IEF 22187
13 augustus 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Football Dataco/Yahoo

 
IEF 22186
13 augustus 2024
Uitspraak

In hoeverre speelt creativiteit een rol in het modellenrecht?

 
IEF 22185
13 augustus 2024
Uitspraak

eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel

 
IEF 8797

Verkiezingsdebat publieke omroep

Woensdagavond 12 mei a.s. organiseert de Stichting Entertainment Groep (STEG)in Amsterdam een  verkiezingsdebat  over  het onderwerp “ De toekomst van de publieke omroep”.  Tweede Kamer leden van divers pluimage zullen de degens kruisen over dit actuele onderwerp. Jasper van Dijk (SP), Mark Harbers (VVD), Boris van der Ham (D66) hebben reeds hun medewerking inmiddels toegezegd en verwacht wordt dat ook  CDA, PVV en PvdA aanwezig zullen zijn.

Lees hier meer.

IEF 8796

Percussiescholen

Rechtbank Arnhem, 21 april 2010, LJN: BM2158, Eisers tegen Gedaagden (Afrikaanse bastrommels)

Merkenrecht, beeldmerk, logo, handelsnaamrecht, Afrikaanse trommels. Kort vonnis waarin zelfs instrumenten zijn geanonimiseerd: “De [XX], ook bekend als [XXX], is volgens de door [gedaagde] overgelegde pagina van Wikipedia de algemene naam voor een categorie Afrikaanse basttrommels, die samen met de djembé vorm kregen in West-Afrika.”  Naar verwijzing gewijzigde vermelding op site levert geen merkgebruik op.

4.3.  [eis.2] en [eis.3] zijn ook geen houder van een woordmerk [XXX], hetwelk zich niet voor inschrijving leent, maar van een beeldmerk. De in dit beeldmerk in gewoon schrift opgenomen woorden ‘[naam]’ kan [eisers] niet als zodanig monopoliseren.

4.4. Ten aanzien van het wel voor bescherming in aanmerking komende logo in het beeldmerk, het figuurtje dat twee trommels vast houdt, overweegt de rechtbank als volgt.[gedaagde] heeft ter comparitie onweersproken gesteld, dat hij, na het eerste preprocessuele bezwaar van [eisers], en nog voor de dagvaarding, van zijn site [domeinnaam] een informatieve site heeft gemaakt met informatie over [XX]s in het algemeen en links naar percussiescholen.

(…) 4.6. [eisers] klaagt dat op deze pagina niet wordt verwezen naar haar gegevens. Zij heeft daar echter aan toegevoegd dat bezoekers ook niet verder kunnen doorklikken op de website en waarschijnlijk op de doodlopende website vastlopen.

4.7. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit niet worden aangemerkt als gebruik in de zin van artikel 2.20 BVIE, waartegen de merkhouder zich kan verzetten, dit wil zeggen gebruik in het kader van een handelsactiviteit waarmee een commercieel doel wordt nagestreefd, dan wel gebruik waardoor ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk.

4.8. Wat betreft het handelsnaamrecht, waarop [eisers] zich beroept, overweegt de rechtbank dat ook deze grondslag faalt omdat ter comparitie is gebleken dat [gedaagde] de aanduiding [XX] niet of niet meer gebruikt als handelsnaam, dit wil zeggen als naam ter identificatie van zijn onderneming. Hij gebruikt hiervoor de handelsnaam [handelsnaam].
Bovendien is de handelsnaam [handelsnaam] beschrijvend. Eventueel verwarringsgevaar in de zin van artikel 5 HNW kan niet kan worden toegeschreven aan deze soortaanduiding, waarbij meetelt dat de beide ondernemingen niet in dezelfde plaats zijn gevestigd, terwijl niet is gesteld of gebleken dat sprake is van een relevante interlokale naamsbekendheid van de muziekschool van [eis.1]

Lees het vonnis hier.

IEF 8795

Wereld IE Dag: helping to bring the world closer.

En vandaag, 26 april is het dus Wereld IE Dag, de geboortedag van het WIPO en ingesteld  om “het bewustzijn over de rol die intellectuele eigendom in ons dagelijks leven speelt te vergroten en om de bijdrage te vieren die uitvinders en kunstenaars hebben geleverd aan de ontwikkeling van gemeenschappen op de wereldbol.” 

