Conclusie AG: bestaan van disclaimer heeft geen invloed op verwarringsgevaar
Conclusie AG 6 maart 2019, IEF 18523, IEFbe 2898; C-705/17 (Roslags Punsch tegen Roslagsöl) Merkenrecht. Het voor alcoholhoudende dranken van klasse 33 ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH wordt sinds 2007 gehouden door Norrtelje Brenneri Aktiebolag. Het merk is ingeschreven met de volgende disclaimer: ´Inschrijving geeft geen uitsluitend recht voor het woord Roslagspunsch´. Roslagen is de naam van een geografisch gebied aan de oostkust van Zweden. Verzoeker (Mats Hansson) heeft bij het Zweeds bureau voor intellectuele eigendom (hierna: PRV) een aanvraag ingediend voor de inschrijving van ROSLAGSÖL als nationaal woordmerk voor alcoholvrije dranken en bier van klasse 32. Het PRV heeft de aanvraag afgewezen vanwege gevaar voor verwarring tussen het aangevraagde merk en het ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH, en er derhalve sprake was van een weigeringsgrond. Conclusie AG:
Nieuw commentaar Auteurswet door mr. A. Dos Santos Gil op IE-C
Er zijn weer nieuwe commentaren gepubliceerd op IE-C. De commentaren, geleverd door mr. A. Dos Santos Gil, hebben betrekking op de artikelen 17a tot en met 17d van de Auteurswet. Deze zijn te vinden op: www.ie-c.nl onder 'auteursrecht'.
Uitspraak ingezonden door Sabina Kloppers, Van Benthem & Keulen en Wouter Dammers, LAWFOX.
Bijzondere zorgplicht voor ICT-dienstverlener Stepco
Vzr. Rechtbank Utrecht 23 mei 2019, IEF 18521, IT 2798 (ANVA tegen Stepco) Verbintenissen. Zorgplicht. Stepco is ICT-dienstverlener, gespecialiseerd in cloud-beheer en security, en leverancier van een ICT-platform. ANVA is reseller van software en diensten en maakt daarbij gebruik van hostingdiensten van Stepco. Stepco en ANVA hebben drie overeenkomsten gesloten met betrekking tot drie verschillende diensten. De partnerovereenkomst is door partijen beëindigd. Stepco heeft vervolgens ook de overige overeenkomsten opgezegd met een opzegtermijn van één maand. ANVA is voor de uitvoering van haar dienstverlening aan haar klanten afhankelijk van Stepco en is van mening dat Stepco conform de partnerovereenkomst mee moet werken aan een soepele exit, conform de geldende tarieven. ANVA is van mening dat Stepco geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen met betrekking tot de overige overeenkomsten. ANVA vordert nakoming van de op Stepco rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten. Het lukt Stepco niet om de vermeende wanprestatie aan de kant van ANVA aan te tonen. Stepco moet de op haar rustende verplichtingen nakomen. Er rust daarbij een bijzondere zorgplicht op Stepco.
Schadevergoeding op grond van AVG toegekend
Rechtbank Overijssel 28 mei 2019, IEF 18520, IT 2797; ECLI:NL:RBOVE:2019:1827 (X tegen gemeente Deventer) Bestuursrecht. In 2017 heeft eiser op zijn verzoek een overzicht van zijn persoonsgegevens en een volledige lijst van alle ontvangers gekregen van de gemeente Deventer. Eiser ontdekte later dat de gemeente de persoonsgegevens per mail intern heeft doorzonden. De gemeente schond hiermee de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, oordeelde de rechtbank eerder, zie ECLI:NL:RBOVE:2018:2496. Artikel 82 van de AVG laat onverlet dat voor de toekenning van een schadevergoeding aansluiting mag en moet worden gezocht bij het Nederlands rechtsbestel. Door verspreiding van zijn persoonsgegevens is sprake geweest van een schending van de privacy van eiser; een schadevergoeding van € 500,- is billijk.
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Shaharzaad Said en Gerard van der Wal, Windt Le Grand Leeuwenburgh.
Vordering tot vrijwaring toegestaan in langlopende Bacardi-zaak
Rechtbank Den Haag 12 juni 2019, IEF 18518 (Bacardi tegen Loendersloot) Merkenrecht. Inbreuk. Vrijwaringsincident. Aanhoudingsincident. Bacardi is (licentie)houdster en distributeur in de Benelux van de Bacardi-merken. Bacardi stelt dat gedaagden zich bezighouden met in -en uitvoer van grote partijen Bacardi-producten die niet door of met toestemming van Bacardi in de handel zijn gebracht, dat zij betrokken zijn bij het decoderen van Bacardi-producten en op commerciële schaal diensten verlenen die door derden worden gebruikt om inbreuk te maken op de Bacardi-merken.
