Voortvarend handelen bij merkinbreuk
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 december 2007, KG ZA 07-1224, English Heritage Buildings Limited en English Heritage Buildings Products Limited tegen Heritage Nederland B.V. en Bloemen.
Wel gemeld, nog niet samengevat. Handelsnaam-, merken- en auteursrecht. Het voortdurende karakter van de merkinbreuk is voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien rechthebbende voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken.
English Heritage houdt zich sinds 1979 bezig met het ontwerpen, produceren en leveren van houten gebouwen, zoals tuinhuizen, garages en stallen. Vanaf oktober 1997 heeft Bloemen als distributeur van English Heritage in Nederland houten gebouwen verkocht in welk kader hij gebruik maakte van de merken en handelsnamen van English Heritage. In mei 2006 eindigt de handelsrelatie tussen partijen. Bloemen start daarop de onderneming Heritage Nederland waarin hij zijn eenmanszaak inbrengt. Heritage Nederland verkoopt houten gebouwen van andere producenten dan English Heritage.
English Heritage vordert, kort gezegd, een verbod op inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten, staking van het gebruik en overdracht van de domeinnaam heritagenederland.nl en een verbod op inbreuk op haar auteursrechten.
Wat betreft de vermeende merkinbreuk door Heritage Nederland in relatie tot het spoedeisend belang overweegt de rechtbank:
“4.6 English Heritage heeft in dit verband niet weersproken dat hij al anderhalf jaar op de hoogte is van de verweten handelingen van Heritage Nederland en dat hij tot dusver geen (rechts)maatregelen heeft getroffen. Evenmin heeft hij omstandigheden aangevoerd die aannemelijk maken dat de gevraagde voorzieningen alsnog spoedeisend zijn geworden. Hij heeft enkel gewezen op het voortdurende karakter van de inbreuk. Dat laatste is in het algemeen voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen indien de rechthebbende vervolgens voortvarend handelt om aan de inbreuk een einde te maken. Van dat laatste is geen sprake. Wat er verder zij van het onder 4.4 weergegeven verweer, een en ander afwegend moet worden geoordeeld dat English Heritage onvoldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, voor zover die zijn gebaseerd op zijn merkrechten.
4.7. De rechtbank is van mening dat het voorgaande anders ligt voor de vorderingen die zijn gebaseerd op het handelsnaamrecht en het auteursrecht. Het enkele verweer van Heritage Nederland dat de handelsnamen van English Heritage niet bekend zijn in Nederland gaat niet op. English Heritage heeft in het verleden niet alleen veel geadverteerd in Nederland, Bloemen brengt al vanaf 1997 de producten van English Heritage op de Nederlandse markt. Nu niet is gesteld of gebleken dat Bloemen de producten in Nederland heeft verkocht en geleverd onder eigen naam, is het volstrekt aannemelijk dat de handelsnamen van English Heritage in Nederland in ieder geval enige bekendheid hebben. De inbreuk op het auteursrecht acht de rechtbank erkent, nu Heritage Nederland ter zitting heeft toegegeven dat zij tot voor kort tekeningen van English Heritage op haar website had.”
Gedaagde Bloemen heeft zijn persoonlijke aansprakelijkstelling bestreden omdat de hem verweten handelingen aan Heritage Nederland zouden moeten worden toegerekend. English Heritage heeft de persoonlijke aansprakelijkstelling van Bloemen niet nader gemotiveerd.
De rechtbank stelt English Heritage in het ongelijk en veroordeelt hem volgens de maatstaf van artikel 1019h Rv in de proceskosten. Van de totale door Heritage Nederland opgegeven – en door English Heritage niet bestreden – proceskosten ad € 30.014,75 excl. BTW rekent de rechtbank de helft toe aan de procedure tegen Bloemen.
Lees het vonnis hier.
Vrienden
Vzr. Rechtbank Amsterdam, 22 januari 2008, KG ZA 07-2504 OdC/BB, Amstel Brouwerij B.V., Heineken Nederland B.V. tegen One and Only Productions B.V. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).
Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Merkinbreuk wordt aangenomen. Toepassing Haviltex-criterium op samenwerkingsovereenkomst.
Tussen partijen bestaat sinds 1998 een samenwerkingsverband met betrekking tot het evenement genaamd “Vrienden van Amstel Live” dat tot nu toe steeds in januari/februari in de Ahoy te Rotterdam heeft plaatsgevonden. Amstel is rechthebbende op het merk DE VRIENDEN VAN AMSTEL LIVE. Heineken heeft een licentie op dit merk.
