Uitspraak ingezonden door Walter Blansjaar, Wildenberg Advocaten.
Moluks Historisch Museum maakt auteursrechtinbreuk
Rb. Gelderland 28 februari 2024, IEF 21935; ECLI:NL:RBGEL:2024:919 (Eiseres tegen Stichting MHM). Stichting “Moluks Historisch Museum” (hierna: Stichting MHM) biedt via haar website foto’s en dia’s aan tegen betaling, stelt deze beschikbaar aan beeldbanken en gebruikt dezelfde fotocollectie voor de omslag van een door haar gepubliceerd boek. Eiseres is weduwe van de maker (en auteursrechthebbende) van de fotocollectie en heeft vastgesteld dat in totaal 55 foto’s zonder toestemming op de website van Stichting MHM zijn gepubliceerd. Zij vordert staking van de inbreuk en schadevergoeding wegens openbaarmaking en verveelvoudig in strijd met de Auteurswet.
Paper ingezonden door Femke van Horen, VU Amsterdam.
De Inzet van Neurowetenschap bij het Beoordelen van Verwarringsgevaar
Wat als in merkenrechtenzaken de waargenomen gelijkenis tussen twee merken direct via het brein gemeten zou kunnen worden, zonder dat daarbij een vragenlijst aan te pas zou hoeven komen?
Professor Femke van Horen, gespecialiseerd in consumentengedrag, heeft onlangs een artikel gepubliceerd in de Trademark Reporter, waarin wordt besproken hoe neurowetenschap de beoordeling van merkgelijkenis en consumentenverwarring kan verbeteren. In het experiment is gebruik gemaakt van herhalingsonderdrukking, waarbij de hersenactiviteit zwakker wordt wanneer dezelfde objecten meerdere keren waargenomen worden. Deze techniek biedt de mogelijkheid om de gelijkenis tussen twee merken puur op basis van hersenactiviteit te meten. Bovendien kan deze neuro index ook bias (vertekening) in een vragenlijst detecteren, waardoor bepaald kan worden of de vragenlijst bruikbaar is in de bewijsvoering. Hersenscans hebben zo het potentieel om de kwaliteit van juridisch bewijs in merkenrechtzaken te verbeteren.
HR: niet aan voorwaarden voorwaardelijke proceskosten voldaan
Hoge Raad 8 maart 2024, IEF 21933; ECLI:NL:HR:2024:341 (Novartis tegen Mylan c.s.). Novartis is in cassatie gegaan tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag (hierna: hof), dat had geoordeeld dat Mylan c.s. niet onrechtmatig hadden gehandeld door generieke geneesmiddelen op de markt te brengen [zie IEF 20873]. De klachten over het arrest van het hof kunnen echter niet leiden tot vernietiging van het arrest, aldus de Hoge Raad. De Raad motiveert zijn oordeel niet, omdat de gestelde vragen niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (artikel 81 lid 1 RO). Mylan c.s. vorderen op grond van artikel 1019h Rv € 45.790,50 aan proceskosten (75% toe te schrijven aan het principale beroep en 25% aan het voorwaardelijke incidentele beroep). Novartis maakt daartegen bezwaar, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder het incidentele beroep is ingesteld, en het incidentele beroep op die grond dus niet is behandeld. Mylan c.s. betwist dit door na de conclusie van de Advocaat-Generaal omstandigheden aan te voeren. Omdat Novartis hier echter niet meer op kon reageren, neemt de Hoge Raad dit niet in aanmerking. De Hoge Raad veroordeelt Novartis in de kosten en neemt slechts 75% van de gevorderde proceskosten, zijnde € 34.342,86, in aanmerking.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Ouderwets auteursrechtvoorbehoud weer belangrijk in tijden van AI
Met ChatGPT en andere zogenaamde generatieve AI-toepassingen is veel mogelijk. Die mogelijkheden zien velen als een kans, terwijl anderen het als een bedreiging zien. Een recent voorbeeld vormt het aanbod van Uitgeverij Veranderen en inzicht, die via Bol.com en Amazon tientallen samenvattingen verkoopt van zelfhulpboeken van anderen, die naar alle waarschijnlijkheid met AI zijn gemaakt.
Mag dat zo maar? Of door een mens gemaakte samenvattingen ‘mogen’, hangt af van de vraag of er creatieve stukken uit het origineel worden overgenomen. Voor met AI gemaakte samenvattingen gelden echter andere regels. Samenvatten met AI is een vorm van ‘tekst- en datamining’. Dat blijkt onder andere uit de recente AI Act. ‘Tekst- en datamining’ mag voor non-profit onderzoeksdoeleinden en voor privégebruik. Voor andere, bijvoorbeeld commerciële doeleinden, mag het ook “mits degene die de tekst- en datamining verricht rechtmatig toegang heeft tot het werk en het auteursrecht door de maker of zijn rechtverkrijgenden niet uitdrukkelijk op passende wijze is voorbehouden, zoals door middel van machinaal leesbare middelen bij een online ter beschikking gesteld werk” (artikel 15o Auteurswet).
