IEF 22181
7 augustus 2024
Uitspraak

Maxcom had geen toestemming om QWIC Premium e-bikes te verkopen

 
IEF 22178
5 augustus 2024
Uitspraak

Geen spoedeisend belang in kort geding tegen MeDirect Bank

 
IEF 22177
5 augustus 2024
Uitspraak

Gerecht vernietigt beslissing over handelsmerk voor oranje kleur op champagne

 
IEF 11769

Stellig en zonder enig voorbehoud, zonder nadere toelichting of nuance

Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 13 september 2012, zaaknr. 426153 / KG ZA 12-929 (Exportslachterij Clazing tegen A Producties)

STATUS: er is hoger beroep aangetekend tegen deze voorlopige voorziening!
Uitspraak ingezonden door Martin Hemmer, AKD.

Als randvermelding. Rectificatie onrechtmatige publicatie. Hyperlinks naar artikelen verwijderen en verwijderd houden. Clazing is een kippenslachterij die volgens de islam 'halal' zijn kippen slacht. A.C. is een televisiemaker, schrijver en columnist die zich kritisch heeft uitgelaten in twee artikelen, getiteld "het vergif van Clazing" en "De beschermheer (waliy) van Clazing".

De wijze waarop de verdenkingen worden geuit, is zeer stellig en zonder enig voorbehoud, zonder nadere toelichting of nuance. De toon is zeer diffamerend, en er stonden ook andere mogelijkheden open om de vermeende misstanden aan de kaak te stellen. Voor een beperking van ex artikel 10 lid 2 EVRM is plaats, nu A.C. onrechtmatig heeft gehandeld jegens Clazing.

A.C. wordt bevolen de twee artikelen althans links naar dit artikel binnen 24 uur van internet te verwijderen en voor zover hij daartoe zelf niet in staat is om dit te verzoeken bij beheerders van websites waarop het artikel althans links naar het artikel zijn geplaatst.

Boven aan de homepage van enkele websites dient een rectificatietekst te worden geplaatst gedurende twee weken. Een verzoek tot plaatsing van deze rectificatie dient ook aan beheerders van websites en andere media die aandacht hebben  besteed aan het artikel te worden gezonden.

4.7. De wijze waarop de verdenkingen worden geuit, is zeer stelling en zonder enig voorbehoud, zonder nadere toelichting of nuance. De toon is zeer diffamerend, gezien onder meer de zinsneden 'het gif van Clazing', 'gillend wegrennen', 'doordrenkt van twijfel', 'Clazing-beerput', 'de gifbeker moet leeg'. Partijen verschillen enigzins van mening over de status van A.C. maar niet in geschil is dat hij zich presenteert als deskundig op het gebied van de islam en met name van het begrip halal, waarbij hij onder meer de term 'halalpolitie' bezigt. Het is dan ook aannemelijk althans geenszins denkbeeldig dat door de klanten van Clazing aan de uitlatingen van A.C. in beginsel meer waarde zal worden toegekend dan aan uitlatingen van een willekeurige (onbekende) ander persoon.

4.8. A.C. had andere mogelijkheden om de vermeende misstanden bij Clazing aan de kaak te stellen, door dit bijvoorbeeld bij instanties te melden dan wel door zijn publiek op zakelijke wijze hierover te informeren. Dit betekent onder meer dat, ook indien de uitlatingen wel voldoende steun zouden hebben gevonden in feitenmateriaal - waarvan zoals voormeld niet is gebleken - dat niet zonder meer het eventueel onrechtmatige karakter aan de uitlatingen zou ontnemen. Verder had naar het oordeel van de voorzieningenrechter het nadeel voor Clazing beperkt kunnen worden als A.C. meer zorgvuldigheid had betracht alvorens hij de beschuldigingen had geuit. Het had op zijn weg gelegen om, alvorens dergelijke ernstige beschuldigingen te uiten, Clazing in de gelegenheid te stellen om een reactie te geven op de beschuldigingen alvorens het artikel te publiceren.

Op andere blogs:
MediaReport (Publicaties over halal-kippenvlees onrechtmatig geoordeeld)
SOLV (Onrechtmatige perspublicatie over halal-vlees)

IEF 11768

Soortgelijke, gebruikelijke en veel voorkomende patronen

Gerecht EU 19 september 2012, zaak T-326/10, T-327/10, T-328/10, T-26/11, T-31/11, T-50/11 en T-231/11 (Fraas tegen OHMI)

In't kort. Merkenrechtelijke bescherming van geruite afbeelding in diverse kleuren (klasse 18, 24 en 25: leer, weefstoffen en bekleding). Het Gerecht EU oordeelt, evenals de kamer(s) van beroep, dat de merken geen onderscheidend vermogen hebben. Vanuit een visueel oogpunt bezitten de tekens geen noemenswaardige afwijking ten opzichte van de weergave van soortgelijke, gebruikelijke en veel voorkomende patronen.