Het officiële thema van deze 10e Wereld IE Dag is “Innovation – Linking the World”. Francis Gurry, directeur generaal van het WIPO verwoordt het, met gevoel voor drama, als volgt: “Relatively few decades ago, the world remained vast and largely unknown for most people. Travel was costly and long. Knowledge was paper-based and hard to share. Telephone service was, in many places, non-existent. Outside of large cities, access to foreign culture and the arts was limited.

Rapid innovation and its global adoption has transformed our outlook. We are now linked – physically, intellectually, socially and culturally – in ways that were impossible to imagine. (…) The intellectual property system is part of this linking process. (…) It helps structure the collaboration needed to meet the daunting global challenges, such as climate change and spiraling energy needs, confronting us all. WIPO is dedicated to ensuring that the intellectual property system continues to serve its most fundamental purpose of encouraging innovation and creativity; and that the benefits of the system are accessible to all – helping to bring the world closer.

Lees hier meer. IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel (woensdag a.s) vanaf hier.

IEF 8794

Een Europese Auteurswet

"Copyright subsists in a work1, that is to say, any2 expression3 within the field of literature, art or science4 in so far as it5 constitutes its author’s own6 intellectual creation.7”

Een mooi project van een diverse groep van in totaal 15 Europese auteursrechtwetenschappers: The European Copyright Code, een voorbeeld van hoe een Europese Auteurswet eruit zou kunnen zien.

The Members of the Drafting Committee of the Wittem Group [genoemd naar het kasteel waar de oprichtingsvergadering werd gehouden – IEF]  have the pleasure of announcing that our European Copyright Code was published today, 26 April 2010 – World IP Day. The Code is the result of the Wittem Project that was established in 2002 as a collaboration between copyright scholars across the European Union concerned with the future development of European copyright law. The Wittem Group believes that a European Copyright Code drafted by legal scholars might serve as a model or reference tool for future harmonization or unification of copyright at the European level.

Drafting Committee: Prof. Lionel Bently, Prof. Thomas Dreier, Prof. Reto Hilty, Prof. P. Bernt Hugenholtz, Prof. Antoon Quaedvlieg, Prof. Dirk Visser, Prof. Alain Strowel.

The Code is available at www.copyrightcode.eu.

IEF 8793

De overwegingen van het Hof

Joost BeckerJoost Becker, Dirkzwager: Google AdWords: zoekmachineadvertentiediensten en merkinbreuk. Noot bij de Google AdWords arresten van het HvJ EU (IEF 8692 en IEF 8707).

“In maart 2010 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) de eerste twee belangrijke arresten gewezen over Google adwords. Het Hof oordeelt dat merkinbreuk via Google adwords door derden, niet zijnde Google, mogelijk is. Interessant zijn de overwegingen van het Hof over onzichtbaar merkgebruik, het in het ongewisse laten van de internetgebruiker en de reclamefunctie van het merk. In deze bijdrage zullen die aspecten nader worden beschouwd.

(…) We kennen reeds de eis dat economisch voordeel moet worden nagestreefd  en de uitsluiting van ‘particulier gebruik’ uit het Arsenal/Reed-arrest.  Daarnaast geldt nu dus dat er sprake moet zijn van eigen commerciële communicatie.  Is commerciële communicatie hetzelfde als het nastreven van economisch voordeel? Het één sluit het ander niet uit, maar het nastreven van economisch voordeel lijkt meer te omvatten dan commerciële communicatie.

(…) Het oordeel van het Hof roept de vraag op of het louter aanbrengen op een product van tekens in opdracht van een derde niet valt onder ‘eigen’ commerciële communicatie van de opdrachtnemer. Indien dat juist is, heeft dat gevolgen voor de uitleg van de in de richtlijn en verordening genoemde gebruikshandelingen. 

(…) Onzichtbaar merkgebruik (een met het merk gelijk of overeenstemmend teken wordt wel als trefwoord opgegeven, maar verschijnt niet in de advertentie) kan dus ook vallen onder de te verbieden gebruikshandelingen.  Dit is nu voor het eerst door het Hof uitgemaakt en daarmee is de door Verkade gesignaleerde 'onzichtbaarheid'-kwestie, in ieder geval in deze situatie, in het voordeel van de merkhouder beslecht.

