IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 22188
15 augustus 2024
Uitspraak

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

 
IEF 7827

Deze zaak was wel het hoogtepunt

Gerechtshof Arnhem, 3 maart 2009, LJN: BI1243, Strafzaak achtergrondmuziek.

Auteursrecht. “Meermalen, telkens opzettelijk voorwerpen, waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht, immers het auteursrecht berustte niet bij verdachte, werken, te weten muziekwerken met of zonder woorden, waren vervat, openlijk ter verspreiding aanbieden en  ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden hebben en/of hebben bewaard uit winstbejag.” Gevangenisstraf van 12 maanden na belastingfraude en het bedrijfsmatig overtreden van de Auteurswet 1912, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

“Voorts heeft verdachte bedrijfsmatig gedurende een lange periode de Auteurswet 1912 overtreden. Aannemelijk is geworden dat verdachte na de ontbinding van de zogeheten overeenkomst achtergrondmuziek is doorgegaan met het ongeautoriseerd leveren van [repertoire] aan horecaondernemingen en dat verdachte vervolgens ook zijn verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen. Blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 februari 2009 is verdachte reeds tweemaal veroordeeld wegens overtreding van artikel 31b van de Auteurswet 1912. Ook heeft verdachte ter zake van het onderhavige feitencomplex reeds diverse civiele procedures verloren. Kennelijk heeft verdachte deze illegale maar lucratieve activiteit hardnekkig ondanks dit soort waarschuwingen voortgezet. Het hof is er dan ook niet gerust op dat met deze strafzaak een einde komt aan het illegale handelen van verdachte mede nu verdachte ter zitting heeft verklaard nog steeds in dezelfde branche werkzaam te zijn. Voor de ernst van het onder 4 bewezenverklaarde is tekenend dat getuige-deskundige [D] ter zitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij in de 24 jaar dat hij bij de stichting Stemra werkzaam was, niet anderszins heeft meegemaakt dat er door iemand gedurende zo’n lange periode zoveel inbreuken op eens anders auteursrecht werden gemaakt. Deze zaak was wel ‘het hoogtepunt’.

Gezien het bovenstaande acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden in beginsel gerechtvaardigd. In de omstandigheden dat de behandeling van de strafzaak lang heeft geduurd en dat het oude feiten betreft, ziet het hof evenwel aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Alles afwegende acht het hof passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Het hof zal aldus een zwaardere straf opleggen dan door de advocaat-generaal is geëist. Aangezien de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling inmiddels in werking is getreden, zal het hof aldus (netto) ook een zwaardere straf opleggen dan door de rechtbank is opgelegd."

Lees het arrest hier.  

IEF 7826

Niet het portretrecht maar het auteursrecht

Rechtbank Maastricht, sector kanton, 15 april 2009, LJN: BI1157, Eiser tegen Gedaagde (Gebruik eigen portret)

Auteursrecht. Portretrecht. Gebruik eigen portret in strijd met auteursrecht fotograaf. Algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie zijn niet van toepassing op de (niet-contractuele) relatie, maar vormen wel een rechtens aanvaardbaar en geaccepteerd uitgangspunt om - naar analogie - op die basis de schade te begroten.

Eiser stelt dat  gedaagde zonder toestemming twee foto’s heeft geplaatst op gedaagdes eigen website www.careercommitment.com. De foto’s zijn genomen bij een interview van gedaagde in het najaar van 2005 en gepubliceerd in het magazine U&UWV. Met eiser is de kantonrechter van oordeel dat het gebruiken van het eigen portret in het kader van de Auteurswet 1912 enkel is toegestaan indien de opdracht tot het maken van dat portret door gedaagde zelf was gegeven. In dit geval is de opdracht verstrekt door het UWV (voormalig werkgeefster van gedaagde), zodat het verweer van gedaagde niet opgaat. Niet het portretrecht maar het auteursrecht staat in deze kwestie centraal.  (…) Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, concludeert de kantonrechter dat ten aanzien van de beide foto’s sprake is van schending van het auteursrecht van eiser door gedaagde.

