IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 1456

Goed idee

Creatieve sector wil kluis voor ideeën. Artikel in het FD van gisteren over de economische noodzaak van een betere juridische bescherming van formats en concepten: "'Ik maak het regelmatig mee' , zegt Justus Verkerk, commercieel directeur van FCCE, een distributiemaatschappij van tv- formats en -ideeën. 'Mensen komen langs, maar willen niet vertellen wat hun idee is. Ze zijn als de dood dat de distributeur met het idee aan de haal gaat. Nederlandse televisiemakers zoeken in toenemende mate naar mogelijkheden om hun prille ideeën voor nieuwe programma's te kunnen beschermen.

De bedenker heeft juridisch geen poot om op te staan, blijkt uit nieuw onderzoek van KPMG en FCCE. Pas als het idee is uitgewerkt tot een format is een auteursrecht of octrooi mogelijk. Intussen moet een bedenker wel zijn idee communiceren of uitwerken, vaak via internet, terwijl hij daardoor alle rechten kan kwijtraken. Het is hoog tijd voor een discussie over dat juridische gat, vindt Verkerk. De gebrekkige bescherming staat een vrije stroom van ideeën in de weg. 'Wanneer de overheid de kennisindustrie wil helpen zou hier een juridische oplossing voor moeten komen.' Zowel voor de 425 vrije producenten in Nederland als alle andere mensen die rondlopen met een goed idee en dat op de markt willen brengen.

(...) Hij denkt aan een soort digitale notaris waar iedereen goedkoop en veilig documenten kan registreren. Dat is niet alleen van belang voor de tv-markt, maar voor alle productideeën, ondernemersideeën en zelfs voor het opzeggen van een verzekering. 'We zoeken een Belastingdienstoplossing, maar dan sneller', zegt Verkerk. Als je maar kunt hardmaken wie wat wanneer heeft verstuurd en dat het onveranderd is gebleven.' FCCE heeft met KPMG eerst bestaande registratiediensten in kaart gebracht. Verschillende online diensten als firstuse.com, wricgl.com en Tvtobe.com zijn met het knappen van de internetzeepbel gesneuveld. Op afspraak kan iedereen terecht op de site Ideesafe voor registratie en uitwerking van ideeën. I-depot is een vrij dure dienst van het Benelux Bureau voor Modellen en Tekeningen. Diginotar.nl is een initiatief van het Nederlandse notariaat, maar is niet echt goedkoop.

Betaalbare alternatieven zijn te vinden bij surety.com digistamp.com, mkbjuristen.nl, filereg.com en vanrossum.nl. Veelal zijn ze onpraktisch, onbekend en zonder een vertrouwenwekkende naam, zegt Groot. 'Nodig is nu dat een elektronisch systeem wordt gebouwd. Dat kan door KPMG op veiligheid getest worden. De overheid kan er een schil omheen leggen. We kijken nu naar marktpartijen met een geavanceerde elektronische handtekening.'" Lees hier meer (deze maand gratis).

IEF 1455

PGI's en PDO's

"The European Commission has adopted two proposals to clarify and streamline rules for protected geographical indications (PGI), protected designations of origin (PDOs) and "traditional specialities guaranteed". The draft regulations will ensure full compatibility with the findings of a recent WTO panel.In order to improve make the registration process more efficient, the Commission is proposing to simplify procedures and clarify the role of Member States. The centrepiece of these proposals is the definition of a well-defined "single document" for applications containing all the necessary information for registration, information and inspection purposes and which will be published.

The proposals also seek to boost the image of the labels and the use of the EU logos with a view to increasing consumer recognition. In a panel ruling issued in 2004, the WTO upheld the integrity of the EU’s geographical indications system and rejected the majority of the claims made by the United States and Australia. These regulations will bring the scheme into conformity on the two areas that were criticised: firstly by formally deleting the requirement for "reciprocity and equivalence" from the regulations and secondly by allowing third country operators to submit applications and objections directly rather than through their governments. The deadline for implementing the ruling is set to expire in April 2006." Lees hier meer.

IEF 1454

Geen vergelijk

Het ANP bericht dat Philips voormalige licentiemener Advanced Optical Disc Holland (AOD) uit Vianen voor de rechter heeft gedaagd. "Het elektronicaconcern eist dat het bedrijf de productie van dvd’s staakt, omdat het octrooien op dvd-technologie zou schenden. Philips probeert al meer dan een jaar tot een vergelijk met AOD te komen, zei een woordvoerster van het concern vrijdag. De producent van dvd’s en cd’s had in het verleden een licentie op de octrooien, maar kwam volgens Philips zijn betalingsverplichtingen niet na.