Uit T-231/11:

68. Insoweit ist zu beachten, dass die fragliche Darstellung des Karomusters in grafischer Hinsicht keine nennenswerte Abweichung gegenüber der üblichen Wiedergabe solcher Muster enthält und die maßgeblichen Verkehrskreise daher tatsächlich lediglich ein gewöhnliches und häufig anzutreffendes Muster wahrnehmen werden.

69. Folglich kann diese Darstellung in Ermangelung von Elementen, die geeignet sind, sie in der Weise zu individualisieren, dass sie nicht wie ein gewöhnliches Muster erscheint, keine Erkennungsfunktion bezüglich der betroffenen Waren erfüllen. Sie hat als solche daher keine Unterscheidungskraft.

70. Zudem wird die Verbindung zweier für sich genommen nicht unterscheidungskräftiger Elemente nichts an der Wahrnehmung durch die maßgeblichen Verkehrskreise ändern. Wie die Beschwerdekammer zutreffend ausgeführt hat, lässt nämlich die Darstellung, die nur wie eine Anordnung von Streifen zu einem Karomuster wirkt, kein Element erkennen, das für die beanspruchten Waren von der Norm oder der Üblichkeit in der Mode-, Bekleidungs- und Stoffbranche abwiche. Denn die Verbraucher schließen aus einem gewöhnlichen Karomuster üblicherweise nicht auf die Herkunft der betreffenden Waren.

Op andere blogs:
Class 46 (General Court on lack of distinctiveness for plaid designs and colours)

IEF 11767

Uit de begrotingsstaten 2013: octrooirecht

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII), Kamerstukken II, 2012-2013, 33 400 XIII, nr. 2.

De innovatiebox. De ontvangsten en afdracht aan EOB, verlaging van kosten EU octrooi. Beperkte Veredelingsvrijstelling [red. zie IEF 11759], onderzoek naar EFSA, vrijstelling cisgenesetechnieken van GMO-wetgeving, aandringen op evaluatie ontwerpbesluit inzake gentherapie en spoedige harmonisering.

Innovatiebox De innovatiebox (tot 1 januari 2010: octrooibox) heeft tot doel innovatie te bevorderen en het vestigingsklimaat te verbeteren. De innovatiebox is een generieke maatregel en staat open voor zowel het MKB als grote bedrijven. De innovatiebox is van toepassing op de voordelen uit een door de ondernemer zelf voortgebracht immaterieel activum waarvoor een octrooi is verleend of waarvoor in de onderzoeksfase een S&O-verklaring is afgegeven (WBSO). De toepassing van de innovatiebox betekent dat een ondernemer geen 25% maar 5% vennootschapsbelasting hoeft te betalen over voordelen behaald met het immaterieel activum.

Rijksoctrooiwet De hier geraamde ontvangsten zijn de helft van de feitelijke ontvangsten uit taksen. De andere helft wordt afgedragen aan het Europees Octrooi-bureau.

Rijksoctrooiwet Op basis van de Rijksoctrooiwet wordt structureel circa € 2 mln aan hogere ontvangsten geraamd.

Ontwikkelingen in de Nederlandse economie: Na tweede dip volgt traag herstel p. 9. Het kabinet zet zich in voor een sterke Europese groei-agenda, onder meer door te zorgen dat bedrijven en kennisinstellingen optimaal gebruik kunnen maken van de EU-innovatiegelden, door de kosten voor een Europees octrooi te verlagen, de interne markt te versterken en meer ruimte te creëren voor het MKB. [onderstrepingen red.]

Uit de bijlage moties
Motie Koopmans, G.P.J. (CDA) e.a.
Omschrijving
: Verzoekt de regering tevens, in te zetten op het inbouwen van een beperkte veredelingsvrijstelling zowel in de Rijksoctrooiwet 1995 als in de Verordening unitair octrooi, als opmars naar het inbouwen van een uitgebreide veredelingsvrijstelling in de Europese Bio-octrooirichtlijn;verzoekt de regering voorts, op politiek niveau actief steun te werven onder EU-lidstaten voor een kritische evaluatie van de Bio-octrooirichtlijn en zich actief in te zetten voor een adequate aanpassing van deze richtlijn, zodat de balans tussen het kwekersrecht en het octrooirecht, met oog voor de belangen van alle betrokken partijen, ontstaat;verzoekt de regering, de motie ter kennis te stellen aan de Europese instellingen (Raad, Europese Commissie en Europees Parlement) en hiervan een afschrift aan de Kamer te zenden en op het niveau van bewindspersonen deze motie te bespreken met Eurocommissaris Barnier en voor de zomer verslag aan de Kamer te doen over de voortgang.
Vindplaats: 32 627, nr. 516-02-2012
Stand van Zaken: Kamer wordt continu geïnformeerd. TK wordt na de zomer nader geïnformeerd over voortgang.

