IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 1688

Stemrecht

Bericht op Blognoot over de algemene voorwaarden van  Navigatiestemmen.nl, een site waar je je eigen opnames kunt laten bewerken voor gebruik op een navigatiesysteem:

“Ingesproken stemmen blijven eigendom van Navigatiestemmen.nl, waarbij het auteursrecht geheel bij Navigatiestemmen.nl rust in elk geval.” en “Navigatiestemmen.nl behoudt zich het recht voor ingesproken stemmen als standaard stemmen te mogen verkopen, daar Koper afstand doet middels de aankoop "je eigen stem inspreken" van zijn of haar auteursrecht.”

Lees hier iets meer. Met dank aan Arnoud Engelfriet (Philips & Ius Mentis), die ook meteen  een IE-anagram aanleverde (zie vrijdagochtenberichten hieronder):'Purely leprotic talent.' (intellectual property).

IEF 1687

Kinetische schema's

Hoge Raad, 24 februari 2006, LJN: AU7508. Technip Benelux B.V. tegen Verweerder. Kan een kinetisch schema kan gelden als een werk? Ja natuurlijk, maar niet altijd.

Technip beticht verweerder van auteursrecht inbreuk op het kinetisch schema van het door haar ontworpen computerprogramma Spyro. Spyro is een simulatieprogramma "ten behoeve van onder meer de sturing van het productieproces van ethyleen en propyleen in de petrochemische industrie."

In het kinetisch schema wordt dit productieproces schematisch in onder andere een verzameling chemische reactievergelijkingen weergegeven. Dit schema bevat de formules en benodigde informatie voor het simulatieprogramma om te berekenen hoe bepaalde processen zullen verlopen onder gegeven omstandigheden

De voorzieningenrechter heeft verweerder verboden verder inbreuk te maken. Het Hof Amsterdam heeft het vonnis vernietigd. Het geschil draait met name om de vraag of een kinetisch schema kan gelden als een werk in de zin van art. 10 lid 1 aanhef en slot Aw: "...en in het algemeen ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst, op welke wijze of in welken vorm het ook tot uitdrukking zij gebracht".

In 3.5 overweegt de HR als volgt:

"Waar het kinetisch schema het productieproces van ethyleen en propyleen in de petrochemische industrie schematisch in onder andere een verzameling chemische reactievergelijkingen weergeeft, en de aldus in het schema opgenomen chemische reactievergelijkingen op zichzelf slechts een hoeveelheid objectieve wetenschappelijke gegevens vormen, die als zodanig niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, heeft het hof terecht onderzocht of de selectie van die gegevens met het oog op het al dan niet opnemen ervan in het kinetisch schema, een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt"

Echter, onderdeel 2 klaagt er volgens de HR terecht over dat het hof beter had moeten motiveren waarom een kinetisch schema niet voldoet aan de eisen van oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel van de maker. Tevens heeft het hof geen enkel inzicht gegeven "welke feitelijke gegevens, waarnaar volgens het hof in dit kort geding geen onderzoek kan worden ingesteld, wel een antwoord hadden kunnen geven op de vraag of het kinetisch schema als "werk" in de zin van de Auteurswet 1912 kan worden beschouwd."

De HR acht in 3.6.2 van belang dat "de door het hof  weergegeven nadere verklaring van betrokkene 1, ook al houdt deze niet met zoveel woorden in dat de beoordeling van de maker van de selectie subjectief is, wel sterke aanwijzingen inhoudt dat bij de selectie de persoonlijke, onder meer op ervaring en analytisch vermogen berustende visie van de maker(s) van het kinetisch schema een belangrijke rol speelt, zodat het nadere, door het hof niet gegeven, motivering behoefde waarom dit schema niet een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het stempel van de maker(s) draagt. Onder deze omstandigheden mocht het hof niet volstaan met de overweging dat betrokkene 1 niet heeft verklaard dat de beoordeling van de maker van de selectie subjectief is, en dat zulks in zijn verklaring ook niet besloten ligt."

3.6.3 Tegen deze achtergrond behoefde voorts nadere motivering op welke punten het hof in rov. 4.7 nader feitelijk onderzoek noodzakelijk achtte en waarom de noodzakelijk geachte feitelijke opheldering niet kon worden verkregen door het stellen van nadere vragen aan betrokkene 1 of op een andere wijze, die passend kan worden geacht in het kader van een kort geding waarin volgens de stellingen van beide partijen voor hen grote belangen zijn gemoeid, terwijl het hier een zaak betreft, waarin het belang van de aanlegger bij het verkrijgen van een voorziening met het oog op een effectieve bescherming van het recht bijzonder klemmend is.

lees het arrest hier

IEF 1685

Een brug te ver

GvEA, 23 februari 2006, zaak T-194/03.  Il Ponte Finanziaria Spa tegen OHIM / Marine Enterprise Projects.