Voor wat betreft de hoogte van de schadevergoeding heeft het navolgende te gelden.De algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie zijn weliswaar niet van toepassing op de (niet-contractuele) relatie tussen eisende partij en gedaagde, maar vormen wel een rechtens aanvaardbaar en geaccepteerd uitgangspunt om - naar analogie - op die basis de schade te begroten, zodat de kantonrechter de vordering voor dat gedeelte aan [eisende partij] zal toewijzen.

(…) Veroordeelt [gedaagde] om aan [eisende partij] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 900,- en  tot betaling van de kosten van het geding, in totaal begroot op €425,25.

Lees het vonnis hier.  

IEF 7768

Boek9.nl Jurisprudentielunch Octrooirecht

Morgen. Nog een paar stoelen vrij. Jurisprudentielunch Ontwikkelingen Octrooirecht in de rechtspraak. Willem Hoyng en Bart van den Broek (Howrey). Woensdag 22 april 2009 van 11.30 - 14.00 uur De Balie, Amsterdam.

Op woensdag 22 april organiseren deLex, uitgever van IEForum.nl en Lexlumen in de Balie in Amsterdam opnieuw een intensieve Jurisprudentielunch. Tijdens een informele lunch brengen Willem Hoyng en Bart van den Broek u op de hoogte van de meest recente jurisprudentie van 2008 en 2009 op het gebied van het Octrooirecht. In slechts 2 uur bent u volledig op de hoogte over de actuele Octrooirecht ontwikkelingen in de rechtspraak. Aan de orde komen bijvoorbeeld de arresten Monsanto versus Cefetra, Rb. 24 september 2008 (IEF 5859 en IEF 5889) als Boston Scientific/Medinol, HR 6 maart 2009 (IEF 7641)

Deze jurisprudentielunch levert u twee PO-punten voor de Nederlandse Orde van Advocaten.

Aanmelden en meer informatie hier.

IEF 7825

Jouw Leven

Vzr Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 april 2009, KG ZA 09-363, Gieskes tegen Steijn Sports B.V. (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten)

Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Eiser Gieskes geeft persoonlijke trainingen  onder de handelsnaam Your Life Personal Training, heeft deze naam geregistreerd als Benelux-beeldmerk en gebruikt de domeinnaam yourlife.nl. Gieskes maakt bezwaar tegen het gebruik door gedaagde van de tekens en het logo Your Life en Your Life Sportsclub. De vorderingen van eiser worden toegewezen. 1019h proceskosten: €6000,-

4.8 Hoewel er dus onmiskenbaar verschillen zijn tussen merk en teken, zijn er opvallende overeenkomsten. De woorden Your Life zijn in beide gevallen uitgevoerd in grote letter, gevolgd door een omschrijving van diensten op hei gebied van sport, uitgevoerd in veel kleinere drukletter zonder hoofdlettergebruik. In zowel merk als teken is nadrukkelijk een vierkant aanwezig. Het kleurgebruik is deels hetzelfde (zwart en wit), terwijl rood en oranje in hetzelfde kleurgebied liggen. Rood en oranje liggen als het ware in elkaars verlengde, net als de beschreven diensten.

4.9 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter wordt de totaalindruk in merk en teken bepaald door de dominant aanwezige woordelementen, in het bijzonder de identieke woorden Your Life. Aan het verschil tussen de toevoegingen Personal Training in het merk enerzijds en Sportsclub in het teken anderzijds, komt geen belang van betekenis toe, nu deze beide verwijzen naar diensten op het gebied van de sport die in elkaars verlengde liggen, waarmee eerder de overeenstemming wordt benadrukt dan dat zij merk en teken van elkaar onderscheiden. Zowel in het merk als in het teken hebben de beeldelementen met name een figuratieve functie, terwijl deze bovendien door het gebruik van de overeenstemmende elementen - vierkante en rechthoekige vlakverdelingen - een zelfde beeld oproepen. Aldus moet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet alleen het logo van Steijn Sports, maar ook het teken Your Life, al dan niet in combinatie met Sportsclub, worden aangemerkt als overeenstemmend met het merk van Gieskes.

