Boetes wegens overtreding reclameverbod uit Tabaks- en rookwarenwet
Rb. Rotterdam 4 juli 2022, IEF 20814, RB 3668; ECLI:NL:RBROT:2022:5348 (Eiseres tegen verweerder) Verweerder meent dat eiseres het reclameverbod heeft overtreden en legt daarom een boete op aan eiseres. De vraag die in deze zaak centraal staat is of de afspraken van eiseres met wederverkopers aan te merken zijn als reclame in de zin van artikel 1 Tabaks- en rookwarenwet (Trw). Om van reclame te kunnen spreken hoeft er niet per se een tabaksproduct of aanverwant product publiekelijk te worden aangeprezen. Wanneer een wederverkoper op grond van de overeenkomst met eiseres een tegenprestatie kan/zal ontvangen, is er sprake van afspraken met als doel het bevorderen van de verkoop van tabaksproducten. Deze afspraken zijn aan te merken als ‘reclame’ en door het maken van deze afspraken wordt het reclameverbod overtreden. Op de afspraken die eiseres heeft gemaakt met wederverkopers zijn geen uitzonderingen van toepassing. De aan eiseres opgelegde boetes moeten wel worden gematigd vanwege het feit dat het rechtszekerheids- en evenredigheidsbeginsel te zeer in gedrang zijn gekomen.
Onvoldoende waarschijnlijkheid bescherming farmaceutisch octrooi
Hof van beroep Brussel 20 februari 2018, IEF 20812, IEFbe 3482, LS&R 2086; rolnr. 2018/KR/3 (Mylan tegen Icos) Zie ook de latere uitspraak: [LS&R 1764] en de gelijktijdige uitspraak: [IEFbe 3480]. Icos is een biotechnologisch bedrijf dat is overgenomen door de farmaceutische onderneming Eli Lilly & Company. Eli Lilly brengt het geneesmiddel Cialis op de markt, met als actieve bestanddeel tadalafil. Tadalafil maakt onderdeel uit van het octrooi EP 668 waarvan de beschermingsduur in 2017 is verstreken, na afloop van het aanvullend beschermingscertificaat 009. Icos is nog wel houder van het tweede generatie octrooi betreffende de doseringssamenstelling van tadalafil, genaamd EP 181. Het Hof oordeelt dat de bescherming die wordt ingeroepen door Icos omtrent EP 181 niet voldoende waarschijnlijk is, waardoor de vordering van Icos onvoldoende schijn van recht heeft om de door haar gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vordering van Icos wordt daarom in hoger beroep als ongegrond bestempeld.
Vacature: rechter in opleiding bij rechtbank Den Haag
Rechtbank Den Haag heeft een vacature openstaan voor de functie van rechter in opleiding.
Ben je op zoek naar unieke professionele mogelijkheden? Een functie als rechter geeft je de kans om rechtsgebieden grondig en van alle kanten te leren kennen én er invloed op uit te oefenen. Binnen rechtbank Den Haag hebben we 1 opleidingsplaats beschikbaar. Wij zijn op zoek naar kandidaten binnen alle rechtsgebieden en in het bijzonder naar kandidaten met een achtergrond in belastingrecht of intellectueel eigendomsrecht. Ook kandidaten met twintig jaar of meer werkervaring als generalist (superervaren juristen) en kandidaten met meer dan 15 jaar juridische werkervaring in een specifiek rechtsgebied (superspecialisten) worden uitgenodigd om te solliciteren.
Lees verder >>
Vacature: twee advocaten IE- en/of ICT-recht bij LAWFOX
LAWFOX is per direct op zoek naar niet één, maar twee advocaten met aantoonbare ervaring in het intellectuele eigendomsrecht en/of ICT-recht. Affiniteit met Web3 (crypto, AI, blockchain) is een pré, maar is niet vereist. LAWFOX is op zoek naar kandidaten die direct zelfstandig en in teamverband in IE/ICT-kwesties kunnen optreden.