(...) Een Philipswoordvoerster zei dat concurrenten van AOD bij Philips hebben geklaagd over oneerlijke concurrentie, omdat zij wel een licentie op de technologie afnemen. Dinsdag dient in Den Haag een kort geding tussen beide partijen. Volgens Claassen staat het voortbestaan van het bedrijf op het spel als het de productie van dvd’s moet staken. Lees hier meer."

IEF 1453

Niet elektronisch beschikbaar

Brief van de minister van Justitie inzake een afschrift van de brief aan Koninklijke Horeca Nederland. (2e Kamer, niet dossierstuk just051058). "Hierbij zend ik u, naar aanleiding van uw verzoek (kenmerk Just050126), een afschrift van de brief die ik aan Koninklijke Horeca Nederland heb gestuurd in antwoord op een open brief van deze organisatie over de incasso van auteursrechten. (Bijlage niet elektronisch beschikbaar)"
IEF 1452

Algemeen en veelomvattend

Brief van de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan de Stichting Sigarettenindustrie inzake Evaluatie Tabakswet. (bijlage bij Kamerstuk vws0501593). Veel aandacht voor reclame, enkele fragmenten:

"U schrijft dat u momenteel "zelfregulerende maatregelen" bespreekt "ter voorkoming van de combinatie van tabaksreclame en reclame voor bepaalde categorieën van andere producten in tabaksspeciaalzaken". Ik verneem graag te zijner tijd de uitkomst van deze bespreking, evenals de achterliggende doelstelling. Ik vestig uw aandacht in dit verband graag op artikel 5, zesde lid, van de Tabakswet. Dit bevat een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur de verkoop van goederen en diensten die in het bijzonder zijn gericht op minderjarigen te verbieden in tabaksspeciaalzaken en in afgescheiden tabaksverkooppunten in levensmiddelenzaken en warenhuizen, indien daar reclame voor tabaksproducten wordt gemaakt.

(...) Tegen de achtergrond van deze bepaling zou het logischer zijn dat uw besprekingen betrekking hebben op "zelfregulerende maatregelen", gericht op het staken van de verkoop van goederen en diensten die in het bijzonder zijn gericht op minderjarigen in tabaksspeciaalzaken. De Tabakswet definieert wat een tabaksspeciaalzaak is. Het heeft derhalve geen zin om te overleggen waaraan tabaksspeciaalzaken moeten voldoen.

(...) De VWA heeft geconstateerd dat de wijze waarop tabaksproducten worden gepresenteerd in bijvoorbeeld videotheken, winkels bij tankstations en de horeca professioneler, en daarmee zichtbaarder is geworden. (...) Het reclameverbod is algemeen en veelomvattend, met een beperkt aantal specifieke uitzonderingen. Er wordt dan ook geen onderscheid gemaakt in een overtreding door middel van promotieteams of door een poster.

(...) De praktijk leert dat boetes wegens overtredingen van het ruime reclame- en sponsoringverbod, hoe evident deze doorgaans ook zijn, in veel gevallen worden aangevochten. De feiten en omstandigheden zijn bepalend voor het antwoord op de vraag in hoeverre een specifieke gedraging onder een van de uitzonderingsbepalingen – waaronder die voor reguliere presentatie – valt dan wel een overtreding van de Tabakswet vormt. Tijdens de al genoemde presentatie van de VWA op 22 april is aangegeven welke, op dat moment bekende, vormen van presentatie niet als "regulier", en daarmee als een overtreding, worden beschouwd. Aangezien er voortdurend nieuwe vormen van presentatie worden geïntroduceerd, is het onmogelijk voor eens en voor altijd aan te geven wat wel en niet is toegestaan. De VWA heeft dat trouwens ook met zoveel woorden duidelijk gemaakt.

