IEF 22333
1 november 2024
Uitspraak

Geschil over merkenrecht van pannenkoekenhuizen in Aruba

 
IEF 22330
1 november 2024
Uitspraak

HR over spoedeisend belang in zaak over auteursrecht van software

 
IEF 22331
1 november 2024
Uitspraak

Hof bij UPC maakt gebruik van discretionaire bevoegdheid: bewijsmateriaal wordt buiten beschouwing gelaten

 
IEF 21970

Onrechtmatig gebruik voetbalspeler voor advertentie Adidas

Rechtbanken 25 jan 2024, IEF 21970; ECLI:NL:RBAMS:2024:506 (Salah c.s. tegen Adidas Marketing), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatig-gebruik-voetbalspeler-voor-advertentie-adidas

Rb. Amsterdam 25 januari 2024, IEF 21970; ECLI:NL:RBAMS:2024:506 (Salah c.s. tegen Adidas Marketing). Salah c.s. heeft een procedure gestart tegen Adidas Marketing. De IE-rechten van en verbonden aan de speler worden beheerd door Holdings en ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk worden deze rechten beheerd door Salah UK. Salah c.s. heeft een overeenkomst gesloten met Adidas Marketing met advertentiedoeleinden. Bij brief van 29 september 2023 heeft Salah c.s. aan Adidas Marketing meegedeeld dat Adidas Marketing in de optiek van Salah c.s., door zonder toestemming gebruik te maken van de “Player Endorsement” van de speler op het Careem platform (vergelijkbaar met Uber) zich heeft schuldig gemaakt aan ‘material breach’ van de overeenkomsten, op grond waarvan deze beëindigd zouden kunnen worden. In verband hiermee heeft c.s. gedaagde gesommeerd om binnen vijf werkdagen alle informatie en documentatie betreffende deze kwestie aan Salah c.s. te verstrekken.

IEF 21969

Conclusie A-G: schending van uitingsvrijheid kan tenuitvoerlegging vonnis in de weg zitten

HvJ EU 8 feb 2024, IEF 21969; ECLI:EU:C:2024:127 (Real Madrid Club de Fútbol), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-schending-van-uitingsvrijheid-kan-tenuitvoerlegging-vonnis-in-de-weg-zitten

HvJ EU Conclusie A-G 8 februari 2024, IEF 21969, IEFbe 3726; ECLI:EU:C:2024:127 (Real Madrid Club de Fútbol). De uitgave van de krant Le Monde uit 2006 bevatte een stuk dat de voetbalclub Real Madrid geassocieerd zou hebben met Dr Fuentès, hoofd van een bloeddopingnetwerk in de wielerwereld. De krant beweerde dat de voetbalclub gebruikmaakte van de diensten van dr Fuentès. De Spaanse rechtbank was van oordeel dat het artikel lasterlijk en schadelijk was voor de voetbalclub en heeft het krantenbedrijf Société Éditrice du Monde veroordeeld tot het betalen van een boete van €390.000,- en dat bedrijf en zijn journalist, hoofdelijk, een boete van €33.000,- betalen. Real Madrid heeft in Frankrijk om tenuitvoerlegging van die Spaanse vonnissen verzocht, maar in 2020 heeft de Franse rechter in tweede aanleg (cour d’appel de Paris) de vordering afgewezen met oog op de openbare orde en persvrijheid. De verwijzende rechter heeft aan de hand hiervan prejudiciële vragen gesteld [zie IEF 21154].

IEF 21973

Met dank aan Fulco Blokhuis en Lotte van Schuylenburch, Boekx Advocaten.

.

Automattic moet verbeurde dwangsommen betalen

Rechtbanken 20 mrt 2024, IEF 21973; C/13/732858/HA ZA 23-402 (Eiser tegen Automattic, Inc. ), https://ie-forum.nl/artikelen/automattic-moet-verbeurde-dwangsommen-betalen

Rb. Amsterdam 20 maart 2024, IEF 21973; C/13/732858/HA ZA 23-402 (Eiser tegen Automattic). Eiser en zijn familie worden al enkele jaren bedreigd. Sinds januari 2021 worden ernstige beschuldigingen en bedreigende uitlatingen jegens hem gedaan, onder meer via een blog gehost door Automattic op Wordpress.com. Voldoende aannemelijk is dat eiser hierdoor al geruime tijd zowel zakelijk als privé ernstige reputatie- en financiële schade lijdt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter diende Automattic aan de onrechtmatige situatie een eind te maken door de blog in zijn geheel te verwijderen [IEF 20664]. Automattic deed dit echter niet. Daarom eiste eiser een boete. Automattic weigerde en stelde dat het vonnis niet op de juiste manier was betekend door eiser (de argumenten waren gebaseerd op de regels van de burgerlijke rechtsvordering van de Californische wet) en dat de rechtbank niet bevoegd was. De rechtbank heeft in haar tussenvonnis zich bevoegd verklaard [IEF 21648]. In onderhavige uitspraak oordeelt de rechtbank dat artikel 55 Rv van toepassing is en dat de veroordelende uitspraak dus wel als betekend aangemerkt kan worden. Dit leidt tot het oordeel dat Automattic dwangsommen van 200.000 EUR heeft verbeurd. 