In 2003 is de samenwerking tussen partijen vastgelegd in een overeenkomst. Eind 2006 hebben partijen gesproken over een door One and Only te organiseren evenement in de Kuip te Rotterdam onder de naam “De Vrienden van Amstel Live”. Tussen partijen is geen overeenstemming bereikt over een samenwerking voor dit evenement. Amstel heeft vervolgens aan One and Only laten weten dat zij niet de naam en het format van “De Vrienden van Amstel Live” mocht gebruiken voor het evenement in de Kuip. One and Only heeft hier geen gehoor aan gegeven. Amstel vordert derhalve in kort geding onder meer een verbod en een rectificatie.
Tussen partijen bestaat een geschil van mening over de vraag of One and Only in strijd met de merkrechten van Amstel handelt, indien zij, zonder medewerking van Amstel en onder de naam “De Vrienden van Amstel Live”, in de Kuip een evenement organiseert gelijk aan het jaarlijkse met medewerking van Amstel georganiseerde evenement in Ahoy. Voor beantwoording van deze vraag kijkt de Voorzieningenrechter naar artikel 1.3 van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Met toepassing van het Haviltex-criterium oordeelt de rechter dat:
“4.2. Amstel c.s. wordt gevolgd in haar standpunt dat uit dit artikel volgt dat in het geval Amstel c.s. haar right of first refusal niet wenst uit te oefenen, en zij dus niet wenst deel te nemen aan een ander door One and Only te organiseren evenement, One and Only voor het evenement geen gebruik mag maken van de merken van Amstel. De door One and Only aan dit artikel gegeven interpretatie dat de passage (NB: onder een gewijzigde naam in verband met de rechten van Amstel op het merk Amstel en de rechten van Amstel op het woordmerk “De Vrienden Van Amstel LIVE!”) uitsluitend betrekking heeft op 'een soortgelijk evenement' en niet op 'hetzelfde evenement' komt de voorzieningenrechter niet aannemelijk voor.”
De vorderingen van Amstel worden grotendeels toegewezen.
Lees het vonnis hier.
Uniform merkenrecht
Vzr. Rechtbank Arnhem 15 januari 2008, LJN; BC1837, The Pipes and Drums of the Royal British Legion, Netherlands tegen X
Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Vordering tot afgifte eigendom. Eigendom kan niet worden verkregen op grond van het handelsnaam- en merkrecht.
The Pipes and Drums is naar Nederlands recht blijkens haar statuten opgericht om de Britse organisatie Royal British Legion te ondersteunen door deelname aan herdenkingen, parades en andere muzikale manifestaties. The Royal British Legion is op haar beurt opgericht om (financiële) steun te geven aan Britse oorlogsveteranen en hun gezinnen. In Nederland heeft RBL zogenaamde branches, zoals RBL Amsterdam.
Gedaagde is lid van RBL Amsterdam en is na oprichting van The Pipes and Drums ook daar lid van geworden. Hij heeft een uniform en een drum in bruikleen (met merktekens en embleems van RBL) gekregen.
Na onenigheid binnen The Pipes and Drums heeft gedaagde met een aantal andere ex-leden een eigen pipeband gevormd. RBL wil niet langer dat The Pipes and Drums nog gebruik maakt van de merktekens, embleem en de naam van RBL. Echter, de nieuwe band mag wel de naam, merktekens en embleem van RBL dragen.
The Pipes and Drums hebben gedaagde gesommeerd om zijn uniform en drum in te leveren. Gedaagde weigert dat. The Pipes and Drums start daarop een kort geding en vordert afgifte.
De Voorzieningrechter overweegt op grond van overgelegde stukken dat het voorshands aannemelijk is dat The Pipes and Drums eigenaar is van het uniform en de drum. Voort overweegt de rechter:
“4.3. Het verweer van [gedaagde] dat het uniform en de drum weliswaar door
The Pipes and Drums in bruikleen zijn gegeven maar dat die eigendom zijn van RBL en/of RBL Amsterdam omdat die spullen zijn aangekocht met gelden die verkregen zijn door gebruik te maken van de naam en het merk van RBL slaagt niet. Het valt niet in te zien hoe RBL en/of RBL Amsterdam op grond van het handelsnaam- en merkrecht de eigendom kan verwerven van zaken waarop haar naam, merktekens en embleem staat.”
