Gebrek aan kennis over verhuizing komt voor eigen rekening
SGOA Heemstede 22 oktober 2018, IEF 19630, IT 3349, LS&R 1891 (Leverancier tegen afnemer) Arbitraal vonnis. Eiser is een leverancier van softwarepakketten aan medische zorginstellingen. Verweerder houdt zich bezig met geneesmiddelenverstrekking. Samen hebben zij een dienstenovereenkomst afgesloten voor de levering van een softwarepakket. Eiser heeft bij factuur van 2 mei 2017 een bedrag in rekening gebracht, maar de factuur is naar het oude adres verstuurd. Betaling is daarom uitgebleven. Verweerder heeft het pand dat zij huurde moeten verlaten en eiser heeft geholpen bij deze verhuizing. Eiser vordert naast de hoofdsom de handelsrente over de hoofdsom over de periode vanaf de vervaldatum van de verzonden factuur. De hoofdsom wordt toegewezen, maar uit de omstandigheden van het geval leidt de arbiter af dat eiser op de hoogte was van de verhuizing, ondanks dat verweerder verzuimd heeft een adreswijziging door te geven. Deze vordering wordt daarom afgewezen. Nu verweerder niet heeft betaald nadat zij de factuur alsnog heeft ontvangen, stelt de arbiter in redelijkheid vast dat verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage.
Klachten leiden niet tot vernieting Parool-uitspraak
HR 4 december 2020, IEF 19636, IT 3351; ECLI:NL:HR:2020:1942 (Eiser tegen Het Parool) Vervolg op [IEF 18468]. Privacyrecht. Het Parool heeft in 2016 artikelen gepubliceerd over de kopers van politiepanden op de Amsterdamse Wallen en hun banden met criminelen. De betrokken kopers vorderen te verklaren dat publicatie van de artikelen onrechtmatig is. Publicatie van de artikelen was niet onrechtmatig volgens de rechtbank. Het hof oordeelde dat één bewering in het laatste artikel onrechtmatig was wegens het ontbreken van nuancering en/of wederhoor. De artikelen werden verder rechtmatig bevonden. Plaatsing van een rectificatie bij het laatste artikel in het digitale archief volstond. De Hoge Raad verwerpt het beroep. De klachten over het arrest van het hof kunnen niet leiden tot vernietiging van dat arrest. Zie ook de conclusie van de A-G [IEF 19341].
Nietigheidsvordering Looplabb geen reden tot afzien schorsing
Rechtbank Den Haag 21 oktober 2020, IEF 19634; ECLI:NL:RBDHA:2020:12249 (Izipizi tegen Looplabb) Izipizi is houdster van het Izipizi-Uniemerk, een 3D vormmerk voor waren en diensten in de klassen 9 en 16 (verpakkingen voor brillen). Looplabb heeft brillen aangeboden in een verpakking, die wat de vormgeving betreft nagenoeg identiek is aan de Izipizi verpakking. Daarmee zou Looplabb een inbreuk hebben gemaakt op het Izipizi-Uniemerk. Looplabb heeft al voor het uitbrengen van de dagvaarding bij het EUIPO gevorderd dat het Izipizi-Uniemerk nietig wordt verklaard, omdat het elk onderscheidend vermogen mist. Vast komt te staan dat er sprake is van een samenloop van een eerdere nietigheidsprocedure en een procedure bij de rechtbank. De laatstgenoemde procedure moet daarom worden geschorst, totdat er definitief uitspraak is gedaan in de procedure over het Izipizi-merk. Izipizi stelt dat de nietigheidsvordering slechts is ingesteld om de inbreukprocedure te vertragen. Geoordeeld wordt dat wat Izipizi in dit kader heeft aangevoerd niet kan worden aangemerkt als bijzondere redenen die tot het afzien van schorsing van de procedure leiden.
Bevestiging schikkingsregeling snijplaten-octrooi
Hoge Raad 4 december 2020, IEF 19635; ECLI:NL:HR:2020:1939 (X tegen Jet Set) Vervolg op [IEF 18880]. Jet Set exploiteert het octrooi EP1507630. Het betreft een systeem voor het snijden van staalplaten. Tussen Jet Set en eiser is een regeling overeengekomen, de schikkingsregeling. In deze schikkingsregeling tussen Jet Set en eiser is onder meer bepaald dat eiser elke inbreuk op het octrooi zal staken. De schorsing van de schikkingsregeling die voorafgaand aan de bodemprocedure is getroffen werd niet toegewezen. Strijd met de schikkingsregeling werd evenmin toegewezen omdat een elektrisch aangedreven motor niet binnen de beschermingsomvang valt. De gewezen vonnissen werden door het Hof bekrachtigd. Eiser heeft tegen het arrest beroep in cassatie ingesteld. De klachten leiden niet tot vernietiging van het arrest.
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers, AKD en Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.
Conclusie A-G inzake DOC tegen Dairy Partners
HR Conclusie A-G 4 december 2020, IEF 19633; ECLI:NL:PHR:2020:1215 (DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners) In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de beschermingsomvang van een beschrijvende handelsnaam [IEF 18744]. Is het voeren van een daarmee overeenstemmende handelsnaam reeds verboden op de enkele grond dat verwarring tussen de betrokken ondernemingen is te duchten (als bedoeld in art. 5 Handelsnaamwet) of zijn voor onrechtmatig gebruik bijkomende omstandigheden vereist? Sinds het arrest in de zaak Artiestenverloningen van 11 december 2015, [IEF 15523], over een !outer beschrijvende domeinnaam bestaat er over deze kwestie verdeeldheid in de vakliteratuur.
