Open source brief
Open brief van o.a. NLUUG (UNIX User Group - The Netherlands)aan Stichting Brein, in reactie op de folder die de stichting uitgaf over piraterij op de werkplek
"In uw folder en op uw web site suggereert u ten onrechte dat er een categorisch verbod bestaat op het kopiëren van software. Hiermee doorkruist u de rechtmatige belangen van rechthebbenden en de met hen gelieerde organisaties om software te ontwikkelen en die vrij te (laten) verspreiden.
(...)Ondertekenaars van deze brief zijn tegenstander van het onrechtmatig kopiëren van software. We hechten daarom aan het maken van een onderscheid tussen software die vrij mag worden verspreid en software die, door een licentiebeperking, niet vrij mag worden verspreid. Wij vinden het van het grootste belang dat gebruikers van software correct worden voorgelicht over dat onderscheid. Wij verzoeken u daarom dan ook uw folder en web site aan te passen."
Lees hier meer. Eerder bericht over de folder van Brein hier.
Boven het dal (2)
Rechtbank 's-Gravenhage, 22 februari 2006, KG 05/1167. Stichting Interculturele Ontmoetingsmanifestatie Milan tegen Dance Valley B.V. / Amsterdance Beheer B.V.
Omdat Milan in de ogen van gedaagden naliet aan dit vonnis uit juli 2005 gehoor te geven, hebben zij een exploot doen uitbrengen waarin verbeuring van dwangsommen ter hoogte van € 20.000 word aangezegd (Vrijdag 29 juli 2005 domeinnaam enzovoorts niet verwijderd, geen folders uitgedeeld. Zaterdag 30 juli 2005 geen folders uitgedeeld. Zondag 30 juli 2005 geen folders uitgedeeld. Maandag 1 augustus 2005 domeinnaam niet verwijderd. 4 x E 5.000.--).
Vervolgens is ten laste van Milan onder de ABN-AMRO Bank executoriaal derdenbeslag gelegd en als gevolg van het beslag heeft de bank op verzoek van de deurwaarder een bedrag van € 17.845,35 overgemaakt. Milan vordert nu terugbetaling van dit bedrag en het matigen van de verbeurde dwangsommen tot nihil.
De rechtbank is in kort geding in beginsel terughoudend ten aanzien van toewijzing van geldvorderingen. "Zo zal niet alleen moeten worden onderzocht of het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk is – hetgeen betekent dat met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten moet zijn dat de bodemrechter haar zal toewijzen –, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl in de afweging van de belangen van partijen het restitutierisico betrokken dient te worden."
Op grond van dit criterium acht de rechter dat toewijzing van betaling zoals gevorderd het kader van dit kort geding te buiten gaat. "Hierbij is in aanmerking genomen dat geenszins zeker is dat enige, of zelfs volledige, terugbetaling zou moeten geschieden omdat aannemelijk is dat in elk geval enige dwangsom verbeurd zal zijn. De deurwaarder heeft immers op zowel de bewuste zaterdag als zondag geconstateerd dat aan hem geen folders met rectificatie zijn uitgedeeld. De Stichting en Jagai brengen daartegenin dat wel degelijk foldermateriaal zou zijn uitgedeeld maar dat de deurwaarder dit kennelijk zou hebben gemist.(hij zou te vroeg zijn gekomen)."
Lees het vonnis hier.
Verschuimend Dispenseren
Rechtbank ’S-Gravenhage, 22 februari 2006, HA ZA 05-1343. Deb IP LTD. tegen Airspray International B.V.
