Wereld Boek & Auteursrechtdag
In aanloop naar het Grote Downloaddebat (2e Kamerverkiezingen 2010) en omdat het vandaag Wereld Boek & Auteursrechtdag (Unesco) is (niet te verwarren met de Wereld IE Dag (WIPO / VN) van volgende week). © RGvT
De kruisingsouders
Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 april 2010, HA ZA 09-3260, HZPC Holland B.V. tegen gedaagden (met dank aan Paul Mazel, Trip).
Kwekersrecht. Bedrijfsgeheimen. Pootaardappelen. Bevoegdheidsincident. Eiser HZPC stelt dat de kruisingsouders van een door gedaagde, een voormalig directeur, gekweekte aardappel door gedaagde zijn meegenomen bij zijn vertrek bij HZPC. Het kwekersrecht op de aardappel zou daarom toekomen aan HZPC. Bevoegdheid Rechtbank Den Haag.
4.1. De vorderingen van HZPC houden mede in overdracht van het kwekersrecht indien het zal zijn verleend. De rechtbank is bevoegd van die vordering kennis te nemen op grond van artikel 78 lid l ZPW. Daaraan doet niet af dat het kwekersrecht nog niet is verleend. Dit kan leiden tot afwijzing van de vordering maar raakt niet aan de bevoegdheid van deze rechtbank.
4.2. Voor de overige vorderingen, waaronder de vordering tot overdracht van de aanvraag van het kwekersrecht, geldt dat deze verknocht zijn aan de vordering tot overdracht van het kwekersrecht omdat alle vorderingen voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. De rechtbank is bevoegd ook van die vorderingen kennis te nemen,
Lees het vonnis hier.
Op grond van het Vriendschapsverdrag
Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 april 2010, HA ZA 09-1279, Go Fast Sports & Beverage Company c.s. tegen Go Fast Sports Benelux N.V.
Merkenrecht. Vonnis in incident. Zekerheid. “Go Fast USA is statutair gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika. Bijgevolg is zij op grond van het Vriendschapsverdrag en het daarbij behorende Protocol vrijgesteld van het stellen van de in artikel 224 Rv bedoelde zekerheid. De incidentele vordering tot zekerheidstelling zal dan ook worden afgewezen.
Lees het vonnis hier.
Een uitzonderlijke rechtshandeling met verstrekkende gevolgen
LJN: BL9877, Gerechtshof 's-Gravenhage , 30 maart 2010, Appellanten tegen The Polo/Lauren Company & The Timberland Company c.s.
Merkenrecht. Verbintenissenrecht. Welke vennootschap is partij bij onthoudingsovereenkomst (verplichting zich te onthouden van merkinbreuk)? Onbevoegde vertegenwoordiging - schijn van bekrachtiging; verwerping verweren gericht tegen verschuldigdheid boete o.g.v. onthoudingsovereenkomst. Geen matiging boete wegens kwade trouw.
7. Het hof is van oordeel dat de omstandigheid dat [B], naar door [appellanten] is erkend, ook alleen in- en verkoopovereenkomsten sloot en sluit, geen (voldoende) reden is om aan te nemen dat door de [...]-vennootschappen de schijn is gewekt dat [B] ook (alleen) bevoegd was de onderhavige onthoudingsovereenkomst aan te gaan. Er is hier sprake van een uitzonderlijke rechtshandeling met verstrekkende gevolgen voor de te binden vennootschap, die niet vergelijkbaar is met de normale in- en verkoophandelingen.
8. Op grond van de hierna vermelde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is het hof evenwel van oordeel dat door de […]-vennootschap(pen) de schijn van bekrachtiging van de onderhavige overeenkomst is gewekt. (…)Het hof is van oordeel dat SNB op grond van het uitblijven van een reactie op de toezending van kopieën van de brieven van 5 en 15 juni 2001 aan [...] en het niet inroepen van de onbevoegdheid in de conclusie van antwoord - maar in tegendeel het daarin uitgaan van binding aan de onthoudingsverklaring - redelijkerwijs mocht aannemen dat de […]-vennootschap namens welke [B] heeft getekend deze overeenkomst stilzwijgend heeft bekrachtigd.