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII), Kamerstukken II, 2012-2013, 33 400 XII, nr. 2.

Datum indiening 19-04-2012 VAO Biotechnologie en kwekersrecht
Omschrijving
: Door Motie Ouwehand/Van Bemmel 27 428-221 verzoekt de regering, een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de EFSA
Bewindspersoon: Staatssecretaris IenM
Stand van zaken: Motie is in uitvoering
Datum indiening: 19-04-2012VAO Biotechnologie en kwekersrecht

Omschrijving: Motie Ormel/Wiegman-Van Meppelen Scheppink 27428-223 verzoekt de regering, te bevorderen dat cisgenesetechnieken vrijgesteld worden van de EU-wet- en regelgeving inzake GMO’s en de Kamer uiterlijk 1 juli 2012 over de voortgang van dit overleg te rapporteren
Bewindspersoon: Staatssecretaris IenM
Stand van zaken: De staatssecretaris heeft de Kamer laten weten de Kamer ná 1 juli 2012 te kunnen informeren (27428–234)Datum indiening: 19-04-2012VAO Biotechnologie en kwekersrecht

Omschrijving: Motie Ormel/Snijder-Hazelhoff 27 428-224 verzoekt de regering, een eventuele nationale kop te verwijderen, het ontwerpbesluit op dit punt aan te passen en bij de Europese Commissie aan te dringen op een evaluatie met als doel de uitvoering op het gebied van gentherapie zo spoedig mogelijk te harmoniseren
Bewindspersoon: Staatssecretaris IenM
Stand van zaken: Motie is in uitvoering.

IEF 11766

Internetconsultatie Richtlijn collectieve beheersorganisaties

Internetconsultatie Richtlijn collectieve beheersorganisaties

Einddatum consultatie 19 oktober 2012.
Concept regeling: hier
Ontwerp toelichting (impact assessment): hier

Doel van de consultatie
Doel van de consultatie is de standpunten van Nederlandse belanghebbenden over bepaalde onderwerpen in deze richtlijn te inventariseren. De inventarisatie zal gebruikt worden om het Nederlandse standpunt voor de onderhandelingen in Brussel nader te bepalen. Wij zijn vooral geinteresseerd in de verwachte effecten van de richtlijn voor de praktijk.

Verwachte effecten van de regeling
Collectieve beheersorganisaties (cbo) zullen moeten voldoen aan eisen op het gebied van transparantie en governance. Cbo’s zullen bovendien met elkaar moeten gaan concurreren doordat rechthebbenden de mogelijkheid krijgen (voor een gedeelte van hun rechten) van cbo te wisselen en doordat het voorstel een regeling bevat voor de uitgifte van multiterritoriale licenties door cbo’s.

De Europese Commissie geeft in haar Impact Assessment dat zij verwacht dat het voorstel de volgende effecten heeft voor de betrokken doelgroepen:

(Transparantie en governance)
- Rechthebbenden kunnen beter toezicht houden op de financiën en de besluitvorming van cbo's.
- Rechthebbenden kunnen het functioneren van cbo's vergelijken.
- Rechthebbenden krijgen inspraak in de besluitvorming van de cbo (verdeling van gelden e.d.)
- Cbo's zullen op langere termijn efficiënter moeten gaan opereren en de concurrentie zal toenemen.
- Gebruikers profiteren doordat cbo's efficiënter gaan functioneren en daardoor betere service gaan bieden.
- Gebruikers profiteren ook doordat een geschillenbeslechtingsregeling wordt ingesteld.

(Multiterritoriaal licentiëren)
-Opkomst van enkele cbo's die multiterritoriaal kunnen licentiëren.
-Rechthebbenden hebben een sterke incentive om voor een paspoortcbo te kiezen en daarbij voor de meest efficiënte cbo.
-Meer keuze voor gebruikers en makkelijker om licenties voor geheel Europa te verkrijgen.
- De markt voor cbo's consolideert zonder dat sprake is van monopolievorming.
- Geen wederkerigheidsovereenkomsten hoeven te worden gesloten.
- Geen tweedeling ontstaat tussen commercieel aantrekkelijk en niet-commercieel aantrekkelijk repertoire.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
In het bijzonder zien wij graag een aantal vragen beantwoord. De vragen zullen verschijnen als op de link "Geef uw reactie op deze consultatie" wordt geklikt. Deze vragen gaan over de transparantie en governance van cbo's (Titel II) en de mogelijkheid tot verkrijging van een multilaterale licentie (Titel III). In uw antwoord verzoeken wij u een onderscheid te maken tussen off- en online in de beschrijving van de effecten van de richtlijn. Ten slotte willen wij graag weten of u vindt dat het voorstel zich tot muziekrechten moet beperken of dat het ook op naburige rechten van toepassing moet zijn en hoe u verwacht dat de markt zich ontwikkelt wanneer dit voorstel in deze vorm wordt aangenomen.

