Het sigarettenmerk
Adformatie.nl bericht dat de RCC heeft geoordeeld dat de vermelding van het sigarettenmerk Gauloises op de website van het Dakar-raceteam De Rooy, www.dakar-derooy.com, in strijd is met artikel 5 lid 1 van de Tabakswet (reclame en sponsoring).
Acteursrecht
Persbericht St. Norma: “Naburige Rechtenorganisatie NORMA heeft namens musici en acteurs in binnen- en buitenland de Nederlandse kabelmaatschappijen UPC, Essent Kabelcom, Casema, Multikabel en DELTA Kabelcomfort gedagvaard.
(…) De kabelmaatschappijen maken volgens NORMA al jaren inbreuk op de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars door zonder toestemming radio- en televisieprogramma’s en films door te geven via de kabel. Onderhandelingen tussen NORMA en de kabelaars over een vergoeding voor dit gebruik zijn op niets uitgelopen. Ook gesprekken met branchevereniging Vecai hebben niet geleid tot een overeenkomst over de vergoeding waar acteurs en musici wettelijk recht op hebben.”
Lees het volledige persbericht hier.
Een gyroscopisch instrument
Rechtbank Arnhem, 16 augustus 2006, Mill Holding tegen J.W.L. Fronik. (Met dank aan Tom de Wit, Banning Advocaten).
Uitgebreid vonnis over uitputting, domeinnamen en onrechtmatige uitlatingen.
Partijen komen elkaar niet voor het eerst tegen. In deze procedure gaat het om de vraag of Fronik op enige wijze inbreuk maakt op de merkrechten van Mill door op zijn websites originele powerballs van het merk NSD POWER BALLS aan te bieden.
Mill verkoopt "powerballs", een gyroscopisch instrument, onder het merk NSD POWER BALL. Nano Second fabriceert de powerballs in Taiwan en heeft het Europees gemeenschapsmerk NSD POWER geregistreerd. Mill is houder van het gelijkluidende Benelux woordmerk. In Duitsland importeert Kern de powerball van Nano Second.
Fronik brengt eveneens powerballs op de Nederlandse markt, onder andere onder de aanduiding DYNABEE. Sinds 2004 heeft Fronik voorts een overeenkomst met Kern en brengt de powerballs van Nano Second onder de naam POWERBALL THE ORIGINAL en "Nano-Second the Original Powerball" op de markt. Zowel Mill als Fronik bieden de powerballs aan op het internet.
Er is al eerder geprocedeerd tussen partijen, waarbij werd geoordeeld dat van inbreuk op het merk Powerball door Fronik geen sprake was. In een tweede kort geding heeft de rechter Fronik geboden het gebruik van de merknaam NSD POWER BALL als domeinnaam te staken en Mill verboden zich op enigerlei wijze of in enigerlei vorm onjuiste, misleidende, suggestieve of denigrerende mededelingen te doen over de door Fronik aangeboden powerballs. In het ingestelde appel is nog geen uitspraak gedaan.
In dit geding vordert Mill onder meer het gebruik door Fronik van de merknaam NSD POWERBALL te staken en verscheidene domeinnamen over te dragen.
De rechtbank gaat ervan uit dat Fronik uitsluitend de originele NSD POWER BALL aanbiedt en dat niet is gebleken dat Fronik het teken zelf aanbrengt. Het aanbieden van powerballs afkomstig van Nano Second met het teken "Nano-Second the Original Powerball" levert dat ook geen inbreuk op de merkrechten van Mill op.
Fronik stelt dat hij de powerballs heeft verkregen van Mill zelf dan wel van haar wederverkopers en dat er derhalve sprake is van uitputting in de zin van art. 13 lid 9 BMW. De rechtbank gaat hierin mee en oordeelt dat Mill zich in beginsel niet kan verzetten tegen doorverhandeling van die powerballs door haar wederverkopers en vervolgens door Fronik.
De rechtbank verwerpt het beroep van Mill op Dior/Evora, te weten dat het aanbieden van haar powerball tezamen met andere ballen, die naar het oordeel van Mill van mindere kwaliteit zijn, afbreuk doet aan het image van haar powerball.
Een en ander leidt tot de conclusie dat het verhandelen van de NSD POWER BALL door Fronik geen inbreuk oplevert op de rechten van Mill. Dat geldt ook voor het aanbieden daarvan op de website van Fronik. Van een gebruik zonder geldige reden is geen sprake. Ook het gebruik van metatags ‘nsd power ball’ levert geen inbreuk op, nu dit gebruik voortvloeit uit en beperkt is tot de toegestane aanbieding en verkoop van de powerballs van het merk NSD POWER BALL.
