Platform Makers - Werken voor een kratje bier... en meer onbillijke voorstellen
Ervaringen met het auteurscontractenrecht juli 2015 - december 2017. Platform Makers, het samenwerkingsverband van vakbonden en beroepsorganisaties voor auteurs en artiesten, publiceert vandaag individuele ervaringen van makers met het auteurscontractenrecht. De voorlopige conclusie is zorgwekkend: de nieuwe wet bracht vooralsnog maar beperkt verandering in de daadwerkelijke contractpraktijk. Het inkomen van makers en werkenden in de cultuur staat hoog op de politieke agenda. Het feit dat in de culturele sector sprake is van zeer scheve arbeidsverhoudingen wordt breed als een probleem ervaren, binnen de Tweede Kamer en binnen het kabinet. Het auteurs- en naburig recht, voor makers, essentieel voor het verkrijgen van inkomen, lijkt daarbij soms onderbelicht.
Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx.
Geen succesvolle oppositie tegen PolyBlue met blauw kleurmerk
Hof Den Haag 12 juni 2018, IEF 17779; IEFbe 2615 (The Dow Chemical Company tegen Ceves-Vergeer) MerkenrechtDow voert oppositie tegen (woord)merkdepot PolyBlue van Ceves op basis van haar kleurmerk en merk BLUE. De oppositie wordt afgewezen [oppositienr. 2011406] en in dit beroep is dat terecht. Er is slechts beperkte overeenstemming tussen PolyBlue en het oudere Kleurmerk, ondanks de identieke waren, gaat het om een professioneel publiek dat bouwmateriaal koopt met verhoogd aandachtsniveau. BLUE is slechts incidenteel en dus niet-normaal gebruikt, en het argument dat het Frans woord BLEU, waarbij alleen de letters 'E' en 'U' zijn omgewisseld en dat normaal gebruik opleverd, kan in het midden blijven. Het beroep wordt afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Charlotte Meindersma, Charlotte's Law.
Hoogte schadevergoeding inbreuk op babyboek voor prematuren nog vaststellen
Ktr. Rechtbank Den Haag 30 mei 2018, IEF 17778; ECLI:NL:RBDHA:2018:6728 (Boek over prematuur geboren baby’s) Auteursrechtinbreuk. Tussenuitspraak. Eiseres is maker van een babyboek, uitgebracht in 2012, dat is toegespitst op prematuur geboren baby’s en hun ouders. In maart 2017 heeft Gedaagde het boek van Eiseres besteld (en later weer retour gestuurd) en in mei 2017 kondigde zij aan dat haar nieuwe babyboek klaar is voor verzending. Er is sprake van inbreuk op het auteursrecht van Eiseres, omdat vele zinnen in beide boeken gelijk zijn. Bovendien heeft Gedaagde slechts twee maanden gedaan over het maken van het boek en is zij niet op basis van eigen marktonderzoek tot de teksten gekomen. Zij vroeg immers pas naar ideeën van lezers via social media toen het boek al af was. Tevens tast Gedaagde de persoonlijkheidsrechten van Eiseres aan door haar naam niet te vermelden en te doen alsof de teksten door haarzelf zijn bedacht. De hoogte van de schadevergoeding moet nog vastgesteld worden. De vordering tot het overleggen van een verklaring van een accountant wordt toegewezen. In afwachting van reacties wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
Geen inbreuk op Rolls-Royce merk: niet de RR-en, maar woordelementen Rebel & Rich zijn het meest onderscheidend
Rechtbank Den Haag 13 juni 2018, IEF 17777; IEFbe 2612; ECLI:NL:RBDHA:2018:6962 (Rolls-Royce c.s. tegen Rebel & Rich c.s.) Merkenrecht. Rebel & Rich c.s. zijn houdsters van het Beneluxwoord-/beeldmerk nummer 0984826. Waar in de merkinschrijving de ring met dubbele R boven de tekst ‘REBEL&RICH’ is gepositioneerd, worden het ring- en tekstelement in de praktijk ook naast elkaar (in horizontale positionering) gebruikt of het ringelement zonder de tekst gebruikt. De rechtbank oordeelt dat niet de RR-en, maar de woordelementen REBEL&RICH in de totaalindruk het meest dominante en onderscheidende onderdeel zijn. Er is geen sprake van verwarringsgevaar gegeven de geringe mate van overeenstemming tussen de merken. Tevens zou het relevante publiek niet denken dat ze met waren van Rolls-Royce c.s. dan wel een aan haar verbonden onderneming van doen hebben. Geen merkinbreuk op grond van artikel 9 lid 2 sub b of c UMVo 2017.
Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Ricardo Dijkstra en Tjerk Sigterman, Vondst.
Voorlopige voorziening ex art. 223 Rv niet toewijsbaar, want geen sprake van een kennelijke misslag
Hof Den Haag 29 mei 2018, IEF 17776; LS&R 1622 (Astrazeneca tegen Sandoz) Octrooirecht. De rechtbank [IEF 17615; LS&R 1593] vernietigde het Nederlandse deel van het Europese octrooi EP 138 van AstraZeneca. Zij is in hoger beroep gekomen en vordert bij wege van voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 223 Rv een verbod tot inbreuk op EP 138. Sandoz heeft zich bij het verweer tegen deze vordering onder meer beroepen op de afstemmingsregel. AstraZeneca's vordering berust op de stelling dat in het oordeel van de rechtbank, naar het hof begrijpt, op vier punten sprake is van een kennelijke misslag. Alle vier de argumenten falen. Er is geen sprake van een kennelijke misslag. De voorlopige voorziening is niet toewijsbaar.
