HvJ EU: Geen verlaagd btw-tarief voor digitale boeken via elektronische weg, wel voor boeken op fysieke dragers

HvJ EU 7 maart 2017, IEF 16633; IEFbe 2103; IT 2239; C-390/15; ECLI:EU:C:2017:174 (RPO tegen Prokurator Generalny) Geen verlaagd btw-tarief voor de levering van digitale boeken langs elektronische weg – Beginsel van gelijke behandeling – Vergelijkbaarheid van twee situaties – Levering van digitale boeken langs elektronische weg en op alle fysieke dragers. Uit het persbericht: Het beginsel van gelijke behandeling staat er niet aan in de weg dat digitale boeken, kranten en tijdschriften die langs elektronische weg worden geleverd, uitgesloten zijn van de toepassing van een verlaagd btw-tarief. Volgens de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een verlaagd btw-tarief toepassen op gedrukte publicaties, zoals boeken, kranten en tijdschriften. Digitale publicaties moeten daarentegen aan het normale btw-tarief worden onderworpen, met uitzondering van digitale boeken die op een fysieke drager worden geleverd (op cd-rom bijvoorbeeld).
Immuniteit van Europees Octrooi Organisatie bevestigd
Hof Den Haag 7 maart 2017, IEF 166 ; ECLI:NL:GHDHA:2017:445 (Vakbondsunie van EOB cs. tegen Europese Octrooi Organisatie) Immuniteit Europees Octrooi Bureau. Verwijzing naar HR [IEF 16533]. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof. Na enkele inleidende beschouwingen over de toekenning van immuniteit aan internationale organisaties en de proportionaliteit van die toekenning in relatie tot het recht op toegang tot de rechter heeft de Hoge Raad overwogen: "Het feit dat leden van VEOB c.s. alleen achteraf kunnen opkomen tegen de door EOO vastgestelde bepalingen die VEOB c.s. in de onderhavige procedure ter discussie stellen, betekent dus nog niet dat het rechtsmiddel dat aan hen ter beschikking staat, geen voldoende effectief rechtsmiddel is in de zin van art. 13 EVRM". Het hof bekrachtigt het gewezen vonnis [IEF 16180] dat de EOO immuniteit geniet.
Verboden uitvoering te geven aan voorgenomen verbouwing Naturalisgebouw

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 maart 2017, IEF 16631; ECLI:NL:RBDHA:2017:2110 (eiser tegen Naturalis) IE. Spoedheidshalve een verkort vonnis: De voorzieningenrechter verbiedt Naturalis en gedaagde sub 2 met onmiddellijke ingang verdere uitvoering te geven aan de voorgenomen verbouwing van het Naturalisgebouw (voor zover die leidt tot wijzigingen die door de rechtbank Den Haag in het tussenvonnis van 25 januari 2017 [IEF 16545] inbreukmakend zijn geoordeeld) tot het moment waarop de rechtbank in genoemde bodemprocedure heeft beslist over de door eiser in te stellen provisionele vordering tot een dergelijk verbod, althans over de reeds ingestelde verbodsvordering in de hoofdzaak, of die bodemprocedure op een andere manier is geëindigd.
Bijdrage ingezonden door Walter Hart, EP&C.
Walter Hart - Schaf de techniekexceptie in het modelrecht af

Vooruitlopend op Debat II van het VIE symposium in Zeist op 15 maart 2017 over de techniekexceptie in het IE-recht, neem ik hierbij alvast een voorschot op de discussie. Het afgelopen jaar ben ik bij twee inbreukprocedures op een modelrecht betrokken geweest, de zitzakkenzaak [IEF 16137] en de Bunchems [IEF 16516]. In beide zaken speelde de techniekexceptie een belangrijke rol. De techniekexceptie houdt in dat je geen modelrecht kunt krijgen voor kenmerken van een product die uitsluitend door technische overwegingen worden bepaald. Mijn conclusie op basis van deze twee zaken is dat de techniekexceptie in het modelrecht geen enkel doel dient en beter afgeschaft kan worden.
Geen rectificatie van Q-koortsuitlatingen in incident
Vzr. Rechtbank Limburg 1 maart 2017, IEF 16629; ECLI:NL:RBLIM:2017:1966 (Q-koorts) Incident. Afgewezen. Eisers in het incident vorderen bij wege van voorlopige voorziening rectificatie van door gedaagde in het incident in nieuwsuitzendingen in Zembla en andere nieuwsuitzendingen gedane uitlatingen dat eisers in dit incident al vanaf 4 maart 2009 wisten dat er sprake was van Q-koortsbesmetting op haar geitenboerderij. Pas op 18 maart 2009 is een dierenarts ingeschakeld en op 24 maart was het - na laboratoriumonderzoek - bekend dat er Q-koorts heerste. In het incident kan de juistheid van het standpunt van eisers in het incident niet worden vastgesteld. Het is onduidelijk of de rechter in de hoofdzaak de vordering met grote mate van waarschijnlijkheid zal toewijzen.
Complexiteit van applicatie maakt van verzuimsoftware een werk