(…) Het Hof oordeelt in r.o. 81: ‘[d]e te onderzoeken relevante functies zijn de herkomstaanduidingsfunctie en de reclamefunctie.’ Kennelijk zijn de overige genoemde functies in dit geval niet relevant, tenzij moet worden aangenomen dat onder de later door het Hof te bespreken reclamefunctie óók de communicatiefunctie valt en dat de kwaliteitsgarantiefunctie óók deel uitmaakt van de herkomstaanduidingsfunctie.  Dat de kwaliteitsgarantiefunctie in dit geval deel uitmaakt van de herkomstaanduidingsfunctie volgt mogelijk uit de verwijzing naar het Céline-arrest (…)

(…) Moet er waarde worden toegekend aan de aanwezigheid van het merk als zoekwoord in het scherm? Ik denk het wel. (…) Als de internetgebruiker na een dergelijke zoekactie advertenties ziet verschijnen en hij weet niet of de daarin geadverteerde waren of diensten van de merkhouder afkomstig zijn of van een derde – hij blijft in het ongewisse – dan bestaat de mogelijkheid tot een vergissing omtrent de herkomst van die waren of diensten. (…) In deze mogelijkheid tot vergissen ligt het genoemde materiële verband volgens het Hof dus besloten, zonder dat het Hof aangeeft of het gebruik van het merk wordt opgevat als herkomstaanduider.

(…) Thans staat onbetwistbaar vast dat merkinbreuk via Google adwords door derden, niet zijnde Google, mogelijk is. Dit terwijl het merkgebruik vaak niet zichtbaar is. Daarvoor dient primair de presentatie van de advertentie te worden beoordeeld, waarbij het doel en gevolg van de advertentielink vaststaan. Indien de internetgebruiker in het ongewisse wordt gelaten over de herkomst van de geadverteerde waren of diensten of de advertentie, kan de merkhouder daartegen met succes optreden. Hetzelfde geldt indien er sprake is van (in)directe verwarring of ongewisheid omtrent de adverteerder.

Lees de gehele noot hier. Eerdere noot Visser hier.

IEF 8792

Poppen in verminkte toestand

Rechtbank Breda, 22 april 2010, KG ZA 10-172, JB Inflatable BV tegen Happy Point (met dank aan Rutger van Rompaey - QuestIE).

Auteursrecht. Excecutiegeschil in zaak over opblaaspoppen (eerder vonnissen: zie vanaf vzr. Rechtbank Breda, en 6 januari & 8 maart 2010,  IEF 8498 & IEF 8658). Gebod in KG tot overleggen van een rapportage door een registeraccountant was zeer concreet: dwangsommen verbeurd. Geen dwangsommen verbeurd door de omstandigheid dat de poppen in verminkte toestand zijn afgeleverd

3.2. Overtreding van het gebod ten aanzien van rapportage door een registeraccountant? Anders dan JB en conform de stellingname van Happy Point is de voorzieningenrechter van oordeel dat sprake is van overtreding van het gebod tot het overleggen van een rapportage door een registeraccountant. Het betreffende gebod is zeer concreet in de aanwijzing van de hoedanigheid van de rapporteur: een registeraccountant. Van algemene bekendheid is dat dit een specifiek omschreven beroepsgroep is. Dit gebod is gegeven op vordering van Happy Point. JB had tijdens het vorige kort geding hierop verweer kunnen voeren en alternatieven kunnen voorstellen. Zij kan niet achteraf in een executiegeschil dat debat gaan voeren.

3.5. (…) Het maximum aan dwangsommen is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid reeds door de besproken overtreding verbeurd. Anders dan Happy Point stelt zijn geen dwangsommen verbeurd door de omstandigheid dat de poppen in verminkte toestand zijn afgeleverd. Uit het vonnis blijkt niet of afgifte strekte tot vernietiging dan wel tot eigendomsverkrijging. JB heeft in de door haar gestelde veronderstelling kunnen verkeren dat beoogd werd afgifte ter vernietiging, zodat voor haar niet buiten redelijke twijfel stond dat de met dwangsom versterkte veroordeling ertoe strekte dat zij de poppen intact behoorde af te geven.

Lees het vonnis hier.