EHRM: Overheden moeten voorzichtig zijn met het vaststellen van wat hate speech is en wat kritiek op autoriteiten is
EHRM 9 mei 2018, IEF 17775; IEFbe 2610; Application no. 52273/07 (Stomakhin tegen Rusland) Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting. Uit het persbericht: Stomakhin heeft de Russische nationaliteit en woont in Rusland. Hij was de redacteur en uitgever van een maandelijks nieuwsblad tussen 2000 en 2004. De artikelen die hij schreef in het nieuwsblad gingen voornamelijk over de oorlog in Tsjetsjenië. In 2006 werd Stomakhin op basis van de door hem geschreven artikelen veroordeeld voor het aanzetten tot haat en rechtvaardiging van terrorisme en geweld. Hem werd een gevangenisstraf van vijf jaar en een verbod op de uitoefening van journalistiek van drie jaar opgelegd. Hij heeft de complete straf uitgezeten en werd vrijgelaten in maart 2011. Het EHRM constateert dat sommige artikelen de grenzen van acceptabele kritiek hebben overschreden en dat dit neerkwam op oproepen tot geweld en de rechtvaardiging van terrorisme. Andere uitspraken lagen echter binnen aanvaardbare grenzen van kritiek. Over het geheel genomen was er geen dringende maatschappelijke behoefte om de rechten van Stomakhin te beperken door hem voor sommige van zijn opmerkingen te straffen. Bovendien zijn door de hoogte van de straf zijn rechten geschonden. Er heeft een schending van artikel 10 EVRM plaatsgevonden. Het EHRM drong er bij de regeringen op aan voorzichtig te zijn bij het overwegen wat hate speech was en wat kritiek was op de autoriteiten.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger/Universiteit Leiden.
Dirk Visser - Loopt de rode zool in januari 2019 alsnog een blauwtje?
Charles Gielen (IEF 17770) meent dat “tekens die uitsluitend bestaan uit” (de vorm die, of) “een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft” na de implementatie van de EU Merkenrichtlijn (EU) 2015/2436 als geldig merk geregistreerd kunnen blijven als ze maar vóór die implementatie als merk zijn ingeschreven. Daarom denkt Gielen dat thans niets aan de geldigheid van het rode zool merk van Louboutin dat in 2009 is geregistreerd in de weg staat. Gielen stelt:
“Anders dan bij verval dient de nietigheid beoordeeld te worden naar het moment waarop de aanvrage van het ingeschreven merk werd verricht en kan een latere grond niet retroactief worden toegepast”.
Benelux Merkencongres 2018: programma-update
Aanmelden Op donderdag 21 juni 2018 vindt het Benelux Merken Congres plaats in Amsterdam. Het programma is samengesteld door prof. mr. Tobias Cohen Jehoram en prof. dr. Martin Senftleben. Tijdens het Benelux Merken Congres worden alle recente ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak besproken en wordt stilgestaan bij de impact daarvan op de praktijk. Zie programma
Nationale Opera weert recensent vanwege activistische houding door geen vrijkaarten meer te geven
Vzr. Rechtbank Amsterdam 15 juni 2018, IEF 17773; ECLI:NL:RBAMS:2018:4056 (recensent tegen Stichting Nationale Opera & Ballet) Mediarecht. De Nationale Opera hoeft een recensent niet langer te voorzien van vrijkaarten of hem uit te nodigen voor besloten bijeenkomsten. De recensent kreeg – op zijn verzoek – vrijkaarten. De Opera is daarmee gestopt nadat hij in Het Parool een kritisch artikel over de programmering van de Opera had geschreven. De Opera gaf als reden hiervoor dat zij de recensent niet langer serieus nam als journalist vanwege zijn activistische houding. De recensent stelt zich op het standpunt dat de beslissing van de Nationale Opera om hem niet langer uit te nodigen voor de persbijeenkomsten en hem niet langer persvrijkaarten voor haar voorstellingen te verstrekken, neerkomt op censuur en een schending oplevert van zijn grondrecht op vrijheid van meningsuiting en vrije nieuwsgaring, verankerd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het belang van de voor- en nazit lijkt vanuit journalistiek oogpunt beperkt te zijn, informatie is ook langs andere weg te verkrijgen.
Onderzoek naar onjuistheden in beschuldiging, net zo min als de juistheid, kan niet in kort geding
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 15 juni 2018, IEF 17772; ECLI:NL:RBNNE:2018:2252 (Huurstunt tegen NDC-Sikkom.nl) Mediarecht. Onrechtmatige publicaties. Huurtstunt is een website waarop dagelijks huurwoningadvertenties worden geplaatst. Indien een woningzoekende echter wil reageren op advertenties, moet een maandelijks betaald premiumaccount worden afgesloten. Sikkom heeft voorafgaand aan de publicatie veel klachten ontvangen. Een journalist bij Sikkom publiceert een artikel "(...) : samen op boevenpad om studenten dubbel te verneuken". Er is nader onderzoek nodig, voor de beantwoording van de vraag of in hoeverre de beschuldiging van Sikkom ongegrond is, waarvoor een kort geding zich niet leent. Er kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de beschuldiging in het artikel op onjuistheden berust (net zo min als kan worden vastgesteld dat de beschuldiging juist is). Vordering wordt afgewezen.