Omvangrijk en belangrijk arrest over o.a. de begrippen 'seriemerk' en 'defensief merk'. Het Gerecht formuleert eisen waaraan een beroep op een 'seriemerk-argument' (zie onlangs ook McDonalds-McSmart uitspraak, zie hier) moet voldoen.

De Italiaanse onderneming Marine Enterprise Projects dient een Gemeenschapsmerkaanvrage voor het woord/beeldmerk BAINBRIDGE in voor o.a. kleding. Haar landgenoot Il Ponte Finanziaria opponeert en beroept zich op een aantal nationale (woord/beeld)merkinschrijvingen die allen het woord BRIDGE in zich dragen.

Geen van deze merken afzonderlijk stemt echter met BAINBRIDGE overeen, zo oordelen het de oppositieafdeling en de kamer van beroep van het OHIM. Bovendien is een aantal BRIDGE-merken gebruiksplichtig en heeft Il Ponte niet voldoende kunnen aantonen dat deze merken gebruikt zijn. Il Ponte betoogt echter dat de niet gebruikte merken 'defensieve merken' zijn en dat de Italiaanse merkenmet voor dit soort merken geen gebruiksverplichting kent. Il Ponte meent verder dat de BRIDGE merken samen een seriemerk vormen, waarvan BAINBRIDGE door het publiek als een variant kan worden beschouwd. Het Gerecht wijst het beroep van Il Ponte af.

Eerst het begrip 'defensief merk', dan wij in de BMW, maar ook in de GMVo niet kennen. De Italiaanse regeling  definieert „Defensieve" merken als merken die tot doel hebben het hoofdmerk een grotere bescherming tegen verwarringsgevaar te bieden door de houder ervan toe te staan, zich te verzetten tegen de inschrijving van een merk dat op zich niet dermate op het hoofdmerk lijkt dat verwarringsgevaar kan worden vastgesteld. De Italiaanse merkenwet ontheft dergelijke merken zelfs van hun gebruikverplichting: gebruik in de afgelopen vijf jaar behoeft niet te worden aangetoond wanneer de houder van het niet-gebruikte merk tevens houder is van één of meer andere overeenstemmende merken die nog gelden, waarbij ten minste één merk wordt gebruikt ter aanduiding van dezelfde waren of diensten".

Il Ponte stelt dat deze regeling voor haar een 'geldige reden' voor niet-gebruik van de merken in de zin van art. 50 lid 1 sub a van de GMVo oplevert. Het Gerecht is het hier niet mee eens:

46 (...) Aangenomen dient evenwel te worden dat het begrip „geldige redenen" in deze bepalingen verwijst naar redenen die verband houden met het bestaan van belemmeringen voor het gebruik van het merk, of naar situaties waarin het commerciële gebruik ervan, gelet op alle relevante omstandigheden van het concrete geval, te duur zou zijn. Dergelijke belemmeringen kunnen voortvloeien uit een nationale regeling die bijvoorbeeld beperkingen oplegt aan de verkoop van de door het merk aangeduide waren, en een dergelijke regeling kan dan ook worden aangevoerd als geldige reden voor het niet gebruiken van het merk. De houder van een nationale inschrijving die oppositie instelt tegen een gemeenschapsmerkaanvraag, kan zich daarentegen niet aan de krachtens artikel 43, leden 2 en 3, van verordening nr. 40/94 op hem rustende bewijslast onttrekken met een beroep op een nationale bepaling – zoals artikel 42, lid 4, van de Italiaanse merkenwet –, op grond waarvan tekens als merk kunnen worden ingeschreven die niet bestemd zijn om in het economisch verkeer te worden gebruikt gelet op het feit dat zij alleen worden ingeschreven ter defensie van een ander teken dat wel in het economisch verkeer wordt gebruikt. Zoals in punt 46 supra werd geoordeeld, zijn dergelijke inschrijvingen immers niet verenigbaar met de communautaire merkenregeling zoals die voortvloeit uit verordening nr. 40/94, en vormt de erkenning ervan op nationaal niveau geen „geldige reden" in de zin van artikel 43, leden 2 en 3, van deze verordening voor het niet gebruiken van een ouder merk waarop een oppositie tegen een gemeenschapsmerkaanvraag is gebaseerd.
 