De vorderingen van The Pipes and Drums worden toegewezen.
Lees het vonnis hier.
Niet rechtsreeks en ondubbelzinnig
Rechtbank. 's-Gravenhage, 16 januari 2008 HA ZA 07-1473, Wobben tegen Vestas Wind Systems A/S, Vestas Benelux B.V. en Vestas Offshore Applications B.V.
Wel gemeld, nog niet samengevat. Versnelde bodemprocedure. Octrooizaak. Octrooien worden vernietigd vanwege het ontbreken van nieuwheid en toegevoegde materie.
Zowel Wobben als Vestas zijn actief in de windenergiesector. Wobben is houder van twee Europese octrooien met betrekking tot een windenergie-inrichting en een werkwijze voor het bedienen van een windenergie-inrichting.
Wobben beschuldigt Vestas van inbreuk op genoemde octrooien. Vestas stelt dat zij geen inbreuk pleegt en stelt bovendien dat de octrooien vernietigd moeten worden omdat die octrooien niet nieuw zijn, niet inventief zijn, niet nawerkbaar zijn en toegevoegde materie bevatten.
De rechtbank wijst de vorderingen van Wobben af omdat de octrooien die Wobben in conventie ten grondslag legt aan zijn vorderingen worden vernietigd.
De rechtbank oordeelt dat als niet, althans onvoldoende weersproken vaststaat dat alle maatregelen uit de conclusies 1 en 8 van EP 691, en de conclusies 3, 4, 5 en 9 voor zover die afhankelijk zijn van conclusies 1 en 8, bekend zijn uit een presentatie van Wobben op een DEWEK conferentie in 1996 en uit een artikel van M. Daubner in een uitgave Wind-Kraft Journal van maart/april 1996. EP 691 voldoet volgens de rechtbank derhalve in zoverre niet aan het nieuwheidsvereiste en komt voor vernietiging in aanmerking.
Voorts overweegt de rechtbank dat Vestas terecht heeft aangevoerd dat de vakman de maatregel dat – samengevat – het door de windturbine aan het net afgegeven vermogen wordt gereduceerd na het onderschrijden van een specifieke waarde van de netspanning, die voorkomt in conclusies 2 en 8 van EP 691, niet rechtsreeks en ondubbelzinnig kan afleiden uit de aanvrage zoals die oorspronkelijk is ingediend, en dat dit aspect van het onderwerp van het octrooi derhalve in strijd met art. 123 lid 2 EOV en artikel 75 lid 1 sub c ROW niet wordt gedekt door de inhoud van die aanvrage. Aangezien de conclusies 3, 4, 5 en 9 (gedeeltelijk) afhankelijk zijn van conclusies 2 en 8, geldt hetzelfde voor het onderwerp van die conclusies.
Dezelfde conclusie wordt door de rechtbank getrokken ten aanzien van een maatregel die voorkomt in conclusie 1 en 3 van EP 564 en conclusie 6 van EP 691. Ook die maatregel wordt volgens de rechtbank niet genoemd in de tekst van de conclusies en de beschrijving van de oorspronkelijke aanvrage en staat op gespannen voet met de wel daarin opgenomen leer. Hetzelfde geldt voor het onderwerp van conclusie 2 van EP 564 en conclusie 3, 4, 5 en 7 van EP 691, die (gedeeltelijk) afhankelijk zijn van conclusies 1 en 3 van EP 564, respectievelijk conclusie 7 van EP 691.
De rechtbank concludeert dan ook tot vernietiging van de octrooien. Wobben heeft niet gesteld dat in gewijzigde vorm de octrooien wel in stand gelaten hadden kunnen worden en voor zover hij dat wel heeft bedoeld te stellen, had het op zijn weg gelegen om gewijzigde conclusies te formuleren, hetgeen hij heeft nagelaten.
Partijen zijn onderling overeengekomen dat de proceskosten op EUR 175.000,- zullen worden bepaald. Wobben wordt dan ook in deze proceskosten veroordeeld.
Lees het vonnis hier.
IE Diner 2008
Met zo'n 110 IE-juristen zit de De Industrieele Groote Club aardig vol, morgenavond. Een laatste bericht voor wie zich heeft aangemeld.
Het IE Diner heeft plaats in een semi-besloten sociëteit met een heuse kledingcode: “Colbert & stropdas voor de heren. Voor de dames: gepaste kleding; Jeans worden niet op prijs gesteld.” Denkelijk zijn alle variaties op dit thema derhalve geoorloofd.
