IEF 22343
5 november 2024
Uitspraak

Rechtbank komt terug op afwijzing litispendentieberoep

 
IEF 22346
5 november 2024
Uitspraak

Vermelden namen ambtenaren en advocaat Gemeente Amsterdam niet onrechtmatig

 
IEF 22345
5 november 2024
Artikel

Vacature Universitair docent Privaatrecht en Intellectueel Eigendom

 
IEF 20720

Ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Geen rectificatie uitzending Marktplaatsoplichter

Rechtbank Noord-Holland 3 mei 2022, IEF 20720; (Eiser tegen NoordKaap TV Producties), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rectificatie-uitzending-marktplaatsoplichter

Ktr. Rb. Noord-Nederland 3 mei 2022, IEF 20720, IT 3935; zaaknr.: 9372487 CV EXPL 21-6048 (Eiser tegen NoordKaap TV Producties) In het TV-programma "Stegeman op de Bres" uit 2020, dat geproduceerd wordt door Noordkaap TV Producties, staat het onderwerp oplichting op Marktplaats centraal. In deze uitzending kwamen diverse gedupeerden van een bepaalde 'Marktplaatsoplichter' aan het woord die hun verhaal deden over de misstanden van de gekochte producten. Eiser vordert onder meer rectificatie van de beschuldigingen binnen de aflevering en een schadevergoeding. Voor aanvang van de civielrechtelijke zitting wordt de betreffende eiser veroordeeld voor oplichting van een groot aantal mensen, waaronder gedupeerden die in de aflevering te zien zijn. Volgens de kantonrechter heeft de uitzending een maatschappelijk belang, waarbij de inbreuk in de privacy van eiser beperkt blijft. Immers is het gezicht van eiser geblurd en is zijn achternaam niet genoemd. Dat zijn woonplaats is genoemd is functioneel, net als de opnamen die zijn gemaakt in de woning van eiser. De kantonrechter concludeert tot slot, dat het uiten van de mening van Noordkaap, art. 10 EVRM,  prevaleert boven het recht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiser, art. 8 EVRM.  De rechtbank wijst de vorderingen van eiser vervolgens af, waaronder de schadevergoeding.

IEF 20718

Ingezonden door: Paul Reeskamp, DLA Piper

Platform aansprakelijk voor merkinbreuk

Hof Den Haag 17 mei 2022, IEF 20718; ECLI:NL:GHDHA:2022:7645 (Light In The Box tegen Hikvision), https://ie-forum.nl/artikelen/platform-aansprakelijk-voor-merkinbreuk

Hof Den Haag 17 mei 2022, IEF 20718; ECLI:NL:GHDHA:2022:7645 (Light In The Box tegen Hikvision) De beveiligingsproducten van Hikvision worden vanuit een Aziatische website aangeboden binnen de EU. In eerste aanleg, zie [IEF 19337], heeft de rechtbank geoordeeld dat het aanbieden van de beveiligingsapparatuur inbreuk maakt op het merkenrecht van Hikvision. Light In The Box (LITB) brengt vier grieven tegen het vonnis van de rechtbank in, maar het gerechtshof verwerpt de aangevoerde grieven en bekrachtigt het vonnis. Met de eerste grief stelt LITB dat niet zij aansprakelijk dient te worden gehouden voor het aanbieden van de producten, maar dat zij slechts het aanbieden ervan faciliteert. Op grond van jurisprudentie wordt deze grief verworpen. Ook de omstandigheid dat LITB impliciete toestemming had van Hikvision is volgens zowel de rechtbank als het hof in hoger beroep onvoldoende onderbouwd en slaagt tevens niet.

IEF 20717

Alv en studiemiddag Vereniging voor Auteursrecht op 17 juni

De alv en studiemiddag van de Vereniging voor Auteursrecht vindt plaats op vrijdag 17 juni a.s. om 13.30 uur bij de Tolhuistuin in Amsterdam. De middag zal in het teken staan van het Auteurscontractenrecht.

