Artikel ingezonden door Douwe Linders en Yentl van den Winkel, SOLV.
Bewijsbeslag wegens databankinbreuk bij Havenbedrijf Rotterdam toch toegestaan
Dit artikel is ingezonden door advocaten Douwe Linders en Yentl van den Winkel. Zij staan de verzoekende partij bij.
Op 7 oktober publiceerde de Rechtspraak een afwijzende beschikking op een verzoek tot het leggen van digitaal bewijsbeslag bij het Havenbedrijf Rotterdam en haar dochteronderneming Portbase [IEF 18734 en IT 2891]. Dit terwijl inmiddels op grond van een tweede (aangepast) verzoek het verlof alsnog was toegewezen. De afwijzende beschikking is binnen vier weken na het uiteindelijke verlof gepubliceerd. Het was niet ondenkbaar dat op de datum van publicatie het verlof nog niet ten uitvoer was gelegd, waardoor de publicatie grote gevolgen had kunnen hebben voor de effectiviteit van het bewijsbeslag. In de afwijzende beschikking wordt bovendien de indruk gewekt dat het nauwelijks mogelijk is bewijsbeslag te leggen bij (semi)overheidsbedrijven. De advocaten van verzoekster vinden het voor de praktijk relevant dat voorgaande bekend is.
Inbreuk op auteursrechten leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst
Rechtbank Den Haag 8 mei 2018, IEF 18747, IT 2898; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer) Acacia verwijt verweerder dat hij gebruik heeft gemaakt van gegevens - data, modellen en tools - wetende dat daarop het auteursrecht rust van Alterra. Verweerder had in zijn functie als senior onderzoeker van Acacia mededeling over de auteursrechten van Alterra moeten doen, zodat Acacia toestemming voor gebruik van de gegevens had kunnen verkrijgen of het gebruik ervan had kunnen verbieden. Omdat hij dit heeft nagelaten is hij tekortgeschoten in de verplichtingen die op grond van zijn arbeidsovereenkomst met Acacia golden. Werkgever Acacia verzoekt daarom ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW jo. 6:265 BW. Tekortkomingen in de nakoming van de verplichting uit de arbeidsovereenkomst door de werknemer zijn niet zodanig ernstig dat zij de ontbinding rechtvaardigen van de arbeidsovereenkomst.
Inbreuk op auteursrecht foto K3
Rechtbank Gelderland 9 oktober 2019, IEF 18746, IT 2897; ECLI:NL:RBGEL:2019:4427 (ANP tegen Body & Beauty) ANP beheert en exploiteert auteursrechten van fotografen, met inbegrip van het exploitatierecht en het recht om tegen auteursrechtelijke inbreuken op te treden. De genoemde auteursrechten zijn bij overeenkomst aan ANP overgedragen. Body & Beauty is een uitgeverij in de fitnessbranche en exploiteert het vakblad Body LIFE en de website www.bodylifebenelux.nl. Body & Beauty heeft op haar website een foto van de meidengroep K3 getoond zonder toestemming van de fotograaf en/of rechthebbende. Body & Beauty maakt inbreuk op het auteursrecht, gezien het feit dat zij geen toestemming had om die foto de publiceren en zij geen beroep heeft gedaan op een beperking van het auteursrecht. De vorderingen van ANP tot verwijdering van de foto van de server, schadevergoeding en betaling van de buitengerechtelijke (incasso)kosten worden toegewezen. De verhoging met 50% voor de inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht of ter ontmoediging van het plegen van inbreuk op auteursrechten gaat echter te ver, omdat het auteursrecht geen punitief karakter heeft.
Niet correct overdragen dossier huisarts in strijd met continuïteit patiëntenhistorie
Het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg, Eindhoven 10 oktober 2019, IEF 18758, IT 2906, LS&R 1744; (Verdwenen dossier) Verweerder was tot 1 december 2017 werkzaam als huisarts. Hij heeft voor die datum zijn patiënten ervan op de hoogte gesteld dat zijn praktijk zal worden overgedragen aan zijn opvolgster. Klager was ongeveer dertig jaar patiënt van verweerder. Klager heeft voor 1 december telefonisch aan de doktersassistente van verweerder laten weten dat hij niet wil overgaan naar de huisartsenpraktijk van de opvolger en dat zijn dossier moet worden overgedragen aan zijn nieuwe huisarts. Deze nieuwe huisarts heeft het dossier echter nooit ontvangen. De doktersassistente van verweerder stelt vervolgens dat ze op grond van de praktijkbeëindiging geen dossier meer van hem zou hebben en dat opvolgster zijn dossier zou moeten hebben. Ook opvolgster stelt dat zij geen dossier heeft van klager. Klager verwijt verweerder dat het medisch dossier niet correct is overgedragen aan de nieuwe huisarts, waardoor er dertig jaar medische historie van klager weg is. Verweerder heeft geen moeite gedaan om het medische dossier van klager te reconstrueren. De handelwijze van verweerder is onprofessioneel en de klacht gegrond.