Het programma luidt als volgt: 18.00 – 19.00 uur: Aperitief in de Clubzaal, 19.00 – 21.30 uur: Diner in de Groote zaal, 21.30 – 22.30 uur: Koffie in de Clubzaal.
Mocht u nog speciale dieetwensen hebben (vegetarisch of anderzins) en u heeft dit nog niet doorgegeven, wilt u dit dan per mail doorgeven?
Commentaren
Arnout Engelfriet: Commentaar bij Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M (Shareconnector.com)
“Nu kun je wel zeggen dat die hashcodes gewoon trefwoorden zijn die gebruikers intypen in een zoekmachine, maar voor hashcodes is een vrijwel geheel geautomatiseerd systeem gebouwd waardoor je met 1 klik het proces in gang zet waarmee het bestand op je computer terechtkomt. Net zoals een webadres misschien wel een trefwoord is, maar ook daar kan dat eenvoudiger. Daarom zie ik een aanklikbare verwijzing die automatisch leidt tot een download als meer dan alleen een trefwoord. Nu zijn hyperlinks legaal, behalve in bijzondere omstandigheden. En sites als Shareconnector zijn zo’n bijzondere omstandigheid.
Lees het gehele commentaar hier.
Lex Bruinhof: Commentaar bij HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06, Productores de Música de España (Promusicae) tegen Telefónica de España SAU
“Okee… En nu? In feite zegt het Hof mijns inziens dat er geen algemene op de Richtlijnen te baseren verplichting kan worden opgelegd dat áltijd NAW gegevens moeten worden verstrekt in civiele zaken. Anderzijds brengen de genoemde richtlijnen ook weer niet met zich mee dat die verplichting nooit mag worden opgelegd. Het zal afhangen van de omstandigheden van het geval en een juiste weging van alle betrokken belangen.
Ik denk persoonlijk dat onze Nederlandse Hoge Raad keurig binnen deze lijnen bleef toen het Lycos / Pessers arrest werd gewezen. In dat arrest werd bevestigd dat er aanleiding kan zijn een provider te veroordelen NAW gegevens bekend te maken indien 1) onrechtmatig zou kúnnen zijn gehandeld, 2) daardoor schade kan zijn geleden en 3) er geen minder ingrijpende manier is om achter de NAW gegevens te komen. Vervolgens dient dan nog 4) een belangenafweging plaats te vinden tussen het privacybelang van de abonnee en het belang van het 'slachtoffer'. Dat lijkt mij uitstekend te getuigen van aandacht voor het evenwicht tussen door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten. De Promusicae uitspraak brengt dan ook voor Nederland niets nieuws.
Lees het gehele commentaar hier.
Inkrafttreten des Londoner Protokolls
Octrooirecht, inwerkingtreding Protocol van Londen op 30 April. “Aufgrund aktueller Informationen gibt der Bundesverband hiermit bekannt, dass das Londoner Protokoll voraussichtlich am 30. April 2008 in Kraft treten wird.
Die Ratifikationsurkunde Frankreichs wurde am 28. Januar 2008 von Frankreich aus an die französische Botschaft nach Berlin gesandt. Von dort aus wird die französische Ratifikationsurkunde direkt an das deutsche Außenministerium zur Hinterlegung weitergeleitet. Drei Monate nach der Hinterlegung tritt das Londoner Protokoll in Kraft. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens ist somit aller Voraussicht nach der 30. April 2008.“
Lees hier meer.
Faits Divers
Wenskaarten. In Leeuwarden heeft een wenskaartenbedrijf inbreuk gemaakt op het beeldmerk van de Nederlandse Hartstichting, maar heeft hier niets mee verdiend. Dit heeft de rechter bepaald. (Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen). De Hartstichting gaf het bedrijf toestemming om in de periode van begin 2006 tot begin 2007 huis-aan-huis kaarten te verkopen voor het goede doel. Gedeeltelijk zouden de opbrengsten voor hartstichting zijn. De stichting stopte de overeenkomst omdat het bedrijf imagoschade zou veroorzaken.”
Lees hier meer (Hart van Nederland).