Rechtbank Rotterdam 15 februari 2017, IEF 16628; IT 2237; ECLI:NL:RBROT:2017:1583 (Track Innovations tegen Vijverberg Medical Consultants) Rechtspraak.nl: Auteursrecht. Vastgestelde samenstelling en complexiteit maken dat verzuimsoftwareprogramma ‘Track Verzuim’ kwalificeert als werk. In aanzienlijk mate auteursrechtelijk beschermde elementen overgenomen in programma D-Care. Gebruik daarvan, na waarschuwing voor mogelijk illegale software, levert toerekenbare inbreuk op.
Antwoorden Chiever letterquiz 2016

Hartelijk dank voor al uw inspanningen en inzendingen. Ook dit jaar hebben we weer een groot aantal goede oplossingen ontvangen. Hieronder vindt u de juiste antwoorden. Hieronder de lijst met antwoorden op de letterquiz 2016 [IEF 16436]
Inbreukverbod: Geen impliciete openbaarmaking van toediening van vitamine B12

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 maart 2017, IEF 16625; LS&R 1430; ECLI:NL:RBDHA:2017:1907 (Eli Lilly tegen Sandoz) Octrooirecht. Lilly brengt geneesmiddel ALIMTA op de markt bij behandeling van tumorgroei van bepaalde longkankers. Na octrooi is een ABC verkregen voor een 'pemetrexed, desgewenst in de vorm van een farmaceutisch aanvaardbaar zout'. Tevens is ze houdster van EP(NL)1313508 'Combination containing an antifolate and methylmalonic acid lowering agent'. Er is onvoldoende kans dat het octrooi nietig zal worden bevonden, omdat het niet inventief zou zijn. Er is geen (impliciete) openbaarmaking van de toediening van vitamine B12. Het inbreukverbod wordt toegewezen.
Conclusie AG over beslissingen over nevenvorderingen bij verweerders uit verschillende lidstaten

Conclusie AG HvJ EU 1 maart 2017, IEF 16624; IEFbe ; ECLI:EU:C:2017:146; Gevoegde zaken C-24/16 en C-25/16 (Nintendo tegen BigBen) Modellenrecht. Afbeelden van accessoires voor game consoles. Beslissingen over nevenvorderingen bij een inbreukvordering hebben rechtsgevolgen in de gehele EU. Begrippen ,andere sancties’ en ,handelingen bestaande in de reproductie ter illustratie’. Het recht dat van toepassing is op nevenvorderingen, is het recht van grondgebied van de lidstaat waar de gebeurtenis die de grondslag vormt voor de inbreuk. Conclusie AG:
1) Artikel 79, lid 1 [EEX-Vo], moet aldus worden uitgelegd dat beslissingen van een nationale rechter jegens twee verweersters die in twee verschillende lidstaten zijn gevestigd, naar aanleiding van nevenvorderingen bij een inbreukvordering, zoals vorderingen tot schadevergoeding, tot vernietiging of terugroeping van de inbreukmakende producten, tot vergoeding van de advocatenkosten of ook tot publicatie van de uitspraak, rechtsgevolgen hebben op het gehele grondgebied van de EU.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Allard Ringnalda, KLOS c.s..
Heksen en witte wieven zijn beide bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie

Beschikkingen Hof Den Haag 28 februari 2017, IEF 16623; ECLI:NL:GHDHA:2017:1943 (Levola tegen Fanofinefood) [red. woord/beeld/verpakkingsbeeldmerk] Merkenrecht. Levola voert oppositie op basis van haar merk HEKSENKAAS tegen de inschrijving van het woord-/beeld-/verpakkingsbeeldmerk WITTE WIEVENKAAS. Deze wordt afgewezen. In beroep beslist het Hof Den Haag anders en het Benelux-depot wordt geweigerd en niet ingeschreven voor alle klassen waarvoor het is gedeponeerd. Er is begripsmatige overeenstemming tussen 'heks' en 'wit wief'; beide zijn immers bovennatuurlijke magische vrouwelijke verschijningen met een negatieve connotatie, hetgeen een zodanig bijzondere categorie wezens/ verschijnselen is dat ook dan sprake is van begripsmatige overeenstemming.