De vorderingen van Mill liggen derhalve voor afwijzing gereed.
In reconventie stelt Fronik dat Mill onrechtmatig jegens hem handelt, onder meer door uitlatingen als 'goedkope imitatie uit China van belabberde kwaliteit' en 'rommel'. De rechtbank behandelt de verschillende uitlatingen en gaat hier gedetailleerd op in. De rechtbank acht de hierboven genoemde uitlatingen evenals een e-mail gericht aan dealers danwel potentiële klanten onrechtmatig en acht tevens voldoende aannemelijk dat Fronik schade heeft geleden als gevolg van deze onrechtmatige mededelingen van Mill.
Tot slot stelt Fronik dat Mill het merk NSD POWER BALL te kwader trouw heeft gedeponeerd, aangezien Kern de powerballs reeds in de Benelux leverde vóórdat Mill daarmee begon. Nu de ratio van artikel 14B BMW meebrengt dat een verklaring voor recht, waarvoor een oordeel over de nietigheid de basis is, ook slechts gevorderd kan worden (mede) op verzoek van de voorgebruiker, en niet tijdig een vordering tot voeging of tussenkomst van Kern is ingesteld, verklaart de rechtbank deze vordering niet ontvankelijk.
Rechtbank verwijst de zaak naar de rol om de schade nog in deze procedure op te maken en de laatste onduidelijkheid over een eerdere rectificatie weg te nemen.
Lees het vonnis hier.
Eerst even voor jezelf lezen
- Rechtbank Haarlem, 25 juli 2006, KG ZA 06-302. DTI Dutch Travel International B.V. / GTO German Travel International GmbH tegen Kom Travel B.V. (Met dank aan Selale Dogan, Heitmann von Meding).
Verbod merk GTI Travel, inde ruimste zin van het woord. proceskostenveroordeling bij verstek. Lees het vonnis hier.
Twijfelachtige praktijken
“De consultants van Novagraaf worden de laatste tijd geregeld geconfronteerd met malafide bedrijven die er twijfelachtige praktijken op na houden. Zo komt het voor dat klanten van Novagraaf door aanbieders van domeinnaamdiensten worden gebeld met een verhaal dat een derde hen heeft gevraagd een domeinnaam te registreren die identiek is aan de merknaam van de klant.”
Lees hier meer.
Kroket naar de maan (2)
De 'vierkante kroket' wedstrijd uitgeschreven door Klos Morel Vos & Schaap (eerder bericht hier), waarbij een bezwaarschrift tegen de voorlopige weigering van de registratie van een vierkante kroket als vormmerk geschreven moest worden, is gewonnen door mw. Raja Hankari, student aan de Universiteit Utrecht.
Met haar bezwaarschift onder de titel 'Kroket naar de maan' won zij het IE-boeken-pakket ter waarde van 500 euro en een student-stage bij Klos Morel Vos & Schaap.
Hitmuziek
°In vervolg op dit vonnis van 21 juli 2005 (waarin werd geredeneerd dat 'Nu geenszins is gebleken dat verzoekster houder van de auteursrechten op de originele muziekstukken waarvan de Slam!FM radio-edits worden vervaardigd is, kan het daarvan ten gehore brengen op de radio niet als het uitbrengen van versies die geen hitnotering hebben (gehad).. worden beschouwd.'), bericht VPRO 3 voor12 dat de kou nog niet uit de lucht lijkt te zijn:
“Ik kan me goed voorstellen dat er bij 538 met argusogen wordt gekeken naar een zender als Slam!FM. Zij betalen veel meer voor hun frequentie, dus is het hun goed recht om aan de bel te trekken als iemand hun format lijkt te kopiëren. Als je voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten, kun je verwachten dat je in de gaten wordt gehouden."
(…) Florent Luyckx, zendercoördinator van 3FM, beaamt dat er bij Slam!FM slim wordt gedacht over wat nu precies een hit is: "Dat moet wel juridisch getoetst zijn, dat een andere versie van een hit geen hit is. Als je op die manier top-40 muziek mag uitzenden van de rechter, dan heb ik veel bewondering voor de inventiviteit." Mocht dat niet het geval zijn, dan is Slam!FM volgens Luyckx bezig met concurrentievervalsing."
Ultimatum
Webwereld bericht dat "UPC een kort geding aanspant tegen Stichting Brein, omdat de piraterijbestrijder niet heeft gereageerd op een ultimatum van het bedrijf.. (…) UPC stelde Brein woensdag een ultimatum. De stichting moest voor 17:00 uur verklaren de bemachtigde naw-gegevens van twee UPC-abonnees niet te gebruiken voor vervolging. Brein verkreeg de gegevens uit documenten die UPC aandroeg ten behoeve van een kort geding dat afgelopen dinsdag diende.