IEF 11765

Uit de begrotingsstaten 2013: auteursrecht

Vaststelling van de begrotingsstaten voor 2013, Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 2012-2013, 33 400 VI, nr. 2.

Auteurscontractenrecht. Collectief beheer met één loket, veel aandacht voor herziening en modernisering thuiskopiestelsel (en de EU-Richlijn), een wetsvoorstel en drie moties en toezeggingen. Auteursrecht in relatie tot internetactiviteiten en in het bijzonder op «de exceptie voor de vrije nieuwsgaring». Reactie op Football-Dataco.

Auteursrecht 20@20
In 2013 zal de wet versterking toezicht cbo’s (collectieve beheersorganisaties) in werking treden en wordt de afronding verwacht van het wetsvoorstel auteurscontractenrecht. Afhankelijk van de verbeteringen bij de collectieve beheerorganisaties worden bij AMvB nadere regels opgesteld over één loket, bezoldiging en interne structuur van de cbo’s. Veel aandacht gaat uit naar de herziening en modernisering van het thuiskopiestelsel, waarvan de bevriezing per 1 januari 2013 afloopt. In Brussel wordt de presentatie verwacht van de richtlijn over collectief beheer en verdere bespreking van het thuiskopiestelsel.

Uit de bijlage wetgevingsprogramma:

Wetsvoorstel: Wetsvoorstel verbetering handhaving auteursrechten en herziening thuiskopiestelsel
Gevorderd t/m: in voorbereiding
Verwachting omtrent eerstvolgende fase: akkoord ministerraad
Beoogde inwerkingtreding: 1-1-2014

Uit de bijlage Moties en toezeggingen:

Omschrijving: De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft toegezegd een derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel toezicht waarin salarissen van auteursrechtorganisaties worden gemaximeerd op de Balkenendenorm + technische verbeteringen geschillencommissie
Vindplaats: Parlementaire Agenda punt [30-11-2011] – Algemeen Overleg Auteursrecht
Voortgangsinformatie parlement: 16-05-2012 Afgedaan met: Uitgaande brief [18-01-2012] – Nota van wijziging bij wetsvoorstel tot wijziging van de wet toezicht collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten

Omschrijving: De Staatssecretaris heeft toegezegd een brief met reactie op D66-idee van een radiomodel voor inning auteursrechtvergoedingen + reactie op VVD-vraag hoe het toezicht op de monopoliepositie van auteursrechtorganisaties eruit moet zien + cijfers over thuiskopiegelden + info over de effectiviteit van handhaving van auteursrecht in Zweden
Vindplaats: Parlementaire Agenda punt [30-11-2011] – Algemeen Overleg Auteursrecht
Voortgangsinformatie parlement: 08-05-2012 Afgedaan met: Uitgaande brief [20-01-2012] – Brief naar aanleiding van toezegging tijdens algemeen overleg auteursrecht

Omschrijving: De Staatssecretaris heeft een brief toegezegd over fair use + reactie op rapport Hugenholtz en Senftleben [red. zie IEF 10485]
Vindplaats: Parlementaire Agenda punt [07-12-2011] – Algemeen Overleg Auteursrecht 2e termijn
Voortgangsinformatie parlement: 29-02-2012 Afgedaan met: Uitgaande brief [20-01-2012] – Brief naar aanleiding van toezegging tijdens algemeen overleg auteursrecht.

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII), Kamerstukken II 2012-2013, 33 400 VIII, nr. 2.

Omschrijving: De minister OCW zal de minister VenJ verzoeken te reflecteren op de handhaafbaarheid van de Wet Auteursrecht in relatie tot internetactiviteiten en in het bijzonder op «de exceptie voor de vrije nieuwsgaring» en de Kamer daarover te informeren.
Toegezegd bij: PA [13-6-2012] Persbeleid en Lokale Publieke Omroep
Stand van zaken: De Tweede Kamer wordt in november 2012 geïnformeerd.

Omschrijving: DIRECTIE MEDIA LETTEREN EN BIBLIOTHEKEN
De minister van OCW zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Flierman (CDA), toe om de reactie van de heer Teeven op het advies van de Commissie Auteursrecht over het Europese Dataco-arrest en de geschriftenbescherming, aan de Kamer te sturen.
Toegezegd bij: PA [19-6-2012] Mediawet Wijziging Mediawet 2008 inzake aanpassing rijksmediabijdrage en beëindiging wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep 1e termijn Kamer
Stand van Zaken: De Tweede Kamer wordt in oktober 2012 geïnformeerd.