Beantwoording van de prejudiciële vragen door A-G Drijber:
Nationaal Reclamerechtcongres. Aanmelden is nog mogelijk
Donderdag staat het Nationaal Reclamerechtcongres 2020 alweer op de agenda. Omdat we weer online gaan, verdelen we programma over twee webinars, op 10 december en op 28 januari 2021. In januari komen onder meer e-commerce aan bod, de Stichting Reclame Code en het toezicht van de Kansspelautoriteit (KSA). Met dagvoorzitters Ebba Hoogenraad en Willem Leppink als moderators en aanjagers!
Middagprogramma donderdag 10 december
Computerrecht 2020-06
Computerrecht 2020, afl. 6. Inhoudsopgave
EDITORIAL
221 Het digitaal decennium: recht op (de)connectie / p. 401
M. Taeymans
ARTIKELEN
222 De corona app, een wereldwijd experiment op het gebied van contact tracing: hoe zijn de fundamentele rechten van burgers gewaarborgd? / p. 402
In dit artikel worden de (nood)maatregelen besproken, die als gevolg van de Covid-19-pandemie door overheden zijn ingevoerd of geactiveerd, en die (on)rechtmatig de fundamentele vrijheden van burgers beperken ter bestrijding van verdere verspreiding van het virus. In dit kader wordt vooral de schijnwerper gericht op de consequenties van de invoering van de volg- en contactidentificatie, op de “coronamelding applicatie”, gelegitimeerd als “afschalingsinstrument”, en op de aanbevelingen, richtlijnen en wetgeving die het gebruik van deze corona-app omringen.
R. van den Hoven van Genderen
Uitspraak ingezonden door Pascal van Boxtel, LXA The Law Firm.
Vero-Sinterklaas maakt geen inbreuk op auteursrechten
Vzr. Rechtbank Zeeland West-Brabant 3 december 2020, IEF 19626; C/02/378522 / KG ZA 20-596 (X tegen Vero Sweet Presents) Kort geding. X stelt rechthebbende te zijn op het ontwerp van een Sinterklaas. X vordert daarom van Vero het staken van de verveelvoudiging en de openbaarmaking van hun sinterklaasontwerp. Vast komt te staan dat het ontwerp van X voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Het ontwerp is echter niet in hoge mate oorspronkelijk, waardoor het slechts een beperkte beschermingsomvang toekomt. Geoordeeld wordt dat de totaalindrukken in voldoende mate van elkaar verschillen, waarbij het vooral aankomt op de verschillen in de gezichten van de Sinterklazen. De Vero Sinterklaas heeft anders dan de Sinterklaas van X een opgewekte jeugdige uitstraling. Vero maakt daarom geen inbreuk op de auteursrechten van X.
Uitspraak ingezonden door Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.
Hoofdstuk uit boek over sterven is niet onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 november 2020, IEF 19627; C/13/691169 / KG ZA 20-912 (Dochter tegen Unieboek) Kort geding. Unieboek heeft een boek van journaliste B uitgeven met daarin gesprekken met nabestaanden over de dood van dierbaren. In een van de hoofdstukken wordt het stervensverhaal verteld van S, een bekend ondernemer, door de ogen van zijn toenmalige partner. De gevraagde voorzieningen van de dochter van S worden geweigerd. Het hoofdstuk wordt niet onrechtmatig geacht. Voor het schrappen van het hoofdstuk of maken van een inlegvel, zoals de dochter vordert, bestaat geen grond. S was een publiek figuur die in de periode voor zijn overlijden zelf regelmatig in de publiciteit is getreden om te vertellen over zijn naderende dood en dat dit door middel van euthanasie zou gebeuren. Daar komt bij dat het verhaal van de partner leest als een dierbare herinnering die de nagedachtenis van S niet bedoezelt.
Brinkhof Internet Scriptieprijs
Internet Scriptieprijs 2020. Stuur je scriptie in en maak kans op € 2.000,-
Brinkhof organiseert dit jaar weer de scriptieprijs voor de beste juridische masterscriptie op het gebied van internet en recht.
Met de Internet Scriptieprijs wil Brinkhof rechtenstudenten aanmoedigen om zich te specialiseren in dit dynamische rechstgebied en een podium creëren voor excellente studenten. De winnende scriptie wordt beloond met een geldbedrag van € 2.000,- en online gepubliceerd op www.internetscriptieprijs.nl. Om een idee te geven, eerdere edities zijn bijvoorbeeld gewonnen door scripties over cryptocurrency, de veiligheidsrisico's van smart home devices, de verwerking van persoonsgegevens door mobiele apps, de vermogensrechtelijke status van virtuele spelobjecten en internettoegang als universele dienst.
Meedoen? Stuur je scriptie uiterlijk 31 december in via www.internetscriptieprijs.nl, vergezeld van een kopie van het cijferbriefje. De prijsuitreiking vindt in het voorjaar van 2021 plaats op een nader aan te kondigen juridisch symposium in Amsterdam, of online. Tijdens de uitreiking zullen drie finalisten worden uitgenodigd om hun scriptie kort toe te lichten, waarna de jury de winnaar zal bepalen en de prijs zal uitreiken.