IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 22222
4 september 2024
Artikel

Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act

 
IEF 22221
4 september 2024
Artikel

Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations

 
IEF 1166

Auteursrecht afdragen

30 300 VIII, nr. 51. Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006. Vastgesteld 31 oktober 2005.  De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De daarop door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

225: Uit het jaarverslag van de Publieke Omroep over 2004 blijkt dat de Publieke Omroep in 2004 20.092.000 euro aan auteursrechten afdroeg. De post rechten bestaat onder meer uit de BUMA-rechten (17,1 miljoen euro) en Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (2,5 miljoen euro). Hoe verhoudt dit zich deze uitgavenpost tot het kabinetsstandpunt aangaande de regeling van de rechten voor distributie via de kabel (Kamerstuk 29 800 VIII, nr. 203)?

Voor de regeling van de rechten voor distributie via de kabel gold in 2004 nog de zogenoemde collectieve overeenkomst. Bij het sluiten van de collectieve auteursrechtovereenkomst in 1985 is afgesproken dat de Nederlandse publieke omroep voor de doorgifte van Nederland 1 en 2 (en later Nederland 3) geen auteursrechtelijke vergoeding vraagt aan de kabelexploitant voor de doorgifte van werken waarvan de omroepen zelf rechthebbenden zijn (zgn. eigen rechten). Het kabinetsstandpunt in het kader van distributie heeft eveneens betrekking op het vragen van auteursrecht voor werken waarop de Publieke Omroep zelf rechthebbende is. 

De Publieke Omroep is echter niet alleen rechthebbende op auteursrecht beschermde werken maar gebruikt ook beschermde werken van anderen. Aan derden die auteursrechten kunnen doen gelden op bijvoorbeeld programma-onderdelen die door de Publieke Omroep openbaar worden gemaakt, draagt de Publieke Omroep auteursrecht af.

1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de beleidsnotitie over universitair octrooibeleid, zoals aangekondigd bij de begroting van OCW 2004 (Kamerstuk 29 200 VIII)?

In de begroting OCW 2004 is met betrekking tot het universitaire octrooibeleid een aantal acties aangekondigd. Over de voortgang van deze acties is gerapporteerd in het Jaarverslag OCW 2004 (Kamerstuk 30 100, nr. 1). De actuele stand van zaken is als volgt:

- de VSNU is begin 2005 gestart met de activiteiten van het beoogde nationale netwerk van professionals die zich bezig houden met kennisbescherming en –exploitatie, met financiële ondersteuning van de ministeries van EZ en OCW;

- in het kader van het Actieplan Technopartner is door het ministerie van EZ in 2004 een stimuleringsregeling Kennisexploitatie (SKE) ingesteld, waarmee onder andere de octrooikosten van universiteiten (als participanten in zgn. kennisexploitatieverbanden) in aanmerking komen voor financiële ondersteuning;

- invoering van een “grace period”, dat is een periode na publicatie van onderzoekresultaten, waarbinnen de mogelijkheid van het verkrijgen van een octrooi blijft bestaan (in de huidige situatie vervalt met publicatie die mogelijkheid), is inmiddels in internationaal kader als principe aanvaard; de discussie spitst zich nu toe op de specifieke details (onder andere de duur van de periode).

IEF 1165

En wederhoor

"Graag wil ik reageren op het bericht (zie hier) van Bert van Loo van 3 november jl. over zijn ervaringen met Beeldrecht.

Allereerst wil ik graag benadrukken dat zijn ervaring een zaak betreft van 7 jaar geleden. In de tussentijd is Beeldrecht verzelfstandigd, heeft een nieuwe directeur en er werken geheel nieuwe mensen. Inhoudelijk kan ik me zijn gevoel bij deze oude zaak wel enigszins voorstellen. Echter, ook kunstwerken die een publieke functie hebben en die zich in op openbare plaatsen bevinden zijn nog steeds auteursrechtelijk beschermde werken. Deze mag men dus niet zomaar zonder toestemming van de rechthebbende reproduceren en openbaar maken.

Tenslotte, zoals de heer Van Loo ook al aangeeft in zijn reactie, is in de tussentijd (per 1 september 2004) de auteurswet op onder andere dit gebied wel flink gewijzigd. Men mag nu een kunstwerk dat zich op een openbare plaats bevindt, afbeelden mits het werk wordt afgebeeld 'zoals het zich aldaar bevindt'. Deze wat cryptische omschrijving komt overigens niet uit de koker van Beeldrecht maar van de Wetgever. Onze interpretatie is dat het werk in zijn context / omgeving moet worden afgebeeld. Er mag dus tegenwoordig veel meer op dit gebied dan ten tijde van de zaak die de heer Van der Loo beschrijft (1998). Met vriendelijke groet,  Edo van der Zouwen, Manager Marketing & Sales, Beeldrecht.