Ook het seriemerk argument wordt door het Gerecht niet aangenomen, omdat, zo stelt het Gerecht een beroep op een seriemerk alleen opgaat wanneer (a) de merken met gemeenschappelijke kenmerkende elementen gebruikt worden en (b) het aangevallen merk kenmerken bezit waardoor het in verband kan worden gebracht met de serie:

126 "In de eerste plaats moet de houder van een serie oudere inschrijvingen het bewijs leveren dat alle merken die tot de serie behoren, of minstens een aantal merken die een „serie" kunnen vormen, worden gebruikt. Voor het bestaan van gevaar dat het publiek verkeerdelijk denkt dat het aangevraagde merk tot de serie behoort, is immers noodzakelijkerwijs vereist dat de tot deze serie behorende oudere merken op de markt aanwezig zijn. Aangezien de inaanmerkingneming van de omstandigheid dat de oudere merken tot een serie behoren, impliceert dat deze ruimere bescherming zullen genieten dan het geval zou zijn indien zij afzonderlijk werden beschouwd, moet elke een abstracte beoordeling van het verwarringsgevaar die uitsluitend is gebaseerd op het bestaan van een aantal inschrijvingen voor merken die – zoals in casu – hetzelfde onderscheidende bestanddeel hebben, bij gebreke van daadwerkelijk gebruik van deze merken uitgesloten worden geacht. Bij gebreke van het bewijs van een dergelijk gebruik moet het verwarringsgevaar dat eventueel door de intrede van het aangevraagde merk op de markt kan ontstaan, worden beoordeeld door elk ouder merk afzonderlijk te vergelijken met het aangevraagde merk.

127 In de tweede plaats moet het aangevraagde merk niet alleen overeenstemmen met merken die tot de serie behoren, maar ook kenmerken bezitten waardoor het in verband kan worden gebracht met de serie. Dit is bijvoorbeeld niet het geval wanneer het gemeenschappelijke bestanddeel van de oudere seriemerken in het aangevraagde merk wordt gebruikt op een andere plaats dan die waar dit bestanddeel gewoonlijk in de seriemerken staat, of in het aangevraagde merk een andere semantische inhoud heeft."
 
Gerecht wijst het beroep af. Lees het arrest hier.

IEF 1684

Douceurtje

Handelingen nr. 50, pag. 3306-3332, 2e Kamer.  Behandeling van de wetsvoorstellen: - Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet (29359).

O.a: "Dat economische belangen een belangrijke rol spelen en gezondheidsbelangen onderhandelbaar blijken te zijn, blijkt wel uit het feit dat de industrie in ruil voor deze eis zes maanden extra octrooi krijgt. Dat begrijp ik niet. Als er gezondheidsbelangen van kinderen in het geding zijn, moet je die eis gewoon stellen. Daar hoef je toch niet een douceurtje tegenover te stellen? Ik wil graag weten hoe Nederland zich op dit punt heeft opgesteld (Kant)."

IEF 1682

Vrijdagochtendberichten

- Religieuze exceptie? Over parodistisch gebruik van andermans merken is al redelijk veel gezegd en geschreven, maar over levensbeschouwelijk gebruik van andermans merken? Terwijl het Vaticaan zijn IE-rechten juist strenger gaat handhaven (eerder bericht hier), zijn er veel andere gelovigen die zich de geestelijke eigendom van anderen toeeigenen met een andersoortig geestelijk doel.

Het meest recente voorbeeld komt van een Amerikaanse Lutherse kerk die het logo van de XBOX 360 van Microsoft heeft bewerkt voor het eigen Life 360-programma: "Geef het maar toe, het leven is niet altijd fun and games. U krijgt een nieuwe kijk op hoeveel God van u houdt en de zekerheid dat God u wilt helpen om het spel van het leven te winnen!"

Lees hier iets meer. Minder recente aansprekende voorbeelden zijn Jesus Inside (hier), ons eigen Aartsbisdom Utrecht (hier) en deze Katholieke T-shirtmakers. 

What’s going on here? It’s the collision of documentary filmmaking and intellectual property law, and it’s the subject of, yes, a new comic book. Follow its heroine Akiko as she films her documentary, and navigates the twists and turns of intellectual property. Find out more about the law, and decide what kinds of rules you think would be best for the arts. The comic will be available for free online in Spring 2006. Lees hier meer.