Tot 4 juli 2022 ligt het voorontwerp tot wijziging van het auteurscontractenrecht ter consultatie voor. De wijzigingen hebben tot doel de positie van de maker tegenover de exploitant nader te versterken. In het voorontwerp worden onder andere de volgende wijzigingen voorgesteld:

Aanpassing vormvereisten om de kloof tussen theorie en praktijk te dichten
- Schending aktevereiste voor overdracht auteursrecht wordt gesanctioneerd (artikel 2 Aw)
- Voor exploitatieovereenkomsten (overdracht en exclusieve licentiering) wordt schriftelijkheidsvereiste geïntroduceerd. Bij ontstentenis van een schriftelijke overeenkomst wordt geacht een niet exclusieve licentie te zijn verleend (art. 25ba Aw).

Juridische inbedding van de “herroeping” van het auteursrecht ingeval van non usus
- ontbinding exploitatieovereenkomst wegens non usus wordt vervangen door opzegging exploitatieovereenkomst wegens non usus (artikel 25e Aw)

IEF 20715

HvJ EU conclusie A-G: uitspraak over reconventionele vordering is mogelijk

HvJ EU 5 mei 2022, IEF 20715; ECLI:EU:C:2022:366 (KP tegen Gemeinde Bodman-Ludwigshafen), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-uitspraak-over-reconventionele-vordering-is-mogelijk

HvJ EU Conclusie A-G 5 mei 2022, IEF 20715, RB 3654, IEFbe 3450; ECLI:EU:C:2022:366 (KP tegen Gemeinde Bodman-Ludwigshafen) In september 2018 heeft Gemeinde Bodman-Ludwigshafen reclame gemaakt voor het plukken en proeven van appels in het kader van een rit met een aanhangwagen van een tractor die bestemd is voor de appeloogst, een "Apfelzügle". De term "Apfelzügle" is tevens een ingeschreven Uniewoordmerk van KP. KP is vervolgens naar de Duitse rechter gegaan in verband met het gebruik van diens merk in het reclamespotje van de Gemeinde Bodman-Ludgwigshafen. Vervolgens staat de vraag centraal binnen de procedure of de rechtbank nog bevoegd is om uitspraak te doen over de reconventionele vordering tot nietigverklaring van het merk, nadat de houder van dat merk de oorspronkelijke hoofdvordering wegens inbreuk heeft ingetrokken. De A-G concludeert dat dit mogelijk zou moeten zijn in het licht van art. 124 onder d en art. 128 van verordening 2017/1001.

IEF 20714

Ingezonden door Maurits van Beusekom en Rutger Stoop, Brinkhof.

Oppositie tegen merkaanvrage alsnog toegewezen

BenGH 13 mei 2022, IEF 20714; (Cobo tegen EMS), https://ie-forum.nl/artikelen/oppositie-tegen-merkaanvrage-alsnog-toegewezen

BenGH 13 mei 2022, IEF 20714, IEFbe 3449; C 2021/1 (Cobo tegen EMS) Cobo heeft zowel het Uniewoordmerk 'COBO' als het woordbeeldmerk ingediend voor de klassen 9, 11 en 12. Zij stelt daarmee oppositie in tegen de aanvraag van Electric Mobility Systems (EMS) voor het woordmerk Cobi. Het BBIE heeft in eerste instantie bij beslissing de oppositie van Cobo afgewezen, aangezien Cobo het gebruik van diens eigen merk in de relevante periode en territoir niet voldoende had aangetoond. Het Benelux-Gerechtshof oordeelde dat hier wel degelijk sprake van is, waardoor vervolgens gekeken kan worden of het aangevraagde teken verwarring veroorzaakt in vergelijking met het ingeschreven merk van Cobo. Het Benelux-Gerechtshof oordeelt bevestigend en alle merkaanvragen van Cobi dienen te worden geweigerd ten aanzien van de aangevraagde waren. Centraal staat dat het aangevraagde merk voor dezelfde klassen wordt aangevraagd, als die van Cobo, waardoor niet alleen een vrij hoge mate van soortgelijkheid, maar tevens verwarringsgevaar te duchten is.