Lees het arrest hier.
Een meubelstuk en dus een gebruiksvoorwerp
Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 20 april 2010, KG ZA 10-153, Zijlstra B.V. tegen Klotz (met dank aan Quirijn Meijnen, Van der Steenhoven).
Auteursrecht. Dressoirs. Vorm en afmetingen van een meubelstuk worden in belangrijke mate door de gebruiksbehoeften van de consument bepaald. Dressoir eiser (afbeelding boven) voldoet slechts “in beperkte mate” aan het werkcriterium, het “voert vooralsnog te ver om te concluderen dat de Zijlstra 5023 helemaal geen auteursrechtelijke bescherming geniet, maar een inbreuk op het auteursrecht kan niet snel worden aangenomen.” Totaalindrukken dressoirs eisers en gedaagden zijn te verschillend. Geen inbreuk. Geen slaafse nabootsing, verwarringsgevaar is o.a. gezien het prijsverschil niet aannemelijk. Verklaringen van detailhandelaren overtuigen niet.
Auteursrecht: 4.3. Van een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker is ten aanzien van de Zijlstra 5023 naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter slechts in beperkte mate sprake. De voorzieningenrechter stelt daarbij voorop dat het voorwerp waar het in dit kort geding om gaat, een meubelstuk en dus een gebruiksvoorwerp is, waarvan de vorm en afmeting in belangrijke mate door de gebruiksbehoeften van de consument worden bepaald. Het is daarom alleszins denkbaar dat een derde, onafhankelijk van Zijlstra, bij het maken van een modern dressoir tot nagenoeg hetzelfde resultaat als de Zijlstra 5023 komt. De vormgeving is immers in belangrijke mate het resultaat van functioneel objectieve en in de meubelbranche gebruikelijke uitgangspunten. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenechter voert het vooralsnog te ver om te concluderen dat de Zijlstra 5023 helemaal geen auteursrechtelijke bescherming geniet, maar kan een inbreuk op het auteursrecht, niet snel worden aangenomen.
Slaafse nabootsing: 4.8. (…) Op grond van hetgeen hiervoor onder 4.6. en 4.7. is overwogen, slaagt een beroep op slaafse nabootsing evenmin. Verder wordt door Klotz c.s. op geen enkele wijze aandacht gevraagd voor de herkomst van hun dressoir als zijnde afkomstig van Zijlstra. Zij benadrukken juist dat de Klotz 4687 is geïnspireerd op een tv-meubel dat zij reeds verkochten en bieden deze twee meubelstukken tezamen met een door hen ontworpen salontafel aan als zijnde één productlijn. Bovendien is er sprake van een aanzienlijk prijsverschil tussen de Zijlstra 5023 (€500,00 - €750,00) en de Klotz 4687 (€ 1.100,00). Onder deze omstandigheden valt verwarringsgevaar niet gauw te vrezen. De door Zijlstra overgelegde verklaringen van detailhandelaren, inhoudende dat zij bij het zien van de Klotz 4687 menen dat deze afkomstig is van Zijlstra, overtuigen - los van de gerechtvaardigde vraag of het relevante publiek uit detailhandelaren bestaat - niet en leiden dus niet tot een ander oordeel.
Lees het vonnis hier.
What ACTA is really about: tekst vrijgegeven
“The European Commission welcomes release of negotiation documents. The negotiation parties of the Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) published the documents of the 8th round of negotiations held in Wellington on 12-16 April. The European Commission welcomes the decision to make the draft available to the public. This text shows that the overall objective of ACTA is to address large-scale infringements of intellectual property rights which have a significant economic impact. ACTA will by no means lead to a limitation of civil liberties or to "harassment" of consumers.
"I am very glad that the EU convinced its partners to release the negotiation text", said EU Trade Commissioner Karel De Gucht. "The text makes clear what ACTA is really about: it will provide our industry and creators with better protection in overseas markets which is essential for business to thrive. It will not have a negative impact on European citizens."