IEF 10472

Life/Thomson Life

HvJ EG 6 oktober 2005, zaak C-120/04 (Medion tegen Thomson; inzake Life/Thomson Life) - dossier

Merken – Richtlijn 89/104/EEG – Artikel 5, lid 1, sub b – Verwarringsgevaar – Gebruik van merk door derde – Samengesteld teken dat bestaat uit benaming van derde gevolgd door merk [afbeelding is niet het betreffende merk]

Ouder merk ‘LIFE’ tegen jonger merk ‘THOMSON LIFE’. Verwerping Duitse ‘Präge-theorie’. Volgens deze theorie zou bij de vergelijking van de totaalindrukken het meest ‘geprägte’ (pregnante) bestanddeel, te weten ‘THOMSON’, het ‘slechts medebepalende’ bestanddeel ‘LIFE’ grotendeels naar de achtergrond doen verdwijnen.

Er kan bij het publiek verwarring tussen merken voor dezelfde waren en diensten bestaan, ‘wanneer het bestreden teken wordt gevormd door samenvoeging van de firmanaam van een derde met het ingeschreven merk, dat een normaal onderscheidend vermogen heeft, en het ingeschreven merk weliswaar niet als enige bepalend is voor de totaalindruk van het samengestelde teken, doch daarin een zelfstandige onderscheidende plaats behoudt.’ (Dictum). IER 2006/1

Verklaart voor recht: Artikel 5, lid 1, sub b, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, dient aldus te worden uitgelegd dat er bij het publiek verwarring tussen dezelfde waren en diensten kan bestaan, wanneer het bestreden teken wordt gevormd door samenvoeging van de firmanaam van een derde met het ingeschreven merk, dat een normaal onderscheidend vermogen heeft, en het ingeschreven merk weliswaar niet als enige bepalend is voor de totaalindruk van het samengestelde teken, doch daarin een zelfstandige onderscheidende plaats behoudt.

IEF 1164

Collectieve legalisatie

Twee berichten op VPRO 3voor12 Journalism:

- Muziekrechtenorganisaties hebben de afgelopen maanden hun hoofd gebroken over een mogelijkheid tot collectieve legalisatie van het razend populaire podcasting. De Buma, die de belangen van componisten en auters behartigt, heeft een tijdelijke regeling getroffen met podcasters voor collectieve licenties. De Sena, die zich inzet voor de belangen van uitvoerend kunstenaars, wilde ook een collectieve afspraak. Dat is mislukt. Podcasters moet nog steeds de betaling van uitvoerende artiesten moet hij voor iedere plaat afzonderlijk regelen met de desbetreffende platenmaatschappij. Lees hier meer.

- Buma/Stemra en de Belangen Vereniging Dance (BVD) presenteerden op ADE hun nieuwe samenwerkingsverband. Zij gaan ervoor zorgen dat met behulp van nieuwe technologie nummers in deejaysets op grote evenementen worden geregistreerd, om zo royalties te kunnen betalen aan componisten van dancemuziek. DJMonitor bedacht een systeem dat registratie van dancemuziek mogelijk maakt. Lees hier meer.

Eén artikeltje uit het FD:

- De douane in Rotterdam heeft sinds medio dit jaar 80 containers met vervalste merkkleding aangetroffen, vooral sportkleding en sportschoenen van zeer bekende merken. De containers kwamen uit China en waren bestemd voor Rusland. Meer dan een miljoen kledingstukken worden vernietigd of gerecycled, waardoor het niet meer als kleding gebruikt kan worden. Niet eerder onderschepte de douane zoveel namaak. (Zie ook hier).

IEF 1163

Droog en veilig

De Telegraaf bericht dat de Reclame Code Commissie een klacht over een commercial van City Box waarin Rita Verdonk en Geert Wilders worden gepersifleerd heeft afgewezen. Verdonk adviseert in het spotje om  ’uitgeprocedeerde spullen droog en veilig op te bergen in een City Box’. De RCC vindt dat in de commercial op zo’n overdreven en duidelijk humoristisch bedoelde wijze wordt gerefereerd aan het door minister Verdonk gevoerde dan wel voorgestane asielbeleid, dat de commercial niet ontoelaatbaar wordt geacht.

IEF 1162

Uitvoering van zaken

Kamerstuk 21109, nr. 158, 2e Kamer. Uitvoering EG-Richtlijnen.; Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over informatievoorziening aan de Tweede Kamer m.b.t. EG-richtlijnen.

- Aanpassing AW m.b.t. het volgrecht t.b.v. de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk. MR: 09-07-07. Ingediend TK 30-11-04. NnavV maart 2005. Plenaire behandeling TK 27-09-05. Info aan CIE via PV 18806 dd. 02-08-05: zal op 01-01-06 inwerking treden.

- RL 2004/48/EG van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (BNC 22112, 268). 1. Wijziging Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering e.a. (Advies RvS 09-09-05, NR in voorbereiding) 2. Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 (Naar TK gezonden) 3. Wijziging Benelux-verdrag intellectuele eigendom (In ambtelijke voorbereiding).