-Handige prior art databank: The Design Encyclopedia is a user-built source of reference material with the sole intention of defining, describing, chronicling and documenting the world through design in all its implications and manifestations – from the visual to the tactile, from the communicative to the evocative, from the cultural to the commercial. Most everything – from cars to burgers to movies – can be dissected by its design application, use and history. Zoek hier.

- Frauduleus gebruik. The European Union's anti-fraud unit said Monday that its own logo was being used by con artists seeking to extort money with fake letters. The European Anti-Fraud Office, or OLAF, said the fraudsters were sending letters bearing its logo which accused the recipients of violating money-laundering regulations and demanded payments. OLAF urged anybody receiving such a letter to report it to the police. Lees hier meer.

- The hilarious remixed London Tube map that substituted anagrams of the station names has been censored off the Internet by lawyers working for Transport for London. The page now reads, "Content removed at the request of Healeys Solicitors acting on behalf of Transport for London and Transport Trading Ltd." Lees hier meer. Amsterdamse metro-anagrammen hier. Maak hier zelf anagrammen (en mail de beste IE-anagrammen).

- Zoekmachine, auteursrecht, linkrecht. Google Inc. on Wednesday said it expected to appeal a federal court ruling that would prevent the search engine from displaying thumbnail pictures of copyrighted images of adult magazine Perfect 10.  U.S. District Court Judge Howard Matz granted the magazine a preliminary injunction against Google, but said the order would have to be narrowly focused, so only Perfect 10 images displayed on Google results would be covered. 

Matz refused to issue an injunction that would prevent Google from displaying links to third-party Web sites displaying Perfect 10 photos without the magazine's permission. Google lawyer Michael Kwun said that while the company was disappointed over the injunction, it was pleased with the ruling on the links. Lees hier meer. Uitspraak hier.

IEF 1681

Schrikkelbericht (2)

In aansluiting dit eerdere persbericht van VIdema, komt de VVD nu met een persbericht en de mening dat horecagelegenheden geen auteursrechten hoeven te betalen als zij deze zomer televisie-uitzendingen van het WK-voetbal vertonen.

Kamerlid Fadime Örgü vindt dat cafés en cafébezoekers niet met extra kosten voor de programma's van de publieke omroep mogen worden geconfronteerd. De kijker in de cafés zou daarmee twee maal, als Nederlandse belastingbetaler èn als consument, voor de kosten voor de programma's van de publieke omroep opdraaien. "De publieke omroep moet zelf de lasten van de publieke opdracht dragen en juist bevorderen dat zijn programma's op zoveel mogelijk manieren te bekijken zijn. De huidige houding van de publieke omroep geeft wat dat betreft absoluut geen pas." (via Villamedia.nl).

Aardig is dat deze wedstrijd al een keer eerder is gespeeld, in 1994. Toen stuurde Videma deze brief. De KHN is het nog niet vergeten en kwam deze week dus ook met een persbericht:

“De geschiedenis herhaalt zich; in 1994 was de wet onduidelijk en heeft de NOS geprobeerd horecabedrijven te laten betalen voor vertoning van publieke sportuitzendingen. De Tweede Kamer vond dat niet nodig, tenzij er door de bedrijven entreegelden werden gevraagd. De wet is daarop toen aangepast.” (Volledige persbericht 'Horeca wordt gebruikt als melkkoe' hier).

De juridische liefhebber wordt verwezen naar het AMI-artikel van veelschrijver Visser "Van James Last tot Berdien Stenberg: 10 jaar WNR in vogelvlucht", AMI 2003, p. 189-193:

"In zomer van 1994 was de stichting Videma in opdracht van de NOS, van plan om aan de Nederlandse horeca tegen betaling van enkele honderden guldens vergunningen te verstrekken voor het vertonnen van televisieuitzendingen van het Wereldkampioenschap voetbal. Dit voornemen leidde tot de nodige commotie over de “voetbal in het café accijns”, tot kamervragen en uiteindelijk tot een initiatiefwetsvoorstel en een wetswijziging.