AG concludeert tot verwerping cassatie nu inventiviteit wel is aan te nemen
Conclusie AG HR 10 mei 2019, IEF 18519, LS&R 1713; ECLI:NLPHR:2019:608 (Sandoz tegen AstraZenenca) Octrooirecht. Tweede medische indicatie. In dit kort geding staat de vraag centraal of voorliggend octrooi van AstraZeneca geldig is. Zowel voor de rechtbank als voor het hof (zie IEF 18122 en LS&R 16674) bleef het octrooi in stand. In cassatie speelt enkel nog de inventiviteitsvraag. De conclusie van de AG strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
Arubaans merkenrecht betreft uitsluitend beschrijvende tekens, soortaanduiding is geen merk
Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba e.a. 16 april 2019, IEF 18516; ECLI:NL:OGHACMB:2019:82 (Amalo tegen Galeras) Arubaans merkenrecht. Hoger Beroep. Galeras verkoopt mopa mopa-kunstvoorwerpen. Amalo verkoopt deze en andere kunstwerken. Galeras heeft op grond van artikel 5 van de Merkenverordening van Aruba bij het Bureau Intellectueel Eigendom inschrijving verzocht mopa mopa als woordmerk te registreren. Amalo stelt dat mopa mopa geen merk kan zijn omdat het uitsluitend beschrijvend is of een soortaanduiding. De vraag naar het onderscheidend vermogen staat naast de vraag of sprake is van een uitsluitend beschrijvend teken of soortaanduiding. Mopa mopa is een soortaanduiding. Het hoger beroep van Amalo slaagt. Arubaans merkenrecht betreft uitsluitend beschrijvende tekens, soortaanduiding is geen merk.
Uitlatingen ingezonden brief over bouw ziekenhuis zijn niet onrechtmatig
Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba e.a. 4 juni 2019, IEF 18514; ECLI:NL:OGHACMB:2019:100 (Flocker Camelia Winkel tegen X) Hoger beroep in kort geding. FCW is een advocatenkantoor. Geïntimideerde X stuurt met regelmatig ingezonden brieven naar de lokale dagbladen. Daarnaast is X freelance medewerker van Sona (Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen). Hij is ook politiek actief. Sona is belast met het beheer van de bouw van een nieuw ziekenhuis op Curaçao. Advocatenkantoor FCW heeft in een evaluatieverslag aan de minister geadviseerd om Sona te vervangen door een daadkrachtiger orgaan. X heeft daarop in twee kranten een ingezonden brief gepubliceerd waarin hij FCW o.a. een louchekantoor noemt. Partijen die nauw bij de advisering en besluitvorming rondom de bouw van het ziekenhuis betrokken zijn, begeven zich in het publieke domein. Zij moeten zich er rekenschap van geven dat hun doen en laten stevige reacties kan oproepen en dat daarover publiekelijk debat wordt gevoerd. De uitlatingen in de ingezonden brief over FCW in verband met de bouw van het nieuwe ziekenhuis HNO zijn niet onrechtmatig, geen Caribische invulling norm art 10 EVRM en 6.162 BW.
Uitspraak is ingezonden door Arnoud Martens, Ploum.
Geen opheffing conservatoir beslag vanwege mogelijke merkinbreuk Durex
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2019, IEF 18513; ECLI:NL:RBDHA:2019:5905 (Ocean Company tegen LRC) Kort geding. Ocean Company is groothandelaar in 'fast moving consumer goods' van A-merken. LRC is houdster van diverse Uniewoord- en beeldmerken met het teken Durex. Ocean Company vordert het opheffen van conservatoir beslag door de douane. Het beslag is gelegd op grond van ongeoorloofde parallelhandel. Het financieel belang van Ocean Company bij opheffing van het beslag omdat het een deel van haar handelsvoorraad betreft, is onvoldoende ten opzichte van het belang van LRC om op te kunnen treden tegen mogelijke grootschalige merkinbreuk. De vorderingen van Ocean Company worden afgewezen.
Conclusie AG: Pretium vorderde verwijdering geheel aan publicaties
Conclusie AG HR 3 mei 2019, IEF 18512, IT 2796; ECLI:NL:PHR:2019:601 (Pretium tegen X en Reporters Online) Onrechtmatige internetpublicatie? Verweerder is werkzaam als freelance journalist en is een onderzoek gestart naar Pretium, een aanbieder van telecommunicatie, en haar eigenaar/directeur. Vordering tot verwijdering van de gehele publicatie (webboek) is afgewezen [IEF 17466]. Had het hof ook moeten oordelen over de verwijdering van passages uit de publicatie? Uitleg gedingstukken. Er kon redelijkerwijs worden gelezen dat Pretium geen verwijdering vorderde van één of meer passages uit de publicaties, maar van het geheel aan publicaties van verweerder, waaronder het integrale Dossier Pretium/webboek. AG acht klachten van Pretium ongegrond en concludeert tot verwerping van het cassatieberoep.