Het uitreiken van premiums bij tabaksproducten, mits daarvoor een vergoeding wordt gevraagd die niet symbolisch is, vormt geen overtreding van de Tabakswet. De VWA heeft echter geconstateerd dat dergelijke premiums voornamelijk gericht lijken te zijn op jongeren: elektronische gadgets, al dan niet voor gebruik met de mobiele telefoon, zijn namelijk vooral aantrekkelijk voor deze doelgroep. Aangezien de begrippen "symbolische vergoeding" en "gericht op jongeren" lastig zijn af te bakenen, valt niet uit te sluiten dat "koppelverkoop" op termijn zonder meer zal worden verboden.

U stelt dat er veel onduidelijkheid heerst over de term reguliere presentatie. Juister is het om te zeggen dat de VWA, onder meer tijdens de presentatie op 22 april, duidelijkheid heeft geboden over dit begrip – wat is wel toegestaan, wat niet – maar dat uw achterban de standpunten van de VWA niet ten volle deelt. Het is uw goed recht om dan via de weg van bezwaar en – eventueel – beroep de wijze waarop de VWA de Tabakswet handhaaft aan te vechten. Dat verschillen van opvatting hiermee inzet van juridische procedures worden, is evident.

IEF 1451

Ook in braille

2 Brieven van de Minister van Volksgezondheid aan Neprofarm / Dhr. C. de Visser inzake nota van wijziging Geneesmiddelenwet. (bijlage bij 2e Kamer, vws0501659): "Naar aanleiding van uw bovengenoemde brief bericht ik u het volgende. Ik stel het zeer op prijs dat u zich actief betrokken opstelt bij de totstandkoming van de nieuwe Geneesmiddelenwet. U heeft zelfs concrete voorstellen gedaan voor aanpassing van een aantal bepalingen. Van sommige daarvan heb ik dankbaar gebruik kunnen maken ter verbetering van het wetsvoorstel. Ik dank u daarvoor. Evenals u betreur ik het dat de datum waarop de richtlijnen 2004/27/EG en 2004/24/EG zouden moeten zijn geïmplementeerd in de nationale wetgeving, zijnde 30 oktober 2005, niet is gehaald.Daardoor ontstaat er inderdaad een discrepantie tussen de Nederlandse wetgeving en de desbetreffende Europese regels. Door het nemen van maatregelen van organisatorische aard met betrekking tot de aanvraag of de verlening van vergunningen, hoop ik deze discrepantie in de praktijk zoveel mogelijk te beperken." Enkele fragmenten over aanduidingen, etikettering en reclame:

"(...) Anders dan u ben ik van mening dat er geen behoefte bestaat aan een definitie van traditioneel kruidengeneesmiddel ter afgrenzing van kruidenpreparaten. Een product dat in de wandeling een kruidenpreparaat wordt genoemd, maar niet onder de definitie van geneesmiddel valt, valt niet onder de reikwijdte van de Geneesmiddelenwet. In dat geval is in beginsel de Warenwet van toepassing. Indien een product dat in de wandeling een kruidenpreparaat wordt genoemd, maar wel onder de definitie van geneesmiddel valt, valt het in elk geval onder de reikwijdte van de Geneesmiddelenwet. Het gaat er niet om hoe een product wordt genoemd, maar om de aard van het product.

(...) ben ik nog steeds van mening dat de naam van het geneesmiddel ook in braille op de buitenverpakking en de primaire verpakking moet worden aangebracht, behalve bij blistervepakkingen of hele kleine verpakkingen. Ook de Raad van State was die mening toegedaan. Hoewel ook ik van mening ben dat het beter zou zijn geweest als dit voorschrift zich zou hebben beperkt tot buitenverpakkingen, kan van de nationale wetgever niet worden verwacht dat zij de van de richtlijn afwijkende interpretatie die de Commissie nu geeft in de braille richtsnoeren, in de wet gaat opnemen. De beste weg om deze discrepantie weg te nemen, is het indienen door de Commissie van een voorstel tot wijziging van richtlijn 2001/83 op dit punt. Ik heb aan de Tweede Kamer voorgesteld om in artikel 69, lid 3, van het wetsvoorstel de zinsnede "in braille of in een voor slechtzienden geschikte vorm" te vervangen door: in een voor blinden of slechtzienden geschikte vorm. Voorts wordt voorgesteld de laatste volzin van het derde lid in te voegen: op verzoek van patiëntenorganisaties.