4.1 1 Gegeven de overeenstemming tussen het merk van Gieskes enerzijds en de door Steijn Sports gebuikte tekens (zowel de woorden Your Life, al dan niet gevolgd door Sportsclub, als ook het logo) anderzijds, alsmede de soortgelijkheid van de diensten waarvoor het merk is ingeschreven en de diensten die onder die tekens worden aangeboden, is het gevaar voor verwarring bij het publiek gegeven. Geenszins uitgesloten moet worden geacht dat het publiek zal menen dat Gieskes een sportschool is begonnen dan wel dat een economisch verband bestaat tussen beide ondernemingen.

4.1 2 Het voorgaande leidt tot de slotsom dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter Steijn Sports met het gebruik van het logo, als ook met het teken Yoor Life en het teken Your Life Sportsclub inbreuk maakt op het merk van Gieskes in de zin van artikel 2.20 lid 1 onder b BVIE.

Lees het vonnis hier.

IEF 7824

Het principe van nieuwsexceptie van het auteursrecht

Kamerstukken II 2008/09, 31876, nr. 6. Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten; Verslag.

"Onderdeel X (artikel 3.27) : De leden vragen zich af hoe dit onderdeel in het wetsvoorstel zich verhoudt tot het principe van nieuwsexceptie van het auteursrecht, dat nieuwsmedia sowieso al het recht geeft om nieuwswaardige fragmenten te gebruiken uit auteursrechtelijk beschermd werk. Zijn de te betalen vergoedingen voor het gebruik van flitsen slechts bedoeld om de productiekosten van de beelden te vergoeden of is er ook een auteursrechtelijke component die de hoogte van de vergoeding mag bepalen? Kan de regering in het laatste geval ingaan op de precedentwerking van de vergoedingsverplichting voor nieuwsmedia? Als immers voor bijvoorbeeld voetbalbeelden een vergoeding moet worden betaald, dan kunnen alle andere evenementenorganisatoren ook een auteursrechtenvergoeding vragen voor opname van fragmenten in het Journaal en zou ook een vergoeding op basis van het portretrecht tot de mogelijkheden gaan behoren voor bekende personen uit de entertainmentsector die het Journaal weten te halen."

Lees het verslag hier.

IEF 7823

Wat er ook zij van de motivering

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 april 2009, KG ZA 09-150, New-IT B.V. tegen Libra Corporate Services B.V.

Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Geschil tussen pensioenadviseurs. Eiser stelt dat gedaagde door het gebruik van de naam IPAS (Integraal pensioen Advies Systeem) inbreuk maakt op de rechten die eiser stelt te hebben op I-PAS (Internet Pensioen Administratie Systeem). Het niet inroepen van de merkinschrijving werkt niet in voordeel eiser.

Artikel 2.19 lid 1 verzet zich tegen het inroepen van de bescherming van een merk door een partij die er uitdrukkelijk voor kiest geen beroep te doen op de inschrijving daarvan. De Enkele inschrijving van een handelsnaam in het handelsregister creëert geen handelsnaamrecht. De enkele registratie van een domeinnaam creëert geen handelsnaamrecht. Vorderingen afgewezen. 1019h proceskosten €7877,58.

Merk: 4.1. Ter zitting heeft New-It ter sprake gebracht dat haar moedervennootschap, Tomorrow Holding, houdster is van onder meer het Beneluxwoordmerk i-PAS dat na depot van 27 maart 2008 is ingeschreven (…). Op vragen van de voorzieningenrechter heeft New-It ter zitting bij monde van haar advocaat uitdrukkelijk verklaard dat in deze procedure geen beroep wordt gedaan op deze merkinschrijving omdat Libra het teken IPAS al gebruikte op het moment van het depot van het merk. Gelet daarop moet de voorzieningenrechter die merkinschrijving buiten beschouwing laten, wat er ook zij van de motivering die New-It geeft voor haar keuze.

Onrechtmatige daad: 4.2. Gegeven het feit dat New-It zich niet beroept op de inschrijving van het teken i-PAS als merk, doet niet terzake dat New-It dat teken als merk is gaan gebruiken voordat Libra zich van het teken IPAS is gaan bedienen. New-It kan zich niet via de algemene regels van onrechtmatige daad verzetten zich het gebruik van het teken IPAS door Libra op grond van haar enkele gebruik van dat merk. Artikel 2.19 lid 1 van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) bepaalt namelijk dat niemand, welke vordering hij ook instelt, bevoegd is in rechte bescherming in te roepen voor een teken dat als merk kan worden beschouwd tenzij hij zich kan beroepen op een inschrijving van het door hem gedeponeerde merk. Die bepaling verzet zich naar voorlopig oordeel ook tegen het inroepen van de bescherming van een merk door een partij die er uitdrukkelijk voor kiest geen beroep te doen op de inschrijving daarvan.

