IEF 22178
5 augustus 2024
Uitspraak

Geen spoedeisend belang in kort geding tegen MeDirect Bank

 
IEF 22177
5 augustus 2024
Uitspraak

Gerecht vernietigt beslissing over handelsmerk voor oranje kleur op champagne

 
IEF 22174
2 augustus 2024
Uitspraak

Optrekkend geluid van een auto heeft geen onderscheidend vermogen

 
IEF 16979

Teken hoofdletter D van Sprinter is verwarringwekkend t.o.v. beeldmerk Diesel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 20 jul 2017, IEF 16979; ECLI:EU:T:2017:536 (Diesel tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/teken-hoofdletter-d-van-sprinter-is-verwarringwekkend-t-o-v-beeldmerk-diesel

Gerecht EU 20 juli 2017, IEF 16979; IEFbe 2265; T-521/15; ECLI:EU:T:2017:536 (Diesel tegen EUIPO) Merkenrecht. Oppositie. Sprinter heeft een merkaanvraag ingediend voor een beeldteken, bestaande uit een hoofdletter D. Diesel heeft oppositie ingesteld. Dit werd afgewezen, waarop hoger beroep is ingesteld door Diesel. Het Gerecht stelt dat sprake is van soortgelijke tekens en verwarringsgevaar. De uitspraak van EUIPO moet worden vernietigd.

IEF 16978

Rechthoek met drie strepen in de kleuren geel, oranje en blauw is niet onderscheidend voor beeldmerk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 20 jul 2017, IEF 16978; ECLI:EU:T:2017:537 (Basic Net tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/rechthoek-met-drie-strepen-in-de-kleuren-geel-oranje-en-blauw-is-niet-onderscheidend-voor-beeldmerk

Gerecht EU 20 juli 2017, IEF 16978; IEFbe 2264; ECLI:EU:T:2017:537; T‑612/15 (Basic Net tegen EUIPO) Merkenrecht. Beelteken. Basic Net heeft een merkaanvraag ingediend op een beeldteken van drie verticale strepen (geel-oranje-blauw). Dit werd afgewezen op grond van het gebrek aan onderscheidend vermogen. Basic Net heeft tevergeefs beroep ingesteld bij het EUIPO. Volgens vaste jurisprudentie is het niet waarschijnlijk dat een consument een eenvoudig geometrisch figuur zal herinneren, tenzij er onderscheidend vermogen is verkregen door gebruik. Zo ook hier niet. De drie kleuren zijn niet uniek voor het wekken van bepaalde gedachteassociaties of het genereren van gevoelens, waardoor ze niet in staat zijn om nauwkeurige informatie over te brengen. Daarnaast zijn dit veelgebruikte kleuren in reclame en marketing voor de aantrekkelijkheid van producten en diensten. Ook de kleuren hebben dus geen onderscheidend vermogen. Het Gerecht EU wijst het hoger beroep af.

IEF 16977

Bijdrage ingezonden door Dian den Hoed, LinkedIn.

Dian den Hoed - Mag u hyperlinken naar auteursrechtelijk beschermde content?

Hyperlinks vormen de kern van het internet. Op simpele wijze kan een paginabezoeker doorklikken naar andere informatiebronnen, die niet noodzakelijkerwijs van diezelfde pagina afkomstig zijn. Bij het hosten van een eigen website is het gebruik van hyperlinks onontbeerlijk. Maar mag u vrij hyperlinken en embedden? Dian den Hoed legt het uit in haar noot bij GS Media BV (Geenstijl) tegen Sanoma Media Netherlands BV; Playboy Enterprises International Inc.; Britt Geertruida Dekker.

Intellectuele eigendomsrechten Op content waarnaar gelinkt wordt, zoals muziek, film, software, foto’s en artikelen rusten in de regel intellectuele eigendomsrechten. Uit de rechtspraak is gebleken dat een hyperlink onder omstandigheden inbreuk kan maken op auteursrechten van content creators. De rechter maakt dan een belangafweging aan de hand van een toetsingskader. In dit kennisartikel vindt u de evolutie van dit door het Europees Hof van Justitie ontwikkelde toetsingskader voor auteursrechtinbreuk door hyperlinks. Lees meer

IEF 16976

Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, RUG.

Paul Geerts' noot onder Trebs/Food&Fun

P.G.F.A. Geerts, Noot onder Hof Arnhem-Leeuwarden 20 december 2016 (Trebs/Food&Fun); IEF 16976; eerder gepubliceerd in IER 2017/28. 1. De vraag die in dit arrest centraal staat, is of de pizzaoven van Trebs (de PizzaGusto) een slaafse nabootsing is van de pizzaoven van Food & Fun (de Pizzarette). In het verlengde daarvan komt ook aan de orde de vraag of Food & Fun als concurrent een rechtstreeks beroep op de Wet op de oneerlijke handelspraktijken toekomt en of de mededelingen van Food & Fun aan haar afnemers over de PizzaGusto van Trebs, onrechtmatig zijn. Het zijn deze onderwerpen waaraan ik in deze noot aandacht besteed. Geen aandacht wordt besteed aan de uitleg van art. 9 van de vaststellingovereenkomst die tussen partijen is gesloten en waarvan Trebs van het hof bewijs mag aanbieden. Aan de vraag of de bestuurder van Food & Fun aansprakelijk is voor de hierboven genoemde mededelingen, wordt evenmin aandacht besteed.