IEF 11764

Google top ads voldoende herkenbaar als reclame

CvB 12 september 2012, dossiernr. 2012/00085 (Google top ads)

Als randvermelding. Principiële uitspraak. Eerder gepubliceerd als RB 1495. Reclamerecht. Reclame dient als zodanig duidelijk herkenbaar te zijn voor het publiek waarvoor zij is bestemd. Google is de meest gebruikte zoekmachine in Nederland, die door ruim 90% van de bevolking voor meer dan honderd zoekopdrachten per maand wordt gebruikt. De gemiddelde consument is dus zeer goed bekend met het uiterlijk en de werkwijze van Google. Deze gebruiker zal begrijpen dat Google inkomsten genereert door advertenties op zoekresultatenpagina’s en heeft dus niet de verwachting dat Google’s zoekmachine advertentievrij is.

Anders dan appellant stelt, dient bij deze beoordeling niet te worden uitgegaan van een specifieke groep ge­bruikers zoals visueel gehandicapten of dyslectici.

Naar het oordeel van het College kan het de gemiddelde gebruiker onder normaal te achten omstandigheden niet ontgaan dat, indien top-ads worden getoond, een deel van het scherm een gekleurde achtergrond heeft. Evenmin zal deze ge­brui­ker ontgaan dat bovenaan het gekleurde vlak staat “Advertenties met betrek­king tot [zoekterm]” en “Waarom deze advertenties”. Het College acht het op grond van het voorgaande voor de gemid­del­de gebruiker voldoende duidelijk waarom sommige mededelingen zijn voorzien van een geelroze achtergrond en dat die mededelingen reclame be­treffen. Eveneens acht het College aannemelijk dat deze gebruiker weet dat de infor­matie die geen specifieke achtergrondkleur heeft, bestaat uit organische zoekresultaten.

3. De Commissie stelt voorop dat zij de vraag of sprake is van voldoende herkenbaarheid van de top ads op de betreffende zoekresultatenpagina beoordeelt aan de hand van het computerscherm, nu Google - naar verweerder terecht heeft gesteld - een internetdienst is die uitsluitend op een computerscherm wordt geleverd. Voorts neemt de Commissie tot uitgangspunt dat de gemiddelde gebruiker van Google ervan op de hoogte zal zijn dat op een pagina met zoekresultaten ook advertenties getoond (kunnen) worden.

4. Anders dan de voorzitter is de Commissie van oordeel dat voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is wat op de na het invoeren van de zoekopdracht “computer” getoonde zoekresultatenpagina advertenties en wat zoekresultaten zijn. Weliswaar blijkt dit onderscheid niet uit verschil in opmaak of inhoud van beide onderdelen, nu voor de advertenties en de zoekresultaten eenzelfde lettertype wordt gebruikt en de onder de top ads getoonde zoekresultaten ook een commerciële inhoud (kunnen) hebben.

Het College van Beroep:

1. Het College begrijpt dat volgens appellant niet is voldaan aan het bepaalde in arti-kel 11.1 NRC, omdat niet wordt toegelicht in hoeverre er onder­scheid is tussen de achtergrondkleur van top-ads (de boven de zoekresultaten ge­plaatste advertenties) en de zoek­resultaten, alsmede omdat de voor top-ads gebruikte achtergrond­kleur onvoldoende opvallend is, waar­door niet duidelijk is waar de top-ads eindigen. Hierdoor kan volgens appellant bij een zoek­opdracht met Google verwarring ont­staan met be­trekking tot de vraag wat op het computerbeeldscherm reclame is en wat een zoekresultaat. Ap­pel­lant heeft het beroep hierop toege­spitst. Aldus dient te wor­den beoordeeld of de Commissie te­recht de achter­grond­kleur die wordt gebruikt voor de top-ads (het College kwali­fi­ceert deze kleur als geelroze) bij gebruik van een computerbeeldscherm vol­doen­de onder­scheidend heeft geacht, in deze zin dat uit het kleurgebruik in combinatie met de verdere inhoud en vormgeving van het zoekresultatenscherm in de volgens artikel 11.1 NRC vereiste mate blijkt waar op dit scherm de grens ligt tussen recla­me en (orga­nische) zoekresultaten.

2. Anders dan appellant stelt, dient bij deze beoordeling niet te worden uitgegaan van een specifieke groep ge­bruikers zoals visueel gehandicapten of dyslectici. Google richt zich immers op een algemeen publiek (kort gezegd: alle gebruikers met in­ternet), zodat dient te worden beoor­deeld of voor de gemiddelde gebrui­ker van dit publiek voldoende duidelijk is waar de grens ligt tussen reclame en zoekresultaten. Bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen van de geel­roze achtergrond­kleur dient voorts te worden uitgegaan van het beeld zoals dat op een computer­scherm zichtbaar is. Vaststaat immers dat uitsluitend via een scherm ken­nis wordt genomen van de zoekresultaten en de getoonde advertenties. Voorts wordt uitge­gaan van het beeld zoals de gemiddelde gebruiker dat ziet, rekening hou­dend met een normaal te achten beeldcontrast, lichtinval en kijkafstand, zittend recht voor het beeld­scherm. Uitgaande daarvan oordeelt het College als volgt.