In artikel 8 lid 1 sub d WNR (oud) was een algemeen openbaarmakingsrecht opgenomen voor omroeporganisaties. Op grond daarvan kon de NOS een vergoeding vragen voor (bijvoorbeeld) het vertonen van door haar uitgezonden voetbalwedstrijden. De reactie op de daadwerkelijke (poging tot) uitoefening van dat recht door de NOS was tamelijk heftig, onder andere omdat deze kwam kort na de eerste incassoactiviteiten van Sena. De NOS haalde bakzeil ten aanzien van deze betalingsregeling voor alleen de uitzendingen van het WK voetbal in de zomer van 1994. Zij ging echter dóór onder de vlag van weer een nieuwe incasso-organisatie: de Stichting Incasso en Repartitie Omroeprechten (Siror). De incasso-pogingen van deze stichting werden medio 1995 doorkruist door de indiening van initiatiefwetsvoorstel 24240. Daarin werd voorgesteld het openbaarmakingsrecht van de omroep te beperken tot voor het publiek tegen betaling van een entreegeld toegankelijke plaatsen. Deze beperking was in overeenstemming met art. 13 Conventie van Rome en art. 8 lid 3 van de Verhuur-, leenrecht en naburige rechten (VLN)-richtlijn. Het wetsvoorstel werd aangenomen en verscheen als wet in het Staatsblad op 18 maart 1997 en trad een dag later in werking".

IEF 1680

Eerst even voor jezelf lezen

- GvEA, 23 februari 2006, zaak T-194/03.  Il Ponte Finanziaria Spa tegen OHIM / Marine Enterprise Projects.

Oppositiezaak. Over merkenfamilies en seriemerken en gebruik. Gemeenschapsmerkaanvraag voor beeldmerk dat woordelement ‚Bainbridge’ bevat, oppositie op basis van oudere nationale woordmerken, beeldmerken en driedimensionale merken die woordelement ‚Bridge’ bevatten. Alle merken zijn kledingmerken. Lees het arrest hier.

- Rechtbank ’s-Gravenhage,  23 februari 2006. KG ZA 06-166. Cordis Europa N.V. tegen Schneider Europe Gmbh.

Partijen verschillen van mening of de door Cordis afgelegde rekening en verantwoording omtrent de met octrooi-inbreuk genoten winst juist is of niet. Zo niet, dan heeft Cordis dwangsommen verbeurd (en zou zij die elke dag vermeerderd verbeuren. Zo wel, dan valt er wat dat bevel betreft voor Schneider niets verder te executeren en zijn geen dwangsommen verbeurd. Lees het vonnis hier.

IEF 1679

Open reactie

Open Reactie Stichting BREIN: "Ik verwijs naar de open brief van de NLUUG (hier) waarin benadrukt wordt dat men van open source software onder voorwaarden een kopie mag maken.

BREIN is het daarmee eens: Het maken van een kopie van auteursrechtelijk beschermde software is verboden tenzij het door de rechthebbende wordt toegestaan. De rechthebbende kan aan die toestemming voorwaarden verbinden. Dat kan onder andere betaling zijn. De rechthebbende kan ook beslissen dat zij bepaald gebruik vrij geeft, zoals bijvoorbeeld bij open source software.

BREIN staat ervoor dat er geen kopieën gemaakt of verspreid  worden zonder toestemming van de rechthebbenden. Dat doet zij onder andere op haar website en in haar brochure. Dat geldt natuurlijk met name voor de aangeslotenen, rechthebbenden op muziek, film en interactieve software (in het bijzonder entertainment software).

Voorlichting over de voorwaarden waaronder rechthebbenden toestemming verlenen is aan de rechthebbenden zelf. Dat geldt ook voor de rechthebbenden op open source software, die overigens niet bij BREIN zijn aangesloten.

Mr T. J. Kuik,
Directeur Stichting BREIN.
The art of protecting the creative

IEF 1678

Kalverliefde

"Welkom op de website van GoudenKalf.com - de site die van de rechtbank een verbod opgelegd heeft gekregen om dierenbeulen dierenbeulen te noemen! Op korte termijn zal deze website overgedragen worden aan het Nederlands Film Festival die 20 jaar heeft nagelaten om de domeinnaam 'GoudenKalf.com' te registreren en die mij hier nu, door mij te sommeren, toe verplicht."

Dierenactivist Koenen heeft de domeinnaam woensdag inderdaad 'op dringend verzoek' overgedragen aan het Nederlands Filmfestival, waar elk jaar de filmprijs het Gouden Kalf wordt uitgereikt. "Het festival heeft de naam als merk geregistreerd en heeft daarom recht op het domein", aldus een woordvoerder. Lees hier meer.