Handelsnaam: 4.3. Evenmin kan New-It een beroep doen op een handelsnaamrecht. De voorzieningenrechter acht voorshands onvoldoende aannemelijk dat New-It of Pensioenkring haar onderneming onder die naam heeft gedreven voordat Libra is gestart met het gewraakte gebruik van het teken IPAS.

4.5. Hetgeen New-It daarnaast naar voren heeft gebracht ondersteunt naar voorlopig oordeel onvoldoende dat het teken i-PAS als handelsnaam is gebruikt. Het feit dat Pensioenkring in 2003 i-PAS (gedurende een paar maanden) heeft ingeschreven in het handelsregister als een van haar handelsnamen volstaat niet. De enkele inschrijving van een handelsnaam in het handelsregister creëert geen handelsnaamrecht als het teken niet ook als zodanig wordt gebruikt. Hetzelfde geldt voor de registratie van de domeinnaam i-pas.nl. De enkele registratie van een domeinnaam creëert geen handelsnaamrecht als de domeinnaam niet als handelsnaam wordt gebruikt. De overige producties van New-It geven wel blijk van gebruik van het teken i-PAS, maar slechts ter onderscheiding van het online pensioensysteem (dat wil zeggen: als merk) en niet als naam van de onderneming (dat wil zeggen: als handelsnaam). In de producties wordt i-PAS, blijkens de onder 2.3 e.v. opgenomen citaten, uitdrukkelijk gepresenteerd als naam van dat pensioensysteem en wordt de onderneming steeds aangeduid onder een eigen naam, zoals Pensioenkring, New-IT en Tomorrow Pensioenconsultants. Gelet daarop kan niet worden volgehouden dat i-PAS (mede) werd gebruikt als handelsnaam. Daar komt bij dat in een aantal producties i-PAS wordt gebruikt door een andere onderneming dan Pensioenkring, namelijk Tomorrow Pensioenconsultants (productie 4: artikel in Kamerkracht; productie 11: artikel in VVP Weekblad; productie 12: artikel in Ondernemersbelang; productie 17: mailing van mei/juni 2004; productie 18: beurs in mei 2004; productie 27:correspondentie uit 2001). Ook om die reden steunen de betreffende producties de stelling van New-It dat Pensioenkring de handelsnaam i-PAS heeft gevoerd, niet.

4.6. Geconcludeerd moet dus worden dat voorshands niet kan worden aangenomen dat Pensioenkring i-PAS als handelsnaam voerde op het moment dat Libra het teken IPAS begon te gebruiken. Reeds daarom moet het beroep van New-It op dit handelsnaamgebruik worden verworpen, nog daargelaten of het handelsnaamrecht geldig aan New-It zou zijn overgedragen indien er wel sprake was geweest van handelsnaamgebruik (hetgeen Libra betwist).

Lees het vonnis hier.

IEF 7821

Erkenning van makerschap op een bedrijfslogo-tevens-merk

Conclusie AG Verkade bij Hoge Raad 13 februari 2009, nr. 07/13358 (7-Eleven Inc. tegen Laprior N.V..) - toegevoegd: LJN BH2956

Met dank aan Leonie Kroon, DLA Piper Nederland).

Antilliaans (maar ook Nederlands) auteursrecht en merkenrecht. Eerst even voor jezelf lezen. Beroep in cassatie tegen Gemeenschappelijk Hof van Justitie Nederlandse Antillen en Aruba, 31 augustus 2007, IEF 4664, waarin het hof oordeelde dat er geen sprake was van normaal gebruik van het (supermarkt)merk 7-Eleven door de omstandigheid dat het Antilliaanse publiek programma’s kan ontvangen, websites kan bezoeken of films kan huren waarin reclame voor 7-Eleven wordt gemaakt.

