen.