IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 22172
2 augustus 2024
Uitspraak

Hof van Beroep van UPC vernietigt beslissing omtrent verzoek tot bewijsbewaring

 
IEF 22175
1 augustus 2024
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke openbaarmaking

 
IEF 18337

Auteursrechtinbreuk op foto kopstaartbotsing

Rechtbanken 6 mrt 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (Foto kopstaartbotsing ), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-foto-kopstaartbotsing

Ktr. Rechtbank Limburg 6 maart 2019, IEF 18337; ECLI:NL:RBLIM:2019:2046 (foto kopstaartbotsing) Auteursrecht. Eiser is een professioneel fotograaf. Hij heeft een kopstaartbotsing gefotografeerd en is auteursrechthebbende op deze foto. Gedaagde exploiteert een gratis oefenwebsite voor NT2-leerlingen. De foto was op deze website geplaatst, zonder toestemming en naamsvermelding. Gedaagde voert aan dat hij de naam van eiser niet met opzet niet heeft vermeld en aldus niet te kwader trouw heeft gehandeld. De Auteurswet vereist voor inbreuk echter geen opzet of kwade trouw. Ook het onbewust schenden van het auteursrecht komt voor rekening en risico van gedaagde. Daarbij komt dat gedaagde een (professionele) ondernemer is, zodat van hem mocht worden verwacht dat hij zich ervan had vergewist of de foto auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van de foto is alvorens tot openbaarmaking over te gaan. Het verweer dat de foto slechts een korte periode op de website zichtbaar was, kan niet tot het oordeel leiden dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. Ditzelfde geldt voor het verweer dat de website slechts een beperkt aantal bezoekers kent. 

IEF 18332

Vragen aan HvJ EU: Is auteursrechtelijke bescherming vouwfiets uitgesloten als verschijningsvorm noodzakelijk is voor technisch resultaat?

HvJ EU 18 dec 2018, IEF 18332; (Brompton Bicycle), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-auteursrechtelijke-bescherming-vouwfiets-uitgesloten-als-verschijningsvorm-nood

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 december 2018, IEF 18332; IEFbe 2853; C-833/18 (Brompton Bicycle) Via MinBuza: Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Brompton’s auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent daarom dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. In dat licht wenst de verwijzende Belgische rechter duidelijkheid van het Hof.

IEF 18335

DSM-richtlijn aangenomen door Europees Parlement

Volg de plenaire vergadering live. Europees Parlement - Persberichten. Nadere informatie volgt.

Selectie van video's EP Plenary session: Copyright in the Digital Single Market
- Opening statements by Axel VOSS (EPP,DE), rapporteur, Nicola DANTI (S&D, IT) for IMCO committee and Mariya GABRIEL, Member of the EC in charge of Digital Economy and Society (8:59 - 9:10)
- MEPs debate Part 1, Part 2, Part 3 , Part 4
- Catch the eye (10:17 - 10:35)
- Closing statements by Andrus ANSIP, Vice-President of the EC in charge of DSM and by Axel VOSS (EPP, DE), rapporteur (10:35 - 10:40)

- Vote on the report by Axel VOSS (EPP, DE) (12:46 - 12:52)

Press release - Copyright reform: the Commission welcomes European Parliament's vote in favour of modernised rules fit for digital age

 

IEF 18329

Verwerping cassatie onjuiste publicatie op voorpagina Arubaans dagblad

Hoge Raad 22 mrt 2019, IEF 18329; ECLI:NL:HR:2019:402 (Centrale bank van Aruba tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/verwerping-cassatie-onjuiste-publicatie-op-voorpagina-arubaans-dagblad

HR 22 maart 2019, IEF 18329;  ECLI:NL:HR:2019:402 (Centrale bank van Aruba tegen gedaagde). Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Is publicatie op voorpagina dagblad over (onjuist gebleken) mededeling anonieme bron dat geld zou zijn verdwenen uit kluis Centrale Bank onrechtmatig? De rechter concludeerde in eerste aanleg [IEF 16220] dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen, nu de betreffende journalist zich gehouden heeft aan de algemeen aanvaarde journalistieke code van hoor en wederhoor. De conclusie van de Advocaat-Generaal op 26 februari 2019 [ECLI:NL:PHR:2019:94] strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad volgt deze conclusie. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden, geen motivering ex art. 81 lid 1 RO.

IEF 18328

Geen publicatieverbod voor boek #jehebtaltijdeenkeuze#

Rechtbanken 21 mrt 2019, IEF 18328; ECLI:NL:RBOVE:2019:966 (Ex-man tegen #jehebtaltijdeenkeuze#), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-publicatieverbod-voor-boek-jehebtaltijdeenkeuze

Ktr. Rechtbank Overijssel 21 maart 2019, IEF 18328; ECLI:NL:RBOVE:2019:966 (ex-man tegen #jehebtaltijdeenkeuze#) Mediarecht. Eiser en gedaagde zijn van 2000 tot 2010 getrouwd geweest. Gedaagde heeft een boek geschreven over onder andere deze relatie met de titel #jehebtaltijdeenkeuze#. Het boek wordt uitgegeven door uitgeverij Droomvallei. Op de voor- en achterkant van het boek staat een foto van gedaagde waarop de helft van haar gezicht zichtbaar is. De tekst op de achterkant van het boek luidt onder andere: “In #jehebtaltijdeenkeuze# beschrijft X hoe het kwam dat ze zo lang in deze verstikkende relatie bleef hangen.” In diverse media en op de eigen website van gedaagde is aandacht besteed aan de lancering van het boek. Op haar website heeft gedaagde passages uit het boek gepubliceerd, die kort gezegd verwijzingen bevatten naar haar huwelijk met eiser, waarin zij psychisch en lichamelijk zou zijn mishandeld door eiser, die een narcist zou zijn. De vordering van eiser om de publicatie en verspreiding van het boek per direct te staken wordt door de rechter afgewezen. Het boek dient te worden beschouwd als een autobiografie, geschreven vanuit het perspectief en de ervaringen van gedaagde, en in het boek staat de persoonlijke ontwikkeling van gedaagde centraal. Dat het boek ook over eiser gaat is onvermijdelijk aangezien ze tien jaar getrouwd zijn geweest. De voorzieningenrechter volgt eiser niet in zijn stelling dat gedaagde geen belang heeft bij de publicatie van het boek. Publicatie van het boek is een logisch vervolg op de carrière van gedaagde die als ervaringsdeskundige trainingen en lezingen geeft over huiselijk geweld en dikwijls in de media optreedt. De publicatie van het boek voorziet in dezelfde behoefte als waarin de andere activiteiten van gedaagde voorzien, namelijk het verwerven van inzicht in situaties van huiselijk geweld. Publicatieverbod wordt afgewezen.

IEF 18327

Verminkt op de website geplaatst logo is inbreuk op auteursrechten

Rechtbanken 6 mrt 2019, IEF 18327; ECLI:NL:RBMNE:2019:960 (logo met licentie), https://ie-forum.nl/artikelen/verminkt-op-de-website-geplaatst-logo-is-inbreuk-op-auteursrechten

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 6 maart 2019, IEF18327; ECLI:NL:RBMNE:2019:960 (logo met licentie) Eiseres is grafisch vormgeefster. Zij heeft in 2011 in opdracht van de stichting een logo ontworpen. De stichting heeft hierna een exclusieve licentie verkregen voor het gebruik van dit logo, zoals dat gebruik van het ontwerp, waarvoor op het moment van het verstrekken van de opdracht vaststaande voornemens bestonden. Hierna heeft eiseres geconstateerd dat het logo op manieren strijdig met deze afspraak werd gebruikt. De voorwaarden uit het contract zijn echter niet geschonden, nu de stichting niet de indruk heeft gewekt dat zij aan derden mocht licentiëren. Dat de stichting na sommatie door eiseres het logo heeft verwijderd, toont niet aan dat er sprake is van inbreuk. Wel is het plaatsen van het verminkte logo op haar website een onrechtmatige openbaarmaking. Er is dus een inbreuk op de auteursrechten van eiseres.

IEF 18326

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Marissa Brinks, Bingh.

Hoger beroep afgewezen: overige vloerkleden By-Boo maken geen inbreuk op model- en auteursrechten De Poortere

Gerechtshoven 19 mrt 2019, IEF 18326; (De Poortere tegen By-Boo c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/hoger-beroep-afgewezen-overige-vloerkleden-by-boo-maken-geen-inbreuk-op-model-en-auteursrechten-de-p

Hof Den Haag 19 maart 2019, IEF 18326; ECLI:NL:GHDHA:2019:1322 (Poortere tegen By-Boo) Hoger beroep. Poortere en By-Boo brengen allebei vloerkleden op de markt. Poortere is van mening dat By-Boo met de vervaardiging en verhandeling van bepaalde vloerkleden een inbreuk maakt op haar model- en auteursrechten. De rechtbank [IEF 16322, IEF 17652] heeft bevolen met betrekking tot bepaalde vloerkleden dat By-Boo iedere inbreuk op de auteursrechten van De Poortere met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden. In het hoger beroep wordt vastgesteld dat er geen sprake is van inbreuk op het auteurs- en modellenrecht van Poortere wat betreft de overige kleden, nu er geen sprake is van namaken. De totaalindrukken verschillen. Ook kan slaafse nabootsing niet worden aangenomen. De principale grieven falen en leiden dus niet tot vernietiging van het bestreden vonnis. Wel worden de dwangsommen verminderd, gelet op het beperkte aantal tapijten dat By-Boo in voorraad heeft gehad en de beperkte waarde van die tapijten.

IEF 18325

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: In huis opslaan van merk-lagers in ruil voor een slof sigaretten en fles cognac economisch voordeel?

HvJ EU 28 nov 2019, IEF 18325; (Yhtiö), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-in-huis-opslaan-van-merk-lagers-in-ruil-voor-een-slof-sigare

Prejudicieel gestelde vragen HvJ EU 28 november 2018, IEF 18325; IEFbe 2849; C-772/18 (Yhtiö-slof en cognac) Merkenrecht. Een Finse onderneming A is houder van een internationaal merk voor onder meer lagers. Een Finse particulier B heeft in 2011 een partij van zulke lagers ontvangen uit China (zonder betrokkenheid bij de verzending), opgehaald van het vliegveld en enkele weken opgeslagen in zijn huis. De partij lagers is vervolgens opgehaald en naar Rusland gebracht. Als beloning voor zijn verrichtingen heeft de particulier B een slof sigaretten en een fles cognac gekregen. Onderneming A heeft bij de civiele rechter een vordering tot schadevergoeding tegen particulier B ingesteld, wegens een inbreuk op haar merkenrecht. Artikel 5 van richtlijn 2008/95/EG (hierna: de richtlijn) verbiedt derden namelijk gebruik te maken van een ingeschreven merk in het economisch verkeer. Deze vordering ligt nu voor de hoogste Finse rechter, die nu vier prejudiciële vragen aan het Hof stelt.