Deb IP is houdster van een EP voor een Liquid dispenser for dispensing foam, of in de (onbestreden) Nederlandse vertaling: Afgifteapparaat voor het afgeven van schuim. Deb IP stelt dat Airspray met het leveren van pompjes, die worden toegepast in (verschuimende) zeepdispensers, indirecte octrooiinbreuk maakt doordat deze pompjes als middelen betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding moeten worden gezien. Het is echter de vordering in reconventie van Airspray tot vernietiging van het octrooi die wordt toegewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is het octrooi inderdaad nietig wegens gebrek aan inventiviteit en is de octrooiliteratuur waaruit dat blijkt, door de Europese Examiner niet onder ogen gezien. Voor beantwoording van de inventiviteitsvraag kan worden uitgegaan van hètzij een uit de stand van de techniek bekend samendrukbaar zeepreservoir (collapsible container), hètzij een uit de stand van de techniek bekend schuimpompje. In beide gevallen ligt de in het octrooi geclaimde uitvinding voor de gemiddelde vakman voor de hand.
De overige gesignaleerde (geringe) verschillen zijn naar het oordeel van de rechtbank hetzij ondergeschikt als technische kenmerken, danwel impliciet aanwezig te achten in het Daiwa pompje en aan deze trivialia kan geen inventiviteit worden ontleend. Lees het vonnis hier.
Read Only
Rechtbank 's-Gravenhage, 22 februari 2006, KG ZA 05-1542. Koninklijke Philips Electronics tegen Advanced Optical Disc Holland. Opzegging licentieovereenkomst, geen octrooiinbreuk.
Om te waarborgen dat iedere DVD-disc in elke DVD-speler afgespeeld kan worden, is er een DVD-standaard, waarin de DVD-technologie is vastgelegd. Philips houdt een groot aantal zogenaamde essentiële octrooien op dit gebied. Dat betekent dat de in die octrooien belichaamde technologie dwingend is voorgeschreven in de DVD-Standaard en dat toepassing van de DVD-Standaard automatisch leidt tot gebruikmaking van de octrooien van Philips. AOD heeft met Philips een drietal licentieovereenkomsten afgesloten en heeft een fikse betalingsachterstand. AOD produceert evenwel nog steeds DVD's.
Philips vordert nu op grond van octrooiinbreuk een verbod op inbreuk en een aantal nevenvorderingen. AOD stelt echter dat zij geen inbreuk maakt omdat zij deze DVD's produceert onder geldige licentieovereenkomsten.
De rechtbank oordeelt dat Philips bij de ingebrekestelling die zij gestuurd heeft een onjuiste aanname heeft gehanteerd van de betalingsachterstand van AOD. Het systeem van de beëindigingsregeling in de licentieovereenkomst houdt in " (...) dat Philips, indien zij de overeenkomst wegens non-compliance wil beëindigen, een ingebrekestelling doet uitgaan waarin zij dit aankondigt en waarbij zij de wederpartij een termijn aanbiedt van dertig dagen om tot een oplossing te komen. In die termijn dient de wederpartij een faire kans te worden geboden om tot een oplossing te komen. In dit geval heeft AOD die kans niet gekregen omdat Philips, naar voorlopig oordeel, de betalingsachterstand op een onjuiste grondslag had bepaald en daardoor voor AOD ook onoplosbaar had gemaakt."
"In het licht van dit alles kan voorshands worden aangenomen dat er een gerede kans is dat in de bodemprocedure de opzegging van de DVD-Overeenkomsten ongeldig zal worden bevonden. Daaruit zal dan volgen dat AOD haar DVD’s produceert onder een geldige licentieovereenkomst, zodat van octrooi inbreuk geen sprake is." Lees hier het vonnis.
Een keurmerk is ook (g)een merk
Reactie van Michael Gerrits en Charlotte de Jong (De Gier & Stam Advocaten) op dit eerdere bericht.
“Met interesse hebben wij kennis genomen van het bericht “Een keurmerk is ook een merk”. Wij willen graag eerst voorop stellen, dat het ons genoegen doet dat er aandacht wordt besteed aan Europese productregelgeving en CE-markering in het bijzonder. Het vraagstuk van Europese productregelgeving en CE-markering vertoont inderdaad in voorkomende gevallen – in meer of mindere mate – raakvlakken met het intellectuele eigendomsrecht.