De cassatie spitst zich naast het procesrecht ook gedeeltelijk toe op Artikel 8 AV/ AW: De erkenning van makerschap op een bedrijfslogo-tevens-merk ten behoeve van in dat logo geïdentificeerde onderneming. De conclusie van A-G Verkade strekt primair tot verwerping en meer subsidiair tot vernietiging en terugwijzing van het beroep.

4.35. Artikel 8 Auteursverordening 1913 luidt: 'Indien eene openbare instelling, eene vereeniging, stichting of vennootschap, een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij eenig natuurlijk persoon als maker er van te vermelden, wordt zij, tenzij bewezen wordt, dat de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was, als de maker van dat werk aangemerkt.'

4.36. Het artikel is gelijkluidend aan het uit 1912 daterende art. 8 van de Nederlandse Auteurswet (Aw). Voor zover mij bekend bestaat over art. 8 Aut.vo. geen rechtspraak van de Hoge Raad, en over art. 8 Aw slechts één arrest. Er bestaat voorts lagere rechtspraak, en - uiteraard - literatuur. Gelet op het concordantiebeginsel van art. 39 van het Statuut voor het Koninkrijk, kan aansluiting gezocht worden bij de in het Europese deel van het Koninkrijk voorhanden bronnen.

4.38. Blijkens de wetsgeschiedenis is art. 8 niet bepaald bedoeld voor een geval als het onderhavige: erkenning van makerschap op een bedrijfslogo-tevens-merk ten behoeve van in dat logo geïdentificeerde onderneming. De tekst van art. 8 staat daaraan echter ook niet in de weg. Uit de wetsgeschiedenis blijkt voorts dat, hoewel het gaat om toedeling van het makerschap in de relatie tussen de openbaarmakende rechtspersoon en de werkelijke ontwerper, het artikel juist ook ertoe dient dat de openbaarmakende vennootschap zich jegens derden op dit auteursrecht krachtens wetsbepaling kan beroepen.

4.39. mocht de Hoge Raad over de tardiviteit van 7-Eleven's beroep op art. 8 Aut.vo. heenstappen, dan slaagt het middel. Dat beroep van 7-Eleven bracht immers mee dat, gegeven de door haar gestelde openbaarmaking ('Op alle stukken die hier zijn overgelegd waarop het Beeldmerk (of het werk) staat afgebeeld staat de naam 7-Eleven Inc. dan wel haar vroegere naam The Southland Corporation'), zonder een natuurlijk persoon te noemen, zij om die reden als maker van het werk (in de zin van art. 8 Aut.vo.) diende te worden aangemerkt: en dus zonder nadere documentatie. 's Hofs rov. 11 kan niet als een toereikende weerlegging hiervan kan worden gezien.

(…) 4.42. Aldus strekt mijn meer subsidiaire conclusie tot vernietiging en terugverwijzing.

Lees de conclusie hier

IEF 7820

De rechtsbescherming van personen in dienst van de BX-Organisatie voor de IE

Staten Generaal 2008/09, 31921, nr. A/1. Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen); Brussel, 24 oktober 2008 (Trb. 2009, 4); Brief minister over aanbieding Protocol ter stilzwijgende goedkeuring

"Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 24 oktober 2008 te Brussel totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (Trb. 2009, 4).
 
Een toelichtende nota en de gemeenschappelijke toelichting bij het Aanvullend Protocol treft u eveneens hierbij aan. De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd."

Lees hier meer

 

IEF 7819

Toezicht houden

Kamerstukken II 2008/09, 31766, nr. 7 en 8. Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten; Nota n.a.v. het verslag (nr. 7) en Nota van wijziging (nr. 8).

"Met erkentelijkheid heb ik kennis genomen van de brede steun die het wetsvoorstel geniet in de Kamer. In deze nota zal ik uitgebreid ingaan op de door hen gestelde vragen en gemaakte opmerkingen. Daarbij is tevens het op 4 maart 2009 uitgebrachte – deels verdeelde – rapport van de Studiecommissie Toezicht van de Vereniging voor Auteursrecht (hierna: VvA) betrokken. Deze nota gaat vergezeld van een nota van wijziging, die de bijlage met onder toezicht komende beheersorganisaties actualiseert en enkele wijzigingen van het wetsvoorstel bevat naar aanleiding van opmerkingen van de verschillende fracties." 

Lees hier de nota n.a.v. verslag, en hier de nota van wijziging