IEF 16975

Willem Grosheide - Slaafse nabootsing vs. modellenrecht

Voordracht tijdens IE-Zomerforum, congres over 'Bescherming van vormgeving' 13 juli 2017 .
1. Gevraagd om commentaar bij het recente Mi Moneda (ook: Allround/Sim-stars)-arrest van de Hoge Raad dat de aanleiding vormt tot deze bijeenkomst, grijp ik de mij geboden gelegenheid aan om nog eens terug te komen op een enkele van mijn opvattingen met betrekking tot slaafse nabootsing waarover in de achterliggende jaren door sommige vakgenoten de staf is gebroken[1]. Ik noem de samenhang en samenloop van intellectueel-eigendomsrechtelijke regiems en het verwarringsbegrip. Mijn eerstgenoemde opvatting is door Cohen Jehoram sr. met walging als “verknoedeling” aangemerkt[2]. En Gielen – op dat punt inmiddels bijgevallen door AG Van Peursem  die in feite Gielen napraat –  is van mening dat ik in de war ben bij mijn opvatting over het begrip verwarring[3]. Met beide critici kan ik zo bovendien opnieuw (ik deed dit in publicaties reeds eerder) in debat gaan. Van de gelegenheid dat ik het woord voer, maak ik tevens gebruik om met de Hoge Raad van mening te verschillen over de maatstaf aan de hand waarvan moet worden vastgesteld of sprake is van verwarring.

 
IEF 16974

HvJ EU: naast elkaar in twee lidstaten bestaande merken scheppen geen precedent voor het ontbreken van verwarringsgevaar in de Unie

HvJ EU 20 jul 2017, IEF 16974; ECLI:EU:C:2017:571 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-naast-elkaar-in-twee-lidstaten-bestaande-merken-scheppen-geen-precedent-voor-het-ontbreken-va

HvJ EU 20 juli 2017, IEF 16974; IEFbe 2256; zaak C-93-16; ECLI:EU:C:2017:571 (Ornua, The Irish Dairy Board tegen Tindale & Stanton) Merkenrecht. Zie eerder [IEF 16685] en [IEF 15794]. Audiencia Provincial de Alicante heeft een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ EU, namelijk of het naast elkaar in twee lidstaten bestaande merken precedent schept voor het ontbreken van verwarringsgevaar in de gehele Unie?

Het HvJ EU verklaart voor recht:

1) Artikel 9, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Unie]merk moet aldus worden uitgelegd dat op basis van het feit dat een Uniemerk en een nationaal merk in een deel van de Europese Unie vreedzaam co-existeren, niet kan worden geconcludeerd dat in een ander deel van de Unie, waar dit Uniemerk en het aan dit nationale merk gelijke teken niet vreedzaam co-existeren, geen gevaar voor verwarring van dit Uniemerk met dit teken bestaat.

2) Artikel 9, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat de elementen die volgens de rechtbank voor het Uniemerk waarbij een vordering wegens inbreuk is ingesteld relevant zijn om te beoordelen of het de houder van een Uniemerk is toegestaan, het gebruik van een teken te verbieden in een deel van de Europese Unie waarop deze vordering geen betrekking heeft, door deze rechtbank in aanmerking kunnen worden genomen om te beoordelen of het deze houder is toegestaan het gebruik van dit teken te verbieden in het deel van de Unie waarop deze vordering betrekking heeft, mits de marktomstandigheden en de socioculturele omstandigheden in die beide delen van de Unie onderling niet duidelijk verschillen.

3) Artikel 9, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat op basis van het feit dat een bekend Uniemerk en een teken in een deel van de Europese Unie vreedzaam co-existeren, niet kan worden geconcludeerd dat in een ander deel van de Unie, waar deze niet vreedzaam co-existeren, een geldige reden bestaat die het gebruik van dit teken rechtvaardigt.

IEF 16968

Advies RvS protocol wijziging BVIE

Met het protocol wordt het Benelux-Gerechtshof voortaan de enige bevoegde instantie voor beroepen tegen beslissingen van het BBIE.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert de goedkeuringsprocedure voort te zetten, maar heeft opmerkingen over de toelichtende nota. Zij adviseert nader te motiveren dat de goedkeuring van het protocol niet leidt tot afwijking van de Grondwet. In de toelichting wordt niet ingegaan op de verhouding tussen het protocol en de Grondwet. Deze verhouding is echter wel relevant in het licht van de procedure die bij de goedkeuring van het protocol moet worden gevolgd. Artikel 91, derde lid, van de Grondwet, regelt immers dat indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, de kamers de goedkeuring alleen kunnen verlenen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Om die reden moet worden bezien of er met de goedkeuring van het protocol wordt afgeweken van bepalingen uit de Grondwet.