Compromitterend. “Manon Thomas legt haar klacht tegen verschillende websites wegens het plaatsen van of doorlinken naar compromitterende naaktfoto's neer bij de Raad voor de Journalistiek. Dat heeft haar advocaat vrijdag bevestigd. Donderdag buigt de raad zich over de kwestie. (…) De presentatrice wil de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek afwachten voordat ze verdere stappen onderneemt, waaronder een mogelijke civiele procedure, zo vertelt haar advocaat Geert-Jan van Oosten.”
Lees hier meer (Trouw).
Winnie de Poeh. “Tekenfilmbedrijf Walt Disney overweegt juridische stappen tegen het Belgische weekblad Humo. In het blad staat een persiflage van Winnie de Poeh, waarin het beertje zijn vriend Knorretje genadeloos kapotslaat met een hamer.”
Lees hier meer (Elsevier).
Verplicht copyrightfilter. “ De Nederlandse branchevereniging voor audio en video (NVPI) onderschrijft het vandaag uitgekomen rapport van haar internationale zusterorganisatie IFPI, inclusief de oproep aan internetproviders om hun verantwoordelijkheid te nemen in de strijd tegen piraterij. (…) Concreet pleiten NVPI en IFPI voor een filter bij de isp (…) NVPI wuift die bezwaren echter weg. "De technieken zijn voorhanden en ik geloof ook niet dat er enorme juridische bewaren tegen bestaan, al roepen sommigen dat wel. Het is meer een kwestie van willen", aldus Wouter Rutten, woordvoerder van NVPI tegenover Webwereld.”
Lees hier meer (Webwereld).
Veilingen. “De wereld van de openbare verkopen krijgt zijn eigen Jaap.nl-zaak: maandag daagt Veilingnotaris.nl uit Beneden-Leeuwen in kort geding concurrent Openbareverkopen.nl uit Enschede voor de rechter. Aanleiding voor het conflict tussen beide sites, die allebei notariële gegevens over openbare executieverkopen publiceren, is net als bij Jaap.nl het auteursrecht rond het overnemen van gegevens.
Lees hier meer (Emerce).
Eerst even voor jezelf lezen
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 29 januari 2008, Red Bull Gmbh tegen Winters B.V. & Smart Drinks Ltd. (met dank aan Sven Klos, Klos Morel Vos & Schaap).
"6.4 In het incidenteel arrest heeft het hof in het kort de kwestie waar het in deze zaak over gaat weergegeven, te weten het bezwaar van Red Bull tegen het 'afvullen' van blikjes frisdrank door Winters in door Smart Drinks aangeleverde blikjes met daarop tekens die volgens Red Bull overeenstemmen met een aantal door Red Bull voor (fris)- dranken ingeschreven merken.
6.10 Het hof overweegt hierover het volgende. In dit geval worden de lege blikjes met daarbij behorende afsluitdoppen met alle daarop voorkomende tekens, versieringen en teksten door Smart Drinks samen met het extract voor de frisdrank aan Winters aangeleverd. Winters vult de blikjes overeenkomstig de aanwijzingen/recepten van Smart Drinks met een bepaalde hoeveelheid van het extract, vult dit aan met water en zonodig koolzuur en sluit de blikjes. Vervolgens worden de gevulde blikjes weer aan Smart Drinks ter beschikking gesteld, die deze vervolgens naar landen buiten de Benelux exporteert.
6.11 Bij deze werkwijze kan niet worden gezegd dat Winters de tekens op de blikjes aanbrengt. Deze zijn daarop immers reeds aangebracht voordat Winters er de beschikking over krijgt. Van aanbrengen van het teken op de verpakking van de waren door Winters is derhalve geen sprake.
6.12 Dit betekent evenwel nog niet dat niet gezegd kan worden dat Winters de tekens op de waren aanbrengt. Bij de soort van waren waar het hier om gaat, (fris)drank, kan een merk of teken niet anders worden aangebracht dan door de drank te combineren met een verpakking die voorafgaand aan het vullen reeds van dat merk of teken is voorzien of na het vullen daarvan wordt voorzien. In dit geval combineert Winters de waren (het aangelengde extract) en de verpakking (de reeds bewerkte blikjes) tot het eindproduct, de blikjes met inhoud en met tekens en teksten. Dat betekent dat door het handelen van Winters de waren van het teken worden voorzien. Enig ander moment is daarvoor ook niet aan te wijzen: voorafgaand aan de werkzaamheden van Winters zijn er nog geen blikjes met gemerkte waren, daarna en daardoor zijn die er wel. Het handelen van Winters is dan ook aan te merken als het aanbrengen van de gewraakte tekens op de waren zodat sprake is van gebruik in de zin van artikel 2:20 lid 1 aanhef en onder b. en c. BVIE.”