De titel “Een keurmerk is ook een merk” en de inleidende tekst behorende bij de attendering op de (bestuursrechtelijke) uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 3 februari 2006, zou de (minder embedded) lezer evenwel op het verkeerde been kunnen zetten.
Een CE-markering is uitdrukkelijk geen keurmerk. Het betreft een misvatting, die wij vaker in de praktijk tegenkomen. CE-markering is géén kwaliteits- of veiligheidsmerk en zegt bijgevolg niets over de kwaliteit van een product. De CE-markering is het door de fabrikant zichtbaar aangebrachte teken op het betreffende product, dat aangeeft dat het product voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in de toepasselijke Europese richtlijnen betreffende productregelgeving. Zo moeten producten die vallen onder Europese richtlijnen welke voorzien in CE-markering, voldoen aan de in die richtlijnen opgenomen essentiële eisen met betrekking tot o.a. veiligheid en gezondheid. Zonder het aanbrengen van de verplichte CE-markering mag een product, dat onder de toepasselijke Europese richtlijnen valt, niet worden verkocht.
Een keurmerk houdt daarentegen wel een kwaliteitsoordeel in. Dat betekent dat een koper een product in handen krijgt waarvan hij mag verwachten dat het aan bekende en gerechtvaardigde gebruikerseisen voldoet.”
Relatieproblemen
Rechtbank Rotterdam, 16 februari 2006, KG ZA 06-12. Rodenburg/Koro tegen Kraaijeveld. Over auteursrechtelijke pretenties, toekomstige merkrechten en ongeoorloofd mededingende ontwerpen. (Met dank aan Hugo van Heemstra, Brinkhof)
Een ‘recycling dresser’ onder de naam Koro en een kluwen van samenwerkende cultuurtechnisch beheerders, onderhoudswerkers, machines, logo's en opvolgende contractspartijen.
De jarenlange samenwerking tussen Rodenburg / Koro en Kraaijeveld wordt beëindigd. Hoewel in de samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat de rechten van het merk na beëindiging eigendom van Koro blijven, vindt Kraaijeveld dat de merken eigenlijk moet worden gedeeld: Koro het woord en Kraaijeveld de beeldelementen. Kraaijeveld stelt namelijk dat haar het auteursrecht toekomt, maar de rechter is het daar niet mee eens. Omdat Koro ten tijde van het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst niets wist van die pretentie mocht zij er redelijkerwijs vanuit gaan dat de genoemde bepaling ook het logo betrof.
Kraaijeveld stelt daarnaast dat de drie aanduidingen Top Drain Recycling Dresser en Field Topmaker geen geldige merken zijn, omdat ze volledig beschrijvend zijn. Volgens de rechtbank zijn de tekens echter niet louter beschrijvend, maar ‘verwijzen ze naar de gebruiksfunctie van de machine en zijn als zodanig geschikt als (zwak) merk.” En voorshands kan met betrekking tot deze merken niet worden geoordeeld dat de partijen bij de overeenkomst hebben bedoeld ook toekomstige merkrechten aan Koro toe te delen. Alle omstandigheden in ogenschouw nemend komt de rechtbank tot de conclusie dat beide partijen de aanduidingen mogen gebruiken.
Omdat volgens de overeenkomst ook de rechten op het ontwerp aan Koro toekomen, kan Koro zich er met een beroep op ‘ongeoorloofde mededinging’ wel tegen verzetten dat Kraaijeveld machines op de markt brengt die er hetzelfde uitzien. De grensoverschrijdende merkenrechtelijke vorderingen van Koro ten aanzien van Frankrijk, Duitsland, het Verneigd Koninkrijk , Autralie en de VS worden eveneens toegewezen. Lees het vonnis hier.
Het bestanddeel leven (2)
Voor liefhebbers van artikel 6 Handelsnaamwet : In aansluiting op de hier besproken beschikking van de Hoge Raad in de zaak Life Fit tegen Life Health, hier nog de eerdere beschikking van de rechtbank almelo en hier die van het Gerechtshof Arnhem in dezelfde zaak. (Met dank aan Jurren Baars, Boekel De Neree)
Parallelle publicaties
- Tanguy de Haan (Advocaat NautaDutilh Brussel): ‘Welk publiek percipieert nu een merk voor pralines?’ (RABG, 2005 issue, p. 1864.)