De werkzaamheden bestaan onder meer uit contact met klanten, het in kaart brengen en onderzoeken van feitelijke en juridische problemen en vraagstukken, het opstellen van adviezen, het managen van conflicten, het deelnemen aan onderhandelingstrajecten, het opstellen van processtukken, het voeren van juridische procedures en het ondersteunen van het kantoor in marketingwerkzaamheden (zoals social media en bloggen).
Lees verder >>
Buro Blanchard gaat samenwerken met merkenbureau Abcor
Om de beschikbaarheid voor en ondersteuning van zijn klanten nu en in de toekomst te borgen, heeft Buro Blanchard besloten de samenwerking met merkenbureau Abcor te formaliseren. Buro Blanchard en Abcor werken al enige jaren samen. Niet geheel verwonderlijk want Frans Blanchard en Theo-Willem van Leeuwen, oprichter en eigenaar van Abcor, kennen elkaar al sinds de jaren 90 vanuit de reclamewereld.
Bescherming door farmaceutisch octrooi onvoldoende waarschijnlijk
Hof van beroep Brussel 20 februari 2018, IEF 20813, IEFbe 3480, LS&R 2084; rolnr. 2018/KR/3 (Sandoz tegen Icos) Zie ook de latere uitspraak: [LS&R 1764]. Icos is een biotechnologisch bedrijf dat is overgenomen door de farmaceutische onderneming Eli Lilly & Company. Eli Lilly brengt het geneesmiddel Cialis op de markt, met als actieve bestanddeel tadalafil. Tadalafil maakt onderdeel uit van het octrooi EP 668 waarvan de beschermingsduur in 2017 is verstreken, na afloop van het aanvullend beschermingscertificaat 009. Icos is nog wel houder van het tweede generatie octrooi betreffende de doseringssamenstelling van tadalafil, genaamd EP 181. Het Hof oordeelt dat de bescherming die wordt ingeroepen door Icos omtrent EP 181 niet voldoende waarschijnlijk is, waardoor de vordering van Icos onvoldoende schijn van recht heeft om de door haar gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vordering van Icos wordt daarom in hoger beroep als ongegrond bestempeld.
Gedaagde kan partijen in vrijwaring dagvaarden
Rb. Gelderland 22 juni 2022, IEF 20808, IT 3980; ECLI:NL:RBGEL:2022:3082 (eiseres tegen gedaagden) Eiseres (licentiegever) en gedaagden (licentienemers) hebben voor de periode 1 maart 2011 t/m 31 december 2013 een licentieovereenkomst gesloten voor gebruik van door eiseres ontwikkelde software. Deze overeenkomst is vervolgens door gedaagden opgezegd. Eiseres vordert onder meer inzage in de in beslag genomen bescheiden. Zij stelt dat het voldoende aannemelijk is dat gedaagden inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht. De rechtbank acht het wenselijk om deze incidentele vordering te bespreken met partijen en zal daarom een mondelinge behandeling gelasten. De gedaagden willen op hun beurt ECI en een medewerker van GNB (de partij die het softwarepakket aan gedaagden heeft geleverd) in vrijwaring dagvaarden. Dit kan alleen als de gedaagden menen hiertoe gronden te hebben. Indien hetgeen gedaagden hebben gesteld juist is, kunnen zij de nadelige gevolgen van een eventuele auteursrechtinbreuk (geheel of ten dele) afwentelen op ECI en/of de medewerker. Hierdoor hebben gedaagden de benodigde grond voor het in vrijwaring dagvaarden van ECI en de medewerker.