IEF 20713

Onderscheidend vermogen niet beperkt tot precieze kleur geel

Hof Den Haag 26 apr 2022, IEF 20713; ECLI:NL:GHDHA:2022:722 (Van Haren tegen Airwair), https://ie-forum.nl/artikelen/onderscheidend-vermogen-niet-beperkt-tot-precieze-kleur-geel

Vzr. Hof Den Haag 26 april 2022, IEF 20713, IEFbe 3448; ECLI:NL:GHDHA:2022:722 (Van Haren tegen Airwair) Zie de vorige uitspraken: [IEF 20660], [IEF 20108], [IEF19974] en [IEF 19700]. Deze zaak gaat over de vraag of Van Haren met een aantal schoenen uit haar (eerdere) schoencollecties inbreuk maakt op de Benelux-merken van Airwair die de bescherming inroepen van een geel stiksel langs de tussenzool van een (veter)schoen. Die vraag wordt in dit arrest bevestigend beantwoord. Het hof acht de kans op post sale confusion en indirecte verwarring aanwezig. Dat Van Haren een andere kleur stiksel gebruikte voor de schoen, maakt dit niet anders. Het gaat volgens het hof om de perceptie van het publiek dat een niet volledig herinneringsbeeld heeft. Het kleurelement in de YSBW-merk is niet beperkt tot exact de gele kleur van de Dr. Martens schoenen, maar strekt zich uit tot kleuren die binnen het gele kleurspectrum hier dicht tegenaan liggen.

IEF 20712

HvJ EU conclusie A-G: nadere uitleg Bristol-Myers Squibb

HvJ EU 12 mei 2022, IEF 20712; ECLI:EU:C:2022:387 (SodaStream tegen MySoda Oy), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-nadere-uitleg-bristol-myers-squibb

HvJ EU conclusie A-G 12 mei 2022, IEF 20712, IEFbe 3447; ECLI:EU:C:2022:387 (SodaStream tegen MySoda Oy) SodaStream is een internationaal bedrijf dat zich richt op de verkoop van bruiswaterapparaten. Bij deze apparaten hoort een navulbare CO2-fles waarop het merk van SodaStream of Sodaclub is gegraveerd. Ook is een etiket met het merk op de hervulbare fles geplakt. MySoda Oy plakt na het hervullen van de fles een eigen etiket op de eerder besproken flessen. Hierbij is het etiket van SodaStream niet meer te zien, maar de gravering van het merk in de hals nog wel. SodaStream stapt vervolgens naar de Finse rechter waarna er vier vragen worden geformuleerd voor het Hof, [IEF 20010]. Met de eerste, tweede en vierde vraag concludeert de A-G dat gevraagd wordt om het arrest Bristol-Myers Squibb e.a. nader te preciseren gelet op de omstandigheid dat Sodastream zich tegen de handelswijze van MySoda oy kan verzetten. Met de derde en laatste vraag staat centraal of het verwijderen van het etiket van een ander, om vervolgens je eigen etiket erop te plakken, de functie van het merk ondermijnt. In het bijzonder wordt gedoeld op de herkomstfunctie van een merk.

