Door Arnoud Engelfriet, ICTRecht.
Auteursrechtdebat: Arnoud Engelfriet - Digitale uitputting - Een lege boekenkast, wie kan daar op tegen zijn?
Of de rechters hun verstand hebben verloren in het UsedSoft-arrest zoals Antoon Quaedvlieg stelt? Het is inderdaad een revolutionaire uitspraak van het Hof van Justitie: gedownloade gekochte software mag worden doorverkocht, en kopers van tweedehands software hebben een wettelijk gebruiksrecht. Ongeacht wat in de licentie staat. Het Hof schopte met deze uitspraak flink tegen de schenen van softwareauteursrechthebbenden die altijd hebben geroepen dat je software niet koopt maar ‘slechts onder licentie verkrijgt’.
Hoe het zit met gedownloade software was voor UsedSoft namelijk niet geheel duidelijk. Het staat niet letterlijk in de richtlijn geregeld. Maar het Hof houdt het simpel. Een kopie hebben van software is zinloos als je niet ook een gebruiksrecht daarop hebt. En vervolgens constateert men dat uit diverse wetten en richtlijnen volgt dat een download eigenlijk hetzelfde is als een CD kopen: je krijgt een kopie en toestemming voor gebruik. Of de kopie materieel of immaterieel is, maakt niet uit. Zo staat er in de Softwarerichtlijn dat de bescherming van software in alle media hetzelfde moet zijn. Hoewel dat ongetwijfeld opgeschreven is om te voorkomen dat men ergens mínder bescherming zou kunnen krijgen dan ergens anders, werkt die zin natuurlijk ook omgekeerd: als uitputting fysiek een grens is, dan ook op internet.
Verzoekschrift is niet gepubliceerd of anderszins openbaar gemaakt ex 6:167 BW
Hof Amsterdam 5 juli 2016; IEF 16099; ECLI:NL:GHAMS:2016:2678 (Sapienti tegen directeur Turboned Group)
Onrechtmatige mededeling/verzoekschrift. In het AD stond dat het faillissement van Turboned te zijn veroorzaakt door bedrijfsspionage en gestolen technische informatie van concurrent ABB zou zijn doorverkocht. Appellanten vorderen te verklaren voor recht dat geïntimeerde sedert oktober 2012 onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld en dat de aantijgingen en beschuldigingen van geïntimeerde aan hun adres zijn te kwalificeren als smaad. De inhoud verzoekschrift tot voorlopig getuigenverhoor is niet onrechtmatig. Gesteld noch gebleken is dat het verzoekschrift door toedoen van [geïntimeerde] is gepubliceerd of anderszins openbaar is gemaakt zodat geen sprake is van een publicatie in de zin van artikel 6:167 BW. Geen andere onrechtmatige uitlatingen/publicaties. Geen schade.
Uitleg vaststellingsovereenkomst over slaafse nabootsing stoelserie door partij bijgestaan door IE-advocaat
HR 8 juli 2016, IEF 16098; ECLI:NL:HR:2016:1444 (Satelliet tegen Robos)
Contractenrecht. Vaststellingsovereenkomst n.a.v. geschil over slaafse nabootsing. Nakoming toezegging. De Hoge Raad doet de zaak af zonder nadere motivering ex 81 lid 1 RO. Uitleg, gerechtvaardigd vertrouwen, art. 3:35 BW; Onduidelijkheid met betrekking tot de reikwijdte van de toezegging komt in de gegeven omstandigheden, waarbij appellante zich heeft laten bijstaan door een deskundige, voor rekening van appellante. Beroep op aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid wordt afgewezen. Beroep op nawerking faalt eveneens nu appellante op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van slaafse nabootsing. Eerder ECLI:NL:GHARL:2015:214. Uit de conclusie AG:
HR via 81 RO: Verbod handel in dierenporno is geen onrechtmatige overheidsdaad
HR 8 juli 2016, IEF 16097 ; ECLI:NL:HR:2016:1439 (Studio Martis c.s. tegen Staat der Nederlanden)
Geen onrechtmatige overheidsdaad. De Hoge Raad doet de zaak af zonder nadere motivering ex 81 lid 1 RO. Verbod op handel in dierenporno (Wet van 4 maart 2010, Stb. 111). Ontneming van eigendom (art. 1 Eerste Protocol EVRM) dan wel onevenredig nadeel? Reikwijdte van de stelplicht. Het Hof bekrachtigde [IEF 14299] het vonnis van de rechtbank dat van een schending van het eigendomsrecht alleen sprake kan zijn als er geen fair balance bestaat tussen het nagestreefde algemeen belang en de individuele belangen én dat er sprake is van een excessieve last. Daarvan is geen sprake, er is een ondernemersrisico.
EUIPO ECP4 Convergence Analysis Questionnaires
Het EUIPO nodigt (met name BMM-gemachtigden-leden) uit deel te nemen aan een enquête in het kader van de ECP4 Convergence Analysis. Doel is na te gaan waar er vooral nood is aan harmonisatie/convergentie van de praktijk van de IP Offices. Wij moedigen u aan uw stem te laten gelden. U heeft toegang via de volgende link: https://www.tmdn.org/uss/163288/lang-en Deadline is 5 augustus.