Geen kwade trouw bij registratie Benelux-merk RatPac
Rechtbank Den Haag 9 oktober 2019, IEF 18745; ECLI:NL:RBDHA:2019:11338 (Rat Pack tegen RatPac) Eiseres Rat Pack is een Duitse producent van kinder- en jeugdfilms. Eiseres is opgetreden tegen het gebruik en de registratie van de handelsnaam en het merk RatPac van de Amerikaanse filmfinancier RatPac Entertainment. Er is geen sprake van kwade trouw geweest bij de registratie van het Benelux-merk van RatPac. Het enkele feit dat RatPac het gestelde eerdere gebruik van Rat Pack in de Benelux had behoren te kennen is onvoldoende om kwade trouw te kunnen aannemen. Er is evenmin sprake geweest van enig relevant gebruik van de handelsnaam Rat Pack in Nederland. Ook bestaat er geen verwarringsgevaar tussen Rat Pack en RatPac bij het relevante publiek. De vorderingen van Rat Pack zijn afgewezen.
Prejudiciële vragen over interpretatie Artiestenverloning-arrest
Hof Arnhem-Leeuwarden 4 oktober 2019, IEF 18744; ECLI:NL:GHARL:2019:8167 (DOC tegen Dairy Partners) Tussenbeschikking. De rechtsvraag is, kort gezegd, of de door de Hoge Raad geformuleerde regel in het Artiestenverloning-arrest, 11 december 2015, [IEF 15523] inhoudt dat het gebruik van een met een (louter) beschrijvende handelsnaam overeenstemmende aanduiding alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen, zoals is overwogen in het arrest van 19 september 2017, Parfumswinkel [IEF 17114]. De vraag is of het Artiestenverloning-arrest op deze wijze moet worden geïnterpreteerd, omdat dit arrest betrekking heeft op bescherming van een domein- en handelsnaam tegen een domeinnaam en niet op de bescherming van een handelsnaam tegen een handelsnaam.
Artikel ingezonden door Daniël Haije, Hoogenraad & Haak.
Uitreiking Persprijs Jacques van Veen
De jury van de Persprijs Jacques van Veen heeft vier inzendingen genomineerd voor de Persprijs Jacques van Veen 2019:
• Het fatale scooterongeluk door Hetty Nietsch
• De Zweetvoetenman van Annet Huizing
• Vierdelige serie ‘ De Schuldenindustrie bij de rechter’ door Tim Staal
• Dienstreis naar Bangkok. Integriteitsschendingen binnen het OM door Marcel Haenen
ALAI European Author’s Right Award
ALAI European Author’s Right Award
In the spirit of inspiring the next generation of Intellectual Property experts, ALAI, with the support of GESAC, have launched an annual award for students.
The award, which ran its first edition in 2019, rewards the writer of the best essay that relates to authors’ rights. The essay should have a European dimension and include aspects related to the collective management of authors’ rights.
Students of all nationalities are welcome to apply. See here for the full eligibility criteria and prize details (French version).
This year’s winner will be selected by the following expert jury presided over by Prof. Frank Gotzen, President of ALAI:
- Caroline Bonin, Head of Legal Affairs, SACEM
- Gábor Faludi, outside Counsel for Artisjus
- Paul Torremans, Professor of Intellectual Property Law, University of Nottingham
- Raquel Xalabarder, Catedràtica de Propietat Intel·lectual, Universitat Oberta de Catalunya
Timeline
17 November 2019
Deadline for students to write 1-page abstract on their essay
1 December 2019
Editorial Committee selects max. 10 abstracts that are eligible for the award
16 February 2020
Deadline for students to submit their essay into the designated format
1 April 2020
Editorial Committee selects winner(s)
Place and date TBC
Award ceremony
Application forms (French version), abstracts, essays and questions can be sent to alai.award@gesac.org.
ALAI is an independent learned society dedicated to studying and discussing legal issues arising in connection with the protection of the interests of creative individuals. Copyright and performing artists’ rights are today an integral part of fundamental human rights as enshrined in several international conventions, declarations and charters.
Prejudiciële vragen over rol hostingdienstverlener
Oberster Gerichtshof 28 mei 2019, IEF 18739, IT 2893, IEFbe 2962 (Puls 4 TV tegen YouTube) Via MinBuza. Puls 4 TV exploiteert een Oostenrijkse televisiezender. YouTube is exploitant van het videoplatform www.youtube.com als hostingdienstverlener. YouTube maakt gebruik van “monetarisatie“ (het voorzien van geüploade videos van reclame), indien de gebruiker toestemming geeft. In het onderhavige geschil heeft YouTube de door Puls 4 TV gewraakte video’s steeds onmiddellijk verwijderd nadat zij per aanmaning in kennis was gesteld van de auteursrechtelijke bevoegdheden van Puls 4 TV. Puls 4 TV had YouTube verzocht om staking van het ter beschikking stellen van video’s die door Puls 4 TV geproduceerde audiovisuele werken bevatten. Volgens haar worden inbreuken op haar auteursrecht technisch gefaciliteerd door de monetarisatie van YouTube.
Erwin Angad-Gaur: ongewenste intimiteiten
“We leven in een mediacratie”, “Het hoogste goed lijkt beroemd te worden”, “Celebrity is de nieuwe adel”; allemaal beweringen (of constateringen) die we regelmatig lezen en horen. Het valt inderdaad op: talentenjachten gaan veeleer om ‘de X-factor’ dan om werkelijk talent. En de roddelrubrieken met nieuws over bekendheden, online en offline, lijken enkel te groeien in prominentie.