(…) 6.30 De slotsom is dat het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de verpakkingen met het teken Bullfighter in stand blijft en dat de vorderingen zoals deze werden toegewezen ten aanzien van dat teken ook worden toegewezen ten aanzien van de verpakkingen met de tekens Pitbull en Live Wire.”
Lees het arrest hier.
Eerst even voor jezelf lezen
NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.
“XS4ALL heeft een klacht ingediend bij de NMa gericht tegen de collectieve beheersorganisatie Buma. XS4ALL verzoekt de NMa te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door de leden van Buma te verplichten hun volledige rechten over te dragen. Vervolgens beklaagt XS4ALL zich over de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken ter zake bepaalde aspecten van het gebruik van hun muziekrepertoire. De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt door de NMa afgewezen.
De NMa komt tot dit oordeel mede gelet op het feit dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat voor auteursrechthebbenden/leden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van overdracht aan Buma. Zie artikel 19 van het standaardexploitatiecontract dat Buma hanteert voor auteursrechthebbenden. Verder acht de NMa de door Buma vereiste overdracht van rechten nog steeds gerechtvaardigd om een systeem van collectief beheer te kunnen waarborgen, ook in het digitale tijdperk.
Lees de uitspraak hier.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.
“4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.
De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”
Lees het arrest hier.
Rechtbank 's-Gravenhage, 28 januari 2008, LJN: BC2824. Strafzaak.
Samenvatting rechtspraak.nl: “Computervredebreuk, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd. Verdachte heeft zich ten behoeve van haar nieuwsgaring via aan derden verleende inlogcodes de toegang verschaft tot de nieuwsserver van het ANP en daarvan ook veelvuldig gebruik gemaakt. De boete die de rechtbank oplegt is aanmerkelijk lager dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft onvoldoende zicht op de schade die verdachte door haar handelwijze het ANP heeft toegebracht en daarom gaat zij voorbij aan de berekening die de officier van justitie ter onderbouwing van zijn eis heeft gehanteerd.
Daarnaast betrekt de rechtbank in haar oordeel dat het ANP, zonder daarmee aan de strafbaarheid van verdachte of de hoogte van de zwaarte van de op te leggen straf af te doen, niet voldoende alert is geweest om handelingen als deze te voorkomen. Pas nadat de gedragingen van verdachte aan het licht waren gekomen heeft zij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen getroffen. De rechtbank acht een hogere geldboete voor de rechtspersoon op zijn plaats dan de boetes die zijn opgelegd aan de oprichter/directeur en aan de hoofdredacteur omdat het zwaartepunt van de verweten gedragingen ligt bij de gehele bedrijfsvoering van verdachte en in mindere mate bij het individuele handelen van de natuurlijke personen. Geldboete van € 4000,-, waarvan € 2000,- voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar."
Lees het vonnis hier.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, LJN: BC2420, Stichting Postwanorder tegen Otto B.V.
Reclamerecht. Samenvatting rechtspraak.nl: “Otto biedt op haar website een lcd tv te koop aan voor € 99,--. Een groot aantal consumenten heeft dit aanbod aanvaard door via de website een tv te bestellen. De Stichting stelt zich namens de bij haar aangesloten consumenten op het standpunt dat een geldige overeenkomst tot stand is gekomen en vordert nakoming (levering van de lcd tv voor € 99,--). Net als de kortgedingrechter oordeelt het hof dat geen sprake is van een geldig aanbod. Door de aanvaarding van een dergelijk aanbod komt geen overeenkomst tot stand (artikel 3:33/35 BW). Otto heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een vergissing en het moet ook voor de consumenten op het moment dat zij deze televisie, een HD ready breedbeeld lcd televisie van een A-merk met beelddiameter van 80 cm., bestelden duidelijk zijn geweest dat het om een vergissing ging. Er was niet bij vermeld dat het een stuntaanbod was of zo.”
Lees het arrest hier.
HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06, Productores de Música de España (Promusicae)
tegen Telefónica de España SAU.
Auteursrecht. Spaanse prejudiciële vragen over verplichtingen van serviceproviders.
“De lidstaten zijn (…) niet gehouden, in een situatie als die van het hoofdgeding de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken.
De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.”
Lees het arrest hier.