Bedrijf wilde merkenrecht terug en niet onvoorwaardelijk afzien van betalingstermijn Belastingdienst
Hof 's-Hertogenbosch 3 juni 2016, IEF ; ECLI:NL:GHSHE:2016:2190 (bedrijf tegen Inspecteur Belastingdienst)
Fiscaal. Belasting. In het kort: Gelet op de verklaring van belanghebbende tijdens de zitting dat belanghebbende het merkenrecht terug wilde en daarom niet bereid was het niet-betaalde deel van de vergoeding onvoorwaardelijk, dat wil zeggen met behoud van het merkenlicentierecht van het bedrijf, kwijt te schelden acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende niet onvoorwaardelijk heeft afgezien van de betaling van de onder 4.2 vermelde betalingstermijnen. Nu eind 2008 het bedrijf de beëindiging van de licentieovereenkomst niet erkende en zij evenmin afstand had gedaan van het merkenrecht zijn de voorwaarden waaronder belanghebbende definitief wilde afzien van de vermelde betalingstermijnen niet vervuld.
Door: Lotte Anemaet, VU Amsterdam/Hoofdredacteur Auteursrechtdebat
Auteursrechtdebat: Over de Grote Boze Google en het Kaboutertje – Hoe groot is de value gap in het auteursrecht?
Alhoewel de temperatuur langzaam opkruipt in de aanloop van een veelbelovende zomer, valt deze weersverandering in het niet bij de ‘hitte’ die gevoeld werd tijdens het Zomer IE Forum gehouden op 7 juli 2016.* Het was een heuse bonte boel in het Volkshotel in Amsterdam. Panelleden vlogen elkaar bijna in de haren, sappige details werden onthuld over de jonge jaren van de panelleden door onze dagvoorzitter Dirk Visser en soms leek zelfs tijdens dit grote debat de vrijheid van meningsuiting in het geding te zijn door domweg de microfoon niet af te staan aan een ander panellid en zo de informatiestroom te ‘blokkeren’. De middag stond in het teken van de ons inmiddels vertrouwde onderwerpen hyperlinken, tussenpersonen en ‘the value gap’ verdedigd door de ons nog meer vertrouwde sprekers – hoe kan het ook anders – in ons kleine IE-landje. Alhoewel, de term ‘the value gap’ als zodanig is nog niet zo bekend, maar als we Christiaan Alberdingk Thijm moeten geloven, klinkt deze term van zichzelf al zo goed in de oren, dat als die nog niet bekend was, het na het lezen van dit artikel het weldra is. Het Verenigd Koninkrijk was namelijk niet de EU uitgestapt als niet die hele ‘Brexit’ versus ‘Bremain’ campagne was gestart: wie kan er nu voor een ‘Bremain’ zijn, dat klinkt toch gewoon niet?
Prejudicieel gestelde vragen over uitputting Schweppes tonic water door import uit Spanje
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2016, C-291/16 (Schweppes)
Uitputting van het merk 'Schweppes'. De zaak gaat over Spaanse importeurs van in VK geproduceerde Schweppes tonic water, waarbij het merk "Schweppes" in eigendom is van verschillende bedrijven in Spanje en het VK. via Gov.uk:
1. Is it compatible with Article 36 of the Treaty on the Functioning of the European Union and with Article 7(1) of Directive 2008/95/EC and Article 15(1) of Directive 2015/2436 for the proprietor of a trade mark in one or more Member States to prevent the parallel import or marketing of products coming from another Member State, bearing a trade mark which is identical or practically identical, owned by a third party, when the said proprietor has promoted a global trade mark image associated with the Member State from which the products that it intends to prohibit come?
Prejudicieel gestelde vragen over mededingingsrechtelijke beoordeling selectievedistributiestelsels instandhouding 'luxe-imago'
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 19 april 2016, C-230/16; IEF 16093; IEFbe 1860 (Coty tegen Parfümerie Akzente)
Mededingingsrecht. Distributie. Luxe-imago merken. Gestelde vragen.
1) Kunnen selectievedistributiestelsels voor de verkoop van luxe en prestigieuze artikelen die primair tot doel hebben het “luxe-imago” van de artikelen in stand te houden, worden beschouwd als een mededingingsfactor die verenigbaar is met artikel 101, lid 1, VWEU?
Bijdrage ingezonden door Maarten Haak, Hoogenraad & Haak advocaten.
IE-inbreuk aanpakken via verhuurder markthal
Merkhouders en houders van andere IE-rechten kunnen de verhuurder van een markthal dwingen om nieuwe IE-inbreuken te voorkomen. Deze week gaf het Hof van Justitite van de EU groen licht voor deze route. De uitspraak volgt op een actie van o.a. Tommy Hilfiger, Lacoste en Burberry tegen Delta Center, de huurder van een Praagse markthal. Delta Center verhuurde kraampjes onder aan telkens wisselende partijen, die op hun beurt namaak merkkleding verhandelden. Zodra de merkhouders in actie kwamen, was de onderhuurder met de noorderzon vertrokken. De volgende dag zat er een andere (of dezelfde) onderhuurder met min of meer dezelfde voorraad.