Boeteclausules over gebruik domeinnaam over en weer toewijsbaar
Rb. Overijssel 27 februari 2024, IE 21934, IT 4490; ECLI:NL:RBOVE:2024:1070 (De Arbeidsmediators tegen gedaagden). Tussen partijen heeft een geschil bestaan over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’. Partijen hebben in oktober 2022 ter beëindiging van dat geschil een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat de Domeinnaam nog voor een periode van 6 maanden mag gebruiken. Na verloop van deze 6 maanden zal de Domeinnaam worden overgedragen door Partij B aan Partij A. Partij A zegt hierbij toe dat de Domeinnaam voor een periode van 2 jaar vanaf datum overeenstemming niet door haar gebruikt zal worden en gedurende deze periode enkel ter registratie zal worden aangehouden. Partijen vorderen over en weer contractuele boetes vanwege het niet nakomen van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter merkt ten eerste op dat niet in de vaststellingsovereenkomst staat dat Partij B de Domeinnaam binnen de periode van zes maanden aan De Arbeidsmediators diende over te dragen. Echter staat wel in de overeenkomst vermeld dat Partij B de Domeinnaam nog voor een periode van zes maanden mag gebruiken. Nu vaststaat dat de Domeinnaam na afloop van de periode van zes maanden is blijven doorlinken naar Partij B, schendt Partij B de vaststellingsovereenkomst en wordt de vordering in conventie toegewezen. Ook de Arbeidsmediators schendt de vaststellingsovereenkomst nu vaststaat dat de Domeinnaam vanaf 30 juni 2023 tot 5 september 2023 was doorgelinkt naar de website van De Arbeidsmediators. Ook de vordering in reconventie wordt toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Annemijn Schipper, Taylor Wessing.
Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen
BenGH 6 februari 2024, IEF 21931, IEFbe 3721; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited). Deze zaak betreft een geschil over de geldigheid van een merkregistratie door Airwair, de fabrikant van Dr. Martens schoenen, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Dit merk betrof een positie merk dat bestond uit een specifieke gele stiksel op een zwarte zoolrand (trépointe), geregistreerd voor "veterlaarzen" in klasse 25. Van Haren daagde de geldigheid van dit merk aan op basis van gebrek aan onderscheidend vermogen, algemeenheid van de benaming, en het uitsluitend bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch resultaat of die een aanzienlijke waarde aan de producten geeft.
Inspraakreactie leidt tot auteursrechtinbreuk door gemeente
Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 21928; ECLI:NL:RBZWB:2024:1486 (Eiser tegen Gemeente Oosterhout). Gemeente Oosterhout maakt gebruik van een website waarop een foto van een windturbine te zien is. De foto is als onderdeel van een inspraakreactie door een inwoner aangeleverd. Eiser is auteursrechthebbende van deze foto en vordert € 525,- schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk. Gemeente Oosterhout voert als verweer aan dat de inspreker zelf verantwoordelijk is en dat de reactie een-op-een overgenomen is met inachtneming van het transparantiebeginsel. Zij verwijst in dit verband naar artikel 22 lid 2 jo. artikel 10 lid 1 sub 9 Aw en voert tevens aan dat de foto op zichzelf geen cruciaal element is in de betreffende inspraakreactie.
Internetconsultatie wetsvoorstel beter werkende data-economie
Het gebruik van digitale gegevens is onmisbaar in de economie en maatschappij. Grensoverschrijdende regelgeving die zorgt voor een betere verdeling van de grote waarde van data, is daarom essentieel voor bedrijven en consumenten. De EU Data Act is een belangrijke stap om de data-economie als geheel beter te laten werken. Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) consulteert vanaf vandaag de concept Nederlandse uitvoeringswetgeving van de Data Act. Deze geldt straks vanaf september 2025.
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.
Uitzending AVROTROS over HEM niet onrechtmatig
Rb. Midden Nederland 6 maart 2024, IEF 21929, IT 4487; ECLI:NL:RBMNE:2024:1315 (HEM tegen Avrotros). Het tv-programma Radar heeft meermaals aandacht besteed aan Allround Hollands Energie B.V., ook bekend als Hollandse Energie Maatschappij of HEM, onder andere via online nieuwsberichten en drie uitzendingen. In onderhavige procedure staan twee uitzendingen en vier nieuwsberichten centraal. Aanleiding voor de publicaties zijn de meer dan 200 klachten die de redactie ontvangt. Die klachten hebben onder meer betrekking op het niet verstrekken van essentiële informatie, het hanteren van enorm hoge opzegboetes, het verstrekken van onjuiste informatie, het hanteren van verschillende versies van een contract, de onbereikbaarheid van de klantenservice, de agressieve bejegening, het niet terugbetalen van te veel betaalde voorschotten en het fors verhogen van voorschotbedragen bij een contract met een vast tarief. HEM vindt de publicaties van AVROTROS onrechtmatig en vordert onder andere verwijdering en een rectificatie. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatige publicaties en wijst de vorderingen af.
Nationale rechter doet geen uitspraak over geldigheid besluit EC
Rb. Midden-Nederland 29 februari 2024, IEF 21936; ECLI:NL:RBMNE:2024:1403 (Biogen tegen Glenmark). Biogen Internationale GMBH (hierna: Biogen) vordert bij provisionele voorzieningen Glenmark Pharmaceuticals B.V. (hierna: Glenmark) te verbieden haar handelsvergunning voor de geneesmiddelen Dimethylfumaraat Glenmark (120 mg en 240 mg) in handel te brengen in Nederland. Dit baseert Biogen op het Uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie waarin de beschermingstermijn van Biogen met een jaar is verlengd. De rechtbank oordeelt dat de spoedeisende belangen van Biogen bij haar vorderingen is gegeven. Tussen partijen bestaat een meningsverschil over de geldigheid van het besluit van de Europese Commissie, in het bijzonder over de termijnverlenging van de marktbescherming die Biogen geniet. De rechtbank oordeelt dat betreffend Commissiebesluit bindend is en zij geen uitspraak zal doen over de geldigheid ervan. Door verscheidene partijen is een (nog lopende) nietigheidsprocedure gestart bij het Gerecht (Europese Unie), waarbij ook een verzoek tot schorsing is gedaan. Dit verzoek is in hoger beroep ook terechtgekomen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Beide instanties hebben dit verzoek afgewezen. De nationale (voorzieningen)rechter dient deze uitspraken te eerbiedigen. De vorderingen van Biogen worden toegewezen.