Antwoord prejudiciële vragen 'sampling' Kraftwerk zaak
HvJ EU 29 juli 2019, IEF 18613, IEFbe 2920; C-476/17 (Pelham tegen Hütter e.a.) Auteursrecht. Naburige rechten. Hütter e.a. zijn lid van de muziekgroep Kraftwerk en heeft een fonogram gepubliceerd met het nummer Metall auf Metall. Pelham en Haas zijn de componisten van het nummer Nur mir, dat op de fonogrammen is verschenen. Hütter e.a. stellen dat Pelham twee seconden van een ritmische sequens van het nummer Metall auf Metall elektronisch heeft gekopieerd (gesampled) en deze in een doorlopende herhaling onder het nummer Nur mir heeft gezet, hoewel hij die sequens ook zelf had kunnen spelen. Hütter e.a. zijn van oordeel dat Pelham inbreuk heeft gemaakt op het naburige recht waarvan zij als fonogramproducent houder zijn en dat inbreuk is gemaakt op het intellectuele-eigendomsrecht dat zij houden als uitvoerend kunstenaars, alsook op Hütters auteursrecht op het muziekwerk. Er zijn prejudiciële vragen gesteld aan het Hof met betrekking tot de fonogramproducent en 'sampling'.
Uitspraak ingezonden door Michiel Ellens, Ellens Advocaat.
Inbreuk foto-en beeldmateriaal dierenverpakkingen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 24 juli 2019, IEF 18612 (Eiser tegen X) Auteursrecht. Vervolg op vonnis van 25 april 2019. Beide partijen produceren en verkopen bodembedekking voor dierenverblijven. Eiser en X zijn gaan samenwerken. Het gaat in dit kort geding om de inbreuk op de auteursrechten op verpakkingen van bodembedekking voor (knaag)dierenverblijven van o.a. foto- en beeldmateriaal. In eerdere uitspraak is geoordeeld dat eiser inbreuk maakte op de auteursrechten van X. Volgens X heeft eiser zich niet aan het vonnis gehouden. Eiser heeft de verpakkingen van de producten na het vonnis verder aangepast, maar volgens X maken zij nog steeds inbreuk. Eiser vordert in conventie de tenuitvoerlegging van de vonnissen te schorsen. De rechter wijst de vordering in conventie af. Eiser wordt veroordeeld de inbreuk te staken.
Uitspraak ingezonden door Michiel Coops, ABC-Legal.
Beperkt onderscheidend vermogen en verwarring ontbreekt WOW
Vzr. Rechtbank Rotterdam 26 juli 2019, IEF 18611, IEFbe 2919; ECLI:NL:RBROT:2019:6271 (Stichting WOW tegen WOW Lijnbaan) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Stichting WOW is een onderneming en bestaat uit onder andere hostels en studio’s. Ze is houdster van de WOW-merken. WOW Lijnbaan exploiteert fastfood/takeaway eetgelegenheden. Bij de exploitatie en aanbieden van hun waren en diensten gebruiken zij handelsnamen en tekens met het element WOW erin. Stichting WOW vordert iedere inbreuk van WOW Lijnbaan op haar merk- en handelsnaamrechten te staken, uitdrukkelijk die van het aanbieden van waren of diensten met het element “wow”. Het lukt Stichting WOW niet de inbreuken aan te tonen. De rechtbank wijst het gevorderde af.
Uitspraak ingezonden door Corstiaan Kan en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.
Ook afbeeldingen tafel'bladen' inbreukmakend
Rechtbank Noord-Nederland 24 juli 2019, IEF 18610 (Piet Hein Eek tegen Dudink) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Dudink houdt zich bezig met de vervaardiging van meubels aan de hand van wensen van particuliere klanten. Eek is onder meer ontwerper van een kantinetafel en afvaltafel in sloophout. Dudink adverteerde onder de naam Dusign op haar website en op Marktplaats met afbeeldingen die inbreuk zouden maken op het auteursrecht van Eek. Eek vordert bij de rechtbank inbreuk van Dudink op haar auteursrecht en slaafse nabootsing op de ontwerpen van de tafels te staken. De rechtbank wijst de vorderingen toe, omdat de totaalindrukken zijn als afkomstig van of in ieder geval ontleend aan het ontwerp van Eek.
Inzage-incident leidt tot strijd goede procesorde
Rechtbank Den Haag 24 juli 2019, IEF 18609, IEFbe 2918; ECLI:NL:RBDHA:2019:7528 (Abbott tegen Kamstra) 843a Rv-incident. Goede procesorde. Zie eerder [IEF 17126] [IEF 17132] [IEF 18193]. Het gaat in de hoofdzaak om een art. 843a Rv-incident. Kamstra vordert het incident tegen Abbott en is gericht op enige instructie van de hoofdzaak. Het dient echter enkel en alleen de vrijwaringszaak. Dit past niet in het systeem van Rv en leidt tot met de goede procesorde strijdige vertraging in de hoofdzaak en levert in dit geval ook misbruik van recht op, omdat het een op voorhand zinloze vordering is. Voor zover het incident is ingesteld met het oog op het voeren van verweer in de hoofdzaak en een voorgenomen reconventionele vordering, is het een buiten de reikwijdte van artikel 843a Rv vallende fishing expedition. De rechtbank wijst de inzage vordering dus af.