Hof van beroep te Gent vs. Cour d’appel de Paris. Arresten inzake merken voor pralines hebben niet altijd dezelfde smaak … In het hierboven gepubliceerde arrest van het Hof van beroep te Gent, heeft de houder van het merk LEONIDAS zich niet kunnen verzetten tegen het gebruik van het merk BELIDAS voor identieke producten, met name pralines. Tussen dezelfde partijen oordeelde het Hof van beroep te Parijs1 amper twee maanden later in de tegenovergestelde zin : in Frankrijk sticht het gebruik van het merk BELIDAS blijkbaar wél verwarringsgevaar in hoofde van de consument met het ouder bekende merk LEONIDAS. Lees hier meer.
- Prof. mr. D.J.G. Visser: ’Picaro geen inbreuk op merk Picasso voor auto’s.’ (BIE 2006, p. 71).
(…) Mijn inschatting is dat de betrokken rechters in casu niet snel tot inbreuk op de ‘sub c’ grond tot merkinbreuk zouden concluderen. Zij zullen vermoedelijk van oordeel zijn dat het merk Picasso zelf (helemaal) niet bekend is, maar dat slechts de beroemde schilder van die naam bekend is. Zij lijken ook van mening dat als ergens afbreuk aan gedaan wordt of ongerechtvaardigd voordeel uit wordt getrokken, het de reputatie en de nagedachtenis is van een beroemde schilder en dat het primair de erven van Picasso zelf zijn die zich daaraan schuldig maken.” Lees hier meer.
- Prof. mr. D.J.G. Visser: ‘Wetsvoorstel implementatie handhavingsrichtlijn.’ (AMI 2006/1, p. 17).
Eind november 2005 is het wetsvoorstel tot implementatie van de Europese richtlijn m.b.t. de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten naar de Tweede Kamer gestuurd. Naast een aantal wijzigingen in een groot aantal IE-wetten wordt er in het derde boek van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering een nieuwe titel ingevoerd. Daarmee komt er een apart intellectuele eigendomsprocesrecht. Het meest fascinerend (met name voor advocaten) is het voorgestelde art. 1019h Rv dat ruimere proceskostenveroordelingen in IE-zaken mogelijk maakt. Dit kan heel interessant worden, maar is volledig afhankelijk van hoe de rechterlijke macht dit gaat invullen. Lees hier meer.
Watermerk
In de strijd tegen het illegaal filmen van films in bioscopen komt Philips met een nieuw wapen. Door films digitaal te watermerken wordt aan het beeld een datum en plaats toegevoegd, die noch op het scherm, noch op de videocamera te zien zijn. Met speciale software kan achteraf worden bepaald in welke bioscoop en wanneer de film is opgenomen. Op grond hiervan kan de desbetreffende bioscoop worden gewaarschuwd (of aangepakt). Lees hier iets meer.
Villa Idris
Officiëel WIPO-persbericht over het de grote roerganger, in inhoud en toonzetting een voorbeeld voor persberichten van het BMB, het Octrooicentrum en de diverse relevante ministeries:
"The African Regional Intellectual Property Organization (ARIPO) inaugurated a regional intellectual property (IP) training center, naming the center after the Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO), Dr. Kamil Idris, in recognition of his outstanding contribution to the promotion of IP as a tool for development.
Paying tribute to Dr. Idris and the other eminent personalities who were being honored at the ceremony, the Vice President said “your tireless efforts that laid the firm foundation for the growth of the organization as well as the development of intellectual property systems in Africa is greatly appreciated. It is my sincere hope that your extraordinary leadership qualities and experiences will continue to inspire generations to come.” Lees de rest van dit prachtig ronkende persbericht hier.