B9 Wereld IE Dag Borrel gesponsord door PAGO
Goed nieuws over de IEF Wereld IE Dag Borrel van volgende week woensdag. Niet alleen zijn er al meer dan 100 aanmeldingen van advocaten, rechters, gemachtigden, bedrijfsjuristen, hoogleraren en andere juridisch geïnteresseerden, maar kunnen we ook met enige trots melden dat de borrel mede wordt gesponsord door PAGO Nederland, de importeur van het onder merkjuristen inmiddels roemruchte PAGO vruchtensap (zie, HvJ EG, 6 oktober 2009, zaak C-301/07, IEF 8242).
Zeker onder IE-juristen is PAGO inmiddels een bekend merk, maar het is nog lang niet overal verkrijgbaar in Nederland (het gerucht gaat dat het wordt geschonken in de kantine van de Rechtbank Den Haag). Een uitgelezen gelegenheid derhalve om kennis te maken met deze nectar uit Oostenrijk. Napleiten met een glas PAGO, wat valt er nog meer te wensen? Muziek waarschijnlijk, maar daarover morgen meer: de IE-juristen achter Los Amigos de Vinyl.
Zoals gemeld vindt de borrel plaats in de schitterende 17e eeuwse grachtentuin van Ribbert Advocaten achter Herengracht 514 in Amsterdam. Wie graag aanwezig wil zijn, maar zich nog niet heeft aangemeld: aanmelden kan heel eenvoudig per email: (klik op redactie@IEForum.nl, scheelt ons enorm bij planning en organisatie). Heel graag tot woensdag!
Een stukje (50 jaar commercieel portretrecht)
Bas Kist (Zacco), NRC 20 april 2010: Teddy: een beetje meer portretrecht. “Teddy Scholten, de cabaretière en zangeres die op 8 april overleed, is niet alleen onvergetelijk geworden door haar Eurovisiesongfestivaloverwinning in 1959 met het liedje Een beetje. Zij heeft ook aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van het commerciële portretrecht, iets waar de Wesley Sneijders, Gordons, Katja Schuurmannen en Sven Kramers van deze tijd in financiële zin volop van profiteren.
(…) Voor het eerst in de geschiedenis laat de rechter weten dat ‘een redelijk belang’, waarover het portretrecht spreekt, niet alleen een privacybelang kan zijn maar ook een financieel belang. „Populariteit kan bij het voeren van een reclamecampagne van veel nut zijn en voor de bezitter van die eigenschap de mogelijkheid openen tot het behalen van financieel voordeel, mits de publicatie voor commerciële doeleinden een exclusief karakter houdt”, aldus de rechtbank Rotterdam op 14 april 1959. De financiële benadeling van Scholten is dan ook onrechtmatig en verboden. Een jaar later bevestigt het hof in Den Haag in hoger beroep deze uitspraak. Daarmee is dankzij Teddy Scholten de eerste stap gezet op weg naar het commerciële portretrecht.”
Lees het artikel hier.
Wanneer de aardappelen met klei behangen zijn
Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 april 2010, KG ZA 10-70, Franz Grimme Landmaschinenfabrik tegen Steenvoorden Constructie (met dank aan Arvid van Oorschot, Freshfields)
Octrooirecht. Inbreuk op EP aardappelscheidingsmachines. (zie ook ex parte Vzr. Rb ’s-Gravenhage, 15 januari 2010, IEF 8705). Eerst even voor jezelf lezen.
4.21.(…) Naar voorlopig oordeel wordt met de uitvoering van de Evolution Separator met rvs tussenrollen daarom indirect inbreuk gemaakt op conclusie 19 van EP 399 nu deze dient te worden aangemerkt als wezenlijk bestanddeel in de zin van artikel 73 ROW, zoals door Grimme gesteld en door Steenvoorden niet gemotiveerd weersproken. Daarbij neemt de voornieningenrechter in aanmerking dat plaatsing van de rubberen rollen in plaats van rvs tussenrollen niet alleen mogelijk is, maar kennelijk ook is voorzien voor het uitvoeren van een van de primaire functies van de machine, het scheiden van klei van de aardappels. Dat blijkt uit een passage uit de hiervoor genoemde publicatie in Aardappelwereldmagazine: 'en kunnen de gladde rollen zelfs tegengesteld draaien. Die tegengestelde draairichting is bijvoorbeeld te benutten wanneer de aardappelen met klei behangen zijn. Voor deze functie monteer je dan gladde rollen die met rubber bekleed zijn.’