(...) Wat betreft uw opmerkingen met betrekking tot vergelijkende reclame, wijs ik er op dat deze vorm van reclame, met uitzondering van één situatie, niet is verboden. Ingevolge artikel 90, onder b, van de richtlijn is vergelijkende reclame in de zin van het vermelden of de indruk wekken dat de werking van een geneesmiddel beter is dan die van een ander geneesmiddel, verboden. Artikel 85, onder b, waarin artikel 90, onder b, van de richtlijn is geïmplementeerd, heeft voor zover het de vergelijking betreft, uitsluitend betrekking op de werking van een geneesmiddel."

IEF 1450

Op coherente wijze

Herman Speyart, NTER nummer 11/12 december 2005: Tien jaar doorwerking van het EG-recht in het IE-recht van externe factor naar interne motor. Handige samenvatting van de opmars van het Gemeenschapsrecht in het nationale IE-recht.

"IE-beoefenaren zijn specialisten geworden in een deelgebied van het Gemeenschapsrecht. Soms schiet de focus op het Gemeenschapsrecht wat door, zoals bijvoorbeeld in het arrest van het Arnhemse Hof waarin in een geschil tussen particulieren de BTMW helemaal niet aan bod kwam, maar werd gedaan alsof de materie rechtstreeks door de modellenrichtlijn werd beheerst. Meestal gaat het echter gewoon goed. Het was daardoor, wat het IE-recht in Europa betreft, waarschijnlijk het meest spannende decennium sinds de invoering van het Unieverdrag van Parijs aan het begin van de vorige eeuw. Hoewel wij het grootste gedeelte van deze ontwikkeling achter de rug hebben, is zij nog niet helemaal voorbij. Er moet nog een Gemeenschapsoctrooi komen en het auteursrecht moet op coherente wijze in één richtlijn worden geregeld. Er blijft dus genoeg over om over te schrijven tijdens het tweede decennium van NTER!" Lees artikel hier.

IEF 1449

Algemeen bewijsbeslag toegestaan

Interessant vonnis en korte annotatie Doeko Bosscher op solv.nl: "In zijn van vonnis van 28 december 2005 heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo het beslag niet opgeheven op de administratie van een aantal ondernemingen. Die zou namelijk informatie bevatten over een onrechtmatige daad. (...) Dat is opmerkelijk want het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kent niet de mogelijkheid tot het leggen van bewijsbeslag.

Hotbrick heeft blijkens het vonnis louter een Amerikaans merk. Volgens het vonnis beschikt Hotbrick niet over een merkrecht dat ergens in Europa geldt (dus ook niet in Nederland). Desalniettemin oordeelt de Voorzieningenrechter op grond van het bepaalde in de Beneluxmerkenwet (!) en Gemeenschapmerkenverondering (!) dat Baseball onrechtmatig handelt door producten te blijven verhandelen waarvoor zij een distributieovereenkomst met Hotbrick had. Het lijkt er verder op dat deze rechter op grond van het bepaalde in de Beneluxmerkenwet toestemming toestaat dat het beslag in stand blijft voor zover het gaat om informatie over de inbreuk op een (ongeschreven of quasi) merkrecht." Lees hier meer (incl. vonnis).

IEF 1448

Aan beide oren naar de rechtbank

RTV Noord stapt naar de rechter als de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC) haar nieuwe commerciële radiozender voor Noord-Nederland Noord FM gaat noemen. ,,Als men de naam Noord FM gaat gebruiken, trek ik Cees Anceaux aan beide oren naar de rechtbank. Het gebeurt niet.’’ Aldus Roel Dijkhuis van RTV Noord. VolgensCees Anceaux, directeur van de Friese Pers, een onderdeel van de NDC vindt het ,,een storm in een glas water’’. Het is nog niet eens zeker of de zender er komt en Noord FM is nog niet meer dan een werktitel. Lees hier iets meer. (Leeuwarder Courant)

IEF 1447

Loze claim

De Telegraaf bericht dat "De Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) vanwege misleidende gezondheidsclaims „passende maatregelen" heeft genomen tegen dropproducent Katja. Dat meldde de Consumentenbond woensdagavond. De bond had een klacht ingediend bij de VWA omdat de dropmaker klanten probeert te lokken met grote stickers met het opschrift '0 procent vet'. „Een loze claim", legt een woordvoerster van de Consumentenbond uit. „Drop bevat vrijwel nooit vet, wel heel veel suiker. Maar daar wijzen de fabrikanten het publiek natuurlijk niet zo duidelijk op." Lees hier meer.