(…) Brein verklaart ook dat de wijze waarop UPC de gegevens verstrekt heeft, 'onverstandig' is. De processtukken met de adresgegevens van de twee 'zware uploaders' zijn in de openbare zitting behandeld. "Dat is onverstandig want door de gegevens in een openbare rechtzitting te presenteren liggen de gegevens nu onnodig op straat.”
Lees hier meer.
In bijzondere gevallen
Albert Ploeger: Reflexwerking door ruimere proceskosten in IE-zaken? In: Orde van de Dag, 17 augustus 2006.
“Daarnaast lijkt het onvermijdelijk dat in ‘gewone’ civiele zaken de roep om een reële proceskostenveroordeling zal toenemen. Waarom bij een auteursrechtinbreuk wel, en bij een onrechtmatige publicatie of andere onrechtmatige daad niet? De Haagse rechter wijst er uitdrukkelijk op dat afwijking van het liquidatietarief ook bij de huidige stand van de jurisprudentie mogelijk is, zij het in bijzondere gevallen.”
Lees het artikel hier (via recht.nl).
Claeryn niet meer nodig?
Voorzieningrenrechter rechtbank Arnhem, 16 augustus 2006, KG ZA 06-433, Koninklijke KPN. c.s. tegen UPC Nederland BV.(Vonnis met dank aan Alexandra van Beelen, DLA SchutGrosheide)
UPC gebruikt in haar reclames teksten als ‘geen KPN mee nodig’ en ‘KPN opzeggen’. KPN maakt hiertegen bezwaar uit hoofde van art. 13A lid 1 sub d BMW (gebruik anders dan ter onderscheiding van waren) en art. 6:194a BW (ongeoorloofde vergelijkende reclame).
Voorts heeft UPC in haar reclames gezegd dat er al 750.000 bellers en internetters zijn overgestapt. Volgens KPN is dit niet waar en derhalve in strijd met art. 6:194 BW (misleidende reclame).
KPN wordt in het gelijk gesteld wat art. 13A lid 1 sub d en art. 6:194a betreft. Enkel de verbodsvordering wordt toegwezen. De vorderingen tot rectificatie (internet, televisie en kranten) worden afgewezen.
Art. 13A lid 1 sub d BMW
De discussie spitst zich toe op de vraag of UPC een geldige reden had om het merk KPN te gebruiken. Volgens UPC hoeft er geen sprake te zijn van de door het Benelux Gerechtshof in Klarein / Claeryn gestelde ‘noodzaak’ om het merk te gebruiken. Dit volgt volgens UPC uit de merkenrichtlijn.
De voorzieningenrechter zoekt – opvallend – aansluiting bij de uitleg van het Hof van Justitie van art. 6 lid 1 sub c van de richtlijn (gebruik ter aanduiding van de bestemming van een product, met name als accessoire of onderdeel) welke uitleg is gegeven in Gilette / La-Laboratories. Daarin had het Hof van Justitie geoordeeld dat gebruik ter aanduiding van de bestemming niet is geoorloofd wanneer dat gebruik kleinerend is. Volgens de voorzieningenrechter vereist art. 6 lid 1 sub c eveneens een noodzaak om het merk te gebruiken, welk gebruik vervolgens moet overeenstemmen met de eerlijke gebruiken in handel en nijverheid.
De vraag of de merkenrichtlijn überhaupt gebruikt moet worden voor de uitleg van ‘geldige reden’ in art. 13A lid 1 sub d, dat blijkens art. 5 lid 5 van de richtlijn geen geharmoniseerde bepaling is, wordt in het vonnis niet aan de orde gesteld.
Art. 6:194a BW
“4.12 Uit die overwegingen [preambule van de richtlijn vergelijkende reclame onder 14. en 15.] volgt dat het gebruik van het merk en de handelsnaam ‘KPN’ in een vergelijkende reclame geoorloofd is als dat voor de vergelijking van de producten en de diensten noodzakelijk is. De vergelijking moet daarom centraal staan en niet het vergeleken product of de vergeleken dienst.”
Art. 6:194 BW
Omdat UPC 503.000 internet abbonnees en 325.000 telefonie abbonnees heeft, acht de voorzieningenrechter de mededeling dat er al 750.000 bellers en internetters zijn overgestapt niet misleidend. De stelling van KPN dat daarmee wordt gesuggereerd dat er 750.000 telefonie abbonnees zijn, wordt verworpen.
Lees het vonnis hier.