4.22. Datzelfde - indirecte inbreuk- geldt voor het aanbieden en leveren van de rubberen spiraalrollen (de eerste rollen als bedoeld in het Octrooi) die bestemd zijn voor plaatsing in de Evolution Separator. Ook deze dienen te worden aangemerkt als wezenlijk bestanddeel van de Evolution Separator. Steenvoorden heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat zij deze rollen separaat van de Evolution Separator levert, in het licht van voornoemde publicatie in Aardappelwereld, waarin is vermeld: 'Tegen meerprijs kunnen er zoveel rollen bij als de klant wenst '. Steenvoorden heeft voorts onvoldoende gemotiveerd gesteld dat deze spiraalrollen enige andere bestemming zouden kunnen hebben dan toepassing in de Evolution Separator.
4.23. in voornoemd artikel in Aardappelwereld is voorts vermeld: 'Verder is de draaisnelheid van elke rol ook traploos instelbaar (...)'. Steenvoorden heeft dit niet weersproken. Naar voorlopig oordeel volgt daaruit dat Steenvoorden met de Evolution Separator, ongeacht in welke uitvoering, eveneens inbreuk maakt op conclusie 26 van EP 399.
Lees het vonnis hier.
Veredelde zaken
Kwekersrecht, octrooirecht. ‘Veredelde zaken’, rapport ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Economische Zaken over de toekomst van de plantenveredeling in het licht van de ontwikkelingen in het octrooirecht en het kwekersrecht. Het rapport is uitgebracht door het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). Onder andere:
"Juridische consequenties. Aanpassing van de regelgeving via een of meerdere van de hier boven aangegeven routes vraagt om een zorgvuldige afweging van de juridische consequenties. Dit is niet primair een juridische studie. Zo gauw beleidskeuzes tot daadwerkelijke acties leiden ral een gedegen studie naar de juridische consequenties gedaan moeten worden. Echter, enkele duidingen volgen hier:
- Het middel om de innovatie in de plantenveredeling te stimuleren via aanpassingen aan de inhoud van het octrooirecht (optie 1 van 6.2.2) vergt een aanpassing van de Europese Blotechnologierichtlijn, dat in lijn moet zijn met (mogelijk een nieuwe interpretatie van ) TRIPS Art. 27 en 28. Dit zal tijd kosten en zal vooral effectief zijn in de internationaal opererende plantenveredelingsector wanneer naast Europa ook andere belangrijke landen (VS, Japan, China) een dergelijk standpunt innemen.
- Besluiten die te maken hebben met de uitbreiding van de kwekersvrijstelling binnen het octrooirecht (optie 2 en 3) kunnen vrijwel zeker genomen warden ronder de Richtlijn aan te passen. In de EU is het recht om te mogen veredelen met rassen die onder de reikwijdte van een octrooi vallen in Frankrijk en Duitsland al expliciet in de nationale octrooiwetten opgenomen (=optie 3). Ook de verdergaande optie 2 zal op deze manier mogelijk zijn. Ook al kan dit op nationaal niveau gebeuren, het verdient echter aanbeveling dit wel op Europees niveau in te zetten. Ten eerste omdat de veredelingssector internationaal georiënteerd is, en ten tweede omdat een derde model voor het organiseren van de relatie tussen octrooirecht en kwekersrecht mogelijk (of waarschijnlijk) zal leiden tot een Europees initiatief om de harmonisatie te herstellen.
- Het aanscherpen van de uitvoering van het octrooisysteem (m.b.t. inventiviteit etc.) behoeft een aanwijzing aan het Europese Octrooibureau en de nationale bureaus. Een alternatief is dat rechters zich buigen over zaken die de reikwijdte van het octrooirecht in de sector bepalen, zoals de Novartis case G0001/98, die een uitleg van octrooieerbaarheid heeft gegeven die in dit rapport ter discussie wordt gesteld.
- Voor het verbeteren van het gebruik van het octrooirecht kan aan de ISF of de ESA gevraagd worden om een standpunt te formuleren. In dat geval is het gewenst om een tijdslimiet te stelten aan het antwoord.