3. Naar het oordeel van het College kan het de gemiddelde gebruiker onder normaal te achten omstandigheden niet ontgaan dat, indien top-ads worden getoond, een deel van het scherm een gekleurde achtergrond heeft. Evenmin zal deze ge­brui­ker ontgaan dat bovenaan het gekleurde vlak staat “Advertenties met betrek­king tot [zoekterm]” en “Waarom deze advertenties”. Het College acht het op grond van het voorgaande voor de gemid­del­de gebruiker voldoende duidelijk waarom sommige mededelingen zijn voorzien van een geelroze achtergrond en dat die mededelingen reclame be­treffen. Eveneens acht het College aannemelijk dat deze gebruiker weet dat de infor­matie die geen specifieke achtergrondkleur heeft, bestaat uit organische zoekresult­aten.

4. Ten aanzien van de begrenzing van het ge­kleurde vlak is het Col­lege van oor­deel dat deze onder normaal te achten omstan­digheden nog juist zo­danig zichtbaar is, dat de gemiddelde gebruiker zonder moeite kan vast­stellen waar dit vlak eindigt. Aldus is, zoals de Commissie terecht heeft geoordeeld, voldaan aan de eis van ar­tikel 11.1 NRC dat reclame voldoende duidelijk herkenbaar dient te zijn door op­maak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waar­voor zij is bestemd. Het feit dat het gekleurde vlak opvallender had gekund, doet aan het voorgaande niet af. Het geven van meet­bare, (semi-)wetenschappe­lij­ke criteria of richtlijnen op dit punt behoort overigens niet tot de bevoegd­heid van het College.

5. Op grond van het voorgaande zal de beslissing van de Commissie worden beves­tigd. Het College constateert dat aldus niet is voldaan aan de voorwaarde waaron­der het voorwaardelijk incidenteel appel is ingesteld, te weten voor het geval het College zou hebben geoordeeld dat de beslissing van de Commissie niet in stand kan blijven.

Op andere blogs:
DirkzwagerIEIT (Google top-ads voldoende duidelijk herkenbaar)
Hoogenraad & Haak (Google top-ads)
IusMentis (Een lichtroze achtergrond is voldoende duidelijk voor reclame)
MediaReport (Advertenties van Google voldoende herkenbaar in het ‘geelroze’)
SOLV (Google ads voldoende herkenbaar als reclame)

IEF 11763

Nietigverklaring van de aanpassing van de beschrijving van het plantenras

Gerecht EU 18 september 2012, in de zaken T‑133/08, T-134/08, T-177/08 and T-249/09 (Schräder tegen CPVO)

Complex en nog niet in het Nederlands beschikbaar. Kwekersrecht. Nietigverklaring van de aanpassing van de beschrijving van het plantenras Lemon Symphony. Decision by the CPVO to adapt, of its own motion, the official description of the variety LEMON SYMPHONY.

Kernwoorden: Application for revocation of the Community plant variety right granted for the variety LEMON SYMPHONY. Application for annulment of the Community plant variety right granted for the variety LEMON SYMPHONY. Application for a Community plant variety right for the variety SUMOST 01. Summons to attend oral proceedings before the Board of Appeal of the CPVO. Period of notice to attend of at least one month.

Gerecht EU verklaart voor recht:
1. Dismisses the action brought against the decision of the Board of Appeal of the Community Plant Variety Office (CPVO) of 23 January 2009 (Case A 010/2007) concerning an application for annulment of the Community plant variety right granted for the variety LEMON SYMPHONY;
2. Sets aside the decision of the Board of Appeal of the CPVO of 4 December 2007 (Case A 007/2007) concerning a challenge to the decision by the CPVO to adapt, of its own motion, the official description of the variety LEMON SYMPHONY in the Register of Community Plant Variety Rights;
3. Dismisses the remainder of the action brought against that decision;
4. Sets aside the decision of the Board of Appeal of the CPVO of 4 December 2007 (Case A 006/2007) concerning an application for revocation of the Community plant variety right granted for the variety LEMON SYMPHONY;
5. Sets aside the decision of the Board of Appeal of the CPVO of 4 December 2007 (Case A 005/2007) concerning an application for the grant of a Community plant variety right for the variety SUMOST 01;
6. Orders each party to bear its own respective costs.