Geen tekortkoming, dus geen schadevergoeding
Ktr. Rb. Gelderland 15 juni 2022, IEF 20807; ECLI:NL:RBGEL:2022:2912 (Uitgever tegen schrijver) Eiser is een uitgeverij en gedaagde is schrijver. Eiser en gedaagde hebben een auteurscontract gesloten voor de uitgave van een boek. Nadat het boek in verkoop was gegaan, heeft de dochter van gedaagde zowel gedaagde als eiser gesommeerd te stoppen met de uitgave van het boek. Eiser vordert schadevergoeding van gedaagde vanwege het onverplicht uit de handel nemen van de boeken. Gedaagde betwist tekort te zijn geschoten en vordert betaling van de opbrengst van de reeds verkochte boeken. De rechter oordeelt dat uit het auteurscontract geen verplichting voor gedaagde volgt om actief op te treden. De rechter is daarom van oordeel dat gedaagde niet tekort is geschoten. Ook heeft eiser zelf besloten de verkoop van het boek (tijdelijk) op te schorten. De vordering tot schadevergoeding van eiser wordt daarom afgewezen. Eiser geeft aan dat de opbrengst van de boeken die aan de gedaagde toekomt verrekend is met zijn schadevergoeding. Nu de rechter de vordering tot schadevergoeding heeft afgewezen, kan de opbrengst niet op deze manier verrekend worden. De vordering van de gedaagde wordt toegewezen.
Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx Advocaten.
Syndon moet gebruik merk en handelsnaam staken
Vzr. Rb. Amsterdam 15 juni 2022, IEF 20805; C/13/717211 / KG ZA 22-394 EAM/EB (HMG tegen Syndon) HMG is een producent van bed- en woontextiel. Syndon houdt zich bezig met de import en export van bedtextiel. HMG gebruikt het merk ‘Syndon’ al ruim 20 jaar. Dit merk is echter in 2018 vervallen. HMG geeft aan dat, toen zij erachter kwam dat haar merk vervallen was, zij het merk met spoed weer heeft gedeponeerd. De onderbreking van de merkinschrijving wordt als plausibel beschouwd. In 2022 is Syndon B.V. opgericht. Het is aannemelijk dat X, bestuurder van Syndon, op de hoogte was van het gebruik van het merk ‘Syndon’. Dit levert een depot te kwader trouw op. Aangezien beide partijen op dezelfde markt actief zijn, is het aannemelijk dat het voor het publiek niet duidelijk is door welk van beide partijen een bepaald product op de markt is gebracht. Syndon moet de merkinbreuk daarom staken en gestaakt houden. Daarnaast maakt de handelsnaam ‘Syndon’ inbreuk op het merk van HMG. Syndon moet het gebruik van de handelsnaam daarom ook staken en gestaakt houden en dient de domeinnaam www.syndon.eu aan HMG over te dragen.
Uitspraak ingezonden door Bram Woltering, AKD Benelux Lawyers.
Normaal gebruik merk uiteengezet door Gerecht EU
Gerecht EU 1 juni 2022, IEF 20806, IEFbe 3479; ECLI:EU:T:2022:310 (Worldwide Machinery tegen EUIPO) In 2013 is het Europese merk van Scaip Srl, de voorganger van Scaip SvA, ingeschreven voor klasse 12, waarna in 2018 Worldwide Machinery herroeping van het merk verzoekt. Worldwide Machinery beroept zich hierbij op het niet normaal gebruik van het merk door Scaip SpA in de afgelopen jaren dat het is ingeschreven. Het EUIPO heeft dit gedeeltelijk toegewezen, gezien volgens het EUIPO bij een deel van de ingeschreven merk wel voldoende normaal gebruik kon worden aangetoond. Het Hof van Justitie gaat hierin mee. Hierbij benadrukt het Hof dat het in dit geval gaat om specialistische goederen die gebruikt worden door een gespecialiseerd publiek. Dit betekend daarom ook een klein marktsegment. Het beginsel van territorialiteit, binnen het arrest silente PORTE & PORTE, waar de appellant een beroep op doet kan, dus niet in dit onderhavige geval worden toegepast. Het onderhavige beroep wordt verworpen.