IEF 20711

Wob-verzoeken gaan boven Auteurswet

Rechtbank Den Haag 15 apr 2022, IEF 20711; ECLI:NL:RBDHA:2022:3612 (NEN en ISO tegen minister van Volksgezondheid ), https://ie-forum.nl/artikelen/wob-verzoeken-gaan-boven-auteurswet

Rb. Den Haag 15 april 2022, IEF 20711; ECLI:NL:RBDHA:2022:3612 (NEN en ISO tegen minister van Volksgezondheid) De Stichting Rookpreventie Jeugd (SRJ) heeft op grond van een Wob-verzoek informatie bij de minister van Volksgezondheid opgevraagd inzake de standaardnormen voor tabaksproducten. De minister heeft de gevraagde informatie ten dele openbaar gemaakt. NEN en ISO vinden gezamenlijk dat er teveel informatie is openbaar gemaakt, terwijl de SRJ (derde-partij) juist vindt dat er te weinig informatie is geopenbaard. De rechtbank verwerpt het beroep van eisers. Hierbij benadrukt zij dat in casu het besluit omtrent de Wob-verzoeken van SRJ centraal staan, waardoor het procesbelang van eisers is beperkt tot die documenten die binnen dit Wob-verzoek vallen. Primair verwerpt de rechtbank het beroep van eisers dat bedrijfs- of fabricagegegevens in de documenten zouden zijn genoteerd evenals het beroep op onevenredige benadeling. Interessant in deze argumentatie is dat de rechtbank Den Haag stelt dat een Wob-verzoek voor gaat op de Auteurswet en dat indien sprake is van een auteursrechtelijk werk, dit nog niet ervoor zorgt dat er sprake is van onevenredige bevoor- of benadeling. Overige vorderingen van eisers falen eveneens.

IEF 20710

Geen exclusieve competentie

4 jan 2022, IEF 20710; ECLI:NL:GHSHE:2022:14 (Smile For Free tegen Brand Social Group), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-exclusieve-competentie

Vzr. hof 's-Hertogenbosch 4 januari 2022, IEF 20710, IT 3931; ECLI:NL:GHSHE:2022:14 (Smile For Free tegen Brand Social Group) Vanaf 2017 hebben appellant 2 (Smile For Free) en persoon A aan een applicatie gewerkt waarbij omzet kan worden gegenereerd op grond van persoonlijke netwerken door klanten, medewerkers en fans te activeren als influencer. Hiervoor hebben persoon A en appellant 2 een octrooi verkregen. Tezamen hebben de uitvinders vervolgens de Brand Social Groep opgericht, hierna Brandit. Brandit heeft het recht op het exclusief gebruik van dit octrooi en de holdings van de uitvinders zijn gezamenlijk bevoegd bestuurder van deze onderneming. Appellant 2 heeft vervolgens aangegeven dat hij de samenwerking wil beëindigen en heeft twee andere ondernemingen gestart in een vergelijkbaar marktsegment als Brandit. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis Smile For Free veroordeeld ten aanzien van onder andere deze gedragingen.

IEF 20708

Ingezonden door: Ronald Vecht, hoofd juridische zaken NPO. Op persoonlijke titel geschreven. 

Ronald Vecht: kanttekening bij commissie auteursrecht

Eind april bleek uit een oproep in de Staatscourant dat er drie nieuwe leden worden gezocht voor de Commissie Auteursrecht. De commissie auteursrecht adviseert de regering en de Staten-Generaal over de wetgeving op het gebied van het auteursrecht en de naburige rechten. De adviezen van de commissie worden door de wetgever betrokken in het wetgevingsproces. De leden adviseren vanuit hun expertise, zijn onafhankelijk en vertegenwoordigen geen deelbelangen. Volgens de advertentie zijn leden van de Commissie door hun publicaties of langdurige praktijkervaring als wetenschapper, advocaat, of rechter zeer gezaghebbend en leveren zij regelmatig bijdragen aan het wetenschappelijke debat, bijvoorbeeld als (bijzonder) hoogleraar.

Tot zover de theorie.

In de sector wordt met gemengde gevoelens naar deze Adviescommissie aangekeken. Er ligt namelijk vanwege de samenstelling het gevaar van (schijn) van belangenverstrengeling op de loer.

Voor de volledige bijdrage klik hier.