Aangevoerde middelen:
- schending van artikel 59, lid 2, van verordening (EG) nr. 1239/952 doordat verzoeker niet behoorlijk is opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- schending van artikel 75 van verordening nr. 2100/94 doordat verzoeker schriftelijk noch mondeling zijn standpunt heeft kunnen bepalen over het ontbreken van procesbelang bij het instellen van het beroep;
- schending van artikel 71, lid 1, juncto artikel 68 van verordening nr. 2100/94 doordat verzoeker rechtstreeks en individueel wordt geraakt door de beslissing waartegen beroep is ingesteld bij de kamer van beroep;
- inbreuk op artikel 73 van verordening nr. 2100/94 en op artikel 230 EG doordat verzoekers recht op rechterlijke toetsing van bestuurshandelingen is geschonden;
- schending van artikel 48 van verordening nr. 2100/94 wegens partijdigheid van een lid van de kamer van beroep.

IEF 11760

Belang en risico’s intellectueel eigendom te veel onderschat

E.J. Louwers, Belang en risico’s intellectueel eigendom te veel onderschat, Het Financieele Dagblad 01 september 2012.

Bijdrage ingezonden door Ernst-Jan Louwers, Louwers IP|Technology Advocaten.

Management voorkomt met goed beheer veel ellende. Rechten van intellectueel eigendom bepalen in toenemende mate de waarde van ondernemingen. Zo beleefde Samsung een heel slechte week toen een Amerikaanse jury in Californië bepaalde dat het octrooien van Apple heeft geschonden en het design van de iPhone en de iPad heeft geïmiteerd. Samsungs tegenaanklachten werden verworpen. Ikea verkocht een paar weken geleden vanuit Liechtenstein zijn merken aan zijn Nederlandse holding voor de lieve som van € 9 mrd.

Intellectueel eigendom is ook van strategisch belang. Zo verloor Nespresso in Duitsland recentelijk een procedure over octrooibescherming van de bekende cups. Het raakt daarmee zijn monopolie kwijt. Ook op nationaal niveau vinden stevige vechtpartijen plaats als onderdeel van de strijd om marktaandeel. Niettemin blijven het bewustzijn en het management van die rechten dramatisch achter.

Iedere onderneming en zelfs iedere non-profitorganisatie of (semi)overheid heeft intellectueeleigendomsrechten of aanverwante rechten. Ze hebben ten minste een handelsnaam, een geregistreerd of niet-geregistreerd merk en een internetdomeinnaam.

Gaandeweg genereren organisaties voorwerpen waarop intellectueel eigendom rust of kan worden aangevraagd. Denk aan octrooien, modelrechten en auteursrechten. Vooral bedrijven in de industriële, innovatieve en creatieve hoek en IT hebben snel van doen met geregistreerde of niet-geregistreerde uitvindingen, knowhow, design, software of andere creaties. Zelfs daar ontbreekt het bewustzijn van de rechtenpositie vaak volledig. De rechten zijn verborgen en verspreid aanwezig, zonder dat iemand zich om het management daarvan bekommert. Grote organisaties zoals Philips, ASML, DSM en AkzoNobel onderkennen het belang en hebben veel specialisten en juristen in dienst om de rechten te managen. Het midden- en kleinbedrijf en zelfs grotere organisaties nemen onverantwoorde risico’s en raken achterop doordat zij hun zaken niet op orde hebben.

Aandacht en management van intellectueel eigendom zijn ook belangrijk voor verantwoord ondernemen, risk management en governance. Uit de praktijk blijkt steeds weer dat de intellectueeleigendomsrechten in de risicodragende bv of werkmaatschappij berusten. Daarmee neemt de onderneming een onnodig en onverantwoord risico. We zitten nu allemaal in economisch slecht weer. De een heeft daar meer last van dan de ander. Maar in iedere onderneming, groot of klein, kan iets verkeerd gaan waardoor de onderneming het hoofd niet boven water kan houden.

Het is doodzonde als alle rechten in handen van de curator vallen. Kapitaal gaat dan verloren en het bemoeilijkt een doorstart. Daar staat het management te weinig bij stil. Doorgaans is het verstandig de rechten buiten de risicodragende werkmaatschappij te houden en zo nodig over te dragen naar een andere vennootschap. Overdracht moet wel tijdig en op de juiste wijze gebeuren, omdat een curator deze anders eenvoudig kan terugdraaien. Zo moet een waardering plaatsvinden om de overdracht tegen een reële prijs te laten plaatsvinden en de geldigheid van de transactie zeker te stellen. Bovendien is begeleiding door een deskundig fiscalist van groot belang, mede met het oog op de fiscale gevolgen en stimuleringsregelingen.

Goed management begint met bewustwording en inventarisatie. Dat kan zich zelfs direct in klinkende munt uitbetalen: zinloze patenten in stand houden kost ieder jaar veel geld. Tijd dus voor een grote schoonmaak, gevolgd door structureel management van de rechten en contracten. Niemand zit te wachten op slechte weken à la Samsung.