IEF 21972

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant en Matthijs Kaaks, Boekx Advocaten.

Google aansprakelijk voor nepadvertenties rond Jort Kelder

Gerechtshoven 26 mrt 2024, IEF 21972; 200.316.164/01 (Jort Kelder tegen Google), https://ie-forum.nl/artikelen/google-aansprakelijk-voor-nepadvertenties-rond-jort-kelder

Hof Amsterdam 26 maart 2024, IT 4527, IEF 21972, RB 3830; 200.316.164/01 (Jort Kelder tegen Google). Zie primair ook het eerste vonnis in deze zaak: [IEF 20723]. De afgelopen jaren zijn verschillende advertenties verschenen op Google met daarin een afbeelding van Jort Kelder. Het gaat primair om advertenties waarin consumenten verleid worden tot het investeren in bitcoins en andere cryptovaluta. Wanneer consumenten op deze advertenties klikten, kwamen ze vervolgens terecht op “scam-websites”. Kelder voert aan dat Google te weinig heeft gedaan om de nepadvertenties met gebruik van zijn portret en naam te verwijderen. De rechtbank oordeelde dat dit niet het geval was en benadrukte, net zoals in het geval van Twitter [IEF 20722], dat de partij achter de advertenties dient te worden aangesproken. Het hof gaat niet mee in dit oordeel van de rechtbank.

IEF 21971

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

"Bakkie"-merken missen elk onderscheidend vermogen

Rechtbank Den Haag 27 mrt 2024, IEF 21971; (DNACC tegen Van der Stad), https://ie-forum.nl/artikelen/bakkie-merken-missen-elk-onderscheidend-vermogen

Rb. Den Haag 27 maart 2024, C109/645 702 / HA ZA 23 -323 (DHCCA tegen Van der Stad) DNACC verhuurt containerbakken voor het tijdelijk opslaan en afvoerenvan afval en is houdster van Benelux- en Unieregistraties voor de woordmerken BOUWBAKKIE, ROLBAKKIE en BAKKIE. Van der Stad verhuurt eveneens containers, maar voor het tijdelijk opslaan van huisraad en kwetsbare spullen. Zijn bedrijf heet ‘opslagbakkie.nl’. DNACC stelt dat Van der Stad inbreuk maakt op haar merkrechten en op haar handelsnaam. In reconventie vordert Van der Stad nietigverklaring van de merken van DNACC op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. De rechtbank oordeelt dat de merken van DNACC elk onderscheidend vermogen missen en geheel beschrijvend zijn. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van DNACC dat “bakkie” atypisch is voor een grote containerbak. Verder oordeelt de rechtbank dat de “bakkie”-merken niet zijn ingeburgerd. DNACC heeft niet onderbouwd gesteld dat het publiek op internet zoekt op haar merk BOUWBAKKIE, en niet naar een bouwbak, bak, of zelfs containerbak in het algemeen. Met betrekking tot de handelsnaam van DNACC, oordeelt de rechtbank dat Van der Stad met zijn afwijkende handelsnaam voldoende afstand heeft genomen van de handelsnamen van DNACC. De vorderingen van DNACC worden afgewezen. De vordering in reconventie wordt toegewezen.

IEF 21967

HR over het gevolg van vernietiging arbitragevonnis over executie IE-rechten

Hoge Raad 22 mrt 2024, IEF 21967; ECLI:NL:HR:2024:464 (Russische Federatie tegen HVY), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-over-het-gevolg-van-vernietiging-arbitragevonnis-over-executie-ie-rechten

HR 22 maart 2024, IEF 21967; ECLI:NL:HR:2024:464 (Russische Federatie tegen HVY). Partijen hebben vooraf aan deze zaak in eerste aanleg geprocedeerd bij de voorzieningenrechter [zie IEF 19526]. Vervolgens is geprocedeerd bij het gerechtshof in Den Haag [zie IEF 20836]. In deze zaak is er sprake van een internationaal privaatrechtelijk executiegeschil met betrekking tot de uitvoering van een beslissing op grond van artikel 438 Rv. In cassatie komt de Russische Federatie onder andere op tegen het oordeel van het hof dat de Russische Federatie zich niet met succes kan beroepen op immuniteit. De Russische Federatie komt onder andere op tegen de huidige stand van de vernietigingsprocedure met betrekking tot de arbitrale beslissingen. Zij stelt dat dit niet meebrengt dat de tenuitvoerlegging daarvan is geschorst. De Russische Federatie heeft een verzoek tot ingediend op basis van artikel 1066 lid 2 Rv.