IEF 1161

Stand van zaken

Stand van zaken Onderzoek Drempelkosten van het Octrooisysteem. De kosten voor indiening van een octrooi, ookwel ‘drempelkosten’, bestaan enerzijds uit indieningstaksen en anderzijds uit de kosten voor een octrooigemachtigde. Deze laatste kosten vormen het grootste aandeel van de drempelkosten.

Hoewel de Nederlandse instandhoudingstaksen binnen de EU-15 relatief hoog zijn, vormen de drempelkosten een groter obstakel. Deze kosten zijn voor het MKB een belangrijke barriere om daadwerkelijk octrooien aan te vragen. Om tot een kostenreductie te kunnen komen, is het wenselijk om het volgende te onderzoeken:

- Zijn octrooigemachtigden in Nederland voor een standaardpakket dienstverlening in het aanvraagtraject inderdaad (zoals door sommige gebruikers gesteld) duurder dan in de ons omringende landen (Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, België en Denemarken)? Zo ja, welke oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen? Zijn er wettelijke bepalingen die tot onnodige kosten leiden?

- In hoeverre verschillen de Nederlandse indieningstaksen van die de ons omringende landen?

Momenteel wordt het pakketvergelijkend onderzoek naar de kosten van octrooigemachtigden door Berenschot in samenwerking met SEO uitgevoerd. Het eindrapport zal 13 januari 2006 gereed zijn. De verschillen tussen de indieningstaksen worden momenteel door het Octrooicentrum Nederland in kaart gebracht en zal gelijktijdig met het eerder genoemde onderzoek klaar zijn. Naar aanleiding van deze rapporten en in samenhang met de resultaten van de andere actielijnen van het project zal het ministerie en Octrooicentrum Nederland een eigen eindrapport opstellen met daarin aanbevelingen om het octrooisysteem in Nederland te verbeteren. (Lees bericht ook hier)

IEF 1160

Toegespitste dienstverlening

De stukjes “toegespitste dienstverlening” en “een relevante omstandigheid” krijggen in het licht van deze voorspellingen van Erik Nooteboom over het verdwijnen van nationale bureaus iets omineus. Uit: ‘antwoorden op de door de vaste Commissie voor Economische Zaken gestelde schriftelijke vragen over de EZ-begroting voor het jaar 2006”

"47: Wat is de aanleiding van het onderzoek naar de toekomstige positie van het Benelux Merkenbureau? Medio 2006 treedt naar verwachting het nieuwe Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken, tekeningen of modellen) in werking. In dat nieuwe verdrag krijgt het Benelux-Bureau een zelfstandiger positie met een ruimere taakomschrijving. Om die reden worden de mogelijkheden tot verhoging van de productiviteit en tot ruimere ofwel toegespitste dienstverlening aan gebruikers onderzocht. Een relevante omstandigheid is overigens ook de veranderende Europese context. Daarin blijken het Gemeenschapsmerk en het Gemeenschapsmodel, alsmede het uitvoerende EG-Bureau, te weten OHIM (Organisation for Harmonisation in the Internal Market), heel succesvol. Lees hier meer (wel even zelf dóórzoeken).

IEF 1159

Wellicht tot een besluit

Het ANP bericht dat "Producenten en importeurs van mp3-spelers mogelijk al snel te maken krijgen met een kopieerheffing die afhankelijk van de opslagcapaciteit varieert van 80 eurocent tot 25 euro. Dat blijkt uit een compromisvoorstel van voorzitter H. Vonhoff van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT). Maandag vergaderen de partijen over het idee van Vonhoff en komt het wellicht tot een besluit.

Eerder lag een plan voor een standaardbedrag van 3,28 euro per gigabyte op tafel. Vonhoff noemt zijn nieuwe voorstel redelijk voor de consument en rechtvaardig voor de rechthebbenden, maar benadrukt dat het gaat om een "denkrichting". Directeur B. Taselaar van de belangenvereniging ICT Office voor IT-bedrijven betitelde het systeem vrijdag als "onwenselijk." Lees hier meer.

IEF 1158

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 november 2005, zaaknr. 250760. Triflor B.V. tegen Novacap Agricola B.V. Kwekersrecht, o.a. betreffende het toepasselijke tulpenras 'Alibi.'

"Waar het immers om gaat is of Triflor kan worden verondersteld toestemming te hebben gegeven voor de vermeerdering van de betreffende tulpenbollen. Dat is naar voorlopig oordeel niet het geval. Het is duidelijk dat Triflor die toestemming slechts heeft bedoeld te verlenen indien de betreffende afnemer/kweker voor de vermeerdering een licentiecontract sluit onder betaling van een licentievergoeding. In gelijke zin ware ook art. 16 onder a VCK op te vatten. Hiermee is evenwel nog niet alles gezegd." Lees het vonnis hier.