Bijdrage ingezonden door Mark Buijnsters, BRight Advocaten.
Mark Buijnsters-Popquiz: wat hebben Madonna en Kraftwerk gemeen?

Beide iconen zijn betrokken (geweest) bij langlopende procedures over muzikale sampling. De uitkomst hiervan heeft hiphop-producenten en dj’s in Duitsland en de VS weer wat ademruimte gegeven. Een korte beschouwing (of ‘sample’ - zo u wilt).
Componisten en platenmaatschappijen versus hiphop-producten: wie wint? Vooral in de hiphop-scene worden vanouds veel samples gebruikt; fragmentjes die geknipt worden uit andere auteursrechtelijk en nabuurrechtelijk beschermde songs. Het is cruciaal om daarbij een balans te vinden tussen muziekrechten en artistieke vrijheid. Vaak zal het hier overigens wel gaan om naburige rechten, en niet om auteursrechten. Tenzij de sample zelf zó onderscheidend is (‘I can’t go for that’ - Hall & Oates?), zal het niet zo snel zijn dat dat ene stukje op zichzelf voldoet aan de werktoets. En geen beschermd werk betekent natuurlijk ook geen auteursrechtinbreuk.
VU - prof. Haochen Sun - Copyright and the Public Interest: A Tale of Two Digital Library Litigations

On 30th June 2016 (Thursday), the VU Centre for Law and Internet will host the next guest lecture organized within the “Intellectual Property Law – International Lecture Series”. Prof. Haochen Sun from the University of Hong Kong will speak about “Copyright and the Public Interest: A Tale of Two Digital Library Litigations”.
Bingospel met speelkaarten, Korpa, is auteursrechtelijk beschermd
Rechtbank Rotterdam 8 juni 2016, IEF 16047; ECLI:NL:RBROT:2016:4396 (Korpaspel)
Zie eerder IEF 15657. Op het Korpa-spel - een bingospel met speelkaarten - rust auteursrechtelijke bescherming. Gedaagde heeft daarop inbreuk gemaakt door twee spellen op de markt te brengen die veel op het Korpa-spel lijken. De totaalindrukken stemmen - met inbegrip van de naam Korpa - (vrijwel) geheel overeen met het Korpa-spel. Een inbreukverbod voor Nederland wordt gegeven.
Prejudiciële vragen over vordering tot rectificatie en materiële schade als gevolg van internetpublicatie: in elke lidstaat of land met centrum van belangen?

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 23 maart 2016, IEF 16046; IEFbe 1838; IT 2091; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel)
Minbuza: Verzoeksters hebben een vordering ingesteld tegen de Zweedse firma Svensk Handel (verweerster). Zij eisen rectificatie van onjuiste informatie die verweerster over verzoekster I heeft gepubliceerd alsmede een schadevergoeding, en voor verzoekster II vergoeding van immateriële schade. Verweerster heeft verzoeksters op een ‘zwarte lijst’ op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg is dat verzoeksters bedreigd zijn (oproep tot geweld, een poederbrief) en dat hun activiteiten in Zweden nu nagenoeg stilliggen. Verweerster heeft geweigerd de informatie te verwijderen. Zij stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen.
De rechter in eerste aanleg oordeelt zich onbevoegd omdat volgens de op de zaak toepasselijke Vo. 1215/2012 geen beroep kan worden gedaan op artikel 7, pt 2: de schade is niet in Estland ingetreden. De ‘onjuiste informatie’ is in het Zweeds gesteld en derhalve in Estland niet begrijpelijk. Schade in Estland is niet aangetoond. Verzoeksters gaan in beroep waarin de uitspraak in eerste aanleg wordt bevestigd. Zij stellen dan hoger beroep in bij de verwijzende rechter.
Negen jaar op de markt, dus spoedeisend belang ontbreek

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16045; LS&R 1337 ECLI:NL:RBDHA:2016:6803 (B.Braun tegen Becton Dickinson)
Octrooirecht. B.Braun heeft intraveneuze katherders met een hypodermale naald en naaldbeschermingssamenstel in haar assortiment, waarvoor zij octrooi houdt EP2319556B1; een tweede divisional van een moederoctrooi. Ook Becton heeft al negen jaar een vergelijkbaar product Venflon Pro Safety IV Catheter (hierna: VPS) op de markt, waarvan zes jaar na de aanvrage. Er is geen sommatie gestuurd, dus het spoedeisend belang ontbreekt. De vordering wordt afgewezen.
IE Zomer Forum Congres - 7 juli