Lees het advies van de RvS hier.

IEF 16967

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Leeway.

Document wordt niet aan Holonite vrijgegeven nu het woord 'kanttekening' niet in de zoektermen staat

Rechtbank Gelderland 26 jun 2017, IEF 16967; (Holonite tegen Composietsteen), https://ie-forum.nl/artikelen/document-wordt-niet-aan-holonite-vrijgegeven-nu-het-woord-kanttekening-niet-in-de-zoektermen-staat

Vzr. Rechtbank Gelderland 26 juni 2017, IEF 16967 (Holonite tegen Composietsteen) Zie eerder [IEF 16779]. Procesrecht. Holonite is producent en distributeur van onder andere dorpels, waarvan de types MBI 51 en MBI 57 de best verkopende zijn. Composietsteen is een groothandel in bouwmaterialen en een specialist op het gebied van (gegoten) composietsteen. Zij heeft ook dorpels aan haar assortiment toegevoegd, onder de naam 'Ekosiet dorpel MBI 51 en MBI 57'. Holonite heeft Composietsteen gedagvaard in kort geding. In dat vonnis is aan Composietsteen een gebod opgelegd om toe te staan en te gedogen dat de deurwaarder inzage neemt in alle bescheiden. In dit geschil ligt de vraag voor of het document dat de deurwaarder na dataseparatie heeft geselecteerd al dan niet aan Holonite ter beschikking mag worden gesteld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat slechts als het woord 'tekening' letterlijk in een document voorkomt, i.c.m. woorden uit categorie A of B, het document voldoet aan de criteria voor vrijgave aan Holonite. Daarnaast heeft het woord 'tekening' een volstrekt andere betekenis dan het woord 'kanttekening'. Het document mag niet worden vrijgegeven.


Leestip r.o. 3.2.

IEF 16956

NBN heeft geldige reden voor gebruik van de term 'customer delight'

Belgische gerechten 27 jan 2016, IEF 16956; (Customer Delight), https://ie-forum.nl/artikelen/nbn-heeft-geldige-reden-voor-gebruik-van-de-term-customer-delight

Rb. van Koophandel Brussel 27 januari 2016, IEF 16956; IEFbe 2250 (Customer Delight) Merkenrecht. D-Sense is een vennootschap die onder meer tot doel heeft het verstrekken van studies, raadgevende en commerciële diensten inzake management, bedrijfsstrategieën, opleidingen, customer delight en klantentevredenheid. D-Sense is houder van het woordmerk "Customer Delight". Bij de aankondiging door NBN van een seminarie over customer delight, werd zij in gebreke gesteld en verzocht het gebruik van dit woordmerk te staken. D-Sense bewijst niet dat NBN het merk gebruikt voor de aanduiding van waren/diensten, maar louter een seminarie organiseert waarin een derde over dit onderwerp spreekt. Daarnaast wordt de term 'customer delight' slechts gebruikt ter beschrijving van het fenomeen van klantentevredenheid en daarmee de inhoud van de seminaries. Er is sprake van een geldige reden om gebruik te maken van de term 'customer delight'. De vordering van D-Sense is ongegrond.

IEF 16965

Uitspraak ingezonden door Lucia van Leeuwen, DLA Piper.

Voorstel maatstaf gemiste advertentie-inkomsten levert matiging op

Hof Arnhem-Leeuwarden 11 jul 2017, IEF 16965; (MergenMetz tegen Cozzmoss), https://ie-forum.nl/artikelen/voorstel-maatstaf-gemiste-advertentie-inkomsten-levert-matiging-op

Hof Arnhem-Leeuwarden 11 juli 2017, IEF 16965 (MergenMetz tegen Cozzmoss) Auteursrecht. MergenMetz plaatst opiniestukken op haar website, waar in een aantal stukken via een hyperlink verwezen wordt naar haar eigen informatiesysteem met pdf-bestanden van krantenartikelen van Trouw en De Volkskrant. Cozzmoss hield zich bezig met handhaving van auteursrechten van geschreven teksten en artikelen van bij haar aangesloten (rechts)-personen, waaronder Trouw en De Volkskrant. In eerste aanleg werd auteursrechtinbreuk van zeven verveelvoudigde en openbaargemaakte krantenartikelen vastgesteld en MergenMetz veroordeeld tot betaling van € 2.124,60 aan schadevergoeding en € 150,75 aan administratiekosten, alsmede de proceskosten, begroot op € 3.710,96. Het hof acht de door MergenMetz voorgestelde maatstaf passend voor het bepalen van de omvang van de schade. Onvoldoende betwisting door Cozzmoss. De toegewezen schadevergoeding wordt gematigd en de proceskosten worden gecompenseerd.