IEF 8790

Het Maandagmerk

Rechtbank Amsterdam, 21 april 2010, HA ZA 09-844, S. tegen H. (met dank aan Bjorn Schipper, Bousie)

Merkenrecht. Geschil over de organisatie van het evenement MONDAY en de hieraan verbonden IE rechten, waaronder de rechten op het merk MONDAY. Conventie: bijdrage aan organisatie impliceert geen aanspraak op deze rechten. Ook geen aanspraak op deel van de exploitatie opbrengsten. Geen merkenrechtelijk voorgebruik. Gedeeltelijke veroordeling in de volledige proceskosten. Reconventie: merkinbreuk aangenomen. Onrechtmatige daad m.b.t. het doen van negatieve uitlatingen over het evenement MONDAY en het oproepen van (potentiële) bezoekers om vooral niet naar het evenement te gaan. Geen auteursrechtinbreuk nu auteursrechtelijk beschermde trekken op communicatie uitingen zoals huisstijl en webdesign niet duidelijk zijn gemaakt. Geen handelsnaaminbreuk. Beslagen onrechtmatig gelegd. Compensatie van de proceskosten.

4.4. S. stelt voorts dat H. onrechtmatig handelt doordat zij achter de rug van S. om het Benelux woordmerk MONDAY op haar eigen naam heeft laten registreren. Deze rechten zouden als voorgebruiker aan S. toekomen. S. stelt niet waaruit dit voorgebruik bestaat en waaruit het voorgebruik zou moeten blijken. Omdat van voorgebruik door S. niet is gebleken, is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet duidelijk waarom het depot jegens S. onrechtmatig zou zijn. Het enkele feit dat S. bij de totstandkoming van het concept op enigerlei wijze betrokken is geweest en daarover ook met derden sprak, is daartoe - zo S. dit al aan haar vordering ten grondslag wenst te leggen - onvoldoende. Het enkele voorbijzien aan eventuele daaruit voortvloeiende rechten van S. (wat die ook mogen zijn) leidt niet tot het oordeel dat H. onrechtmatig jegens S. handelt omdat zij te kwader trouw heeft gedeponeerd, gelijk S. stelt. Zo is gesteld noch gebleken dat er in het kader van de samenwerking afspraken zijn gemaakt over de introductie van het merk MONDAY. Dit had wel op de weg van S. gelegen, nu zij zich beroept op de kwade trouw van H. Het is dan aan S. te stellen en te bewijzen dat en waarom sprake is van kwade trouw aan de zijde van H.. Dat heeft zij niet, althans in onvoldoende mate, gedaan. Ook de vordering op grond van onrechtmatige daad wordt om die reden afgewezen.

(…)

4.8.  H. vordert een inbreukverbod. Zij baseert dit op aan haar toekomende auteursrechten er/of handelsnaarnrechten en/of merkrechten in verband met de organisatie van het evenement MONDAY en/of het teken MONDAY. Voor zover het gevorderde verbod wordt gebaseerd op aan  H. toekomende auteursrechten, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank begrijpt op grond van de brief van 28 januari 2009 van de advocaat van  H. en het verhandelde ter zitting dat  H. stelt auteursrechthebbende te zijn op de aan de domeinnaam partvonmondav.nl gekoppelde website en alle overige communicatie-uitingen rondom de evenementen, zoals content, lay-out, huisstijl en merchandise.  H. heeft evenwel verzuimd te stellen wat de auteursrechtelijk beschermde trekken zijn die maken dat sprake is van auteursrechtelijk beschermde werken. Ook is niet gesteld welke van die auteursrechtelijk beschermde trekken door S. zijn overgenomen. Dit had (gelet ook op de betwisting door S.) wel op haar weg gelegen. De op het auteursrecht gebaseerde vorderingen zullen daarom worden afgewezen.

4.9. Ook de op het handelsnaamsrecht gebaseerde vorderingen zullen worden afgewezen. H. stelt dat haar handelsnaamsrechten toekomen, maar de rechtbank is van het voeren van de handelsnaam Monday door  H. niet gebleken. Ditzelfde geldt voor zover  H. stelt dat S. die handelsnaam Monday voert. Voor zover producties zijn overgelegd, waarin de aanduiding Monday voorkomt, gaat het om verwijzingen naar het evenement bij de Siupperclub of betreft het - gelijk  H. zelf stelt - merkgebruik en niet de aanduiding van de onderneming van  H. 