Volkshotel, Amsterdam, donderdag 7 juli 2016, 13.00 - 17.30 uur (inschrijven)
Als de conclusie van de Advocaat-Generaal [IEF 15842] in de Geen Stijl-Britt Dekker-zaak door het HvJ EU wordt gevolgd, is met winstoogmerk opzettelijk hyperlinken naar evident illegale bronnen straks geen auteursrechtinbreuk. Vermoedelijk is het naar Nederlands recht wel onrechtmatig. Maar wanneer precies? Hoe moet het verder met het auteursrecht als verveelvoudigingen overal en altijd plaatsvinden en het openbaarmakingsrecht (ook) te kort schiet? Loopt alles straks via de onrechtmatige daad en de aansprakelijkheid en de wettelijke verplichtingen van allerlei soort tussenpersonen die moeten helpen bij de bestrijding van illegaal aanbod? Hoe ver gaat die verantwoordelijkheid van tussenpersonen dan? Wie zijn allemaal tussenpersoon? En wat moet een tussenpersoon precies doen?
Uitspraak ingezonden door Yehudi Moszkowicz, Moszkowicz Advocaten Utrecht.
Voorlopig getuigenverhoor cast en scenarioschrijvers VPRO-serie toegewezen

Rechtbank Noord-Nederland 17 juni 2016, IEF 16043 (Robert Moszkowicz tegen RAAF)
Procesrecht. Verzoeker heeft zijn levensverhaal opgetekend in het boek 'De straatvechter, mijn verhaal'. Ten tijde van mondelinge behandeling voor inzage ex 1019a en 843a Rv, was nog niet bij eindvonnis beslist [zie IEF 16041]. Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor [ex 186 Rv] van de voorlopige cast, scenarioschrijvers, regisseur en producenten wordt toegewezen. In beginsel heeft verzoeker recht op een voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in artikel 186 Rv, behoudens het bestaan van een afwijzingsgrond. Het doen horen van een twaalftal getuigen kan een op zich gerechtvaardigde wens van de verzoeker zijn, vanwege omvangrijk feitencomplex en verschillende personen over relevante feiten kunnen verklaren. Een groot aantal getuigen is daarom in het algemeen niet in strijd met de goede procesorde.
Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht bij Eerste Kamer

Dit wetsvoorstel strekt tot goedkeuring van de overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht, het Rechtspraakverdrag (Tractatenbladen 2013, 92 en 2016, 1) ligt bij de Eerste Kamer. Het Rechtspraakverdrag voorziet in de mogelijkheid van geschilbeslechting met betrekking tot Europese octrooien op internationaal niveau bij het Eengemaakt Octrooigerecht (EOG). Langs deze weg kan bij één instantie een uitspraak worden verkregen met werking in alle overeenkomstsluitende EU-lidstaten. Als gevolg daarvan hoeft een octrooihouder niet langer in iedere overeenkomstsluitende lidstaat waar inbreuk op zijn recht wordt gemaakt afzonderlijk een procedure te starten met betrekking tot die inbreuk.
Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg, Versteeg Wigman Sprey.
Geen inzage in scenario VPRO-serie over Moszkowicz

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 17 juni 2016, IEF 16041; ECLI:NL:RBNNE:2016:2878 (Moszkowicz tegen RAAF)
Bij tussenvonnis [IEF 15979] werd DigiJuris opgedragen te onderzoeken of in de laatste versie van het in beslaggenomen scenario is opgenomen dat de persoon in een slaapkamer heroïne krijgt aangeboden door zijn vriendin/vrouw. Gelet op het deskundigenbericht heeft eiser in het kader van artikel 1019a Rv niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij mogelijk een onderliggende vordering heeft op gedaagden uit hoofde van (een dreigende) schending van het auteursrecht van eiser. De vordering ex 843a Rv voor inzage in het scenario wordt afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Naomi Ketelaar en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.
Eigen verantwoordelijkheid voor inbreuk door AEG-plafondlamp in Hornbach-assortiment

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 juni 2016, IEF 16040; IEFbe 1836; ECLI:NL:RBDHA:2016:6901 (Dalen tegen Hornbach)
Gemeenschapsmodelrecht. Dalen produceert en verkoopt LED-verlichtingsproducten en is houdester van Gemeenschapsmodelrecht voor een plafondlamp. Hornback biedt type AEG Home Line aan, na verwijzing naar haar leverancier, is een procedure gestart rond de eigen verantwoordelijkheid voor het staken van de inbreuk. Nu de inbreuk door Hornbach niet wordt erkend en er na het afgeven van de onthoudingsverklaring nog producten in winkels zijn aangetroffen, wordt het verbod toegewezen. Weliswaar zijn er bepaalde gegevens verstrekt, maar die vertonen discrepanties en er moet een accountantsrapport worden opgesteld. Staking van inbreuk op het Gemeenschapsmodelrecht wordt bevolen.