Uitspraak mede ingezonden door Dirk Visser, Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger en Fulco Blokhuis, Boekx.
HvJ EU: Mediaspeler met add-ons met hyperlinks naar illegale streams zijn mededeling aan het publiek
HvJ EU 26 april 2017, IEF 16741; IEFbe 2264; IT 2143; ECLI:EU:C:2017:300; C-527/15 (Stichting Brein tegen Filmspeler) Verkoop van een mediaspeler – Aanvullende modules (,add‑ons’) – Publicatie van werken zonder toestemming van de rechthebbende – Toegang tot streamingwebsites. Uit het persbericht: De verkoop van een mediaspeler waarmee gratis en eenvoudig op een televisiescherm illegaal op het internet toegankelijke films kunnen worden bekeken, kan een inbreuk vormen op het auteursrecht. De bij het streamen verkregen tijdelijke reproductie op deze speler van een auteursrechtelijk beschermd werk is niet van het reproductierecht uitgezonderd. HvJ EU antwoordt:
1) Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1 [InfoSocRl], moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing is op de verkoop van een mediaspeler als die in het hoofdgeding, waarop vooraf add‑ons zijn geïnstalleerd die op internet beschikbaar zijn en hyperlinks bevatten naar voor het publiek vrij toegankelijke websites waarop auteursrechtrechtelijk beschermde werken zonder toestemming van de rechthebbenden beschikbaar zijn gesteld.
Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, RUG.
Paul Geerts' noot onder Canal Digital
1. Een korte noot onder een duidelijk arrest. Canal Digital is een bedrijf dat televisieprogramma’s aanbiedt. In een reclamecampagne (op televisie en internet) biedt het bedrijf abonnementen aan. De kosten van die abonnementen bestaan uit maandelijkse en halfjaarlijkse kosten, waarbij de halfjaarlijkse kosten veel hoger zijn dan de maandelijkse. In die reclamespots springen (kort gezegd) de maandelijkse kosten in het oog, terwijl de halfjaarlijkse kosten worden weggelaten of veel minder opvallend worden vermeld.
2. Met zijn (zeven) prejudiciële vragen wenst de verwijzende Deense (straf)rechter in de kern te vernemen of zo’n reclameboodschap als een misleidende handelspraktijk beschouwd kan worden.
Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, RUG.
Paul Geerts’ noot onder Ford/Wheeltrims
P.G.F.A Geerts, Noot onder HvJ EU 6 oktober 2015, C-500/14 (Ford/Wheeltrims); IEF 16739; eerder gepubliceerd in IER 2017/16.
1. Een korte noot onder een duidelijke beschikking van het HvJ EU. Deze zaak speelt tussen Ford Motor Company (fabrikant van auto's en van accessoires en reserveonderdelen daarvoor) en de Italiaanse onderneming Wheeltrims (een leverancier van reserveonderdelen voor auto's). Deze Italiaanse onderneming verkoopt wieldoppen waarop zonder toestemming van de merkrechthebbenden het merk van een autofabrikant, waaronder het merk Ford, is aangebracht. Dat is tegen het zere been van merkhouder Ford en deze start in Italië een merkinbreukprocedure tegen Wheeltrims.
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.
Dat X bewondering geniet voor zijn zakelijk succes, maakt hem nog geen public figure
Vzr. Rechtbank Amsterdam 19 april 2017, IEF 16738; IT 2263 (X tegen Google) Mediarecht. Toepassing Costeja-arrest. Privacy. X is ondernemer en werd op enig moment in verband gebracht met witwassen en drugsgerelateerde delicten, een krant heeft erover gepubliceerd. X vordert met succes dat de vindbaarheid tussen de volledige naam en het artikel uit de resultaten van Google's zoekmachines moet (doen) verwijderen. Vaststaat dat X geen publieke functie heeft. Het enkele feit dat hij een zaak bezit, is onvoldoende om hem aan te merken als 'public figure'. Dat X mogelijkerwijs bewondering geniet voor zijn zakelijk succes als ondernemer en het feit dat hij in eigen beheer X organiseert maakt dat niet anders. Vordering wordt toegewezen.
In de tijdschriften maart/april 2017
Uit AMI 2016-6/2017-1
M. de Zwaan, Ten geleide: Copyright reform: too little, too slow!
Martin Senftleben, Maximilian Kerk, Miriam Buiten, Klaus Heine, Nandenie Lachman, Nieuwe rechten voor nieuwe businessmodellen in de uitgeefsector?
M.M.M. van Eechoud, Een uitgeversrecht voor pluriforme media?
D.J.G. Visser, Recht op eigen taart
S.C. van Loon, M.R.F. Senftleben, N. van Lingen en M.M.M. van Eechoud, Rechtspraak in het kort
Jaaroverzicht 2015/2016
Bijdrage ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, Advocaat & Hoofd Juridische Zaken Stichting BREIN.