IEF 21964

Prejudiciële vragen over nationale billijke vergoedingsregeling en onderhandelingsvrijheid

Verzoekende partij ‘Meta Platforms Ireland Limited’ biedt onlinediensten aan, waaronder Facebook. Verwerende partij, de nationale toezichthouder voor de communicatiesector (hierna: AGCom), heeft op grond van de nationale auteurswet een besluit genomen over de rechten omtrent perspublicaties. Dit besluit stelt criteria vast over de hoogte van een billijke vergoeding van perspublicaties en bevat verplichtingen voor het beschikbaar stellen van gegevens. Dit besluit raakt Meta Platforms, omdat persuitgevers uittreksels van of links naar hun inhoud op hun Facebook pagina zetten, waardoor er extra webverkeer wordt gegenereerd naar de website van de uitgever. Meta Platforms gaat tegen het besluit in beroep en stelt dat de nationale auteurswet waarop het besluit is genomen in strijd is met artikel 15 van richtlijn 2019/790.

IEF 21965

Onvoldoende gesteld dat sprake was van onrechtmatig verkrijgingsplan

Gerechtshoven 12 mrt 2024, IEF 21965; ECLI:NL:GHARL:2024:1799 (Appellant tegen Allroad), https://ie-forum.nl/artikelen/onvoldoende-gesteld-dat-sprake-was-van-onrechtmatig-verkrijgingsplan

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024, IEF 21965; ECLI:NL:GHARL:2024:1799 (Appellant tegen Allroad). In onderhavige zaak wordt Allroad verweten te hebben geprofiteerd van een plan tot zelfverrijking van haar bestuurder, ten koste van Ecool, waar appellant deel van was. De bestuurder zou geld uit Ecool hebben omgeleid, waardoor Ecool haar geldverplichtingen niet meer kon nakomen en de bank haar hypotheekrecht op een aan Ecool toebehorende slipbaan heeft geëxecuteerd. De slipbaan is gekocht door een aan de bank gelieerde partij, die de slipbaan vervolgens heeft doorverkocht aan Allroad. Appellant verwijt Allroad hiermee te hebben geprofiteerd van een vooropgezet plan tot bemachtiging van de slipbaan beneden de marktwaarde, ten koste van Ecool.

IEF 21968

Uitspraak ingezonden door Auke-Frank Tadema en Allard van Duijn, Freshfields Bruckhaus Deringer.

Hof bekrachtigt vonnis over overtreding inbreukverbod

Gerechtshoven 26 mrt 2024, IEF 21968; 200.321.764/01 (Pharmathen tegen Novartis), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vonnis-over-overtreding-inbreukverbod

Hof Amsterdam 26 maart 2024, IEF 21968; 200.321.764/01 (Pharmathen tegen Novartis). De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft eerder in deze procedure Pharmathen verboden inbreuk te maken op het octrooi van Novartis, op straffe van dwangsommen. Volgens Novartis heeft Pharmathen in strijd gehandeld met het vonnis door het (blijven) aanbieden van betreffend LAR-product en dwangsommen verbeurd. Pharmathen betwist dit en vordert schorsing van de executie van het kortgedingvonnis. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de dwangsommen zijn verbeurd en het verzoek van Pharmathen geweigerd. Pharmathen betoogt in hoger beroep dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat het in kortgedingvonnis opgelegde inbreukverbod is overtreden.

IEF 21963

Rechtbank gaat uit van geldigheid EU-besluit over handelsvergunning

Rechtbanken 5 mrt 2024, IEF 21963; ECLI:NL:RBAMS:2024:1228 (Biogen tegen Sandoz), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-gaat-uit-van-geldigheid-eu-besluit-over-handelsvergunning

Rb. Amsterdam 5 maart 2024, IEF 21963; ECLI:NL:RBAMS:2024:1228 (Biogen tegen Sandoz). Biogen heeft een vergunning aangevraagd bij de Europese Commissie voor het in handel brengen van Tecfidera. Biogen vordert Sandoz te verbieden met haar generieke kopieën van Tecfidera de Nederlandse markt te betreden vóór 2 februari 2025. Sandoz heeft een nationale handelsvergunning voor haar generieke kopie van Tecfidera, maar Biogen stelt dat zij van die vergunning geen gebruik mag maken zolang Tecfidera marktbescherming heeft. Het is volgens Biogen ook niet aan de Nederlandse rechter om de rechtsgeldigheid van het Uitvoeringsbesluit 2023 te toetsen. Sandoz voert aan dat het besluit niet rechtsgeldig is, omdat het niet is genomen binnen de daarvoor geldende 8-jaarstermijn en omdat het is gebaseerd op verouderde wetenschappelijke inzichten. De rechtbank oordeelt dat uit zal moeten worden gegaan van de rechtsgeldigheid van het Uitvoeringsbesluit, totdat de Unierechter anders beslist. In twee instanties hebben Europese ‘voorzieningenrechters’ zich al gebogen over de kwestie, beide hebben geen reden geconstateerd om het Uitvoeringsbesluit te schorsen. Op grond van rechtspraak van de Hoge Raad heeft de nationale kort-gedingrechter maar heel beperkte ruimte om EG besluiten te toetsen op rechtmatigheid. De slotsom is dat vooralsnog moet worden uitgegaan van de rechtmatigheid van het besluit. De rechtbank verbiedt Sandoz om haar geneesmiddelen Dimethylfumaraat Sandoz 120 mg en Dimethylfumaraat Sandoz 240 mg in Nederland in de handel te brengen vóór 2 februari 2025.