Publicatie 'De Holleerders' Just Publishers niet onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Gelderland 24 juni 2019, IEF 18607; ECLI:NL:RBGEL:2019:3354 (Eisers tegen Just Publishers) Onrechtmatige publicatie. Persvrijheid. Eiser 1 had aan het einde van het huwelijk een affectieve relatie met Willem Holleeder. Eiser 2 is schrijver van het boek ‘De Holleeders’ wat is uitgegeven door Just Publishers. Het boek bevat gegevens en passages die volgens eisers kwetsend en onwaar zijn. Eisers vorderen Just Publishers het drukken en verspreiden van het boek, zowel schriftelijk als online, te staken. De kortgedingrechter wijst de vordering af. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen door Just Publishers.
Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.
Eerste aanleg: geen auteursrechtinbreuk lesmateriaal tabletcomputer Snappet
Rechtbank Den Haag 9 november 2016, IEF 18608; ECLI:NL:RBDHA:2016:13329 (GEU tegen Snappet) Auteursrecht. Databankenrecht. GEU is een vereniging die de collectieve belangen behartigt van uitgeverijen van leermateriaal voor onderwijs. Snappet biedt een dienst aan basisscholen waarbij de leerlingen een tabletcomputer in bruikleen krijgen. Op de tablets is door Snappet ontwikkelde software geïnstalleerd waarmee de leerlingen oefenopgaven kunnen maken. De vraag is of de dienst van Snappet inbreuk maakt op de educatieve uitgaven van GEU. GEU vindt van wel en vordert inbreuk op haar auteurs- en databankenrecht. De rechtbank oordeelt van niet.
Uitspraak ingezonden door Charlie Engels en Jacqueline Seignette, Höcker Advocaten.
Rechtmatigheid vergoedingen aan BUMA voor achtergrondmuziek tandartsenpraktijken vereist individuele beoordeling
Rechtbank Amsterdam 24 juli 2019, IEF 18606 (KNMT tegen Buma) Auteursrecht. Naburige rechten. Openbaarmaking. KNMT is een Nederlandse beroepsorganisatie van onder andere tandartsen. Buma is een collectieve beheersorganisatie en houdt zich krachtens de auteurswet bezig met de inning en verdeling van auteursrechtelijke vergoedingen voor de uitvoering en het gebruik van muziek in het openbaar. Buma is van mening dat tandheelkundige praktijken in NL aan Buma vergoedingen verschuldigd zijn voor het afspelen van achtergrondmuziek in hun praktijken. KNMT betwist op grond van recente Europese jurisprudentie dat het spelen van achtergrondmuziek in tandheelkundige praktijken als een mededeling aan het publiek kan worden aangemerkt en vordert Buma zich te onthouden van alle handelingen die gericht zijn op het incasseren van auteursrechtelijke vergoedingen van in NL gevestigde tandheelkundige praktijken. De rechtbank wijst de vordering af omdat de vraag of een tandheelkundige praktijk een mededeling aan het publiek doet niet in algemene zin kan worden beantwoord, maar een individuele beoordeling vereist.
Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.
Ook in beroep geen auteursrechtinbreuk lesmateriaal Snappet
Gerechtshof Den Haag 23 juli 2019, IEF 18605; ECLI:NL:GHDHA:2019:3060 (Snappet tegen GEU) Auteursrecht. Databankenrecht. Vervolg op eerste aanleg IEF 18608: [ECLI:NL:RBDHA:2016:13329] GEU is een vereniging die de collectieve belangen behartigt van uitgeverijen van leermateriaal voor onderwijs. Snappet biedt een dienst aan basisscholen waarbij de leerlingen een tabletcomputer in bruikleen krijgen. Op de tablets is door Snappet ontwikkelde software geïnstalleerd waarmee de leerlingen oefenopgaven kunnen maken. De vraag is of de dienst van Snappet inbreuk maakt op de educatieve uitgaven van GEU. In eerste aanleg vorderde GEU inbreuk op haar auteursrechten en databankenrecht. De vorderingen werden afgewezen. Het Hof verklaart GEU niet-ontvankelijk en bekrachtigd het vonnis in eerste aanleg.
Uitspraak ingezonden door Jeroen Muyldermans en Paul Maeyaert, Altius.
Anders dan EU Gerecht: SPA vrij voor gebruik op cosmetica
Hof van beroep Gent 2 juni 2019, IEF 18604 IEFbe 2917 (Kruidvat tegen Spa Monopole) Merkenrecht. Kruidvat is een keten van drogisterijen in onder andere Nederland en België. Spa Monopole produceert Belgisch mineraalwater gekend als ‘Spa’ en commercialiseert dit water onder verschillende benamingen in combinatie met Spa. Kruidvat brengt verzorgingsproducten op de markt onder het merk 'spa secrets' en 'sense of spa'. Centraal staat de vraag of derde partijen vrij gebruik kunnen maken van het teken ‘spa’ op de verpakking van cosmetica, zelfs als onderdeel van het merk. Het Hof oordeelt dat zulk gebruik inderdaad dient ter aanduiding van een kenmerk van de waar, en daarom onder de beperking van artikel 2.23 BVIE valt. Als eerste rechtbank ooit in de Benelux oordeelt het Hof dat de vordering tot merkinbreuk van Spa Monopole dient te worden afgewezen.