Auteursrechtdebat - Bastiaan van Ramshorst: Kort commentaar op “Piraat of vrijheidsstrijder?”
Remco Bakker [IEF 16721] neemt het op voor de generatie die tot op heden is opgegroeid met de mogelijkheid alles wat het hart begeert gratis van The Pirate Bay te kunnen downloaden en dat graag zo wil houden. Handhaving is overbodig en ongewenst want niet effectief. Ik breng graag met een focus op handhaving kort een niet uitputtend aantal nuanceringen aan op het relaas dat helaas een aantal hardnekkige misvattingen over handhaving van auteursrechten op internet bevat.
Effectiviteit handhaving
De auteur somt redenen op waarom volgens hem aan de effectiviteit van blokkeringsmaatregelen moet worden getwijfeld. Al deze argumenten worden in de genoemde uitspraak uit oktober 2014 door Justice Arnold al gemotiveerd weersproken, waarna de High Court [BAILII] tot de conclusie komt dat blokkeren wel effectief is. Zonder nadere motivering dragen de argumenten dus niet een tegenovergestelde conclusie.
Bijdrage ingezonden door Remco Bakker, SOLV.
Auteursrechtdebat - Remco Bakker: Piraat of vrijheidsstrijder?
In de jaren ‘90 was het internet nog in hoge mate ongereguleerd en was er veel onduidelijkheid over de verdere gevolgen die het zou hebben voor onze samenleving. Met name bij jongeren ontstonden er nieuwe visies over het delen van kennis en informatie. Door de introductie van het peer-2-peernetwerk is zelfs een hele generatie opgegroeid met de gedachte dat werken van letterkunde, wetenschap en kunst, vrij, openbaar en mondiaal gedeeld kunnen worden via het internet. Deze vrijheid om te delen wordt echter in toenemende mate beperkt door de handhaving van nationale licenties, regelgeving en commerciële belangen, wat in de praktijk vooral geleid heeft tot de fragmentatie van het internet; een technologie die ontwikkeld is om ons allen juist met elkaar in contact te brengen. Uiteraard dient een werk het (intellectuele) eigendom te zijn van de maker, alleen kan men zich afvragen of het huidige intellectuele eigendomsrecht daadwerkelijk dit effect heeft. Het zijn hoofdzakelijk de tussenpersonen, zoals platenmaatschappijen, uitgevers en distributeurs, die profiteren van handhaving en bang zijn voor het internet.
Ontbinding koop vanwege nagemaakte merkkleding moet worden bewezen
Gemeenschappelijk HvJ Aruba e.a. 7 april 2017, IEF 16734 ; ECLI:NL:OGHACMB:2017:23 (Klassy tegen Noble's Freezone) Merkenrecht. Noble heeft diverse partijen kleding verkocht en geleverd aan Klassy. Klassy ontbindt de koopovereenkomst bij conclusie van antwoord voor een deel van de afgeleverde kleding omdat er sprake was van nagemaakte merkkleding. Bij conclusie van repliek betwist Noble dit, er zijn al eerder producten van dezelfde 'style' afgenomen, betaald. Kleding uit China behoeft geen namaak te zijn. Indien Klassy erin slaagt die stelling te bewijzen, is er sprake van non-conformiteit. Klassy krijgt een bewijsopdracht.
Nederlandse ondertitels bij films zijn een verveelvoudiging ex 13 Aw
Rechtbank Amsterdam 19 april 2017, IEF 16735 (Stichting Laat Ondertitels Vrij tegen stichting BREIN) Auteursrecht. Handhavingswijze Brein. SLOV en X, onderdeel van collectief van vertalers Simply Releases Team, hebben ondertitels bij televisie- en filmproducties gemaakt en stelden deze via internet ter beschikking. SLOV vordert primair verklaring voor recht dat vervaardiging van Nederlandse ondertiteling van een filmwerk geproduceerd in een vreemde taal 1) een zelfstandig werk kan zijn en geen toestemming van auteursrechthebbende van filmwerk nodig is voor openbaarmaking en 2) dat een inhoudelijk vergelijk moet zijn tussen filmwerk en de ondertiteling, waarbij herkenbare auteursrechtelijk beschermde trekken zijn overgenomen. Ondertitels zijn uitingen van informatie en vallen onder vrijheid van meningsuiting ex 10 EVRM en 11 Handvest EU. Volgens artikel 13 Aw is een vertaling een verveelvoudiging waar toestemming van de oorspronkelijke auteursrechthebbende voor nodig is. Het is onduidelijk welke norm Brein volgens SLOV heeft overtreden; de opmerking dat de handelswijze van Brein onbetamelijk is en in strijd is met hoe men zich in het maatschappelijk verkeer betaamt, is daartoe onvoldoende. Vorderingen worden afgewezen.