4.10. De inbreuk op de merkrechten van  H. wordt niet anders betwist dan met de stelling dat  H. geen toestemming had het merk te deponeren en  H. het merk in strijd met gemaakte afspraken voor zichzelf gebruikt. Uit hetgeen de rechtbank op dit punt in conventie heeft overwogen, volgt dat het depot van  H. niet te kwader trouw is verricht. Van handelen in strijd met enige afspraak is de rechtbank niet gebleken. Nu de merkinbreuk overigens niet wordt betwist, dient de daarop gebaseerde vordering te worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 8789

Clearly unfounded

HvJ EU, beschikking van 15 januari 2010, zaak C-579/08 P, Messer Group GmbH teegn Air Products and Chemicals, Inc.

Merkenrecht. Oppositieprocedure tegen aanvragen woordmerken Ferromix, Inomix and Alumix o.g.v. oudere woordmerken FERROMAXX, INOMAXX and ALUMAXX (lasgassen). Hof wijst beroep tegen arrest Gerecht af. Opposities toegewezen. De complaints zijn allen ‘clearly unfounded’.

70. It is true that, according to settled case-law, the more distinctive the earlier mark, the greater will be the likelihood of confusion (see Lloyd Schuhfabrik Meyer, paragraph 20, and Waterford Wedgwood v Assembled Investments (Proprietary) and OHIM, paragraph 32). The Court has thus concluded that there may be a likelihood of confusion, notwithstanding a low degree of similarity between the trade marks, where the goods or services covered by them are very similar and the earlier mark is highly distinctive (see Waterford Wedgwood v Assembled Investments (Proprietary) and OHIM, paragraph 33 and case-law cited). However, that possibility cannot preclude a likelihood of confusion where the distinctive character of the earlier mark is weak.

Lees het arrest hier.

IEF 8788

Évoque une origine asiatique

Gerecht EU, 13 april 2010, zaak T-103/06, Esotrade, SA tegen OHIM / Antonio Segura Sánchez

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure tegen aanvraag beeldmerk YoKaNa o.g.v. oudere nationale en Gemeenschapsbeeldmerken YOKONO (kleding). Oppositie toegewezen. 

40. Quant à la similitude conceptuelle des marques en conflit, il n’est pas contesté par la requérante que les mots « yokono » et « yokana » n’ont pas de signification conceptuelle claire pour le public pertinent. Il est cependant probable que le consommateur concerné leur attribue une origine asiatique. En effet, d’une part, la combinaison des lettres « y », « k » et « n » évoque une origine asiatique et, d’autre part, le rond de couleur rouge figurant dans la marque demandée évoque le drapeau japonais et l’étoile figurant dans la marque antérieure le drapeau chinois. Il s’ensuit que les marques en cause présentent un certain degré de similitude sur le plan conceptuel.

43. Cependant, en l’espèce, il y a lieu de considérer que, au regard de l’identité constatée entre les produits visés par les deux marques en cause, l’existence d’une similitude phonétique et d’une certaine similitude conceptuelle est suffisante pour conclure à l’existence d’un risque de confusion entre la marque antérieure et la marque demandée, et cela malgré les différences visuelles existant entre les signes en conflit.

Lees het arrest hier.

IEF 8787

Geen kasten

Gerecht EU, 14 april 2010, zaak T/514/08, Laboratorios Byly, SA tegen OHIM/Vasileios Ginis

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure tegen aanvraag beeldmerk BILLY’S Products o.g.v. oudere gemeenschapswoordmerken BYLY et byly (parfum). Gerecht vernietigt beslissing Kamer van Beroep; visuele en conceptuele verschillen zijn toch onvoldoende om verwarringsgevaar uit te sluiten.

59. Or, ainsi qu’il a déjà été jugé aux points 55 et 56 ci-dessus, tel n’est pas le cas en l’espèce. La différence existant sur le plan conceptuel entre les signes en conflit n’est pas, dans les circonstances de l’espèce, de nature à neutraliser les similitudes constatées.

60. Il en résulte que les signes en conflit doivent être considérés comme globalement similaires.

64. En effet, il a été jugé au point 40 ci-dessus que la chambre de recours a surestimé les différences sur le plan visuel entre les marques en conflit, puisqu’il existe entre elles, du moins, une similitude moyenne. Ensuite, comme il a déjà été rappelé, le consommateur moyen perçoit normalement une marque comme un tout et ne se livre pas à un examen de ses différents détails. De plus, le public pertinent n’a que rarement la possibilité de procéder à une comparaison directe des différentes marques, mais doit se fier à l’image imparfaite de celles-ci qu’il a gardée en mémoire.

Lees het arrest hier.