Mr. Ernst-Jan Louwers is advocaat bij Louwers IP|Technology Advocaten te Eindhoven.

IEF 11761

Kamervragen ACTA terug als CETA

Beantwoording Kamervragen over het bericht dat ACTA terug is als CETA, kamerbrief DGBI-I&K / 12107117.

Vraag 3 Ziet u het als uw plicht om de Tweede Kamer expliciet voor te lichten wanneer passages uit de weggestemde ACTA in een andere vorm op (dreigen te) duiken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Ten aanzien van de informatievoorziening aan uw Kamer is het gebruikelijk dat internationale onderhandelingen ten behoeve van een handelsovereenkomst vertrouwelijk zijn: dergelijke onderhandelingen hebben tot doel om een gedeeld resultaat te bereiken en vereisen enige mate van vertrouwelijkheid opdat iedere partij zich vrij voelt om toezeggingen te doen en/of opties uit te proberen alvorens definitief met een overeenkomst in te stemmen.

Bij dit proces wordt de Kamer op gebruikelijke wijze betrokken. Dit houdt in dat voorafgaand aan een Europese handelsraad, de Kamer een bewindspersoon kan spreken over de lopende onderhandelingen. Het kabinet informeert vanzelfsprekend de Kamer ook, bijvoorbeeld door middel van de geannoteerde agenda van de handelsraad. Na afronding van de onderhandeling krijgt het nationale parlement in geval van akkoorden waar sprake is van gemengde competentie (deels nationaal, deels Europees) de gelegenheid zich uit te spreken over het verdrag in de ratificatieprocedure.

Vraag 4
Zijn er momenteel andere verdragen (in voorbereiding) waarin passages zijn opgenomen die (qua betekenis of impact) met de ACTA overeenkomen? Kunt u dit antwoord toelichten?

Er zijn op dit moment geen met ACTA vergelijkbare verdragen in onderhandeling.

Antwoord
Er zijn op dit moment geen met ACTA vergelijkbare verdragen in onderhandeling.

Vanzelfsprekend wordt wel onderhandeld met verschillende (groepen van) landen over een vrijhandelsakkoord waar intellectuele eigendom één van de onderwerpen is. De onderhandelingen met Singapore worden naar verwachting dit jaar afgerond en volgend jaar waarschijnlijk die met Maleisië en India. Voor een volledig overzicht van de vrijhandelsakkoorden en de stand van zaken verwijzen wij naar de website van de Europese Commissie – DG Trade5. De bepalingen over handhaving van intellectuele eigendomsrechten zijn niet nieuw, maar in lijn met eerder overeengekomen regelgeving binnen de Europese unie en internationale verdragen, zoals de TRIPS-overeenkomst6 en diverse auteursrechtverdragen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom7. De Nederlandse wetgeving is daar uiteraard ook mee in overeenstemming.

Vraag 5
Welke stappen gaat u nemen om te voorkomen dat er ACTA-achtige verdragen worden ontwikkeld? Gaat u deze ontwikkelingen de pas afsnijden door aan te geven dat Nederland dit niet wil of door bijvoorbeeld te werken aan het dusdanig bestendigen van internetvrijheid zodat initiatieven als de ACTA bij voorbaat kansloos zijn?

Antwoord
Zoals wij uw Kamer eerder hebben aangegeven, hebben wij de wens van uw Kamer ten aanzien van ACTA meegegeven aan de Europese Commissie. Nu het Europees Parlement tegen ACTA heeft gestemd en ook diverse parlementen van
andere lidstaten hebben aangegeven geen goedkeuring aan ACTA te willen geven, verwachten wij geen nieuwe ACTA-achtige verdragen die ook op Nederland van toepassing zouden zijn.

Mocht er een nieuw initiatief met betrekking tot de handhaving van intellectuele eigendomsrechten komen, dan zal dat voorstel door de alsdan zittende regering op zijn inhoud worden beoordeeld en zal uw Kamer bij dit proces op de
gebruikelijke wijze worden betrokken. Ten aanzien van de ontwikkelingen en initiatieven van de regering op het gebied van internetvrijheid verwijzen wij naar brieven aan uw Kamer van 10 april 2012 en 10 juli 2012.

IEF 11759

Wetsvoorstel beperkte veredelingsvrijstelling 53b ROW 1995

Wijziging van artikel 53b van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de invoering van een beperkte veredelingsvrijstelling, Kamerstuk 33365-(R1987) nr. 2. - complete dossier (Memorie van Toelichting, Advies RvS en nader rapport)

ARTIKEL I

Artikel 53b van de Rijksoctrooiwet 1995 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) vervalt “uitsluitend”.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het recht, bedoeld in artikel 53a, strekt zich evenmin uit over handelingen met
biologisch materiaal die dienen tot het kweken of ontdekken en ontwikkelen van nieuwe
plantenrassen.